Etaamb.openjustice.be
Document van 26 augustus 2014
gepubliceerd op 10 september 2014

Richtsnoeren betreffende de berekening van geldboeten voor ondernemingen en ondernemingsverenigingen bedoeld in artikel IV.70, § 1, eerste lid WER bij overtredingen van de artikelen IV.1, § 1 en/of IV.2 WER, of van de artikelen 101 en/of 102 VWEU

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2014011527
pub.
10/09/2014
prom.
26/08/2014
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE

Belgische Mededingingsautoriteit


26 AUGUSTUS 2014. - Richtsnoeren betreffende de berekening van geldboeten voor ondernemingen en ondernemingsverenigingen bedoeld in artikel IV.70, § 1, eerste lid WER bij overtredingen van de artikelen IV.1, § 1 en/of IV.2 WER, of van de artikelen 101 en/of 102 VWEU


1. Het Directiecomité van de Belgische Mededingingsautoriteit heeft bij toepassing van artikel IV.25 WER op 26 augustus 2014 de hierna volgende richtsnoeren aangenomen voor de berekening van geldboeten voor ondernemingen en ondernemingsverenigingen bedoeld in artikel IV.70, § 1, eerste lid WER bij overtredingen van de artikelen IV.1, § 1 en/of IV.2 WER, of van de artikelen 101 en/of 102 VWEU. 1. Uitgangspunt 2.Deze Richtsnoeren beogen meer transparantie en meer rechtszekerheid te bieden aan de ondernemingen en ondernemingsverenigingen die het onderwerp uitmaken van een onderzoek, betreffende de eventuele hoogte van een boete die kan worden opgelegd in toepassing van artikel IV.54 en IV.70, § 1 (1). 3. De Belgische Mededingingsautoriteit zal zich bij het berekenen van geldboeten voor ondernemingen en ondernemingsverenigingen bedoeld in artikel IV.70, § 1, eerste alinea WER bij overtredingen van de artikelen IV.1, § 1 en/of IV.2 WER, of van de artikelen 101 en/of 102 VWEU in principe laten leiden door de door de Europese Commissie gebruikte Richtsnoeren voor de berekening van geldboeten die uit hoofde van artikel 23, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1/2003 worden opgelegd(Publicatieblad 2006/C 210/02) (hierna : de Commissierichtsnoeren). 2. Afwijkingen en aanvullingen ten aanzien van de Commissierichtsnoeren 4.In afwijking of aanvulling van de Commissierichtsnoeren geldt echter ook wat volgt : De in aanmerking te nemen omzet 5. De in par.13 van de Commissierichtsnoeren bedoelde omzet wordt vervangen door de omzet behaald door de betrokken ondernemingen in België die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houdt met de inbreuk. 6. Wanneer een bij een inbreuk betrokken onderneming geen omzet heeft in Belgiëdie rechtstreeks of onrechtstreeks verband houdt met de inbreuk, maar wel een geconsolideerde omzet heeft zoals bedoeld in artikel IV.74 WER, wordt het basisbedrag berekend op basis van de volgende omzetcijfers : a. Indien de inbreuk bestond in een marktverdeling waarbij een of meer ondernemingen er zich toe verbonden niet in België te verkopen, wordt het basisbedrag van de boete berekend op basis van de omzet van die ondernemingen betreffende producten en diensten die rechtstreeks of indirect verband houden met de inbreuk, op de geografische markten waarop die ondernemingen die goederen of diensten wel aanboden, b.In alle andere gevallen wordt het basisbedrag van de boete berekend op basis van het gemiddelde van de in par. 5 van deze richtsnoeren bedoelde omzet behaald in België door de bij de inbreuk betrokken ondernemingen die deze goederen en diensten wel in België aanboden. 7. Het wettelijk maximum van de boete moet berekend worden gelet op artikelen IV.70, § 1, en IV.74 WER. Clementie en transacties 8. De in par.34 van de Commissierichtsnoeren bedoelde mededeling wordt vervangen door de Clementiemededeling van de Belgische Mededingingsautoriteit (2). 9. Indien een onderneming of ondernemingsvereniging geniet van een gedeeltelijke vrijstelling van geldboete bij toepassing van artikel IV.46, § 1 WER, wordt de verleende vrijstelling berekend op basis van deze richtsnoeren. 10. Indien het Auditoraat een transactie sluit met opleggen van een boete aan een onderneming of ondernemingsvereniging die geniet van een gedeeltelijke vrijstelling van geldboete bij toepassing van artikel IV.46, § 1 WER, wordt eerst de overeenkomstig de vorige paragraaf van deze richtsnoeren berekende boete verminderd overeenkomstig de clementieregeling. Vervolgens wordt het resulterende bedrag verminderd bij toepassing van artikel IV.54, tweede lid WER. Identieke of soortgelijke inbreuk 11. Het begrip `identieke of soortgelijke inbreuk' bedoeld in par.28 van de Commissierichtsnoeren moet zo worden geïnterpreteerd dat het verwijst naar een identieke of soortgelijke zaak in een Lidstaat van de Unie die voorwerp is van een beslissing van de Europese Commissie of van een nationale mededingingsautoriteit in een buurland van België of in het Verenigd Koninkrijk. 12. Er is in de zin van deze richtsnoeren geen sprake van recidive in hoofde van een groep ondernemingen indien een eerdere identieke of soortelijke inbreuk gepleegd werd door een dochteronderneming waarover pas na de beëindiging van de eerdere inbreuk de controle werd verkregen.3. Overgangsbepalingen 13.Deze richtsnoeren worden toegepast vanaf 1 november 2014 (3) op alle zaken waarin op die dag nog geen met redenen omkleed ontwerp van beslissing is overgemaakt aan het Mededingingscollege, met uitzondering van de zaken die voorwerp zijn van een transactieprocedure en waarvoor het auditoraat al een boetevork heeft meegedeeld in zoverre de transactieprocedure effectief leidt tot een transactie. 14. Deze richtsnoeren vervangen de Mededeling van de Raad voor de Mededinging betreffende de berekening van geldboeten van 19 december 2011 waarnaar verwezen werd in het persbericht van de Belgische Mededingingsautoriteit nr.1/2013 van 6 september 2013. (1) Deze richtsnoeren zijn niet van toepassing op de sancties die bij toepassing van de artikelen IV.1, § 4 en IV.70, § 2 kunnen worden opgelegd aan natuurlijk personen. Die geldboeten zullen binnen de vork die bepaald is in artikel IV.70, § 2 worden berekend gelet op de ernst van de inbreuk en van de betrokkenheid en de andere kenmerken van de zaak. (2) Tot het aannemen van een eigen Clementiemededeling door de BMA is dit zoals aangekondigd in het Persbericht van de BMA nr.1/2013 van 6 september 2013 de Mededeling van de Raad voor de Mededinging betreffende volledige of gedeeltelijke vrijstelling van geldboeten in kartelzaken (BS 22 oktober 2007). (3) Zie ook in die zin HvJ 28.05.2005, zaak C-189/02 P, Dansk Rorindustri, par. 222-229 waarin een beslissing voldoende voorspelbaar werd geacht omdat de nieuwe boeterichtlijnen duidelijk binnen de grenzen bleven van (toen) Verordening 17.

^