Etaamb.openjustice.be
Document
gepubliceerd op 17 januari 2019

Convention entre les hôpitaux et services psychiatriques et les organismes assureurs . - Ministerraad 27 december 2018. - Notificatie punt 28 BETREFT : MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID Goedkeuring van de overeenkomsten met zorgverstr(...) - met de psychiatrische ziekenhuizen en diensten; - met de audiciens; - met de orthopedisten;(...)

bron
rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering
numac
2019010141
pub.
17/01/2019
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING


Convention entre les hôpitaux et services psychiatriques et les organismes assureurs (PSY/2019). - Ministerraad 27 december 2018. - Notificatie punt 28 BETREFT : MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID Goedkeuring van de overeenkomsten met zorgverstrekkers, in uitvoering van het artikel 51, § 1, 3de lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 - Nationale overeenkomsten : - met de psychiatrische ziekenhuizen en diensten; - met de audiciens; - met de orthopedisten; - met de bandagisten. 2018A71720.030 NOTIFICATIE De Raad hecht zijn goedkeuring aan de overeenkomst.

Tijdens de vergadering van de Overeenkomstencommissie tussen de verpleeginrichtingen en de verzekeringsinstellingen van 16 november 2018, onder het voorzitterschap van de heer D. CRABBE, adviseur-generaal, daartoe gedelegeerd door de heer A. GHILAIN, leidend ambtenaar van de Dienst voor geneeskundige verzorging, Gelet op de wetgeving inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen; werd overeengekomen wat volgt tussen : enerzijds, de vertegenwoordigers van de verzekeringsinstellingen, en anderzijds, de vertegenwoordigers van de verenigingen van de verpleeginrichtingen.

VOORWOORD De overeenkomstencommissie heeft kennis genomen van de doelstellingen van het "Protocolakkoord tussen de Federale overheid en de in de artikelen 128, 130 en 135 van de Grondwet bedoelde overheden inzake de ontwikkeling van een geïntegreerde geestelijke Gezondheidszorg".

Ze meent dat de psychiatrische ziekenhuisdiensten en de psychiatrische ziekenhuizen in de toekomst zullen gevat worden door de uitvoering van bovenvernoemd protocolakkoord en in het bijzonder wat de experimenten betreft met betrekking tot de doelgroep "kinderen en jongeren".

In het kader van de deelneming aan deze experimenten zullen de ziekenhuizen moeten kunnen afwijken van de in deze overeenkomst voorziene bepalingen. Met betrekking tot de experimentele uitwerking van het zorgprogramma "doelgroep kinderen en jongeren" dienen de bestaande lacunes in het zorgaanbod weggewerkt te worden.

De Overeenkomstencommissie stelt meer specifiek voor dat bijkomende financiële middelen zullen worden voorzien voor : - de multidisciplinaire liaisonequipes; - de module nabehandeling.

Deze voorstellen sluiten aan bij de herwaardering van de medische honoraria voor bovenvernoemde zorgopdrachten.

Artikel 1.Deze overeenkomst omschrijft de betrekkingen tussen de psychiatrische ziekenhuizen en diensten, de verzekeringsinstellingen en de rechthebbenden zoals die zijn voorzien in artikel 42 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14-07-1994.

Art. 2.Voor de toepassing van deze overeenkomst verstaat men onder : o bedrag per opname : het bedrag van het variabele gedeelte van het budget van de financiële middelen dat wordt vereffend per opname krachtens de bepalingen van artikel 99 van het KB van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen. o bedrag per verpleegdag : het bedrag van het variabele gedeelte van het budget van de financiële middelen dat per hospitalisatiedag wordt vereffend krachtens de bepalingen van artikel 99 van het KB van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen. o Ziekenhuiswet wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsziekenhuizen, gecoördineerd op 10 juli 2008.

