10 FEBRUARI 2000. - Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Executieve van 5 juni 1991 tot vastlegging van het bijzonder bestek voor het vervoer van de leerlingen die de door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde onderwijsinrichtingen bezoeken

De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de wet van 26 april 1962 betreffende het gemeenschappelijk vervoer van de leerlingen van de onderwijsinrichtingen, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 468 van 9 oktober 1986;

Gelet op de wet van 6 juli 1970 op het buitengewoon en geïntegreerd onderwijs, inzonderheid op artikel 20;

Gelet op de wet van 15 juli 1983 houdende oprichting van de Nationale Dienst voor leerlingenvervoer, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 468 van 9 oktober 1986;

Gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten;

Gelet op het decreet van 31 augustus 1998 betreffende de opdrachten toevertrouwd aan de inrichtende machten en aan het schoolpersoneel en houdende algemene pedagogische en organisatorische bepalingen voor het gewoon onderwijs, inzonderheid op artikel 24;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 februari 1960 houdende tussenkomst van de Staat in de vervoerskosten der leerlingen, die zijn inrichtingen voor bewaarschoolonderwijs, voor lager, lager secundair en hoger secundair onderwijs bezoeken;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 juni 1962 betreffende de machtiging tot gemeenschappelijk vervoer van leerlingen van de onderwijsinrichtingen;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende het algemeen reglement op de technische eisen waaraan de motorvoertuigen en hun aanhangwagens moeten voldoen, zoals het gewijzigd werd;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 februari 1974 betreffende de wijze waarop reiskosten van leerlingen uit het buitengewoon onderwijs ten laste worden genomen door de Staat;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 1976 betreffende de begeleiding in de autobussen die eigendom zijn van de Staat of die hem onder contract door een natuurlijke of rechtspersoon geleend worden en die gebruikt worden voor het ophalen van de leerlingen, met uitzondering van de leerlingen van het buitengewoon onderwijs;

Gelet op het besluit van de Executieve van 5 juni 1991 tot vastlegging van het bijzonder bestek voor het vervoer van de leerlingen die de door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde onderwijsinrichtingen bezoeken, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 15 juni 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 januari 2000;

Gelet op het akkoord van de Minister-President, bevoegd inzake Begroting, gegeven op 8 februari 2000;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de aanbesteding van bepaalde ritten voor het vervoer van de leerlingen in augustus 1999 geschied is, dat andere ritten moeten worden aanbesteden, dat het derhalve onontbeerlijk is, de verdragen nieuw op te maken en de tarieven aan te passen met het oog op de nieuwe samenstelling van de Regering;

Op de voordracht van de Minister van Onderwijs en Opleiding, Cultuur en Toerisme;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.De bijlagen bedoeld in artikel 3, § 1 en § 2, van het besluit van de Executieve van 5 juni 1991 tot vastlegging van het bijzonder bestek voor het vervoer van de leerlingen die de door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde onderwijsinrichtingen bezoeken, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 15 juni 1999, worden door de bijlagen bij dit besluit vervangen.

Art. 2.De bijlage bedoeld in artikel 6, § 3, van hetzelfde besluit wordt door de bijlage bij dit besluit vervangen.

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking op 1 september 1999.

Art. 4.De Minister bevoegd inzaken Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 10 februari 2000.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur en Toerisme, B. GENTGES

Anlage zum Erlass der Regierung vom 10.02.2000 Schülerbeförderungsdienst Zone: Vertrag Im Rahmen der Bestimmungen des Gesetzes vom 15. Juli 1983 und des Gesetzes vom 29. Mai 1959, des Dekretes vom 31. August 1998 und aller verordnungsrechtlicher Bestimmungen, insbesondere der Artikel 4 und 6 des Königlichen Erlasses vom 23. Februar 1960 zur Regelung der Staatsbeihilfe für Fahrkosten der Schüler, die Lehranstalten besuchen, sowie auf Grund der Einzelheiten betreffend der staatlichen Ubernahme der Fahrkosten der Schüler des Sonderunterrichtes und gemäss dem Erlass der Exekutive vom 5. Juni 1991, abgeändert durch den Erlass der Regierung vom 15. Juni 1999, wurde zwischen den Unterzeichnenden: einerseits dem Auftraggeber Deutschsprachige Gemeinschaft vertreten durch den Minister für Unterricht, Klötzerbahn 32, 4700 Eupen und andererseits dem Verkehrsunternehmer vereinbart, dass der tägliche Schülerbeförderungsdienst unter folgenden Bedingungen erfolgt: 1. Rundfahrt Nr.: . . . . .

Fahrplan: (morgens, abends, mittwochs und tagsüber) . . . . . (siehe Anhang) . . . . .

Preis pro Kilometer: (ohne M.W.S. / Steuer und Lasten inbegriffen) . . . . .

Anzahl Kilometer der Strecke (Tagesdurchschnitt): . . . . .

Erforderliche Aufnahmefähigkeit des Fahrzeuges (erwachsene Personen): . . . . .

Ublicher Fahrer des Busses: . . . . .

Marke, Typ und Kapazität des Fahrzeuges: . . . . . . . . . .

Baujahr des Fahrzeuges: . . . . .

Datum der ersten Inbetriebnahme: . . . . .

