gepubliceerd op 12 april 2002
Decreet betreffende de eindtermen, de ontwikkelingsdoelen en de specifieke eindtermen in het voltijds gewoon en buitengewoon secundair onderwijs. - Erratum
18 JANUARI 2002. - Decreet betreffende de eindtermen, de ontwikkelingsdoelen en de specifieke eindtermen in het voltijds gewoon en buitengewoon secundair onderwijs. - Erratum
De tekst van het decreet betreffende de eindtermen, de ontwikkelingsdoelen en de specifieke eindtermen in het voltijds gewoon en buitengewoon secundair onderwijs, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 8 februari 2002 op bladzijde 4322 moet luiden als volgt : « 18 JANUARI 2002. - Decreet betreffende de eindtermen, de ontwikkelingsdoelen en de specifieke eindtermen in het voltijds gewoon en buitengewoon secundair onderwijs (1) Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, regering, bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.
Art. 2.Dit decreet is van toepassing op het voltijds gewoon en buitengewoon secundair onderwijs. De Vlaamse regering kan de inrichtende machten die deelnemen aan een experiment inzake onderwijsorganisatie voor de duur van dit experiment en uitsluitend voor de bij het experiment betrokken structuuronderdelen uitsluiten van de bepalingen van dit decreet inzake specifieke eindtermen. HOOFDSTUK I. -Totstandkoming
Art. 3.§ 1. De eindtermen, de decretale specifieke eindtermen, de ontwikkelingsdoelen voor het gewoon voltijds secundair onderwijs en de ontwikkelingsdoelen voor het buitengewoon secundair onderwijs worden vastgelegd door het Vlaams Parlement bij wijze van bekrachtiging van een besluit van de Vlaamse regering, genomen op advies van de Vlaamse Onderwijsraad.
Voor het onderwijs in een erkende godsdienst, een op die godsdienst berustende zedenleer, de niet-confessionele zedenleer, de eigen cultuur en religie en de cultuurbeschouwing worden geen eindtermen of ontwikkelingsdoelen bepaald.
De Vlaamse regering legt het besluit ten laatste één maand na de goedkeuring ter bekrachtiging voor aan het Vlaams Parlement.
De eindtermen, de decretale specifieke eindtermen en de ontwikkelingsdoelen hebben uitwerking vanaf de datum die het decreet aangeeft. § 2. De afgeleide specifieke eindtermen worden vastgelegd door de Vlaamse regering bij wijze van loutere bekrachtiging van een gezamenlijk en unaniem voorstel van de Vlaamse regering, de Raad van het Gemeenschapsonderwijs, de representatieve verenigingen van inrichtende machten die de betrokken opleidingen aanbieden en - voor de opleidingen waaraan een beroepsprofiel ten grondslag ligt - de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen.
Indien het voorstel niet wordt gedaan binnen één jaar, te rekenen vanaf de bekrachtiging van de decretale specifieke eindtermen, worden de afgeleide specifieke eindtermen ontwikkeld door de Vlaamse regering.
De afgeleide specifieke eindtermen hebben uitwerking vanaf de datum die het besluit aangeeft. HOOFDSTUK II. - Inhoud Afdeling I. -Eindtermen
Art. 4.§ 1. De eindtermen zijn minimumdoelen die de overheid noodzakelijk en bereikbaar acht voor een bepaalde leerlingenpopulatie in het gewoon secundair onderwijs. Met minimumdoelen wordt bedoeld : een minimum aan kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes, bestemd voor die leerlingenpopulatie.
De eindtermen worden vastgelegd per graad en per onderwijsvorm.
In afwijking met hetgeen bepaald is in het vorige lid worden in de derde graad van het beroepssecundair onderwijs afzonderlijk eindtermen vastgelegd voor de eerste twee jaren enerzijds en voor het derde jaar anderzijds.
Eindtermen kunnen vakgebonden of vakoverschrijdend zijn. § 2. Er worden vakgebonden eindtermen vastgelegd voor de basisvorming, zoals bepaald in titel IV van het decreet van 31 juli 1990 betreffende het Onderwijs II, zoals gewijzigd.
