gepubliceerd op 30 november 2009
Besluit van de Regering houdende bepaling van de kosten die kunnen worden terugbetaald aan de personen belast met de inspectie van het godsdienstonderwijs in het door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd onderwijs
22 OKTOBER 2009. - Besluit van de Regering houdende bepaling van de kosten die kunnen worden terugbetaald aan de personen belast met de inspectie van het godsdienstonderwijs in het door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd onderwijs
De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het decreet van 25 mei 2009 over maatregelen inzake onderwijs en opleiding 2009, artikel 18;
Gelet op het protocol nr. S3/2009 OSUW 1/2009 van 14 september 2009 houdende de conclusies van de onderhandelingen gevoerd in een gemeenschappelijke zitting van het Sectorcomité XIX van de Duitstalige Gemeenschap en van het subcomité bepaald in artikel 17, § 2, 3°, van het koninklijk besluit van 28 september 1984;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 september 2009;
Gelet op het akkoord van de Minister-President, bevoegd voor Begroting, gegeven op 24 september 2009;
Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid erdoor wordt gerechtvaardigd dat artikel 18 van het decreet van 25 mei 2009 over maatregelen inzake onderwijs en opleiding 2009 op 1 september 2008 in werking is getreden; dat de personen belast met de inspectie van het godsdienstonderwijs sinds 1 september 2008 de verschillende kosten op zich hebben genomen; dat deze groep van personen niet nog meer benadeeld kan worden;
Gelet op het advies van de Raad van State nr. 47.260/2, gegeven op 7 oktober 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, lid 1, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister bevoegd voor Onderwijs;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen worden kosten terugbetaald aan de personen belast met de inspectie van het godsdienstonderwijs in het door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd onderwijs.
Art. 2.Reiskosten voortvloeiend uit de uitoefening van de inspectieopdracht worden terugbetaald.
Worden o.m. als reiskosten beschouwd de forfaitaire kilometervergoedingen voor bewezen reizen met het privévoertuig, reistickets en reisabonnementen van openbare vervoersmaatschappijen, alsmede het parkeergeld.
De terugbetaling van de reiskosten gebeurt tegen het tarief dat op het ogenblik van de betrokken reizen toepasselijk is op de personeelsleden van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap die een dienstopdracht hebben gekregen.
Voor de personen die voltijds belast zijn met de inspectie van het godsdienstonderwijs in het door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd onderwijs, is de terugbetaling van de reiskosten voor bewezen reizen met het privévoertuig tot 15 000 km per schooljaar beperkt. Voor de personen die deeltijds belast zijn met de inspectie van het godsdienstonderwijs in het door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd onderwijs, wordt het maximale kilometeraantal bepaald in vorig lid naar rato van de omvang van hun inspectieopdracht verminderd.
Art. 3.Verblijfskosten voortvloeiend uit de uitoefening van de inspectieopdracht in België worden onder de voorwaarden en tegen het tarief terugbetaald die op het ogenblik van het betrokken verblijf toepasselijk zijn op de personeelsleden van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap die een dienstopdracht hebben gekregen.
Voor de personen die voltijds belast zijn met de inspectie van het godsdienstonderwijs in het door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd onderwijs, is de terugbetaling van de verblijfskosten voortvloeiend uit de uitoefening van de inspectieopdracht in België tot 1.800,00 EUR per schooljaar beperkt.
Voor de personen die deeltijds belast zijn met de inspectie van het godsdienstonderwijs in het door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd onderwijs, wordt het bovenvermeld maximaal bedrag naar rato van de omvang van hun inspectieopdracht verminderd.
Verblijfskosten voortvloeiend uit de uitoefening van de inspectieopdracht in het buitenland worden, op voorlegging van de betalingsbewijzen, ten belope van hun reële kostprijs terugbetaald, behoudens het maximaal bedrag bepaald in het tweede lid.
Art. 4.Een forfait voor de eerste uitrusting, ten belope van 2.500,00 EUR, kan worden toegekend aan de personen die voltijds belast zijn met de inspectie van het godsdienstonderwijs in het door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd onderwijs, voor zover hun werkplek zich niet bij het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap bevindt. Voor de personen die deeltijds belast zijn met de inspectie van het godsdienstonderwijs in het door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd onderwijs, wordt het bovenvermeld forfaitair bedrag naar rato van de omvang van hun inspectieopdracht verminderd. Het forfait voor de eerste uitrusting dient tot de initiële uitrusting van een onmiddellijke werkomgeving, opdat de inspectieopdracht kan worden vervuld.
Aan de personen die voltijds belast zijn met de inspectie van het godsdienstonderwijs in het door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd onderwijs kan per schooljaar een forfait voor werkingskosten, ten belope van 1.000,00 EUR, worden toegekend, in het bijzonder om de telefoon-, fax-, internet- en documentatiekosten te dekken, voor zover hun werkplek zich niet bij het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap bevindt. Voor de personen die deeltijds belast zijn met de inspectie van het godsdienstonderwijs in het door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd onderwijs, wordt het bovenvermeld forfaitair bedrag naar rato van de omvang van hun inspectieopdracht verminderd.
In tegenstelling met het jaarlijks forfait voor werkingskosten bedoeld in het tweede lid wordt het forfait voor de eerste uitrusting bedoeld in het eerste lid slechts één keer per eredienst toegekend, ongeacht of de persoon belast met de inspectie voor een bepaalde eredienst al dan niet dezelfde blijft.
Art. 5.De terugbetaling van de kosten overeenkomstig de artikelen 2 en 3 wordt door het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap op basis van schriftelijke schuldvorderingen met dienovereenkomstige betalingsbewijzen, na verificatie ervan, per trimester uitgevoerd.
Het forfait voor de eerste uitrusting en het forfait voor werkingskosten bedoeld in artikel 4 worden door het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap, op basis van schriftelijke schuldvorderingen, zo vroeg mogelijk in de loop van het schooljaar uitbetaald waarop deze forfaits voor de eerste keer of jaarlijks betrekking hebben.
Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking op 1 september 2008.
Art. 7.De Minister bevoegd voor Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 22 oktober 2009.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs, Opleiding en Werkgelegenheid, O. PAASCH