Polizeiliches Kennzeichen: . . . . . 2. Der Dienst wird an allen Schultagen gewährleistet.Für die vorgesehene Strecke, den Zeitplan des Dienstes und die Bestimmung der Haltestellen hält sich der Unternehmer an die Anweisungen des Ministeriums - Abteilung Organisation des Unterrichtswesens - Schülerbeförderung. 3. Die Rechnungen pro Fahrzeug und pro Strecke (Orginal und zwei Abschriften) sind monatlich an das Ministerium der Deutschsprachigen Gemeinschaft, Abteilung Organisation des Unterrichtswesens - Schülerbeförderung - Gospert 1-5, 4700 Eupen - zu richten.Folgende Elemente sind zu vermerken: - die Fahrkilometerzahl für den betreffenden Monat; - den Preis je Fahrkilometer; - den Gesamtbetrag der Fahrkosten; - den Betrag der Mehrwertsteuer; - den auf den Franken abgerundeten geschuldeten Gesamtbetrag (die Dezimale, die 0,5 entspricht oder darüber liegt, wird auf die obere Einheit aufgerundet); - den Vermerk: « Ich bestätige den Betrag in Höhe von ... BEF »; - die Unterschrift des Verkehrsunternehmers.

Die Rechnungen müssen vor dem 10. des darauffolgenden Monats vorliegen. Ausserdem sind nur die Fahrten zu berechnen, die effektiv ausgeführt wurden. 4. Vorliegender Vertrag beginnt am ..................................... und endet am . . . . .

Vorliegender Vertrag kann unter denselben Bedingungen einmal / zweimal verlängert werden.

JANEIN 5. Vorliegender Vertrag wird auf der Grundlage der Bestimmungen des Erlasses der Exekutive vom 15.Juni 1991 zur Festlegung des Sonderlastenheftes für die Beförderung der Schüler, die die von der Deutschsprachigen Gemeinschaft organisierten oder bezuschussten Einrichtungen besuchen, abgeändert durch den Erlass der Regierung vom 15. Juni 1999, abgeschlossen.6. Ausgestellt in so vielen Exemplaren (+1) wie Vertragsparteien, wobei jede Partei erklärt ein Exemplar erhalten zu haben.7. Der handgeschriebene Vermerk « Gesehen und genehmigt » hat vor jeder Unterschrift zu stehen. Ausserdem muss das Datum bei jeder Unterschrift vermerkt werden.

Der Verkehrsunternehmer, Der Minister für Unterricht, Datum: Datum:

Anlage zum Erlass der Regierung vom 10. 02 2000 Nachtrag zum Vertrag, der am ... abgeschlossen wurde Zusatzvertrag Nummer vom ...

Weil der o.e. Vertrag abgeändert wird, wird unter den Vertragspartnern einerseits dem Auftraggeber Deutschsprachige Gemeinschaft vertreten durch den Minister für Unterricht, Klötzerbahn 32, 4700 Eupen und andererseits dem Verkehrsunternehmer . . . . . . . . . . . . . . . vereinbart, dass 1. die ursprünglich auf ... Km festgelegte Kilometerzahl der Rundfahrt Nr. . . . . . ab dem ............. auf ............... Km erhöht wird. ab dem ............. auf ............... Km verringert word. ab dem ............... unverändert bleibt.

Grund: . . . . . 2. der ursprünglich vereinbarte Preis der Rundfahrt Nr. ............... je Fahrkilometer (Steuer und Lasten inbegriffen jedoch ohne Mehrwertsteuer) von ............... BF - ab dem ............... auf ............... BF erhöht wird. - ab dem ............... auf ............... BF verringert wird. - ab dem ............... unverändert bleibt.

Grund: . . . . . 3. die erforderliche Kapazität des Fahrzeuges der Rundfahrt Nummer ............... von ............... Sitzplätze (erwachsene Personen) - ab dem............... auf ............... Sitzplätze erhöht wird. - ab dem ............... auf ............... Sitzplätze verringert wird. - ab dem ............... unverändert bleibt.

Grund: . . . . . . . . . .

Eigenschaften des Fahrzeuges: Polizeiliches Kennzeichen: . . . . .

Marke, Typ und Kapazität des angegebenen Fahrzeuges: . . . . . . . . . .

Baujahr des Fahrzeuges: . . . . .

Datum der ersten Inbetriebnahme: . . . . .

Ausgestellt in so vielen Exemplaren (+1) wie Vertragspartner, wobei jede Partei erklärt ein Exemplar erhalten zu haben.

Der handgeschriebene Vermerk « Gelesen und genehmigt » hat vor jeder Unterschrift zu stehen.

Ausserdem muss das Datum bei jeder Unterschrift vermerkt werden.

Der Verkehrsunternehmer Der Minister für Unterricht Datum: Datum:

Véhicules 8 à 13 places Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gesehen, um dem Erlass der Regierung vom 10. 02. 2000 zur Abänderung des Erlasses der Exekutive vom 5. Juni 1991 zur Festlegung des Sonderlastenheftes für die Beförderung der Schüler, die die von der Deutschsprachigen Gemeinschaft organisierten oder bezuschussten Lehranstalten besuchen, beigefügt zu werden.

Eupen, den 10. Februar 2000 Für die Regierung der Deutschsprachigen Gemeinschaft: Der Minister-Präsident, Minister für Beschäftigung, Behindertenpolitik, Medien und Sport, K.-H. LAMBERTZ Der Minister für Unterricht und Ausbildung, Kultur und Tourismus, B. GENTGES