gepubliceerd op 08 februari 2007
Nationaal akkoord tandheelkundigen-ziekenfondsen 2007-2008
FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID
24 JANUARI 2007. - Nationaal akkoord tandheelkundigen-ziekenfondsen 2007-2008
In toepassing van de artikelen 26, 50 en 51 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, heeft de Nationale commissie tandheelkundigen-ziekenfondsen, die heeft vergaderd onder het voorzitterschap van de heer H. De Ridder, op 24 januari 2007 het volgende akkoord gesloten, dat geldt voor de jaren 2007 en 2008. 1. ACCREDETERING VAN TANDHEELKUNDIGEN 1.1. De partijen komen overeen dat het accrediteringssysteem 2007 geregeld wordt door de tekst die hierbij in bijlage gaat. 1.2. Het accrediteringssysteem 2008 zal bij koninklijk besluit geregeld worden. 1.3. Het bedrag van het forfaitair accrediteringshonorarium voor het jaar 2007 is 2.222,19 euro. 1.4. In geval van opzegging van dit akkoord door één van de partijen, blijven de bepalingen 1.1. en 1.3. van toepassing tot 31.12.2007. 2. NOMENCLATUUR 2.1. De nomenclatuur van de tandheelkundige verstrekkingen waarop dit akkoord van toepassing is, is die van toepassing op 1 januari 2007, zijnde de nomenclatuur gepubliceerd op 27 april 2001 en aangepast met de wijzigingen die zijn gepubliceerd op 17 augustus 2001 (koninklijk besluit van 15 juni 2001), 29 maart 2002 (koninklijk besluit van 28 februari 2002), 17 oktober 2002 (koninklijk besluit van 20 september 2002), 16 december 2005 (koninklijk besluit van 6 december 2005), 22 februari 2006 (koninklijk besluit van 13 februari 2006), 19 oktober 2006 (koninklijk besluit van 5 oktober 2006) en 29 november 2006 (koninklijke besluiten van 22 november 2006). 2.2. Die nomenclatuur zal worden aangepast op basis van de voorstellen die de Technische tandheelkundige raad (TTR) zal doen met betrekking tot de volgende voorstellen : - NOMENCLATUUR 2007 : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld (*) deze voorstellen zullen op 1 juni 2007 inwerking treden (**) deze voorstellen zullen uiterlijk op 1 juni 2007 inwerking treden (***) dit voorstel zal uiterlijk op 1 september 2007 inwerking treden - NOMENCLATUUR 2008 : De prioritaire voorstellen zoals hieronder vastgelegd door de Nationale commissie worden uitgevoerd binnen de middelen die ter beschikking worden gesteld : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voorstel N0708/10 - Gemeenschappelijke maatregelen (TTR-TGR) - zonder budgettaire weerslag voor de tandheelkundige sector - inzake tandverzorging onder sedatie bij kinderen en technieken van pijnuitschakeling (MEOPA). De werkzaamheden tussen de Technische raden moeten gebeuren vóór mei 2007.
Voorstel N0708/13 - Globale herziening van de nomenclatuur met gelijkschakeling van de leeftijdsgrenzen op de 15e verjaardag.
Voorstel A0708/01 - Op basis van artikel 36sexies W140794 zal de Nationale Commissie een tekstvoorstel uitwerken volgens hetwelk de verzekering voor geneeskundige verzorging een financiële tegemoetkoming toekent aan de tandartsen voor het gebruik van telematica, ondermeer de deelneming van de tandartsen aan de dataregistratie (zie punt III van de bijlage aan het akkoord). 2.3. Geen enkele wijziging van het koninklijk besluit tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen, buiten de onder punt 2.2 bedoelde wijzigingen en de onder punt 5 bedoelde correctiemaatregelen, kan tegen de tandheelkundige worden aangevoerd tot het einde van het jaar tijdens hetwelk hij de bedingen van het akkoord heeft aanvaard.
Bij ontstentenis van een andersluidende wilsuiting van de tandheelkundige binnen dertig dagen na de bekendmaking van een dergelijke wijziging, wordt deze evenwel geacht begrepen te zijn in de bedingen van dit akkoord. 3. HONORARIA 3.1. Alle honoraria zoals ze waren vastgesteld op 31 december 2006, worden vanaf 1 januari 2007 lineair geïndexeerd met 1,65 %. 3.2. In het raam van de wettelijke beperkingen zal vóór 30 november 2007 over de indexering van de honoraria worden onderhandeld opdat ze op 1 januari 2008 in werking treedt. 4. HET GOED GEBRUIK VAN DE DERDEBETALERSREGELING. 4.1. De partijen in de NCTZ komen overeen de Paritaire groep te behouden die ermee belast was de geschillen te onderzoeken die voortvloeien uit de toepassing van de derdebetalersregeling en die opgericht was bij het Akkoord van 9 december 1992. 4.2. De verzekeringsinstellingen zullen, op een door de Nationale Commissie vastgestelde wijze, cijfermateriaal verzamelen over het afwijkend gebruik van de derdebetalersregeling zoals bepaald in het koninklijk besluit van 10 oktober 1986. Hierbij kan rekening worden gehouden met de meetbare sociale karakteristieken van het patientele van de tandarts. De verzekeringsinstellingen zullen deze gegevens op een geanonimiseerde manier overmaken aan de Nationale Commissie. De Nationale Commissie bepaalt vervolgens vanaf welk punt de individuele tandartsen zullen geselecteerd worden die door de verzekeringsinstellingen in een procedure op tegenspraak nader zullen worden gecontroleerd op het naleven van hun verbintenissen. 4.3. Door toetreding tot dit akkoord verbindt de tandarts zich er tot toe de reglementering inzake de derdebetalersregeling te respecteren en verklaart de tandarts de juistheid van deze cijfergegevens te aanvaarden tot het door hem te leveren bewijs van het tegendeel. 4.4. Onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit van 10 oktober 1986 tot uitvoering van artikel 53, negende lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, voortaan in dit artikel « het koninklijk besluit » genoemd, verbindt de tandheelkundige zich ertoe maximaal 75 % van de door hem geattesteerde verstrekkingen, bedoeld in artikel 6, eerste lid, 3° tot en met 6° van het koninklijk besluit, via de derdebetalersregeling aan te rekenen, en maximaal 5 % van de door hem geattesteerde verstrekkingen, bedoeld in artikel 6, eerste lid, 3° tot en met 6° van het koninklijk besluit aan te rekenen met toepassing van de uitzonderingsbepaling bedoeld in artikel 6, tweede lid, 5° van het koninklijk besluit. Hierbij mag de tandheelkundige geen onderscheid maken tussen de rechthebbenden, noch op basis van de verzekeringsinstelling waarbij zij zijn aangesloten, noch op basis van het aktiviteitencentrum waarin de zorg verleend werd.
