23 DECEMBER 2020. - Besluit van de Regering tot invoering van een premie voor opleidingsovereenkomsten ter uitvoering van artikel 5.5 van het crisisdecreet 2020 van 6 april 2020

De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het decreet van 16 december 1991 betreffende de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de kmo's, artikel 16, 16°, ingevoegd bij het decreet van 25 april 2016;

Gelet op het crisisdecreet 2020 van 6 april 2020, artikel 5.5, ingevoegd bij decreet van 20 juli 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/07/2020 pub. 03/08/2020 numac 2020203177 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Crisisdecreet 2020 sluiten;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 16 december 2020;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor Begroting, d.d. 23 december 2020;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid wordt gewettigd door het feit dat de sinds 13 maart 2020 geldende maatregelen ter bestrijding van het coronavirus (COVID-19) die de federale regering op advies van de nationale veiligheidsraad heeft genomen, nog steeds van kracht zijn; overwegende dat deze maatregelen verstrekkende gevolgen hebben voor het maatschappelijk leven en dat die gevolgen nog altijd overal voelbaar zijn; dat het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap heeft besloten een eenmalige premie op het gebied van de middenstandsopleiding in te voeren voor ondernemingen die, ondanks de bovengenoemde omstandigheden, opleidingsovereenkomsten sluiten in het opleidingsjaar 2020-2021; dat deze premie onmiddellijk aan de betrokken ondernemingen moet worden toegekend, zodat dit besluit zo snel mogelijk moet worden aangenomen;

Op de voordracht van de minister bevoegd voor Opleiding;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Het Instituut voor de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de kmo's kent een eenmalige premie van 1.500 euro toe aan elke erkende opleidingsonderneming: 1° die een nieuwe leerovereenkomst sluit in de periode van 1 juli 2020 tot 31 december 2020, in voorkomend geval overeenkomstig artikel 19, § 4, van het besluit van de Regering van 4 juni 2009 betreffende de vaststelling van de opleidingsvoorwaarden voor middenstandsleerlingen en opleidingsondernemingen;2° die een nieuwe stageovereenkomst in het kader van de meesterschapsstage of een nieuwe industriële leerovereenkomst sluit in de periode van 1 juli 2020 tot en met 1 oktober 2020. Als nieuwe opleidingsovereenkomsten gelden de eerste overeenkomsten en aanvullende overeenkomsten die nieuw worden gesloten.

Opleidingsovereenkomsten die nieuw ondertekend worden naar aanleiding van een wijziging van de statuten van de opleidingsonderneming, gelden niet als nieuwe opleidingsovereenkomsten.

In afwijking van het eerste lid heeft de opleidingsonderneming slechts één keer recht op de premie als ze verscheidene nieuwe opleidingsovereenkomsten voor dezelfde persoon sluit.

Art. 2.Het Instituut voor de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de kmo's betaalt de premie vermeld in artikel 1 als volgt in schijven uit: 1° na ondertekening van de opleidingsovereenkomst en van het eerste gedeelte van de premieaanvraag: 500 euro; 2° na afloop van de met succes voltooide proeftijd en na overlegging van de aanvulling voor het tweede gedeelte van de premieaanvraag: 1.000 euro.

Als de proeftijd niet met succes werd voltooid, heeft de opleidingsonderneming geen recht op de tweede schijf.

Art. 3.De premieaanvraag ziet er als volgt uit: 1° het eerste gedeelte van de aanvraag betreft de uitbetaling van de eerste schijf en wordt tegelijk met de opleidingsovereenkomst ondertekend;2° het tweede gedeelte van de aanvraag bevat de nodige informatie over de met succes voltooide proeftijd en wordt uiterlijk op 30 april 2021 ingediend bij het Instituut voor de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de kmo's.

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2020.

Art. 5.De minister bevoegd voor Opleiding is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 23 december 2020.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Lokale Besturen en Financiën, O. PAASCH De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, L. KLINKENBERG