Etaamb.openjustice.be
Document van 20 mei 2021
gepubliceerd op 08 juli 2021

Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de zelfstandige onthaalouders

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2021203049
pub.
08/07/2021
prom.
20/05/2021
ELI
eli/besluit/2021/05/20/2021203049/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 MEI 2021. - Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de zelfstandige onthaalouders


De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het decreet van 31 maart 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 31/03/2014 pub. 02/07/2014 numac 2014202570 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de kinderopvang type decreet prom. 31/03/2014 pub. 23/07/2014 numac 2014203218 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende het centrum voor de gezonde ontwikkeling van kinderen en jongeren sluiten betreffende de kinderopvang, artikel 7, vierde lid, artikel 12, tweede lid, en artikel 16, derde lid;

Gelet op het besluit van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de zelfstandige onthaalouders;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 16 maart 2021;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor Begroting, d.d. 25 maart 2021;

Gelet op advies 69.152/1 van de Raad van State, gegeven op 29 april 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de minister die bevoegd is voor de kinderopvang;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.- In artikel 2 van het besluit van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de zelfstandige onthaalouders worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de bepaling onder 15° wordt de punt op het einde van de zin vervangen door een puntkomma; 2° het artikel wordt aangevuld met een bepaling onder 16°, luidende : "16° verminderde ouderbijdragen: de verminderde kostenbijdrage van de personen belast met de opvoeding met toepassing van de tabel over de kostenbijdrage van de personen belast met de opvoeding, vermeld in de bijlage van het besluit van 22 mei 2014 betreffende de kinderopvangdiensten en andere vormen van kinderopvang;" 3° het artikel wordt aangevuld met een bepaling onder 17°, luidende : "17° webportaal: een digitaal platform dat door de Regering ter beschikking wordt gesteld van de dienstverrichters en de personen belast met de opvoeding voor informatie over de kinderopvang en voor het reserveren, beheren en toewijzen van plaatsen in de kinderopvang."

Art. 2.- In artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 19 april 2018, worden de woorden "artikelen 29, 30, 31 en 58.1" vervangen door de woorden "artikelen 29, 29.2, 29.3, 30, 31, 50.1 en 58.1".

Art. 3.- In artikel 7, 1°, van hetzelfde besluit worden de woorden "(model 2)" vervangen door de woorden "overeenkomstig artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering".

Art. 4.- Artikel 23 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : " § 1 - De zelfstandige onthaalouders sluiten voor het begin van de opvang een schriftelijk contract met de personen belast met de opvoeding.

Het opvangcontract bevat minstens de volgende gegevens : 1° de duur van het contract;2° de aard van de dienstverlening;3° de opvangtijden;4° de manier waarop contact kan worden opgenomen;5° de hoofdlijnen van het opvangconcept vermeld in de bijlage van dit besluit;6° de ouderbijdragen;7° de rechten en plichten van de personen belast met de opvoeding;8° de rechten en plichten van de zelfstandige onthaalouders;9° de duur van de opzeggingstermijn;10° de informatie over de in artikel 26 vermelde mogelijkheid om zich tot het centrum te wenden;11° in voorkomend geval gegevens over de mogelijkheid om stagiairs op te nemen;12° de aanbeveling, gericht aan de personen belast met de opvoeding van de opgevangen kinderen, om hun kinderen overeenkomstig de richtlijnen van het centrum te laten inenten. Indien de zelfstandige onthaalouders de tabel over de kostenbijdrage van de personen belast met de opvoeding, vermeld in de bijlage van het besluit van 22 mei 2014 betreffende de kinderopvangdiensten en andere vormen van kinderopvang, overeenkomstig § 2 toepassen, bevat het opvangcontract vermeld in het tweede lid bovendien ook het bedrag van de verminderde ouderbijdragen. § 2 - De zelfstandige onthaalouders kunnen de tabel over de kostenbijdrage van de personen belast met de opvoeding vermeld in de bijlage van het besluit van 22 mei 2014 betreffende de kinderopvangdiensten en andere vormen van kinderopvang toepassen, als de personen belast met de opvoeding aanspraak kunnen maken op een verhoogde tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging. Daartoe dienen de personen belast met de opvoeding een afzonderlijk bewijs in bij de zelfstandige onthaalouders voordat het contract wordt gesloten.

Als de personen belast met de opvoeding in de loop van de opvangperiode het recht op een verhoogde tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging verwerven, kunnen de zelfstandige onthaalouders de tabel vermeld in het eerste lid toepassen, als de personen belast met de opvoeding het desbetreffende bewijs indienen bij de zelfstandige onthaalouders. § 3 - De verminderde ouderbijdragen worden berekend op basis van het gecumuleerde maandelijkse netto-inkomen van het gezin van de personen belast met de opvoeding.

Voor de toepassing van dit artikel wordt onder netto-inkomen verstaan: het netto-inkomen bedoeld in artikel 6 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.

Echtgenoten, feitelijk samenwonenden en alleenstaanden worden voor de toepassing van dit artikel als een gezin beschouwd.