Art. 3.§ 1. De betaling van het bedrag per opname is verschuldigd in een psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis, voor elke eerste dag ziekenhuisverpleging die ten minste één nacht behelst, d.w.z. een opneming die plaatsvindt vóór middernacht en eindigt na 8 uur 's anderdaags. Dit bedrag per opname is niet verschuldigd in geval van opname in een Sp-dienst (met inbegrip van de Sp-psychogeriatrie). § 2 . De betaling van het bedrag per opname is NIET verschuldigd bij een opname in een psychiatrisch ziekenhuis.

Art. 4.§ 1. De betaling van het bedrag per verpleegdag, is verschuldigd voor elke dag ziekenhuisverpleging die ten minste één nacht behelst, d.w.z. een dag die aanvangt voor middernacht en eindigt na 8 uur 's anderdaags.

De dag van opname en de dag van ontslag worden gezamenlijk beschouwd als één hospitalisatiedag.

Het bedrag per verpleegdag wordt als volgt geboekt : ? in geval van opname vóór 12 uur op de dag van opname en vertrek vóór 14 uur op de dag van zijn ontslag : boeking van de dag van opname; ? in geval van opname na 12 uur op de dag van opname, ongeacht het vertrekuur op de dag van ontslag : boeking van de dag van ontslag. § 2. In de gevallen waarin de volgende voorwaarden tegelijkertijd zijn vervuld : opname van de rechthebbende voor 12 uur op de dag van opname en vertrek van de rechthebbende na 14 uur op de dag van zijn ontslag, mag op beide dagen een verpleegdag aangerekend worden.

In deze situatie wordt in psychiatrische diensten van een algemeen ziekenhuis, op de dag van ontslag, een bedrag aangerekend ter waarde van 0 euro. § 3. In geval van afwezigheid bij volledige hospitalisatie (artikel 9, § 2) mag de dag van vertrek alleen worden aangerekend wanneer de rechthebbende het ziekenhuis verlaat na 14 uur en mag de dag van terugkeer alleen worden aangerekend wanneer de rechthebbende vóór 12 uur naar het ziekenhuis terugkeert.

Art. 5.Indien een rechthebbende evenwel de dag zelf van zijn opneming overlijdt, is de betaling van één dag ziekenhuisverpleging verschuldigd voor zowel het bedrag per opname als dat per verpleegdag in de psychiatrische diensten van algemene ziekenhuizen en het bedrag per verpleegdag in de psychiatrische ziekenhuizen.

Art. 6.§ 1. De opname in een erkende dienst ziekenhuisverpleging overdag vergt de tenlasteneming voor de behandeling van de zieke, onder rechtstreeks toezicht van de dienst, gedurende minimum zeven uur overdag. § 2. De opname in een erkende dienst ziekenhuisverpleging 's nachts vergt de tenlasteneming voor behandeling van de zieke, onder rechtstreeks toezicht van de dienst, op zijn minst van 19 uur tot 6 uur. De betaling van het bedrag per verpleegdag is hier verschuldigd op de dag dat de patiënt vanaf minstens 19 uur opgenomen was in de instelling. § 3. In afwijking van § 1, is in geval van een psychiatrische gezinsverpleging (kenletter Tf) zoals bepaald in het KB van 10-04-1991, artikel 1, § 1, een prijs per parameter van activiteit, zoals bedoeld in artikel 116 van het KB van 10-07-2008 (coördinatie van de ziekenhuiswet), verschuldigd die vastgesteld wordt door de bevoegde Minister. § 4. In afwijking van § 1, is, zelfs indien de duur van de opneming minder bedraagt dan het aantal uren dat is vastgesteld voor de gedeeltelijke opneming, voor elke opneming in de dienst 37 (A) van een psychiatrisch ziekenhuis, hetzij dringend om psychiatrische redenen, hetzij voor de toediening van antidepressiva door perfusie, een tegemoetkoming verschuldigd die gelijk is aan 50 % van de prijs per parameter van activiteit zoals bedoeld in artikel 116 van het KB van 10-07-2008 (coördinatie van de ziekenhuiswet).

