26 AUGUSTUS 2021. - Besluit van de Regering tot uitvoering van het Sport decreet van 19 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/04/2004 pub. 24/11/2004 numac 2004033082 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Sportdecreet sluiten

De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

Gelet op de wet van 31 december 1983Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/12/1983 pub. 11/12/2007 numac 2007000934 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, artikel 7;

Gelet op het Sport decreet van 19 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/04/2004 pub. 24/11/2004 numac 2004033082 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Sportdecreet sluiten, artikel 16, § 2, ingevoegd bij het decreet van 22 juni 2020, en artikel 22, § § 1 en 3, gewijzigd bij het decreet van 22 juni 2020;

Gelet op het besluit van de Regering van 3 september 2015 tot vaststelling van de ondersteuning van sporters van een C-kader, B-kader of A-kader in de Duitstalige Gemeenschap;

Gelet op het advies van de Koepelorganisatie voor de Sport in de Duitstalige Gemeenschap, gegeven op 18 juni 2021;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 25 juni 2021;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor Begroting d.d. 28 juni 2021;

Gelet op advies 69.979/1/V van de Raad van State, gegeven op 13 augustus 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de minister bevoegd voor Sport;

Na beraadslaging, Besluit : Hoofdstuk 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° koepelorganisatie: de Koepelorganisatie voor de Sport in de Duitstalige Gemeenschap;2° decreet: het Sport decreet van 19 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/04/2004 pub. 24/11/2004 numac 2004033082 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Sportdecreet sluiten;3° departement: het departement van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap dat bevoegd is voor Sport;4° Minister: de Minister van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap die bevoegd is voor Sport. Hoofdstuk 2. - Vakjury voor de adviesverlening over de sportondersteuningsconcepten

Art. 2.§ 1 - De vakjury vermeld in artikel 16, § 2, van het decreet bestaat uit hoogstens zeven onafhankelijke leden. Bij de samenstelling wordt rekening gehouden met de ervaring op het gebied van sportondersteuning.

De vakjury kiest een voorzitter onder haar leden. Het departement zorgt voor het secretariaat van de juryvergaderingen. § 2 - De vakjury kan beraadslagen en besluiten in niet-openbare vergaderingen of via een schriftelijke procedure.

Besluiten worden met eenparigheid van stemmen genomen, waarbij individuele meningen worden genotuleerd. § 3 - Mag geen lid worden van de vakjury: 1° wie bij de koepelorganisatie of bij het departement in dienst is of als vrijwilliger werkt;2° wie gehuwd is of was met, wettelijk of feitelijk samenwoont met of in rechte lijn bloed- of aanverwant is of was van een andere persoon die betrokken is bij de sportfederatie waarover advies moet worden verstrekt. Een lid van de vakjury dat beroepsmatig of privé een rechtstreeks voordeel of nadeel kan hebben in verband met een sportfederatie waarover advies moet worden verstrekt, mag in die aangelegenheid geen adviserende of beslissende rol spelen. Het lid verlaat gedurende die tijd de vergadering of uit zich niet in de schriftelijke procedure.

Bij het begin van de vergadering of de schriftelijke procedure moet het lid eventuele belangenconflicten meedelen aan de voorzitter van de jury. § 4 - De leden van de vakjury ontvangen een honorarium van 50 euro per uur, alsook reis- en verblijfsvergoedingen voor vergaderingen. De verblijfsvergoeding stemt overeen met de werkelijke kosten die in verband met de vergadering zijn gemaakt. De reisvergoeding voor de verplaatsing met de eigen personenauto wordt berekend overeenkomstig de bepalingen inzake reisvergoedingen die voor het personeel van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap gelden.

Art. 3.De beoordeling van het door een sportfederatie ingediend sportondersteuningsconcept is gebaseerd op 100 punten. Het concept wordt beoordeeld op basis van de volgende criteria waaraan het volgende gewicht wordt toegekend: 1° bewijs dat er behoefte aan bestaat - 15 punten;2° verenigingsoverschrijdende uitwerkingen - 20 punten;3° sportconcept, monitoring en succesanalyse - 25 punten;4° duurzaamheid - 15 punten;5° financieel plan - 15 punten;6° integratie van moderne sportwetenschappelijke inzichten - 10 punten. Om positief beoordeeld te kunnen worden, moet een sportondersteuningsconcept minstens 70 punten behalen en mag het voor geen enkel beoordelingscriterium minder dan 50 % van het maximumaantal punten behalen.