De verzekeringsinstellingen zullen, op een door de Nationale commissie tandheelkundigen - ziekenfondsen (NCTZ) vastgestelde wijze, cijfermateriaal verzamelen over een mogelijke relatie tussen het niet naleven van de in het vorige lid bedoelde verbintenis, het niet innen van het persoonlijk aandeel en het aantal verstrekkingen dat door de tandheelkundige wordt aangerekend. Door toetreding tot deze overeenkomst verklaart de tandheelkundige de juistheid van deze cijfergegevens te aanvaarden tot door hem te leveren bewijs van het tegendeel.
De verzekeringsinstellingen zullen deze gegevens jaarlijks op een geanonimiseerde manier overmaken aan de NCTZ. De NCTZ bepaalt aan de hand van deze gegevens welke tandheelkundigen door een commissie ad hoc in een procedure op tegenspraak nader zullen worden gecontroleerd op het naleven van de in het eerste lid van dit artikel bedoelde verbintenis. Hierbij kan rekening worden gehouden met de meetbare sociale karakteristieken van het patiëntele van de tandheelkundige.
Indien de NCTZ, op voorstel van de commissie ad hoc vaststelt dat een tandheelkundige deze verbintenis niet naleeft, verbinden de verzekeringsinstellingen zich ertoe om in uitvoering van artikel 4ter, § 5 van het koninklijk besluit de derdebetalersregeling voor alle verstrekkingen, behoudens deze vermeld in artikel 4ter, § 8 en artikel 5 van het koninklijk besluit, in te trekken vanaf de eerste dag van de tweede maand na goedkeuring van de notulen van de desbetreffende vergadering van de NCTZ. 4.5. Het voorstel van aanpassing van het koninklijk besluit van 10 oktober 1986 zoals overeengekomen in de Nationale commissie gedurende de zitting van 24 januari 2007, zal uiterlijk op 1 oktober 2007 in werking treden. 5. CORRECTIEMAATREGELEN De begrotingsdoelstelling voor de verstrekkingen van artikel 5 van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen wordt vastgesteld op grond van de wettelijke en verordeningsbepalingen die ter zaken gelden.De partiële begrotingsdoelstelling voor 2007 bedraagt 589.291 duizend euro, exclusief de uitgaven tandheelkunde die betrekking hebben op de uitbreiding van de voorkeurregeling.
Overeenkomstig artikel 51,§ 2, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, passen de partijen correctiemechanismen toe, zodra wordt vastgesteld dat de jaarlijkse partiële begrotingsdoelstelling overschreden wordt of dreigt overschreden te worden, naargelang de oorzaak: - aanpassing van de leeftijdsgrenzen voor de protheses; - aanpassing van de maatregelen betreffende de tandzorg aan de kinderen; - aanpassing nieuwe initiatieven, exclusief extracties; - aanpassing extracties; - aanpassing andere verstrekkingen.
Ingeval de voormelde correctiemechanismen ontoereikend zijn of niet in werking worden gesteld, of indien de structurele besparingsmaatregelen zoals bedoeld in artikel 40 of artikel 18, van de wet, niet tijdig worden genomen of indien ze ontoereikend zijn, wordt voorzien in een automatische en onmiddellijk toepasselijke vermindering van de honoraria of andere bedragen of van de vergoedingstarieven via omzendbrief aan de zorgverleners en de verzekeringsinstellingen op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de datum van inwerkingtreding van de bedoelde correctiemechanismen of besparingsmaatregelen.
De toepassing van de vermindering of van de automatische vermindering waarin is voorzien in de tweede en derde leden, kan noch door één van de partijen die de overeenkomst hebben gesloten, noch door de individuele zorgverlener die daartoe is toegetreden, worden aangevoerd om die overeenkomst of die toetreding op te zeggen.
Deze maatregelen zullen nochtans niet worden genomen indien de overschrijding te wijten is aan een significante stijging van de uitgaven die hetzij toe te schrijven zijn aan wettelijke of reglementaire bepalingen genomen tegen het advies van de Nationale commissie tandartsen-ziekenfondsen, hetzij beschouwd worden als uitzonderlijke of bijzondere uitgaven zoals bedoeld in artikel 40, § 1, vierde lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.
Overeenkomstig artikel 51, § 4, van bovenvermelde wet en met het oog op de invoering van een permanente audit van de uitgaven inzake geneeskundige verzorging deelt de Dienst voor geneeskundige verzorging aan elke overeenkomsten- of akkoordencommissie en aan de Commissie voor Begrotingscontrole elk kwartaal de evolutie van de uitgaven en van de volumes mee.
De voornoemde Dienst bezorgt binnen 30 dagen die volgen op het einde van elk kwartaal aan het Verzekeringscomité, de Algemene Raad, de Commissie voor begrotingscontrole, aan de betrokken overeenkomsten- of akkoordencommissies en aan de Ministers van Sociale Zaken en van Begroting een gestandaardiseerd verslag betreffende de evolutie van de uitgaven voor elke sector van de geneeskundige verzorging op basis van specifieke indicatoren, waaronder het koninklijk besluit van 5 oktober 1999 tot uitvoering van artikel 51, § 4, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, houdende bepaling wat onder beduidende overschrijding of risico op beduidende overschrijding van de partiële begrotingsdoelstelling moet worden verstaan. Bij dat verslag moeten de overeenkomsten- en akkoordencommissies worden betrokken en het moet worden opgemaakt volgens een door de Algemene raad goedgekeurd schema.
