Etaamb.openjustice.be
Document van 17 april 2008
gepubliceerd op 19 mei 2008

Besluit van de Regering houdende oprichting van de Commissie voor de aanwijzing van de inrichtingshoofden in het Secundair Gemeenschapsonderwijs

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2008033041
pub.
19/05/2008
prom.
17/04/2008
ELI
eli/besluit/2008/04/17/2008033041/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 APRIL 2008. - Besluit van de Regering houdende oprichting van de Commissie voor de aanwijzing van de inrichtingshoofden in het Secundair Gemeenschapsonderwijs


De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 7;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen, en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, inzonderheid op artikel 121quinquies, ingevoegd bij het decreet van 25 juni 2007;

Gelet op het protocol nr. S2/2008 van het sectorcomité van 20 februari 2008;

Gelet op het gunstig advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 februari 2008;

Gelet op het akkoord van de Minister-President, bevoegd inzake Begroting, gegeven op 17 april 2008;

Overwegende dat de dringende noodzaak erdoor wordt gerechtvaardigd dat de oprichting van de commissie voor de aanwijzing van de inrichtingshoofden in het secundair gemeenschapsonderwijs geen uitstel lijdt, omdat het dit schooljaar nog noodzakelijk is een schoolhoofd voor het schooljaar 2008-2009 overeenkomstig de procedure aan te wijzen die door het decreet van 25 juni 2007 is ingevoerd, opdat de betrokken school optimaal naar het schooljaar 2008-2009 kan overgaan;

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 44.309/2, gegeven op 26 maart 2008 met toepassing van artikel 84, § 1, lid 1, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister bevoegd inzake Onderwijs;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.De commissie voor de aanwijzing van de schoolhoofden in het secundair gemeenschapsonderwijs, hierna « de commissie » genoemd, wordt opgericht.

De leden van de commissie worden voor een onbepaalde duur aangewezen.

Art. 2.Binnen één maand na de bekendmaking van de oproep tot de kandidaten in het Belgisch Staatsblad dienen de kandidaten hun kandidatuur bij de commissie in overeenkomstig artikel 121quater van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen, en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen.

Na het verstrijken van de in lid 1 vermelde termijn worden de kandidaten tot een kandidatuurgesprek opgeroepen.

Zo nodig kan de commissie één of meerdere kandidaten voor één of meerdere verdere gesprekken uitnodigen.

Art. 3.De commissie kan slechts geldig beraadslagen, als alle leden aanwezig zijn.

Wordt het in vorig lid vermeld quorum niet bereikt, dan roept de voorzitter ten vroegste op de daarop volgende werkdag een nieuwe zitting bijeen. Bij deze zitting kan een beslissing worden genomen, als ten minste twee leden aanwezig zijn.

Art. 4.De commissie brengt een met redenen omkleed advies uit.

Na de stemming wordt het met redenen omkleed advies bij gewone meerderheid der stemmen uitgebracht. Bij staking van stemmen beslist de voorzitter. Desgevallend worden de opmerkingen van de minderheid bij het advies gevoegd.

Het met redenen omkleed advies wordt na de zitting waarbij het uitgebracht werd, aan de inrichtende macht medegedeeld. Het vermeldt het aantal voor- en tegenstemmen die tot het advies hebben geleid.

Na ontvangst van het advies van de commissie deelt de inrichtende macht aan de kandidaten haar beslissing per aangetekende brief mede.

Zij vermeldt desgevallend de redenen waarom het advies niet gevolgd werd.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt aangenomen.

Art. 6.De Minister bevoegd inzake Onderwijs wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 17 april 2008.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, O. PAASCH

^