gepubliceerd op 29 december 2000
Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering Interpretatieregel betreffende de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen Op voorstel van de Commissie voor de overeenkomsten met de logopedisten van 31 augustus 2000 en in u Interpretatieregel betreffende de verstrekkingen van artikel 36 van de nomenclatuur van de geneesku(...)
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU
Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering Interpretatieregel betreffende de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen Op voorstel van de Commissie voor de overeenkomsten met de logopedisten van 31 augustus 2000 en in uitvoering van artikel 22, 4° bis, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, heeft het Comité van de Verzekering voor geneeskundige verzorging op 6 november 2000 de hiernagaande interpretatieregel vastgesteld : Interpretatieregel betreffende de verstrekkingen van artikel 36 van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen : Interpretatieregel Vraag Welke is de chronologische volgorde van de verstrekkingen van logopedische bilans en behandelingszittingen ? Antwoord De hierna volgende chronologische volgorde dient te worden nageleefd : 1. Het voorschrift voor logopedisch bilan door de geneesheer specialist voorzien onder § 4, 2°, van artikel 36 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, moet de uitvoering ervan voorafgaan.Voor dit bilan kan een verzekeringstegemoetkoming worden verleend op voorwaarde, met name, dat het wordt gevolgd door een door de verzekering ten laste genomen logopedische behandeling. 2. Op grond van de resultaten van dit bilan en op verzoek van de rechthebbende kan de geneesheer specialist voorzien onder § 4, 2°, van artikel 36 van de bijlage bij het voornoemde K.B., de logopedische behandelingszittingen voorschrijven en eventueel het evaluatiebilan, uit te voeren voor het einde van de toegekende periode. 3. Op het einde van de toegekende periode kan de geneesheer specialist, voorzien onder § 4, 2°, van artikel 36 van de bijlage bij het voornoemde K.B. op verzoek van de rechthebbende op de behandeling en op grond van het uitgevoerde evaluatiebilan, een verlenging van de behandeling voorschrijven en eventueel een nieuw evaluatiebilan.
De voornoemde interpretatieregel is van toepassing 10 dagen na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
De Leidend ambtenaar, Fr. PRAET De Voorzitter van het Verzekeringscomité, D. SAUER