Deze opneming wordt verantwoord door een gemotiveerd verslag dat voor de adviserend arts bestemd is.

Art. 7.§ 1. Wanneer het voor sommige rechthebbenden, die in een psychiatrische ziekenhuis hebben verbleven, nodig blijkt een revalidatie nabehandeling te organiseren, is een vast bedrag van 11,49 euro (bedrag in 2019) verschuldigd per effectief gepresteerd, ondeelbaar uur nabehandeling, die aanvangt binnen de maand die volgt op een ononderbroken periode van minimum 7 dagen opneming in een psychiatrisch ziekenhuis, hetzij in volledige hospitalisatie, hetzij in partiële hospitalisatie.

Het maximum aantal uren nabehandeling dat per rechthebbende kan worden aangerekend wordt beperkt tot maximaal 6 uur per kalenderdag en tot maximaal 15 uur per kalenderweek.

De nabehandeling mag lopen over een periode van maximum zes maanden.

Ze moet vóór het begin ervan ter kennisgeving worden overgemaakt aan de adviserend arts van de verzekeringsinstelling aan de hand van het formulier "kennisgeving nabehandeling" (zie omzendbrief PSY 2013/3) of via een elektronisch bericht via MyCareNet.

De behandeling kan, binnen de kennisgegeven periode, verdergezet worden na een onderbreking van de behandeling omwille van een hospitalisatie.

Mits dezelfde voorwaarden in acht zijn genomen, kan slechts één verlenging van maximum zes maanden (12 maanden voor schizofrene patiënten(1)) worden toegestaan.

Van het einde van de nabehandeling wordt een kennisgeving overgemaakt aan de adviserend arts van de verzekeringsinstelling met het formulier "kennisgeving nabehandeling" (zie omzendbrief PSY 2013/3) of via een elektronische bericht via MyCareNet.

Deze nabehandeling vindt plaats binnen of buiten het psychiatrisch ziekenhuis, maar wordt uitgevoerd door personeel van het psychiatrisch ziekenhuis. § 2. Overeenkomstig het KB van 08-12-1997 tot bepaling van de toepassingsmodaliteiten voor de indexering van de prestaties in de regeling van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging, kan het bedrag per uur nabehandeling op 1 januari van elk jaar aangepast worden aan de evolutie van de waarde van het gezondheidsindexcijfer tussen 30 juni van het tweede jaar ervoor en 30 juni van het jaar ervoor. Daartoe constateert de Overeenkomstencommissie, met hetzelfde quorum als het quorum dat noodzakelijk is voor het sluiten van een overeenkomst, dat er een toereikende begrotingsmarge is. § 3. Om een kwalitatieve opvolging van de nabehandeling mogelijk te maken zal het psychiatrisch ziekenhuis jaarlijks een verslag overmaken aan de overeenkomstencommissie tussen de psychiatrische ziekenhuizen en de verzekeringsinstellingen. De inhoud en de timing voor het overmaken van dit verslag zullen worden vastgelegd door de overeenkomstencommissie.

Art. 8.§ 1. Voor de rechthebbende, opgenomen in een tweepersoonskamer of in een gemeenschappelijke kamer zijn de bedragen verschuldigd zoals bedoeld in artikel 4. § 2. Als de rechthebbende geëist heeft in een eenpersoonskamer te worden opgenomen zonder dat zijn gezondheidstoestand of de technische noodwendigheden van onderzoek, behandeling of toezicht zulks vergen, mag een supplement worden aangerekend voor elke dag ziekenhuisverpleging die in toepassing van artikel 4 mag worden gefactureerd.