In dat verslag moeten inzonderheid de stand van zaken van de nieuwe initiatieven en besparingen worden vermeld rekening houdend met het intersectorale aspect, het risico op overschrijding van de jaarlijkse partiële begrotingsdoelstelling en van de technische ramingen, een analyse van de oorzaken van die overschrijding, maar ook van evoluties van de nomenclatuurcodenummers die niet overeenstemmen met het verleden. 6. SOCIAAL STATUUT Voor de jaren 2007 en 2008 brengt de Commissie het advies uit dat die voordelen jaarlijks zouden moeten worden geïndexeerd overeenkomstig de evolutie van het gezondheidsindexcijfer die op 30 juni van het vorige jaar is vastgesteld.De Commissie beveelt bijgevolg aan dat het bedrag voor 2007 op 1.923,52 euro wordt vastgesteld.
De NCTZ dringt er op aan dat geen enkele wijziging wordt aangebracht aan de uitvoeringsmodaliteiten van het sociaal statuut, tenzij na overleg met haar.
De NCTZ dringt eveneens erop aan dat de koninklijke besluiten met de bedragen van de sociale voordelen zo vlug mogelijk worden gepubliceerd in het betrokken jaar. De Commissie beveelt een wetswijziging aan waarin wordt bepaald op welke datum de jaarlijkse bedragen met betrekking tot de sociale voordelen uiterlijk moeten worden bekendgemaakt. 7. VARIA 7.1. Op basis van artikel 36nonies W140794 eist de Nationale Commissie dat indien ter zake een initiatief voor de geneesheren wordt genomen, een analoog initiatief zal genomen worden voor de beroepsverenigingen van de tandheelkundigen. 7.2. Voor 2007 vraagt de Nationale commissie dat effectief een begroting wordt voorzien voor de continuïteit van de sensibilisering van de kinderen tot de 12de verjaardag. Dat was voorzien door de Beleidscel van de Minister van Sociale Zaken in een brief van 1 oktober 2004. 8. DUUR VAN HET AKKOORD Dit akkoord wordt gesloten voor een periode van twee jaar dwz vanaf 1 januari 2007 tot 31 december 2008.Het mag evenwel met een ter post aangetekende gemotiveerde brief die is gericht aan de Voorzitter van de Nationale Commissie tandheelkundigen-ziekenfondsen, worden opgezegd : 1. door één van de partijen : a) met ingang van 1 juni 2007, indien het voorstel N0708/06 niet is uitgevoerd én voor zover de Nationale Commissie uiterlijk op 15 maart 2007 heeft beslist om het voorstel dat de TTR uitwerkt, met betrekking tot N0708/05, N0708/11 en N0707/12, over te maken aan het Verzekeringscomité;b) binnen dertig dagen na de bekendmaking in het Belgisch staatsblad, van correctiemaatregelen die niet voortvloeien uit de toepassing van punt 5 en van correctiemaatregelen die niet zijn goedgekeurd door de vertegenwoordigers van de tandheelkundigen overeenkomstig de regelen die zijn vastgesteld in artikel 50, § 8, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. c) binnen dertig dagen na de niet uitvoering van een van de punten van het akkoord waarin een uitvoeringsdatum is vastgesteld, andere dan die vermeld onder punt 8.1., a), Die opzegging kan algemeen zijn of beperkt zijn tot bepaalde verstrekkingen of groepen van verstrekkingen, waarop de correctiemaatregelen betrekking hebben.
In geval van gedeeltelijke opzegging moet in de aangetekende brief ook duidelijk worden verwezen naar de bedoelde verstrekkingen of groepen van verstrekkingen.
Die opzegging heeft uitwerking met ingang van de datum waarop de bedoelde correctiemaatregelen in werking treden.
Een partij is deugdelijk vertegenwoordigd als ze op zijn minst zes van de leden die haar vertegenwoordigen, verenigt; 2. door een tandheelkundige : a) binnen dertig dagen na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van correctiemaatregelen zoals bedoeld onder punt 1.,b),hiervoren.
Die opzegging kan algemeen zijn of beperkt zijn tot bepaalde verstrekkingen of groepen van verstrekkingen.
In geval van gedeeltelijke opzegging moet in de aangetekende brief ook duidelijk worden verwezen naar de bedoelde verstrekkingen of groepen van verstrekkingen.
Die opzegging heeft uitwerking met ingang van de datum waarop de bedoelde correctiemaatregelen in werking treden. b) vóór 15 december 2007 voor het volgende jaar. In geval van beperkte opzegging van het akkoord in de loop van 2007 wordt de opzegging geacht betrekking te hebben op het hele akkoord vanaf 1 januari 2008. 9. VOORWAARDEN WAARONDER HET AKKOORD WORDT TOEGEPAST 9.1. Behalve ingeval de rechthebbende bijzondere eisen stelt zoals de plaats of het tijdstip van de behandeling zonder dat hiervoor een absolute tandheelkundige of medische noodzaak bestaat, worden de honorariumbedragen, vastgesteld overeenkomstig de bedingen van dit akkoord, toegepast op de raadplegingen en op de technische verstrekkingen die onder de volgende voorwaarden worden verricht : a) wanneer de tandheelkundige minstens 32 uur gespreid over minstens 4 dagen opgeeft als zijn activiteit volgens de voorwaarden van het akkoord, met vermelding van de plaats(en) van deze activiteit.b) wanneer de tandheelkundige 3/4 van zijn totale activiteit opgeeft als de activiteit volgens de voorwaarden van het Akkoord, met een minimum van 8 uren, met vermelding van de uren en plaats(en) van de totale activiteit. 9.2. Ingeval de bij dit akkoord vastgestelde honoraria worden overschreden, mag de rechthebbende van de tandheelkundige een vaste vergoeding vorderen gelijk aan drie maal het bedrag van de overschrijding, met een minimum van euro 12,50. 9.3. De Nationale commissie tandheelkundigen-ziekenfondsen is bevoegd om de geschillen bij te leggen die kunnen rijzen inzake de interpretatie of de uitvoering van de akkoorden; zij kan het advies van de Technische tandheelkundige raad inwinnen wanneer het geschil betrekking heeft op de interpretatie van de nomenclatuur. 9.4. De Nationale commissie neemt akte van de beslissing van de representatieve organisaties van de tandheelkundigen om de betrokken tandheelkundigen aan te bevelen de in het akkoord bedongen honoraria vanaf de datum van goedkeuring van het akkoord door de Minister in acht te nemen, nog vóór het akkoord in werking is getreden. 10. FORMALITEITEN 10.1. De tandheelkundigen die weigeren toe te treden tot de termen van dit akkoord, geven kennis van hun weigering binnen dertig dagen na de bekendmaking van dit akkoord in het Belgisch Staatsblad, met een ter post aangetekende brief, gericht aan de Nationale commissie tandheelkundigen-ziekenfondsen, waarvan de zetel is gevestigd in de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, Tervurenlaan 211, 1150 Brussel.