Elke school heeft de maatschappelijke opdracht de vakgebonden eindtermen met betrekking tot kennis, inzicht en vaardigheden bij de leerlingen te bereiken. Het bereiken van de eindtermen zal worden afgewogen tegenover de schoolcontext en de kenmerken van de schoolpopulatie.
De vakgebonden eindtermen met betrekking tot attitudes dienen door elke school bij de leerlingen te worden nagestreefd. § 3. Vakoverschrijdende eindtermen zijn minimumdoelen die niet specifiek behoren tot een vakgebied, maar onder meer door middel van meerdere vakken of onderwijsprojecten worden nagestreefd. Elke school heeft de maatschappelijke opdracht de vakoverschrijdende eindtermen bij de leerlingen na te streven. De school toont aan dat ze met een eigen planning aan de vakoverschrijdende eindtermen werkt. Afdeling II. -Ontwikkelingsdoelen
Art. 5.§ 1. Ontwikkelingsdoelen voor het gewoon voltijds secundair onderwijs zijn minimumdoelen op het vlak van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes die de overheid wenselijk acht voor een bepaalde leerlingenpopulatie en die de school bij haar leerlingen moet nastreven.
Ontwikkelingsdoelen kunnen vakgebonden of vakoverschrijdend zijn. § 2. Vakoverschrijdende ontwikkelingsdoelen behoren niet tot een specifiek vakgebied, maar kunnen door middel van meerdere vakken of door onderwijsprojecten worden gerealiseerd. Er worden vakgebonden ontwikkelingsdoelen vastgelegd voor de basisvorming in het eerste leerjaar B, en in het beroepsvoorbereidend leerjaar, zoals bepaald in titel IV van het decreet van 31 juli 1990 betreffende het Onderwijs II, zoals gewijzigd. § 3. Ontwikkelingsdoelen voor het voltijds buitengewoon secundair onderwijs zijn doelen op het vlak van kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes die de overheid wenselijk acht voor zoveel mogelijk leerlingen van de leerlingenpopulatie. In samenspraak met het centrum voor leerlingenbegeleiding en zo mogelijk in overleg met de ouders en eventueel andere betrokkenen, kiest de klassenraad de ontwikkelingsdoelen die aan individuele leerlingen of groepen worden aangeboden en uitdrukkelijk nagestreefd.
Ontwikkelingsdoelen worden bepaald per opleidingsvorm en/of type.
In de opleidingsvorm 4 van het buitengewoon secundair onderwijs gelden de eindtermen, de ontwikkelingsdoelen en de specifieke eindtermen van het overeenstemmende niveau van het gewoon secundair onderwijs respectievelijk als eindtermen, ontwikkelingsdoelen en specifieke eindtermen. Voor bepaalde andere opleidingsvormen of types kan de klassenraad de eindtermen en/of ontwikkelingsdoelen en/of specifieke eindtermen van het overeenstemmende niveau van het gewoon secundair onderwijs, van andere types van het buitengewoon secundair onderwijs, of van het gewoon of buitengewoon basisonderwijs overnemen als ontwikkelingsdoelen. In beide gevallen kan de klassenraad, rekening houdend met de kenmerken eigen aan de leerling, de gelijkwaardigheid beoordelen van prestaties in het betrokken type of de betrokken opleidingsvorm met de prestaties die door de eindtermen en/of ontwikkelingsdoelen en/of specifieke eindtermen van het overeenstemmende niveau van het buitengewoon secundair onderwijs worden vereist. Afdeling III. - Specifieke eindtermen
Art. 6.Specifieke eindtermen zijn doelen met betrekking tot de vaardigheden, de specifieke kennis, inzichten en attitudes waarover een leerling van het voltijds secundair onderwijs beschikt om vervolgonderwijs aan te vatten en/of als beginnend beroepsbeoefenaar te kunnen fungeren.