Dit supplement mag enkel worden aangerekend onder de voorwaarden opgenomen in artikel 97 van het KB van 10-07-2008 (coördinatie van de ziekenhuiswet). § 3. Het psychiatrisch ziekenhuis rekent de farmaceutische specialiteiten aan volgens de bepalingen van het KB van 21-12-2001 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering tegemoetkomt in de kosten van de farmaceutische specialiteiten en daarmee gelijk gestelde producten. § 4. Nochtans, in afwijking van het KB van 07-05-1991 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden in de kosten van de in het raam van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen vergoedbare farmaceutische verstrekkingen, dekt het forfaitair bedrag van 0,62 euro, op conventionele basis verhoogd met 0,18 euro, hetzij 0,80 euro, dat door de patiënt moet worden ten laste genomen, zowel het persoonlijk aandeel in de vergoedbare, als de kosten van de niet-vergoedbare farmaceutische specialiteiten.

Dit bedrag is van kracht voor de duur van de overeenkomst, doch kan herzien worden op basis van de voorstellen die worden geformuleerd door een werkgroep die daartoe wordt opgericht in de schoot van de overeenkomstencommissie.

In het kader van een ziekenhuisopname in een dienst voor dag- en nachtverpleging (A-37, T-41, K-34), in het kader van de psychiatrische diensten "Gezinsverpleging" (TF-44, TP-45), in het kader van de SP-Psychogeriatrie (-66) of in het kader van de "Dienst intensieve behandeling van psychiatrische patiënten" (IB-48), is dit bedrag verschuldigd voor elke kalenderdag vanaf de dag van opname tot en met de dag van ontslag.

In geval van afwezigheid tijdens een periode van ziekenhuisverpleging is het ziekenhuis, binnen de beperkingen die worden opgelegd door de Minister met bevoegdheid Volksgezondheid, ertoe gehouden de continuïteit te verzekeren voor de levering van farmaceutische producten aan de rechthebbende.

Het psychiatrische ziekenhuis moet op de individuele factuur pro memorie de aard, de hoeveelheid en het bedrag van de niet-vergoedbare farmaceutische specialiteiten welke effectief werden toegediend, vermelden. § 5. Voor de rechthebbenden opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis, die respectievelijk in een algemeen ziekenhuis of in een dienst voor collectieve autodialyse : 1° een behandeling (chemotherapie of behandeling door stralingen) moeten krijgen zoals bedoeld in artikel 1, 1° en 2° van het MB van 06-07-1989 tot uitvoering van artikel 37, § 11, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14-07-1994, 2° een chronische hemodialyse, autodialyse of peritoneale dialyse moeten krijgen zoals bedoeld in de overeenkomst 01.08.2016 met het Verzekeringscomité inzake hemodialyse, kan het ziekenhuis aan de verzekeringsinstelling, voor de heen- en terugreis, een vergoeding voor de reiskosten aanrekenen a rata van 0,25 euro per km, op grond van de werkelijke afstand tussen het psychiatrisch ziekenhuis en de gespecialiseerde dienst van het ziekenhuis waar de rechthebbende in behandeling is, met een maximum van tweemaal dertig kilometer, bovenop de vergoeding die hiervoor voorzien is in het budget van financiële middelen, zoals bedoeld in artikel 95 van het KB van 10-07-2008 (coördinatie van de ziekenhuiswet).

Art. 9.§ 1. Aan de rechthebbenden die zijn opgenomen in een psychiatrische dienst mogen verblijven worden toegestaan in collectieve vakantiekampen, die worden georganiseerd en geleid door en onder de verantwoordelijkheid van de ziekenhuizen. In dat geval rekent het ziekenhuis aan de verzekeringsinstelling de tegemoetkoming aan die gelijk is aan de prijs per parameter van activiteit zoals bedoeld in artikel 116 van het KB van 10-07-2008 (coördinatie van de ziekenhuiswet), verminderd met het persoonlijk aandeel ten laste van de rechthebbende.

Een ononderbroken collectief vakantiekamp mag niet langer duren dan twee weken en mag ook niet worden opgenomen op het einde van de opneming.