In die brief moet het volgende staan : Ik, ondergetekende, Naam en voornamen : . . . . .
Volledig adres : . . . . . . . . . . . . . . .
R.I.Z.I.V.-identificatienummer : . . . . . verklaar dat ik weiger toe te treden tot termen van het op 24 januari 2007 gesloten Nationaal akkoord tandheelkundigen-ziekenfondsen.
Datum : . . . . .
Handtekening : . . . . . 10.2. De andere tandheelkundigen dan degene die, overeenkomstig de bepalingen welke zijn vermeld onder 10.1., kennis hebben gegeven van hun weigering tot toetreding tot de termen van het akkoord dat op 24 januari 2007 in de Nationale commissie tandheelkundigen-ziekenfondsen is gesloten, worden ambtshalve geacht tot dit akkoord te zijn toegetreden voor hun volledige beroepsactiviteit, behalve als zij, binnen dertig dagen na de bekendmaking van dit akkoord in het Belgisch Staatsblad, de voorwaarden inzake tijd en plaats hebben meegedeeld waaronder zij, overeenkomstig de bedingen van dit akkoord, de honorariumbedragen zullen toepassen die daarin zijn vastgesteld.
Die mededeling moet worden gedaan met een ter post aangetekende brief, gericht aan de Nationale commissie tandheelkundigen-ziekenfondsen op het onder 10.1 vermelde adres. In de brief moet het volgende staan : Ik, ondergetekende, Naam en voornaam : . . . . .
Volledig adres : . . . . . . . . . . . . . . .
RIZIV-identificatienummer : . . . . . verklaar mijn beroepsactiviteit, uitgeoefend overeenkomstig de bedingen van het op 24 januari 2007 gesloten nationaal akkoord tandheelkundigen-ziekenfondsen, te beperken onder de volgende voorwaarden inzake tijd en plaats : a) Beroepsactiviteit die ten minste 32 uren onder Akkoord per week omvat : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Datum : .. . . .
Handtekening : . . . . . 10.3. Alle latere wijzigingen van de voorwaarden inzake tijd en plaats waaronder de onder 10.2 bedoelde tandheelkundigen, overeenkomstig de bedingen van het akkoord, de daarin vastgestelde honorariumbedragen zullen toepassen, mogen worden toegepast, ofwel na een opzegging van dertig dagen, ofwel, zonder opzegging, na aanplakking van die wijzigingen in hun spreekkamer.
Die wijzigingen moeten door de betrokken praktizerenden worden meegedeeld aan het secretariaat van de Nationale commissie tandheelkundigen-ziekenfondsen, ofwel onverwijld, van bij de toepassing ervan, als ze worden toegepast na aanplakking en zonder opzegging, ofwel dertig dagen vóór de toepassing ervan, waarbij de datum van de mededeling ervan de aanvang van de in het eerste lid bedoelde opzeggingstermijn is. 10.4. De tandheelkundigen die binnen de bij de wet vastgestelde termijn geen kennis hebben gegeven van hun weigering tot toetreding tot het akkoord, moeten in hun wachtkamer en, waar het gaat om de inrichtingen, ofwel in de wachtkamers, ofwel in het ontvangstlokaal, ofwel in het inschrijvingslokaal, een document aanplakken dat is opgemaakt volgens de richtlijnen van de Dienst voor geneeskundige verzorging van het RIZIV en waarin is vermeld of zij tot het akkoord zijn toegetreden en waarin ook de raadplegingsdagen en -uren zijn opgegeven waarop ze de tarieven van dit akkoord toepassen alsmede de raadplegingsdagen en -uren waarop ze die tarieven niet toepassen.
Gesloten in Brussel, 24 januari 2007.
De vertegenwoordigers van de beroepsverenigingen van de tandheelkundigen, Verbond der Vlaamse tandartsen, Société de médecine dentaire, De vertegenwoordigers van de verzekeringsinstellingen,
Bijlage Rijksinstituut voor ziekte -en invaliditeitsverzekering Openbare Instelling opgericht bij de Wet van 9 augustus 1963 Tervurenlaan 211, 1150 Brussel Dienst voor Geneeskundige Verzorging DE ACCREDITERING VAN TANDHEELKUNDIGEN IN 2007 Om in 2007 in aanmerking te komen voor de Accreditering moet de tandheelkundige aan volgende voorwaarden voldoen. 1. Tussen 1 januari 2007 en 31 december 2007 accrediteringseenheden in het kader van de bijscholing verwerven, zoals vastgelegd in punt I.2. Tussen 1 januari 2007 en 31 december 2007 aan activiteiten in het kader van de intercollegiale toetsing deelnemen, zoals vastgelegd in punt II.3. Op uitdrukkelijke schriftelijke vraag van de Stuurgroep kwaliteitspromotie (hieronder genoemd de Stuurgroep) meewerken aan de verzameling van gegevens in verband met het mondverzorgingsbeleid in het kader van het RIZIV, zoals vastgelegd in punt III.4. Voldoen aan de voorwaarde van de drempelactiviteit gedurende het jaar 2007, zoals vastgelegd in punt IV. 5. Het individueel aanwezigheidsblad (Bijlage 1.1) vóór 31 maart 2008 ingevuld en per aangetekend schrijven terugsturen aan de voorzitter van de Stuurgroep kwaliteitspromotie tandheelkunde, Tervurenlaan 211, 1150 Brussel, zoals vastgelegd in punt V. 6. Indien de accreditering voor de eerste maal gebeurt of de praktijkgegevens veranderd zijn, wordt het praktijkregister ingevuld en meegestuurd met het individueel aanwezigheidsblad, (Bijlage 1.2.), zoals vastgelegd in punt VI. 7. De tandheelkundige moet aan de algemene voorwaarden inzake de uitoefening van de tandheelkunde in België (art.9 van het KB nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidsberoepen) beantwoorden (verplichte inlichtingen die de FOD Volksgezondheid aan het RIZIV moet geven).