Specifieke eindtermen worden vastgelegd voor het tweede leerjaar van de derde graad van het ASO, BSO, KSO en TSO, voor het derde leerjaar van de derde graad BSO en voor het laatste leerjaar van de vierde graad BSO. De specifieke eindtermen worden verworven door middel van het specifieke gedeelte van een opleiding. Het specifieke gedeelte van de opleiding wordt gedefinieerd als het gedeelte dat niet behoort tot de basisvorming of tot het complementaire gedeelte, zoals gedefinieerd in titel IV van het decreet van 31 juli 1990 betreffende het Onderwijs II, zoals gewijzigd.
Art. 7.§ 1. De specifieke eindtermen worden ingedeeld in decretale specifieke eindtermen en afgeleide specifieke eindtermen. § 2. De decretale specifieke eindtermen worden ontwikkeld uit : 1° de taken die door een beroepsbeoefenaar worden uitgevoerd en de kwaliteitsnormen en beroepsvereisten die daarvoor gelden, geordend in beroepsprofielen;2° de kenmerkende onderdelen van een bepaald wetenschapsdomein. De in het eerste lid, 1° bedoelde beroepsprofielen worden vastgelegd door de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, op eigen initiatief of op vraag van de Vlaamse regering, in welk geval de profielen worden vastgelegd binnen een door de Vlaamse regering bepaalde termijn die niet korter is dan één jaar. Indien de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen binnen deze termijn geen profielen vastlegt, kan de Vlaamse regering de decretale specifieke eindtermen ontwikkelen op voorstel van de Dienst voor Onderwijsontwikkeling bij de Vlaamse Gemeenschap. § 3. Uit een welbepaalde decretale specifieke eindterm kunnen afgeleide specifieke eindtermen op herkenbare wijze en in concrete bewoordingen worden ontwikkeld, rekening houdend met de meest actuele stand van wetenschap, kunst en techniek. Zij verwoorden niet kennelijk een maatschappelijke keuze en hebben geen bepalende invloed op rechten en vrijheden. Afdeling IV. - Leerplan en handelingsplan
Art. 8.§ 1. Met de inachtneming van het door of krachtens het decreet bepaalde minimumlessenrooster en met inachtneming van de eindtermen, de ontwikkelingsdoelen en de specifieke eindtermen, beschikt elke inrichtende macht voor elk van haar instellingen over de vrijheid de lessenroosters en de leerplannen vast te stellen en kiest zij vrij haar pedagogische methodes. § 2. Met inachtneming van de ontwikkelingsdoelen wordt in het buitengewoon onderwijs voor één of meer leerlingen samen op basis van zijn (hun) opvoedings- en onderwijsbehoeften, een handelingsplan opgemaakt. Dit plan bevat voor een bepaalde periode de pedagogisch-didactische planning voor bedoelde leerling(en) en legt onder meer de keuze aan ontwikkelingsdoelen vast, die de klassenraad in opdracht van de inrichtende macht voor hem (hen) wil nastreven.
Het handelingsplan geeft in voorkomend geval weer hoe het multidisciplinair teamwerk wordt gepland en hoe de sociale, psychologische, orthopedagogische, medische en paramedische hulpverlening in het opvoedings- en onderwijsaanbod wordt geïntegreerd.
In voorkomend geval kunnen bepaalde eindtermen, ontwikkelingsdoelen, of specifieke eindtermen van het gewoon secundair onderwijs, van andere types van het buitengewoon secundair onderwijs of van het gewoon of buitengewoon basisonderwijs door een beslissing van de klassenraad in een handelingsplan worden opgenomen.
Het handelingsplan wordt opgemaakt door de klassenraad, in samenspraak met het centrum voor leerlingenbegeleiding en indien mogelijk met diegene die het ouderlijk gezag over de betrokken leerling uitoefent. § 3. De leerplannen bevatten desgewenst de doelen die de inrichtende macht uitdrukkelijk formuleert voor haar leerlingen vanuit het eigen opvoedingsproject in het algemeen of de eigen visie op het vak in het bijzonder. Wat het gewoon voltijds secundair onderwijs betreft, worden in de leerplannen opgenomen, op herkenbare wijze : - vakgebonden eindtermen en ontwikkelingsdoelen, voorzover ze bepaald zijn, - de specifieke eindtermen, voorzover ze bepaald zijn.