Het aantal dagen tegemoetkoming voor collectief vakantiekamp bedraagt per rechthebbende maximum 14 dagen per kalenderjaar. § 2. Aan opgenomen rechthebbenden mogen afwezigheden met een therapeutisch oogmerk worden toegekend voor een maximumduur van 14 opeenvolgende dagen. Die afwezigheidsdagen mogen niet aan het einde van een opneming liggen en worden door het ziekenhuis niet aangerekend aan de verzekeringsinstelling van de rechthebbende en ook niet aan de rechthebbende. § 3. De ziekenhuizen moeten een bestand bijhouden met daarin, per patiënt, alle dagen van afwezigheid tijdens een periode van ziekenhuisverpleging.

Art. 10.§ 1. Aan de rechthebbende die is opgenomen in een gemeenschappelijke kamer of in een tweepersoonskamer in een psychiatrisch ziekenhuis of in een psychiatrische dienst van een algemeen ziekenhuis, mag, ongeacht de dienst en op zijn vroegst op het ogenblik van de opname, een voorschot worden gevraagd van maximum 150,00 euro voor de verblijfskosten (zoals vastgesteld in artikel 1 van het KB van 05-04-1997), het forfaitair persoonlijk aandeel in de kosten van de vergoedbare en niet-vergoedbare farmaceutische specialiteiten (zoals vastgesteld in artikel 4, § 3, 2de lid van deze overeenkomst), het bijkomend aandeel van de patiënt betreffende de eerste hospitalisatiedag (zoals vastgesteld in artikel 2, § 3 van het KB van 21-09- 1993) en de andere persoonlijke aandelen in de verpleegdagprijs.

Dit maximum wordt verminderd tot 75,00 euro voor de kinderen die de hoedanigheid hebben van persoon ten laste in de verzekering voor geneeskundige verzorging en die geen recht hebben op de verhoogde verzekeringstegemoetkoming en tot 50,00 euro voor de personen die recht hebben op de verhoogde verzekeringstegemoetkoming en hun personen ten laste. § 2. Aan de rechthebbende die op zijn verzoek is opgenomen in een eenpersoonskamer met kamersupplement, mag een bijkomend voorschot worden gevraagd - In een psychiatrische dienst van een algemeen ziekenhuis van maximum 7 keer het bedrag van het supplement voor een eenpersoonskamer. - In een psychiatrisch ziekenhuis van maximum 15 keer het bedrag van het supplement voor eenpersoonskamer § 3. Een nieuw voorschot, zoals bepaald in de § 1 en de § 2 van dit artikel, mag worden gevraagd bij het begin van elke nieuwe verblijfsperiode - van zeven dagen bij opname in een psychiatrische dienst van een algemeen ziekenhuis; - van vijftien dagen bij opname in een psychiatrisch ziekenhuis. § 4. De bedragen, bedoeld in de §§ 1 en 2 kunnen worden herzien door de Overeenkomstencommissie, als blijkt dat - in een psychiatrische dienst van een algemeen ziekenhuis de som van zevenmaal of - in een psychiatrisch ziekenhuis de som van vijftienmaal, het persoonlijk aandeel in de verblijfskosten van de eerste tot de 7e respectievelijk 15de hospitalisatiedag, zoals vastgesteld in artikel 1 van het KB van 05-04-1997, en van het forfaitair persoonlijk aandeel in de kosten van de vergoedbare en niet- vergoedbare farmaceutische specialiteiten, zoals vastgesteld in artikel 4, § 3, 2de lid van deze overeenkomst, verhoogd met het bedrag dat is bepaald in artikel 2, § 3 van het KB van 21-09- 1993 en van alle andere persoonlijke aandelen in de verpleegdagprijs, deze bedragen overschrijdt. § 5. In geval er te veel voorschotten werden betaald, moet het saldo worden vereffend aan het loket van het ziekenhuis ingeval bij het ontslag van de rechthebbende de definitieve factuur contant wordt betaald; zoniet wordt het saldo vereffend bij het versturen van de factuur aan de rechthebbende. Het saldo wordt terugbetaald uiterlijk binnen 3 maanden die volgen op het einde van de maand waarin de rechthebbende uit het ziekenhuis werd ontslagen. § 6. De onmogelijkheid om het voorschot te betalen, kan geen reden zijn om het verblijf van een rechthebbende in een kamer van het ziekenhuis te weigeren tegen de prijs, bedoeld in artikel 95 van de ziekenhuiswet. § 7. Er mogen geen voorschotten worden gevraagd aan een patiënt opgenomen in partiële dag-hospitalisatie. § 8. Indien het ziekenhuis in toepassing van artikel 1 van het koninklijk besluit van 08-06- 2007 tot uitvoering van artikel 3, derde lid, van de wet van 05-06-2002 betreffende de maximumfactuur in de verzekering voor geneeskundige verzorging, op het moment dat het voorschot zou gevraagd worden, ontegensprekelijk in kennis werd gesteld van het feit dat de rechthebbende het voordeel van de maximumfactuur geniet, mag het ziekenhuis vanaf dat ogenblik geen voorschotten meer aanrekenen voor de vergoeding van de kosten bepaald in § 1 van hetzelfde artikel, bij verblijf in een gemeenschappelijke kamer of tweepersoonskamer.