I. BIJSCHOLING IN HET KADER VAN DE ACCREDITERING 1. Structuur en inhoud. De bijscholing in het kader van de accreditering verloopt in cycli van 5 jaar. Teneinde de accreditering te bekomen en na de vijfjarige cyclus verder in aanmerking te komen voor accreditering, moet de tandheelkundige tijdens deze cyclus een pakket bijscholing volgen dat het volledig domein van de tandheelkunde bestrijkt. Daartoe worden alle bijscholingsactiviteiten ingedeeld in volgende deelgebieden: 1. Algemeen medisch;2. Ethische, socio-economische en organisatorische aspecten van het beroep;3. Beeldvorming van de orofaciale regio met inbegrip van de stralingsbescherming;4. Preventie, restauratieve tandheelkunde en endodontie;5. Pedodontie en orthodontie;6. Orale pathologie, mondheelkunde en parodontologie;7. Vaste en uitneembare prothese, occlusieleer, cranio-mandibulaire (dys)functie;0. Deelgebiedoverschrijdend. Voor alle bijscholingsactiviteiten (met inbegrip van de buitenlandse) worden het onderwerp, de spreker(s), de inhoud en de tijdsduur duidelijk vermeld.
Teneinde in aanmerking te komen voor deelgebied 2 moeten bijscholingsactiviteiten een direct verband hebben met de kwaliteit van de zorgen waarvan de patiënt geniet of van de organisatorische aspecten van het beroep. Activiteiten met betrekking tot de persoonlijke fiscaliteit van de tandarts en met het beheren van zijn persoonlijk patrimonium ( pensioen verzekering enz...), komen niet in aanmerking voor accreditering.
Teneinde in aanmerking te komen voor deelgebied 3 moeten bijscholingsactiviteiten over beeldvorming ook de stralingsbescherming behandelen.
Om voor accreditering in aanmerking te blijven komen, moeten alle deelgebieden in de loop van de vijfjarencyclus doorlopen worden, waarbij een uitzondering wordt gemaakt voor het deelgebied 0, dat niet verplicht is. De tandheelkundige kan hierbij zijn bijscholing eventueel op de persoonlijke praktijk afstemmen door het kiezen van een zwaartepunt.
De praktische uitwerking van deze principes houdt het verwerven in van 500 accrediteringseenheden in een periode van 5 jaar, waarvan 50 verplicht uit het deelgebied 2. 2. Erkenning van organisatoren van bijscholingsactiviteiten. 2.1. De organisator van bijscholingsactiviteiten zal « niet commercieel » zijn. Dit houdt o.a. in dat: 2.1.1. Een organisator een open boekhouding moet hebben die op vraag van de Stuurgroep kan gecontroleerd worden.
De gelden gegenereerd door het organiseren van cursussen mogen enkel gebruikt worden voor het voorbereiden, organiseren, bevorderen van de bijscholing met inbegrip van wetenschappelijk onderzoek. 2.1.2. Een bedrijf (dentaal labo, dentaal firma, farmaceutisch bedrijf, enz..) niet als organisator kan erkend worden, maar wel als sponsor kan optreden. 2.1.3. Aankondigingsdrukwerk, uitnodigingsbrieven, cursusmateriaal e.d. het briefhoofd van de organisator moeten dragen. De sponsoring kan hierbij evenwel diskreet worden vermeld. 2.1.4. De organisator tijdens de bijscholingsactiviteiten binnen de leslokalen geen reclamestands van de sponsors zal toelaten. Deze kunnen wel toegelaten worden in een afzonderlijke ruimte (receptieruimte, hall, enz...). Bijscholingsactiviteiten georganiseerd in een bedrijf dat rechtstreeks met het thema verbonden is en/of erbij belangen heeft, komen niet aanmerking voor accreditering. 2.1.5. De sponsoring alle modaliteiten kan betreffen met uitzondering van de honoraria van de sprekers. Teneinde de onafhankelijkheid te waarborgen moeten de honoraria altijd betaald worden door de organisator. 2.1.6. De organisator de sponsor altijd goed identificeert. De publicitaire boodschap zal eveneens altijd goed geïdentificeerd worden en in tijd en ruimte beperkt gehouden worden. 2.1.7. De organisator noch als sponsor noch als spreker kan optreden. 2.1.8. De organisatoren de aanwezigheid aanvaarden van observatoren die door de Stuurgroep naar de bijscholingsactiviteit gestuurd worden. 2.2. De organisator moet voor elke bijscholingsactiviteit het evaluatieformulier in bijlage 4 op het einde van de activiteit door alle deelnemers laten invullen en gedurende 5 jaar bijhouden. Hij/zij registreert op waarheidsgetrouwe wijze de aanwezigheden van de deelnemers en maakt na elke bijscholingsactiviteit aan de Stuurgroep een e-mail over met de lijst van de deelnemers. Het resultaat van de evaluatie wordt samengevat en opgestuurd op de manier zoals vastgelegd in bijlage 6. Op vraag van de Stuurgroep dienen de aparte evaluatieformulieren steeds te worden opgestuurd. Indien de bijscholingsactiviteit door de Stuurgroep erkend werd vóór het plaatsvinden ervan, gebeurt het opsturen van de e-mail binnen de 60 dagen na de activiteit. Indien de bijscholingsactiviteit door de Stuurgroep erkend werd na het plaatsvinden ervan, gebeurt het opsturen van de e-mail binnen de 60 dagen na de erkenning. Indien een bijscholingsactiviteit herhaald wordt, moet de organisator de evaluatieresultaten van de oorspronkelijke activiteit, per spreker, en opgemaakt aan hand van het formulier uit bijlage 5, verplicht opsturen bij de accrediteringsaanvraag. 2.3. De organisator bijscholing moet bereid zijn gratis mee te werken aan de vorming van de organisatoren/moderatoren voor de intercollegiale toetsingen teneinde deze te harmoniseren. Een organisator bijscholing die een activiteit wenst te organiseren met het oog op een dergelijke vorming, kan voor die activiteit de accreditering aanvragen. 