Het leerplan moet voldoende ruimte laten voor de inbreng van scholen, leraren, lerarenteams of leerlingen. § 4. Met het oog op het waarborgen van het studiepeil keurt de Vlaamse regering de leerplannen goed, volgens de vooraf door haar bepaalde criteria. Deze verplichting geldt niet voor het onderricht in een erkende godsdienst, een op die godsdienst berustende zedenleer of in de niet-confessionele zedenleer, of de cultuurbeschouwing. HOOFDSTUK III. - Afwijkingsprocedure
Art. 9.§ 1. Wanneer een inrichtende macht oordeelt dat de eindtermen, de ontwikkelingsdoelen en/of de specifieke eindtermen onvoldoende ruimte laten voor haar eigen pedagogische en onderwijskundige opvattingen of ermee onverzoenbaar zijn, dient zij bij de Vlaamse regering een aanvraag tot afwijking in. Deze aanvraag is slechts ontvankelijk indien precies wordt aangegeven waarom ontwikkelingsdoelen, eindtermen en/of specifieke eindtermen voor haar eigen pedagogische en onderwijskundige opvattingen onvoldoende ruimte laten, en/of waarom ze ermee onverzoenbaar zijn; de inrichtende macht stelt in dezelfde aanvraag vervangende ontwikkelingsdoelen, eindtermen en/of specifieke eindtermen voor. § 2. De Vlaamse regering beoordeelt of de aanvraag ontvankelijk is en beslist, in voorkomend geval, of de vervangende eindtermen, ontwikkelingsdoelen en/of specifieke eindtermen in hun geheel gelijkwaardig zijn met die welke conform dit decreet werden vastgelegd en toelaten gelijkwaardige studiebewijzen en diploma's af te leveren.
De gelijkwaardigheid wordt beoordeeld aan de hand van de volgende criteria : 1° het respect voor de fundamentele rechten en vrijheden;2° de vereiste inhoud : het onderwijsaanbod in de ontwikkelingsdoelen voor het buitengewoon secundair onderwijs, voor het eerste leerjaar B en het beroepsvoorbereidend leerjaar, en het onderwijsaanbod in de eindtermen en specifieke eindtermen voor het gewoon secundair onderwijs omvat minstens inhouden voor de overeenstemmende vakken en attitudes. Deze inhouden moeten enkel in hun geheel evenwaardig zijn met de inhouden waarvoor conform deze wet eindtermen, ontwikkelingsdoelen en/of specifieke eindtermen werden vastgelegd; 3° de vervangende ontwikkelingsdoelen, eindtermen en specifieke eindtermen zijn geformuleerd in termen van wat van leerlingen verwacht kan worden;4° de vervangende ontwikkelingsdoelen en eindtermen slaan op kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes;5° de vervangende specifieke eindtermen slaan op, vaardigheden, specifieke kennis, inzichten en attitudes die de leerlingen moeten toelaten vervolgonderwijs aan te vatten en/of als beginnend beroepsbeoefenaar te kunnen fungeren;6° de vervangende eindtermen, ontwikkelingsdoelen, en specifieke eindtermen zijn zo geformuleerd dat, nagegaan kan worden in welke mate de leerlingen deze verwerven of de scholen deze nastreven bij de leerlingen;7° aangegeven wordt welke eindtermen vakgebonden, vakoverschrijdend of attitudinaal zijn. De Vlaamse regering wint voor de beoordeling van de ontvankelijkheid en van de gelijkwaardigheid, het gemotiveerd advies in van de onderwijsinspectie en van een commissie van deskundigen.
Voor de samenstelling van deze laatste commissie stelt de Vlaamse regering een lijst op van onafhankelijke deskundigen. Deze lijst geldt voor een periode van vier jaar. Indien de afwijkingsaanvraag betrekking heeft op specifieke eindtermen waarvoor de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen profielen heeft ingediend, zal de Vlaamse regering de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen vragen een lid aan te duiden om deel uit te maken van de in het vorige lid bedoelde commissie van deskundigen.