De Regering kan een aanvraag die op hoogstens één beoordelingscriteria minder dan 50 % scoort en minstens 70 punten behaalt, een positieve beoordeling geven op voorwaarde en met de verzekering van de aanvrager dat passend aandacht zal worden besteed aan de items van het criterium waarop te laag werd gescoord.

Hoofdstuk 3. - Ondersteuning van sporters van een jongtalentkader, C-kader, B-kader en A-kader

Art. 4.Na een positief advies van de koepelorganisatie bepaalt de Minister de sporttakken en de daaraan verbonden leeftijdscategorieën die overeenkomstig artikel 22 van het decreet in aanmerking komen voor de toekenning van de status van sporter van een jongtalentkader, C-kader, B-kader of A-kader.

Voor de toepassing van het eerste lid kunnen volgende sporttakken in aanmerking worden genomen: 1° sporttakken uit het programma van de Olympische Zomerspelen of Winterspelen of uit het programma van de Wereldspelen;2° sporttakken waarin wereldkampioenschappen of Europese kampioenschappen worden gehouden door internationale sportorganisaties;3° sporttakken die regionaal op een hoog niveau uitgeoefend worden.

Art. 5.§ 1 - De jaarlijkse ondersteuning voor begeleiding op het gebied van sportgeneeskunde, prestatiediagnostiek, voeding en sportpsychologie vermeld in artikel 22, § 1, derde lid, 1°, en vijfde lid, van het decreet bedraagt hoogstens 150 euro per sporter van een jongtalentkader, 300 euro per sporter van een C-kader, 400 euro per sporter van een B-kader en 600 euro per sporter van een A-kader.

Daartoe dienen de sportfederaties waarbij de sporters van een jongtalentkader, C-kader, B-kader of A-kader aangesloten zijn, uiterlijk een maand na afloop van de periode bepaald in artikel 22, § 1, eerste lid, van het decreet, een individuele schriftelijke aanvraag met de bewijsstukken in bij het departement. § 2 - De in artikel 22, § 1, vijfde en zesde lid, van het decreet vermelde tegemoetkoming in de overnachtings- en maaltijdkosten van centra voor competitiesport die in België erkend zijn, bedraagt 25 euro per dag en per sporter gedurende maximaal 180 dagen van een kalenderjaar of een schooljaar.

Art. 6.De significante waarde van de bereikte sportprestaties vermeld in artikel 22, § 3, eerste lid, 2°, van het decreet is op het niveau van de sportdiscipline afgestemd op: 1° de internationale uitstraling;2° de bekendheidsgraad;3° het sportieve niveau dat in de Duitstalige Gemeenschap beoefend wordt in vergelijking met het Belgische, Europese of internationale niveau. De waarde vermeld in het eerste lid is op individueel niveau afgestemd op: 1° de selectiecriteria die de internationale sportorganisaties, het Internationaal Olympisch Comité of het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité vastleggen;2° de objectieve significante waarde van de gebrachte prestatie, eventueel bepaald ten opzichte van: a) de Belgische, Europese of mondiale rangschikking;b) het representatieve karakter van de wedstrijden op basis van het aantal deelnemers en het aantal deelnemende naties;c) het representatieve karakter van de deelnemers in vergelijking met hun prestatieniveau. Hoofdstuk 4. - Slotbepalingen

Art. 7.Het besluit van de Regering van 3 september 2015 tot vaststelling van de ondersteuning van sporters van een C-kader, B-kader of A-kader in de Duitstalige Gemeenschap wordt opgeheven.

Art. 8.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt aangenomen.

In afwijking van het eerste lid hebben de artikelen 2 en 3 uitwerking met ingang van 1 januari 2021.

Art. 9.De minister bevoegd voor Sport is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 26 augustus 2021.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Lokale Besturen en Financiën, O. PAASCH De Minister van Cultuur en Sport, Werkgelegenheid en Media, I. WEYKMANS