2.4. Elke organisator moet het reglement van de accreditering en het werkingsreglement betreffende de organisatoren van bijscholingsactiviteiten aanvaarden. Het formulier in bijlage bij het werkingsreglement (bijlage 4) dient hij/zij binnen de 30 dagen na ontvangst ervan ondertekend terug te sturen naar de Stuurgroep. Iedere organisator moet voorgedragen worden door minstens 10 tandartsen (met RIZIV nummer). De erkenning als organisator vervalt automatisch indien een organisator gedurende een kalenderjaar geen enkele activiteit in het kader van de accreditering organiseert. Een organisator die zijn erkenning verliest, moet de gewone procedure van nieuwe organisator doorlopen indien hij/zij opnieuw bijscholing wil organiseren. 2.5. Een organisator verbindt zich elke verandering in zijn statuten mee te delen aan de Stuurgroep. 3. Erkenning van bijscholingsactiviteiten De erkenning van de bijscholingsactiviteiten gebeurt door de Stuurgroep op gemotiveerd advies van de Evaluatiecommissie. Binnenlandse bijscholingsactiviteiten kunnen door de Stuurgroep erkend worden. Dit gebeurt via een voorafgaande aanvraag door de organisator, via het standaardformulier in bijlage 3/1 en 3/2, vóór de datum van de activiteit.
Indien de organisator de beslissing van de Stuurgroep wenst te kennen voor de dag waarop de aktiviteit plaats vindt, moet hij de aanvraag binnen sturen 120 dagen voor datum van de activiteit.
Herhalingscursussen zijn cursussen die identiek zijn aan reeds geaccrediteerde cursussen, zowel qua inhoud, tijdsduur als qua spreker(s). Bij indiening van een dossier voor een herhalingscursus, voegt de organisator een kopie toe van de erkenning door de Stuurgroep van de originele cursus en de laatste beschikbare evaluatie, per spreker, van deze cursus. Theoretische cursussen en klinische stages georganiseerd in het kader van een universitaire bijkomende opleiding (type Master na Master, Clinical Postgraduate,.) kunnen in aanmerking komen voor accreditering volgens de normale aanvraagprocedure. Zij kunnen echter geen AE opleveren aan de studenten die deze specifieke opleiding volgen op basis van een inschrijving aan de universiteit.
Deze studenten kunnen AE verzamelen door het volgen van erkende bijscholingen buiten hun specifieke opleiding.
Bijscholingsactiviteiten die in het buitenland worden georganiseerd (door een buitenlandse of Belgische organisator) kunnen door de Stuurgroep erkend worden op voorwaarde dat de tandheelkundige minstens twee modules van anderhalf uur per vormingsdag bijwoont. Voor de cursussen georganiseerd in het grensgebied, is de verplichting van het volgen van 2 modules per vormingsdag niet van toepassing. De erkenning wordt vooraf (vóór de begindatum van de activiteit) aangevraagd door de tandheelkundige zelf door middel van het formulier dat als bijlage 2/1 en 2/2 gaat. Voor alle buitenlandse bijscholingsactiviteiten moet een persoonlijk verslag van de activiteit opgemaakt worden dat betrekking heeft op de gehele opleiding en alle domeinen die door de deelnemer werden gevolgd. Op basis hiervan kan de Evaluatiecommissie nagaan hoeveel modules gevolgd werden en in welke deelgebieden, alsook of aan de aanwezigheidsvereisten is voldaan. Het persoonlijk verslag dient ten laatste 60 dagen nadat de bijscholingsactiviteit heeft plaatsgevonden, opgestuurd te worden naar de Stuurgroep. Het maximum aantal eenheden verworven in het buitenland bedraagt 50 per jaar. Dit aantal kan op 80 gebracht worden voor organisatoren waarvan de aanvrager aantoont dat ze in een officieel systeem van accreditering erkend zijn.
Activiteiten die aanvaard zijn in ieder ander accrediteringssysteem (vb. bijscholing erkend bij de geneesheren) worden niet automatisch geaccrediteerd voor de tandheelkundigen. De aanvraagprocedure eigen aan het accrediteringssysteem van de tandheelkundigen dient altijd gevolgd te worden. 4. De accrediteringsbijscholing in 2007. In 2007 worden per module van 90 minuten erkende bijscholingsactiviteit, 10 accrediteringseenheden toegekend.
De accreditering in 2007 kadert in een cyclus van 5 jaar. Binnen deze 5 jaar van de cyclus moet elke tandheelkundige in elk van de deelgebieden 1 tot en met 7, minstens één erkende bijscholingsactiviteit volgen. Deelgebied 0 is voor de accrediterende tandarts facultatief. Van de 500 accrediteringseenheden die in een periode van 5 jaar moeten verworven worden, komen er 50 verplicht uit het deelgebied 2 "Ethische, socio-economische en organisatorische aspecten van het beroep".
Aangaande de voorwaarde tot het volgen van bijscholing in de verschillende deelgebieden, worden alle erkende bijscholingsactiviteiten uit de voorgaande erkende accrediteringsjaren voor de hele cyclus in rekening gebracht.
Binnen een cyclus van 5 jaar moeten 500 accrediteringseenheden verworven worden, waarbij in het eerste jaar van de cyclus minimaal 100 accrediteringseenheden moeten worden behaald.
Voor de verdere jaren van de cyclus is een minimum van 40 accrediteringseenheden vereist, met die beperking dat het gemiddelde van de voorbije jaren van de cyclus minstens 100 eenheden per jaar moet bedragen.