De Vlaamse regering bepaalt de verdere regels van deze procedure, met dien verstande dat de aanvrager gehoord wordt. § 3. De inrichtende macht dient uiterlijk op 1 september van het schooljaar voorafgaand aan het schooljaar waarin de ontwikkelingsdoelen, eindtermen en specifieke eindtermen zullen gelden, een afwijkingsaanvraag in. De Vlaamse regering beslist uiterlijk op 31 december van het voorafgaande schooljaar over de aanvraag.
De Vlaamse regering legt een besluit betreffende een afwijkingsaanvraag in verband met ontwikkelingsdoelen, eindtermen of decretale specifieke eindtermen binnen een termijn van zes maanden ter bekrachtiging voor aan het Vlaams Parlement. Indien het Vlaams Parlement dit besluit niet bekrachtigt, houdt het op rechtskracht te hebben. § 4. In afwijking op wat bepaald is in § 3, kan de inrichtende macht een afwijkingsaanvraag indienen binnen een termijn van 1 maand na de publicatie van een bekrachtigingsdecreet, indien deze publicatie gebeurt na 1 september van het schooljaar voorafgaand aan de inwerkingtreding.
In de gevallen, bedoeld in het vorige lid, is de inrichtende macht gebonden door de eindtermen, ontwikkelingsdoelen en specifieke eindtermen vanaf 1 september volgend op de publicatie van het decreet dat de gelijkwaardige eindtermen, ontwikkelingsdoelen en specifieke eindtermen erkent of op de beslissing van de Vlaamse regering dat de afwijkingsaanvraag afwijst. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 10.In artikel 5, § 1, 2°, eerste streepje van het decreet van 17 juli 1991 betreffende de inspectie, de dienst voor onderwijsontwikkeling en de pedagogische begeleidingsdiensten, vervangen bij het decreet van 24 juli 1996, wordt tussen de woorden "vakgebonden eindtermen" en de woorden "en ontwikkelingsdoelen", de zinsnede ", specifieke eindtermen" ingevoegd.
Art. 11.In artikel 6quater van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, gewijzigd bij de decreten van 24 juli 1996, 15 juli 1997 en 1 december 1998, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt de zinsnede "artikel 6, 6bis, 6ter en 24, § 2, 1°, 2°, 3°, 4°, 6°, 7°, 8°, 9° en 10°" vervangen door "het decreet betreffende de eindtermen, de ontwikkelingsdoelen en de specifieke eindtermen en artikel 24, § 2, 1°, 2°, 3°, 4°, 6°, 7°, 8°, 9° en 10°";2° in het vijfde lid wordt : -- tussen de woorden "ontwikkelingsdoelen" en "slechts" de zinsnede "of de specifieke eindtermen" gevoegd; - de zinsnede "voornoemde eindtermen of ontwikkelingsdoelen" vervangen door de zinsnede "voornoemde eindtermen, ontwikkelingsdoelen, of specifieke eindtermen".
Art. 12.In de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving worden de volgende artikelen, voor wat het voltijds en deeltijds gewoon en buitengewoon secundair onderwijs betreft, opgeheven : 1° artikel 6, vervangen bij het decreet van 24 juli 1996;2° artikel 6bis, ingevoegd bij het decreet van 24 juli 1996 en gewijzigd bij het decreet van 15 juli 1997;3° artikel 6ter, ingevoegd bij het decreet van 15 juli 1997.
Art. 13.De eindtermen en ontwikkelingsdoelen die van kracht zijn op het ogenblik van inwerkingtreding van dit decreet blijven na de inwerkingtreding van kracht.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 18 januari 2002.
De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, Mevr. M. VANDERPOORTEN _______ Nota (1) Verwijzingen Zitting 2000-2001 Stuk.- Ontwerp van decreet : 535, nr. 1.
Zitting 2001-2002 Stukken. - Amendementen : 535, nr. 2. - Verslag : 535, nr. 3. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 535, nr. 4.
Handelingen. - Bespreking en aanneming : vergaderingen van 9 januari 2002.