gepubliceerd op 02 februari 2021
Besluit van de Regering tot vaststelling van maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van het coronavirus
21 JANUARI 2021. - Besluit van de Regering tot vaststelling van maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van het coronavirus (COVID-19)
De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het
decreet van 1 juni 2004Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
01/06/2004
pub.
20/12/2004
numac
2004033084
bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
Decreet betreffende de gezondheidspromotie 2004/33084
type
decreet
prom.
01/06/2004
pub.
19/10/2004
numac
2004033073
bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
Decreet betreffende de uitoefening door de Duitstalige Gemeenschap van sommige bevoegdheden van het Waalse Gewest inzake de ondergeschikte besturen
sluiten betreffende de gezondheidspromotie en inzake medische preventie, artikel 10.4.1, ingevoegd bij het
decreet van 10 december 2020Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
10/12/2020
pub.
15/02/2021
numac
2021200307
bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 15 juni 2011 tot uitvoering van het decreet van 25 mei 2009 houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap
sluiten;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 18 januari 2021;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor Begroting, d.d. 21 januari 2021;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid wordt gewettigd door het feit dat er in het licht van het besluit van het overlegcomité van 18 december 2020 dringend behoefte is aan een efficiëntere rechtshandhaving en aan meer inspanningen bij het contactonderzoek in het kader van COVID-19 om verdere verspreiding van het coronavirus (COVID-19) te voorkomen en om te vermijden dat nieuwe, meer ingrijpende maatregelen moeten worden genomen om dit doel te bereiken; dat uit recente gegevens duidelijk blijkt dat het totale aantal besmettingen op het Europese en Belgische grondgebied blijft toenemen; dat het daarom dringend noodzakelijk is om de desbetreffende maatregelen ook in de Duitstalige Gemeenschap uitdrukkelijk in de regelgeving te verankeren;
Overwegende dat dit besluit bijgevolg zo snel mogelijk moet worden aangenomen;
Op de voordracht van de Minister van Gezondheid;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.- Onverminderd artikel 10.3, § 1, 1°, van het decreet van 1 juni 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/06/2004 pub. 20/12/2004 numac 2004033084 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de gezondheidspromotie 2004/33084 type decreet prom. 01/06/2004 pub. 19/10/2004 numac 2004033073 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de uitoefening door de Duitstalige Gemeenschap van sommige bevoegdheden van het Waalse Gewest inzake de ondergeschikte besturen sluiten betreffende de gezondheidspromotie en inzake medische preventie, hierna "het decreet" genoemd, moet elke persoon die met het coronavirus (COVID-19) besmet is bevonden of waarvan een arts ernstig vermoedt dat hij met het coronavirus (COVID-19) besmet is, onmiddellijk in tijdelijke afzondering gaan, hetzij op zijn hoofdverblijfplaats, hetzij op een andere geschikte plaats en dit voor de duur vermeld in het tweede lid.
De duur van de afzondering vermeld in het eerste lid bedraagt : 1° als er symptomen van het coronavirus (COVID-19) zijn: ten minste zeven dagen na het eerste optreden van de symptomen en tot en met de derde dag zonder koorts en met verbetering van de ademhalingssymptomen;2° als er geen symptomen van het coronavirus (COVID-19) zijn: zeven dagen vanaf de datum van de test waarmee een besmetting met het coronavirus (COVID-19) wordt opgespoord.
Art. 2.- § 1 - Onverminderd artikel 10.3, § 1, 1°, en § 2, van het decreet, moet iedere persoon die in een risicogebied in het buitenland is geweest : 1° zich na zijn terugkeer in het Duitse taalgebied onmiddellijk bij zijn behandelend arts melden en hem meedelen dat hij uit een risicogebied teruggekeerd is;2° zich op het coronavirus (COVID-19) laten testen;3° onmiddellijk in tijdelijke afzondering gaan op zijn hoofdverblijfplaats of op een andere geschikte plaats en dit voor de duur vermeld in het tweede lid. De duur van de afzondering vermeld in het eerste lid, 3°, bedraagt tien dagen vanaf de laatste dag waarop de betrokkene in een risicogebied in het buitenland is geweest, tenzij hij vanaf de zevende dag van de afzondering negatief heeft getest op het coronavirus (COVID-19). § 2 - In afwijking van § 1 wordt een persoon van de afzondering en het medisch onderzoek vrijgesteld met toepassing van het besluit van de Regering van 23 juli 2020 tot vastlegging van essentiële redenen om vrijgesteld te worden van de tijdelijke isolatie en het medisch onderzoek.
Onverminderd de bepalingen van hetzelfde besluit zijn personen die minder dan 48 uur in een risicogebied in het buitenland hebben doorgebracht, ook vrijgesteld van de afzondering en het medisch onderzoek.
Art. 3.- Onverminderd artikel 10.3, § 1, 1° en 2°, van het decreet, moet elke persoon die niet tot de personen bedoeld in de artikelen 1 en 2 behoort en die een verhoogd risico op besmetting met het coronavirus (COVID-19) heeft, onmiddellijk het volgende doen : 1° in tijdelijke afzondering gaan op zijn hoofdverblijfplaats of op een andere geschikte plaats, voor de duur vermeld in het derde lid, zodra hem is meegedeeld dat hij een verhoogd risico op besmetting met het coronavirus (COVID-19) heeft;2° nadat het verhoogde risico op besmetting met het coronavirus (COVID-19) werd meegedeeld, zich melden bij zijn behandelend arts om zich op het coronavirus (COVID-19) te laten testen. Via het contactcentrum dat overeenkomstig artikel 10.9 van het decreet werd opgericht of via een arts wordt de persoon bedoeld in het eerste lid ervan op de hoogte gebracht dat hij een verhoogd risico op besmetting met het coronavirus (COVID-19) heeft.
De duur van de afzondering vermeld in het eerste lid, 1°, bedraagt tien dagen vanaf het laatste contact dat tot een verhoogd risico op besmetting met het coronavirus (COVID-19) heeft geleid, tenzij hij vanaf de zevende dag van de afzondering negatief heeft getest op het coronavirus (COVID-19).
Art. 4.- Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt aangenomen.
Art. 5.- De minister bevoegd voor Gezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 21 januari 2021.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, De Minister-President, Minister van Lokale Besturen en Financiën O. PAASCH De Viceminister-President, Minister van Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, Ruimtelijke Ordening en Huisvesting A. ANTONIADIS