Voor elk jaar van de cyclus kunnen er maximaal 160 accrediteringseenheden in aanmerking worden genomen.
Binnen de cyclus is dus een overdracht van accrediteringseenheden van de voorgaande erkende accrediteringsjaren naar het lopende jaar mogelijk. Indien het gemiddeld aantal accrediteringseenheden, behaald tijdens de voorbije jaren, hoger ligt dan 100, dan kan het overschot gebruikt worden bij een tekort in het lopende jaar.
Deelgebieden en accrediteringseenheden zijn niet overdraagbaar van de ene cyclus naar de volgende cyclus.
Enkele voorbeelden en consequenties : * Een tandheelkundige die in het eerste jaar van zijn cyclus 100 eenheden verzamelde en in het tweede jaar 80 eenheden, bereikt slechts een gemiddelde van 90 over die twee jaar, en voldoet in het tweede jaar dus niet aan de vereisten. * Een tandheelkundige die in het eerste jaar 100 eenheden bereikte, in het tweede jaar 150 eenheden, volstaat in het derde jaar met 50 eenheden om aan deze vereiste te voldoen. * Wie voor de eerste keer deelneemt aan de accreditering en slechts 60 punten verzamelt, voldoet dus niet aan de vereisten, daar er een minimum vereist wordt van 100 punten in het eerste jaar van de cyclus * Een tandheelkundige die in het eerste jaar 180 eenheden verzamelde en in het tweede jaar 40 eenheden, moet in het derde jaar 100 eenheden verzamelen om aan de accrediteringsvereisten te voldoen.
II. INTERCOLLEGIALE TOETSING. Een belangrijk onderdeel van kwaliteitsverzekering in de tandheelkunde is toetsing onder gelijken, in het internationaal jargon « peer review ».
Het begrip « peer review », dat is gebaseerd op de uitwisseling van persoonlijke ervaring, moet door de tandheelkundige als een positief element worden beschouwd, omdat het de benadering van doorgaans verwaarloosde maar leerrijke onderwerpen zoals de gezondheidseconomie bevordert en de negatieve aspecten van het vaak alleen zijn in de praktijk vermindert.
De peer review-groeperingen kunnen van de diensten van het RIZIV en van de werkgroep Medicometrie van de Nationale Commissie Tandheelkundigen-Ziekenfondsen (NCTZ) de voor hun evaluatie nuttige statistische gegevens krijgen.
Het uiteindelijke doel is, door uitwisseling van praktische kennis en ervaring onder collegae, de kwaliteit van de zorgverlening aan de patiënt te verbeteren.
In 2007 moeten de tandheelkundigen minstens 2 sessies met een effectieve duurtijd van 90 minuten volgen. Dit gebeurt in groepen van minimum 8 en maximum 20 tandheelkundigen. De groepen worden op vrijwillige basis gevormd.De peer review-sessies worden niet in aanmerking genomen voor accrediteringseenheden bijscholing.
Als enige voorwaarde voor de lokalisatie wordt gevraagd dat de ruimte aangepast is aan het aantal deelnemers.
De Stuurgroep kan jaarlijks enkele nationaal bepaalde thema's voorstellen.
Iedere peer review-groep wordt georganiseerd door een tandheelkundige, die zich verbindt om voor minstens een periode van 1 jaar de administratie en organisatie te doen. Deze organisator is een tandheelkundige die geaccrediteerd was in 2005. Hij/zij organiseert, nodigt uit (in onderling overleg), attesteert en registreert op waarheidsgetrouwe wijze de aanwezigheden van de deelnemers, maakt binnen de 60 dagen na de sessie aan het RIZIV de aanwezigheidsdiskette en het verslag over, en is de eindverantwoordelijke voor het correct toepassen van het reglement.
De tandheelkundige die zich wenst aan te kondigen als organisator, dient zich hiertoe aan te melden bij het RIZIV aan de hand van het formulier in bijlage 7. Hij/zij krijgt dan een volgnummer als organisator, een typebrief om sessies aan te kondigen (bijlage 5 van het werkingsreglement), instructies over de wijze waarop de gegevens op diskette aan het RIZIV dienen overgemaakt te worden, een type formulier om het verslag op te maken en het werkingsreglement betreffende de organisatoren van bijscholingsactiviteiten en peer review-sessies. De organisator van peer review-sessies bevestigt de kennisname van het werkingsreglement op het moment van de aankondiging van de peer review-sessies door middel van de ondertekening van de hiertoe voorziene typebrief (bijlage 5 van het werkingsreglement).
De vergaderingen worden begeleid door een moderator. De moderator leidt het onderwerp in en zorgt voor het goede verloop van de discussies. De moderator kan per sessie wisselen.
De werkingskosten van de organisator moeten redelijk zijn en worden verdeeld over de aanwezigen.
III. DATAREGISTRATIE. De dataregistratie waarvoor tijdens de accreditering de medewerking van de tandheelkundige kan gevraagd worden, bestaat uit een gerichte, en dus in de tijd beperkte gegevensinzameling waarbij per onderwerp slechts een beperkt aantal geaccrediteerde tandheelkundigen wordt betrokken. Over verschillende duidelijk gedifferentieerde onderwerpen zullen afzonderlijke campagnes inzake dataregistratie gevoerd worden.
Die gegevensinzameling heeft tot doel instrumenten aan te reiken voor het bepalen van het concrete beleid inzake mondverzorging in de Nationale commissie tandheelkundigen ziekenfondsen en in de Technische tandheelkundige raad.
Voor de dataregistratie gebruikte methode. 1. De dataregistratie is niet permanent. Er wordt niet gevraagd dat de voorbije activiteit wordt onderzocht (dus geen opzoekwerk in het patiëntenbestand over de in het verleden verleende verzorging).