De referentiemaand voor de berekening van de kostenbijdrage bij het begin van de opvang is de maand die aan het begin van de opvang voorafgaat. Indien die maand op grond van de actuele situatie van het gezin niet representatief is, geldt de eerstvolgende representatieve maand als referentiemaand. Daartoe dienen de personen belast met de opvoeding de desbetreffende inkomensbewijzen in bij de zelfstandige onthaalouders.

Als de personen belast met de opvoeding in de loop van de opvangperiode hun recht op een verhoogde tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging verliezen, delen ze dat onmiddellijk mee aan de zelfstandige onthaalouders. Vanaf de maand nadat de wijziging zich heeft voorgedaan, passen de zelfstandige onthaalouders de ouderbijdrage toe overeenkomstig § 1, tweede lid, 6°. § 4 - De opvang begint pas nadat het opvangcontract door alle partijen is ondertekend.

Alle wijzigingen van dit contract worden schriftelijk vastgelegd."

Art. 5.- In hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Regering van 19 januari 2017 en 19 april 2018, wordt een artikel 29.1 ingevoegd, luidende : "Art. 29.1 - De Regering stelt het door haar aangeschafte pedagogische en technische materiaal ter beschikking van de zelfstandige onthaalouders.

Als de activiteit binnen drie jaar na ontvangst van het materiaal wordt stopgezet, overhandigen de zelfstandige onthaalouders de door de Duitstalige Gemeenschap aangeschafte uitrusting aan het centrum." Als de activiteit drie jaar na ontvangst van het materiaal wordt voortgezet, gaat de door de Duitstalige Gemeenschap aangeschafte uitrusting over in het bezit van de zelfstandige onthaalouders."

Art. 6.- In hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Regering van 19 januari 2017 en 19 april 2018, wordt een artikel 29.2 ingevoegd, luidende : "Art. 29.2 - § 1 - De zelfstandige onthaalouders die hun activiteit in hoofdberoep uitoefenen in de zin van de sociale zekerheid voor zelfstandigen, kunnen een subsidie voor aanneembare werkingskosten krijgen ten belope van hoogstens 861,57 euro per opvangplaats per jaar. De aanneembare werkingskosten omvatten zowel de kosten voor de aanschaf van pedagogisch materiaal als de kosten voor inrichting en uitrusting.

Zelfstandige onthaalouders die hun activiteit in de zin van de sociale zekerheid voor zelfstandigen uitoefenen in bijberoep of in een gelijkwaardig statuut overeenkomstig artikel 37 van het "koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr 38 van 27 juli 1967, houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen" kunnen een subsidie voor aanneembare werkingskosten krijgen ten belope van hoogstens 574,38 euro per opvangplaats per jaar. De aanneembare werkingskosten omvatten zowel de kosten voor de aanschaf van pedagogisch materiaal als de kosten voor inrichting en uitrusting.

Het maximumaantal opvangplaatsen dat met toepassing van het eerste en het tweede lid wordt gesubsidieerd, is beperkt tot het maximumaantal baby's en peuters dat tegelijkertijd kan worden opgevangen, vermeld in artikel 19, § 1. § 2 - Indien de zelfstandige onthaalouders hun activiteit definitief of tijdelijk voor een ononderbroken periode van meer dan een maand stopzetten of indien hun erkenning overeenkomstig artikel 43 wordt ingetrokken, moeten zij de subsidie in verhouding tot het aantal niet-gewerkte dagen terugbetalen.

In afwijking van het eerste lid hoeven de zelfstandige onthaalouders de subsidie niet in verhouding tot het aantal niet-gewerkte dagen terug te betalen, wanneer zij hun activiteit gedurende hoogstens zes maanden stopzetten op grond van een door een arts uitgereikt ziekteattest."

Art. 7.- In hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Regering van 19 januari 2017 en 19 april 2018, wordt een artikel 29.3 ingevoegd, luidende : "Art. 29.3 - De zelfstandige onthaalouders die minder inkomsten hebben ten gevolge van verminderde ouderbijdragen vastgesteld met toepassing van artikel 23, § 2, kunnen een aangepaste subsidie ontvangen die gelijk is aan het verschil tussen de door de zelfstandige onthaalouders vastgestelde ouderbijdrage en de verminderde ouderbijdragen vastgesteld met toepassing van artikel 23, § § 2 en 3.

De subsidie wordt toegekend voor het zorgen voor hoogstens één opvangplaats voor baby's en peuters. Indien de plaats niet het hele jaar bezet is, wordt de subsidie berekend in verhouding tot het aantal niet-bezette dagen."

Art. 8.- In hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Regering van 19 januari 2017 en 19 april 2018, wordt een artikel 29.4 ingevoegd, luidende : "Art. 29.4 - De zelfstandige onthaalouders vragen de subsidies vermeld in de artikelen 29.2 en 29.3 aan via het webportaal."

Art. 9.- Artikel 30 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Regering van 19 april 2018, wordt aangevuld met een tweede en een derde lid, luidende : "De zelfstandige onthaalouders die minstens 15 uur per jaar aan de door het centrum aangeboden of goedgekeurde voortgezette opleidingen deelnemen, ontvangen een jaarlijks forfaitair bedrag van 101,57 euro.