Bij verblijf in een eenpersoonskamer kan nog maximum - 7 keer in een algemeen ziekenhuis - 15 keer in een psychiatrisch ziekenhuis het bedrag van het supplement voor een eenpersoonskamer als voorschot gevraagd worden.

Art. 11.Onverminderd de bepalingen over het kamersupplement voor een individuele kamer in artikel 97 van het KB van 10-07-2008 (coördinatie van de ziekenhuiswet), dekken zowel het budget van financiële middelen, zoals bedoeld in artikel 95 van het zelfde KB, als de bedragen zoals bedoeld in artikel 4, forfaitair alle kosten, die voortvloeien uit het verblijf van de rechthebbende in het ziekenhuis en uit het verlenen van verzorging aan hem in het ziekenhuis.

In deze bedragen zijn niet begrepen, de kosten voor de farmaceutische specialiteiten alsmede de honoraria van de zorgverleners in verband met de hierna opgesomde geneeskundige verstrekkingen : a) de gewone geneeskundige hulp en de technische verstrekkingen inzake diagnose en behandeling door de algemeen geneeskundigen en de artsen-specialisten;b) de verloskundige verstrekkingen door een vroedvrouw van art.9, a) van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen; c) het verstrekken van brillen en andere oogprothesen, hoortoestellen, orthopedische toestellen, andere prothesen en implantaten; verstrekkingen bedoeld in de hoofdstukken VI en IX van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen en de medische consupmtiegoederen, de verzorgingsproducten en klein materiaal die voorkomen op de lijst bedoeld in artikel 13, 4° van het bovenvermelde koninklijk besluit van 25 april 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2002 pub. 30/05/2002 numac 2002022335 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen sluiten. d) alle wegens revalidatie en herscholing vereiste verzorging en andere verstrekkingen verleend in het kader van een overeenkomst afgesloten met het Verzekeringscomité;e) de tandverzorging verleend door een arts-stomatoloog of door andere zorgverleners zoals bepaald in art.4, § 1 en de hieraan verbonden verstrekkingen uit art. 5 van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen; f) de verstrekkingen in hoofdstuk III, afdeling 3 van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen, voor zover ze niet kaderen in de psychiatrische behandeling en ze zijn voorgeschreven door de behandelende arts-specialist, andere dan de arts-specialist in de neuropsychiatrie of de psychiatrie.

Art. 12.§ 1. Het ziekenhuis verbindt zich ertoe aan de patiënt geen andere kosten aan te rekenen dan : a) de kosten voorzien in artikel 4, §§ 2 en 3;b) de kosten voorzien in artikel 6;c) producten en diensten die geen strikt medische indicatie hebben en die door de patiënt of zijn vertegenwoordiger worden gevraagd en die tevens niet door de ligdagprijs worden gedekt.Bij de opname in het ziekenhuis wordt de patiënt of zijn vertegenwoordiger in kennis gesteld van de lijst van deze producten en diensten met de hiervoor aanrekenbare tarieven.