Er wordt gevraagd de registratie op een bepaalde datum aan te vatten voor een duur die is beperkt tot een, twee of drie maanden. (voorbeeld : informatie optekenen over de extracties die, vanaf vandaag, gedurende 2 maanden worden verricht). 2. De tandheelkundigen die worden gevraagd om aan de enquête mee te werken, worden geselecteerd op grond van statistische criteria voor de samenstelling van een representatieve steekproef, zoals : woonplaats (arrondissement), leeftijd van de tandheelkundige, enz.3. Uitzonderlijk kan de opgeroepen tandheelkundige zijn medewerking weigeren als hij/zij zijn/haar houding motiveert.De deugdelijk gemotiveerde weigering tot medewerking moet naar de Stuurgroep worden gestuurd, die binnen de dertig dagen beslist of de weigering al dan niet wordt aanvaard. 4. De gegevens worden geregistreerd op een papieren drager.5. De manier van registratie en verwerking van de gegevens gebeurt na gunstig advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en conform de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoongegevens en zijn uitvoeringsbesluiten.6. De verwerking van de gegevens en de analyse van de resultaten worden verricht onder de verantwoordelijkheid van de Stuurgroep, waarin de universiteiten, de verzekeringsinstellingen en de vertegenwoordigers van de tandheelkundigen paritair vertegenwoordigd zijn. De verzamelde gegevens mogen in geen geval worden gebruikt om een geïndividualiseerd beeld te krijgen van de activiteit van een tandheelkundige noch van het verzorgingspatroon van de patiënt. De verzamelde gegevens zijn exclusief eigendom van de Stuurgroep.
IV. DREMPELACTIVITEIT Het individueel aanwezigheidsblad voor het jaar 2007 is voorzien van een rubriek waarin de tandheelkundige op eer verklaart in de loop van 2007 minimum 300 prestaties te hebben verricht in het kader van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging. Op het einde van de vijfjarige cyclus zullen de verklaringen op eer voor de respectievelijke cyclusjaren aan de hand van de dan beschikbare gegevens geverifieerd worden en zal desgevallend een evaluatie gemaakt worden van de reëel vastgestelde activiteit in functie van de drempelactiviteit. Indien uit deze verificatie en deze evaluatie blijkt dat de drempelactiviteit niet werd gerealiseerd, zal het accrediteringshonorarium voor het laatste cyclusjaar niet verschuldigd zijn.
Voor tandheelkundigen die pas afgestudeerd zijn, zal het criterium betreffende de drempelactiviteit van 300 prestaties per jaar in voege treden vanaf het vijfde jaar van de vijfjarige cyclus.
Zoals voor alle verklaringen in het raam van de accreditering moet evenwel van in het begin opgemerkt worden dat onjuiste verklaringen aanleiding kunnen geven tot een onmiddellijke schorsing van de accreditering met terugbetaling van het accrediteringshonorarium.
V. INDIVIDUEEL AANWEZIGHEIDSBLAD. Het individueel aanwezigheidsblad dient men vóór 31 maart 2008 per aangetekend schrijven terug te sturen aan de heer voorzitter van de Stuurgroep kwaliteitspromotie tandheelkunde, Tervurenlaan 211, 1150 Brussel (Bijlage 1/1).
Tijdens elke bijscholingsactiviteit ontvangt de tandheelkundige een evaluatieformulier van de organisator. Dit formulier wordt na afloop ingevuld en teruggegeven aan de organisator. Deze zal dan het afscheurbaar strookje of elk ander document dat minstens dezelfde gegevens bevat teruggeven, getekend en voorzien van een stempel, dat als bewijs van aanwezigheid zal kunnen dienen, indien dit betwist zou worden op basis van de door de organisator per e-mail opgestuurde gegevens. Het individueel aanwezigheidsblad wordt voor bijscholingsactiviteiten door de Stuurgroep niet in aanmerking genomen als bewijs van aanwezigheid.
Op het einde van een peer review-sessie moet de organisator zijn handtekening en stempel zetten op de daartoe voorziene plaats op het individueel aanwezigheidsblad. Dit kan als bewijs van aanwezigheid dienen voor die peer review, indien dit betwist zou worden op basis van de door de organisator opgestuurde gegevens.
In eerste instantie worden dus enkel aanwezigheden van bijscholing en peer reviews in aanmerking genomen die respectievelijk per e-mail en diskette worden doorgegeven.
De afscheurbare strookjes afkomstig van het evaluatieformulier of elk ander document dat minstens dezelfde gegevens bevat, worden niet opgestuurd ! VI. PRAKTIJKREGISTER Indien de accreditering voor de eerste maal gebeurt of de praktijkgegevens veranderd zijn, wordt het praktijkregister ingevuld en meegestuurd met het individueel aanwezigheidsblad (Bijlage 1/2).
VII. FORFAITAIR ACCREDITERINGSHONORARIUM. Het forfaitair accrediteringshonorarium dat toegekend wordt aan de tandheelkundige die aan de jaarlijkse vereisten voldoet, blijft behouden en is niet terugvorderbaar, tenzij achteraf zou blijken dat de tandheelkundige niet aan die voorwaarden voldoet. Enkel de tandheelkundige die op het einde van de vijfjarige cyclus voldoet aan de vereisten van het vijfde jaar en van de vereisten van de volledige cyclus, heeft recht op het accrediteringshonorarium voor het vijfde jaar.
De procedure tot goedkeuring van de individuele accreditering 2007 verloopt als volgt : 1) Na het ontvangen van het individueel aanwezigheidsblad en op basis van de aanwezigheden die per e-mail en diskette door respectievelijk de organisatoren bijscholing en peer review werden opgestuurd naar het RIZIV, zal de Stuurgroep beslissen over de individuele accreditering. Bij toekenning wordt het accrediteringshonorarium aansluitend overgemaakt op de bankrekening die de tandheelkundige vermeldt op het individueel aanwezigheidsblad. 2) Indien de Stuurgroep de accreditering niet toekent en de tandheelkundige niet akkoord kan gaan met deze beslissing, kan hij hiertegen volgens een daartoe voorziene procedure beroep aantekenen bij de Commissie van Beroep.Het individueel aanwezigheidsblad (voor de peer reviews) en de afscheurbare strookjes van het evaluatieformulier of elk ander document dat minstens dezelfde gegevens bevat (voor de bijscholingsaktiviteiten), worden pas op dit niveau als bewijs van aanwezigheid in aanmerking genomen.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld