MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN

GERECHTELIJK WETBOEK, DEEL IV, BOEK IV, HOOFDSTUK XVbis Duitse vertaling De hierna volgende tekst is de officieuze gecoördineerde Duitse versie - op 3 augustus 1992 - van hoofdstuk XVbis van deel IV, boek IV van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij artikel 9 van de wet van 29 december 1983, zoals het werd gewijzigd door de wet van 3 augustus 1992 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 augustus 1992).

Deze officieuze gecoördineerde Duitse versie is opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse vertaling van het Adjunct-arrondissementscommissariaat in Malmedy.

MINISTERIUM DER JUSTIZ GERICHTSGESETZBUCH [...] TEIL IV [...] BUCH IV [...] [KAPITEL XVbis -Verfahren im Bereich Vermietung beziehungsweise Verpachtung von Sachen Art. 1344bis - Unter Vorbehalt der Bestimmungen bezüglich der Landpacht kann jedes Ersuchen im Bereich Vermietung beziehungsweise Verpachtung von Sachen anhand eines bei der Kanzlei des Friedensgerichts hinterlegten schriftlichen Antrags eingereicht werden.

In dem Antrag sind zur Vermeidung der Nichtigkeit anzugeben: 1. der Tag, der Monat und das Jahr, 2.der Name, Vorname, Beruf und Wohnsitz des Antragstellers, 3. der Name, Vorname und Wohnsitz oder, in Ermangelung eines Wohnsitzes, der Wohnort der Person, gegen die das Ersuchen gerichtet ist, 4.der Gegenstand und eine kurzgefasste Begründung des Ersuchens, 5. die Unterschrift des Antragstellers oder seines Anwalts. Eine Wohnsitzbescheinigung der unter Nummer 3 erwähnten Person wird dem Antrag beigefügt. [...] Die Bescheinigung wird von der Gemeindeverwaltung ausgestellt.

Die Parteien werden vom Greffier per Gerichtsschreiben aufgefordert, binnen fünfzehn Tagen ab der Eintragung des Antrags in die allgemeine Liste zu der vom Richter anberaumten Sitzung zu erscheinen. Eine Abschrift des Antrags wird der Aufforderung beigefügt.] [Kapitel XVbis mit Art. 1344bis eingefügt durch Artikel 9 des G. vom 29. Dezember 1983 (B.S. vom 30. Dezember 1983) und Art. 1344bis abgeändert durch Art. 59 des G. vom 3. August 1992 (B.S. vom 31.

August 1992)] .