Voor de levering van producten en diensten en de hiervoor aangerekende tarieven die niet op deze lijst voorkomen, is het voorafgaandelijk schriftelijk akkoord van de patiënt of zijn vertegenwoordiger vereist.

Het aanrekenen van deze producten en diensten aan de patiënt gebeurt uitsluitend via de patiëntenfactuur in de rubriek "7.diverse kosten". § 2. Voor alle medisch en paramedisch materiaal dient verwezen te worden naar de bestaande wetgeving en reglementering van de F.O.D. Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu en/of van het RIZIV. Het ziekenhuis verbindt zich ertoe binnen de perken van haar bevoegdheid ten overstaan van de patiënt, zoveel mogelijk transparantie te creëren betreffende deze producten. Daartoe zal de lijst, bedoeld in § 1, c), een alinea bevatten die de patiënt ertoe aanzet zich, wat deze producten betreft, zo volledig mogelijk te informeren.

Art. 13.§ 1. Onverminderd de bepalingen van de verordening geneeskundige verzorging van 28-07- 2003, stuurt het ziekenhuis, in geval de rechthebbende wordt overgeplaatst naar een andere dienst van het ziekenhuis, binnen de drie werkdagen aan de verzekeringsinstelling een kennisgeving van verandering van dienst (formulier 725 volgens model van het Verzekeringscomité van de Dienst voor geneeskundige verzorging, op voorstel van de overeenkomstencommissie). § 2. Voor de toepassing van de derdebetalersregeling geldt de reglementering zoals vastgesteld in het KB 18-9-2015 tot uitvoering van artikel 53, § 1 van de gecoördineerde wet 14-7-1994, betreffende de derdebetalersregeling. Voor zover de driemaandelijkse factuur wordt ingediend uiterlijk op de 20e van de eerste maand van het kalenderkwartaal na dat waarop ze betrekking heeft, stort de verzekeringsinstelling aan het ziekenhuis, mits deze uiterlijk de 15e van de tweede maand van vorenbedoeld kwartaal een voorlopige factuur indient die als vervalbrief dient, een som, gelijk aan de helft van het bedrag van de hiervoren bedoelde driemaandelijkse factuur. De verzekeringsinstelling betaalt ze uiterlijk de 1e van de derde maand van het beschouwde kalenderkwartaal. De aldus betaalde som wordt afgetrokken van het bedrag dat wordt aangerekend op de factuur die onmiddellijk daarna komt. § 3. Het ziekenhuis moet de verzekeringsinstelling kennis geven van de tewerkstelling van de patiënt in de loop van een opneming met het reglementair document uit de verordening van 28-07-2003 (Formulier bijlage 36 - Bericht van tewerkstelling tijdens de opneming in een psychiatrische dienst). § 4. De opneming van een rechthebbende die van een andere psychiatrische dienst van hetzelfde ziekenhuis komt, wordt beschouwd als een voortzetting van de ziekenhuisverpleging. § 5. Voor de toepassing van de in § 2 bedoelde reglementering op de derdebetalersregeling worden de in artikel 3 bedoelde rechthebbenden beschouwd als zijnde in het ziekenhuis opgenomen patiënten.

Art. 14.Het ziekenhuis verbindt zich ertoe de verzekeringsinstellingen de bescheiden te bezorgen die zij nodig hebben om de kosten voor de dagen ziekenhuisverpleging te kunnen vergoeden en om de wets-, verordenings- of overeenkomstenbepalingen ter zake te kunnen controleren.

Art. 15.Het ziekenhuis verbindt zich ertoe de adviserend artsen van de verzekeringsinstellingen en de artsen-inspecteurs van de Dienst voor geneeskundige controle van het RIZIV toe te laten de bezoeken af te leggen die zij voor de vervulling van hun taak nuttig achten.

Art. 16.De begrotingsdoelstelling voor de verstrekkingen zoals bedoeld in artikel 6, § 4 en artikel 7 wordt vastgesteld op grond van de wettelijke en verordeningsbepalingen die terzake gelden.

Zodra een beduidende overschrijding of een risico daarop van de begrotingsdoelstelling wordt vastgesteld in toepassing van het KB van 05-10-1999 tot uitvoering van artikel 51, § 4, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14-07-1994, worden volgende correctiemaatregelen toegepast : - bij voorrang selectieve maatregelen, zoals het herzien van de bepalingen vermeld in artikel 2, § 4 en in artikel 3 van deze overeenkomst. - bij ontstentenis van voorstellen van selectieve maatregelen of ingeval bedoelde maatregelen ontoereikend zijn, een onmiddellijke en automatische lineaire vermindering van in artikel 2, § 4 en in artikel 3 vastgestelde bedragen. Deze vermindering zal evenredig zijn aan het bedrag van de overschrijding of van het risico op overschrijding. De som van de verminderingspercentages die in hetzelfde kalenderjaar worden doorgevoerd, kan niet hoger zijn dan 5 % van de hogervermelde bedragen.

Het toepassen van de in het tweede lid bedoelde correctiemaatregelen kan noch door één van de partijen die de overeenkomst heeft gesloten, noch door de individuele verstrekker die er is tot toegetreden, worden ingeroepen om deze overeenkomst op te zeggen.

Art. 17.Deze overeenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2019.

Zij wordt stilzwijgend verlengd van jaar tot jaar, behoudens opzegging vóór 1 november bij ter post aangetekend schrijven gericht aan de Dienst voor geneeskundige verzorging van het RIZIV, gedaan door ten minste drie vierde van de leden van één van beide groepen, vertegenwoordigd in de Bestendige commissie belast met het onderhandelen over en het sluiten van de overeenkomsten met de ziekenhuizen; dit heeft tot gevolg dat de overeenkomst vervalt vanaf 1 januari na die opzegging.

Daarenboven eindigt deze overeenkomst automatisch en van rechtswege zodra een nieuwe overeenkomst, afgesloten binnen de Overeenkomstencommissie, in werking treedt.

De opzegging van de toetreding tot de overeenkomst kan tevens worden gedaan door elk ziekenhuis afzonderlijk vóór 1 november bij ter post aangetekend schrijven gericht aan de Dienst voor geneeskundige verzorging van het RIZIV; in dat geval heeft dit tot gevolg dat de betrokken ziekenhuis vanaf 1 januari na de opzegging niet langer toegetreden blijft.

Art. 18.In afwijking van de bepalingen van artikel 17 heeft de toetreding tot deze overeenkomst door een nieuw erkend ziekenhuis of door een ziekenhuis die het voorwerp uitmaakt van een overname of van een fusie, uitwerking vanaf de eerste dag van de maand na die van de kennisgeving aan de Dienst voor geneeskundige verzorging van het RIZIV van de toetreding, door vermelde ziekenhuis, tot deze overeenkomst, behalve wanneer de toetreding plaats heeft binnen de 30 dagen volgend op de ontvangst, door het ziekenhuis, van deze overeenkomst. In dat geval heeft de toetreding uitwerking vanaf de erkenningsdatum, van de datum van overname of de datum van de fusie.

Opgemaakt te Brussel, 16 november 2018.

Voor de verenigingen van de verpleeginrichtingen, C. DEJAER T. DELRUE G. KAESEMANS I. MOENS Y. WUYTS M. XHOURET Voor de verzekeringsinstellingen, Y. ADRIAENS L. COBBAERT E. DE BAERDEMAEKER V. FABRI F. MAROY R. THYS V. VANRILLAER _______ Nota (1) Inzake de schizofrene en psychotische stoornissen gaat om de volgende codes uit DSM-IV 295.10 295.30 295.20 295.90 295.60 295.40 295.70 297.1 298.8 297.3 293.81 293.82 298.9

^