De zelfstandige onthaalouders die minstens 20 uur per jaar aan de door het centrum aangeboden of goedgekeurde voortgezette opleidingen deelnemen, ontvangen een jaarlijkse forfaitair bedrag van 135,42 euro."

Art. 10.- In artikel 31, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt het bedrag "6,10" vervangen door het bedrag "6,61", wordt het bedrag "3,66" vervangen door het bedrag "3,96" en wordt het bedrag "2,44" vervangen door het bedrag "2,64".

Art. 11.- Artikel 32 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een tweede en een derde lid, luidende : "Om de subsidie voor aanneembare werkingskosten overeenkomstig artikel 29.2 te ontvangen, dienen de zelfstandige onthaalouders uiterlijk op 1 november van het lopende jaar een aanvraag in bij het departement via een formulier dat door de Minister ter beschikking wordt gesteld, vergezeld van het bewijs van betaling van de socialezekerheidsbijdragen of van vrijstelling van betaling van de socialezekerheidsbijdragen.

Om de aangepaste subsidie overeenkomstig artikel 29.3 te ontvangen, dienen de zelfstandige onthaalouders een aanvraag in bij het departement via een formulier dat door de Minister ter beschikking wordt gesteld, vergezeld van het bewijs van verhoogde tegemoetkoming in de verzekering voor geneeskundige verzorging van de personen belast met de opvoeding en vergezeld van het opvangcontract."

Art. 12.- In artikel 48 van hetzelfde besluit worden de woorden "de artikelen 18, § 1, en 19" vervangen door de woorden "artikel 18, § 1, artikel 19 en artikel 29.2, § 1,".

Art. 13.- In hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Regering van 19 januari 2017 en 19 april 2018, wordt een artikel 50.1 ingevoegd, luidende : "Art. 50.1 - De zelfstandige mede-onthaalouders die hun activiteit in hoofdberoep uitoefenen in de zin van de sociale zekerheid voor zelfstandigen, kunnen een subsidie voor aanneembare werkingskosten krijgen ten belope van hoogstens 1.148,77 euro per opvangplaats per jaar. De aanneembare werkingskosten omvatten zowel de kosten voor de aanschaf van pedagogisch materiaal als de kosten voor inrichting en uitrusting.

De zelfstandige mede-onthaalouders die hun activiteit in de zin van de sociale zekerheid voor zelfstandigen uitoefenen in bijberoep of in een gelijkwaardig statuut overeenkomstig artikel 37 van het "koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr 38 van 27 juli 1967, houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen" kunnen een subsidie voor aanneembare werkingskosten krijgen ten belope van hoogstens 861,57 euro per opvangplaats per jaar. De aanneembare werkingskosten omvatten zowel de kosten voor de aanschaf van pedagogisch materiaal als de kosten voor inrichting en uitrusting.

De subsidie wordt uitbetaald aan de mede-onthaalouder met wie de personen belast met de opvoeding van het betrokken kind het opvangcontract hebben gesloten.

Indien in het kader van een gemeenschappelijke opvang een andere mede-onthaalouder het betrokken kind opvangt, dan heeft die onthaalouder recht op het daarmee overeenstemmende gedeelte van de subsidie. Dat gedeelte wordt berekend op basis van de werkelijke opvangdagen.

Het maximumaantal opvangplaatsen dat met toepassing van het eerste en het tweede lid wordt gesubsidieerd, is beperkt tot het maximumaantal baby's en peuters dat tegelijkertijd kan worden opgevangen, vermeld in artikel 50, § § 1 en 2."

Art. 14.- In hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Regering van 19 januari 2017 en 19 april 2018, wordt een artikel 50.2 ingevoegd, luidende : "Art. 50.2 - De aangepaste subsidie vermeld in artikel 29.3 wordt uitbetaald aan de zelfstandige mede-onthaalouder met wie de personen belast met de opvoeding van het betrokken kind het opvangcontract hebben gesloten.

Indien in het kader van een gemeenschappelijke opvang een andere mede-onthaalouder het betrokken kind opvangt, dan heeft die onthaalouder recht op het daarmee overeenstemmende gedeelte van de aangepaste subsidie. Dat gedeelte wordt berekend op basis van de werkelijke opvangdagen."

Art. 15.- De bepaling onder 4° van de bijlage van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de woorden ", met uitzondering van de verminderde ouderbijdragen vermeld in artikel 23, § 2".

Art. 16.- Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2021, met uitzondering van : 1° artikel 9, dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2020;2° artikel 10, dat uitwerking heeft met ingang van 1 oktober 2021;3° artikel 8, dat in werking treedt op de datum die de Minister bepaalt en zodra het webportaal beschikbaar is.

Art. 17.- De minister die bevoegd is voor de kinderopvang is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 20 mei 2021.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, De Minister-President, Minister van Lokale Besturen en Financiën O. PAASCH De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek L. KLINKENBERG

^