22 JUNI 2006. - Besluit van de Regering tot vaststelling van het kalender voor de school- en academiejaren 2006-2007 tot 2011-2012

De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, inzonderheid op artikel 7;

Gelet op het decreet van 31 augustus 1998 betreffende de opdrachten toevertrouwd aan de inrichtende machten en aan het schoolpersoneel en houdende algemene pedagogische en organisatorische bepalingen voor het gewoon onderwijs, inzonderheid op artikel 58;

Gelet op het decreet van 27 juni 2005 houdende oprichting van een autonome hogeschool, inzonderheid op de artikelen 3.31 en 3.32;

Gelet op het besluit van de Regering van 8 december 1993 over de vakantie- en verlofregeling in het onderwijs;

Gelet op het met redenen omkleed advies van het Hoog overlegcomité van de Duitstalige Gemeenschap, gegeven op 12 juni 2006;

Gelet op het advies nr. 40.105/2 van de Raad van State, gegeven op 19 april 2006 met toepassing van artikel 84, § 1, lid 1, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister bevoegd inzake Onderwijs;

Na beraadslaging, Beschliesst : Begin en einde van de school- en academiejaren

Artikel 1.De school- en academiejaren 2006-2007 tot 2011-2012 beginnen telkens op 1 september en eindigen op 30 juni.

Verlof- en vakantieregeling

Art. 2.Het allerheiligenverlof, de kerstvakantie, het carnavalverlof en de paasvakantie worden overeenkomstig de bijlage bij dit besluit vastgelegd.

In afwijking van lid 1 worden het begin en het einde van het ontspanningsverlof van de tweede helft van het academiejaar door de hogeschool bij het begin van het betrokken academiejaar vastgelegd overeenkomstig artikel 3.32, § 1, lid 3, van het decreet van 27 juni 2005 houdende oprichting van een autonome hogeschool.

Bijkomende onderwijsvrije dagen toegekend in het kader van de brevetopleiding en het voorbereidend jaar

Art. 3.Overeenkomstig artikel 3.32, § 1, lid 4, van het decreet van 27 juni 2005 houdende oprichting van een autonome hogeschool wordt het aantal bijkomende onderwijsvrije dagen toegekend in het kader van de brevetopleiding en het voorbereidend jaar vastgelegd op : a) 1 dag voor het schooljaar 2006-2007;b) 2 dagen voor het schooljaar 2007-2008;c) 2 dagen voor het schooljaar 2008-2009;d) 2 dagen voor het schooljaar 2009-2010;e) 1 dag voor het schooljaar 2010-2011;f) 2 dagen voor het schooljaar 2011-2012. Opheffingsbepalingen

Art. 4.De artikelen 2, 3, 4 en 5, van het besluit van de Regering van 8 december 1993 over de vakantie- en verlofregeling in het onderwijs worden opgeheven.

Inwerkingtreding

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2006.

Uitvoering

Art. 6.De Minister bevoegd inzake Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 22 juni 2006.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Lokale Besturen K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek O. PAASCH

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Regering van 22 juni 2006 tot vaststelling van het kalender voor de school- en academiejaren 2006-2007 tot 2011-2012 Eupen, 22 juni 2006.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Lokale Besturen K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek O. PAASCH