13 AUGUSTUS 2002. - Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 24 december 2001 houdende oprichting van een bejaardenraad in de Duitstalige Gemeenschap

De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, gewijzigd bij de wetten van 6 juli 1990, 18 juli 1990, 5 mei 1993, 16 juli 1993, 30 december 1993, 16 december 1996, 4 mei 1999, 6 mei 1999, 25 mei 1999 en 22 december 2000;

Gelet op het besluit van de Regering van 24 december 2001 houdende oprichting van een Bejaardenraad in de Duitstalige Gemeenschap;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 17 juli 2002;

Gelet op het akkoord van de Minister-President, bevoegd inzake Begroting, gegeven op 8 augustus 2002;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat dit besluit onverwijld moet worden aangenomen daar het de samenstelling van de Bejaardenraad wijzigt en tegelijk met het besluit van 24 december 2001 in werking moet treden om de onmiddellijke installatie van de nieuwe raad mogelijk te maken;

Op de voordracht van de Minister bevoegd inzake Sociale Aangelegenheden en Gezin;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Het opschrift van het besluit van de Regering van 24 december 2001 houdende oprichting van een Bejaardenraad in de Duitstalige Gemeenschap wordt vervangen door het volgende opschrift : « Besluit van de Regering tot oprichting van de Bejaardenraad ».

Art. 2.Artikel 3, § 1, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « 1° één vertegenwoordiger per gemeente. In de gemeenten waar een gemeentelijke adviescommissie voor bejaarden opgericht is, moet de vertegenwoordiger lid van deze adviescommissie zijn; 2° één vertegenwoordiger per erkende organisatie voor Volksopleiding en Vormingswerk voor Volwassenen die zich uitsluitend met bejaarden bezighoudt of over een onderafdeling « bejaarden » beschikt.Jaarlijks stelt het Ministerie een lijst met deze organisaties op; 3° twee personen uit de bevolking.»

Art. 3.(Zonder voorwerp voor de Nederlandse tekst).

Art. 4.(Zonder voorwerp voor de Nederlandse tekst).

Art. 5.Voorliggend besluit heeft uitwerking op 24 december 2001.

Art. 6.De Minister bevoegd inzake Sociale Aangelegenheden en Gezin is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 13 augustus 2002.

De Minister-President, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Jeugd en Gezin, Monumentenzorg, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, H. NIESSEN