Instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. - Huishoudelijk reglement van de gemeenschappelijke commissie van beroep voor de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest I. Het indienen van het beroep

Artikel 1.De commissie van beroep opgericht bij artikel 17 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 2002 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (hierna « statuut » genoemd) zetelt in het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Art. 2.Het secretariaat is gevestigd in het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met name op de administratieve standplaats van de secretaris van de betreffende afdeling, in het City Center, Kruidtuinlaan 20, 1035 Brussel.

Art. 3.De beroepen worden gericht aan de voorzitter op het in artikel 2 vermelde adres.

De secretaris verstrekt de ontvangstbewijzen en tekent het beroep op in het register.

Hij brengt de voorzitter van de commissie op de hoogte evenals de overheid die de betwiste beslissing heeft genomen.

Hij verzoekt deze overheid hem het dossier over te dragen.

Art. 4.De secretaris van de commissie wordt belast met het bijhouden van het register evenals met de bewaring en de inventarisatie van de stukken en de archieven.

Hij verstrekt uittreksels en afschriften.

II. De plaatsing op de agenda en de oproepingen

Art. 5.De voorzitter plaatst de zaak op de agenda binnen de termijn bepaald door het administratief statuut.

Art. 6.De secretaris verzendt de oproepingsbrieven naar de voorzitter, de verzoeker, de leden en plaatsvervangende leden van de commissie en naar de overheid die de betwiste beslissing heeft genomen. De verzending gebeurt per aangetekend schrijven of per gewone brief met ontvangstbewijs naar de administratieve adressen die aan de secretaris werden meegedeeld, minstens zeven werkdagen voor de datum van de vergadering van de commissie.

Art. 7.De plaatsvervangende leden zetelen van rechtswege bij afwezigheid van de effectieve leden, op voorwaarde dat laatstgenoemden hen van hun verhindering op de hoogte brengen.

Art. 8.Vanaf het versturen van de oproepingsbrief, houdt de secretaris een afschrift van het dossier ter beschikking van de voorzitter, de verzoeker, diens eventuele raadsman en de effectieve of plaatsvervangende leden, dat hen wordt overhandigd op het secretariaat, na afspraak, ter vertrouwelijke titel en tegen ontvangstbewijs.

Art. 9.Het proceduredossier bevat tenminste : - een inventaris van de stukken; - de beslissing waartegen het beroep werd ingediend; - het administratief dossier betreffende deze beslissing; - het verzoekschrift met de argumenten van de verzoeker en de eventuele bijlagen.

III. Zitting en stemming

Art. 10.De voorzitter opent en sluit de vergaderingen van de commissie. Hij bepaalt de volgorde waarin de zaken worden behandeld.

Hij gaat het quorum van de aanwezigheden na evenals de samenstelling van de commissie, overeenkomstig artikelen 19 en 22 van het statuut.

De voorzitter leidt de debatten en waakt over het goed verloop van de vergadering.

Hij beslist na raadpleging van de leden van de commissie, of het neerleggen tijdens de vergadering van nieuwe stukken al dan niet kan worden aanvaard. Zo ja, worden ze geïnventariseerd, zo niet worden zij uit de debatten geweerd.

Art. 11.De commissie hoort de argumenten van de verzoeker en het standpunt van de overheid.

Het standpunt van de overheid dat aan de basis ligt van de betwiste beslissing wordt verdedigd door één of meerdere voor het dossier verantwoordelijke ambtenaren van deze overheid.

Het laatste woord wordt aan de verzoeker en diens raadsman gegeven.

Art. 12.De secretaris stelt het proces-verbaal op van de vergadering en houdt een aanwezigheidslijst bij.

Art. 13.De commissie beraadslaagt in afwezigheid van de verzoeker en diens raadsman en de ambtenaar of ambtenaren die het standpunt van de overheid verdedigen.

De beslissingen en/of de adviezen worden genomen of verstrekt bij meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen wordt de beslissing of het advies gunstig geacht voor de verzoeker.

De stemming gebeurt bij handopsteken behalve wanneer een commissielid een geheime stemming vraagt.

Art. 14.De beslissing of het advies van de commissie wordt met redenen omkleed. Deze beslissing of dit advies evenals het proces-verbaal van de vergadering worden ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

Art. 15.De secretaris richt de beslissing of het advies aan de verzoeker, hetzij per aangetekend schrijven, hetzij per gewone brief overhandigd tegen ontvangstbewijs.

Hij richt de beslissing of het advies eveneens aan de betrokken overheid.

Brussel, 5 juni 2003.

De Voorzitter, H. DESMEDT