gepubliceerd op 29 juli 2022
Decreet tot wijziging van artikel 5 van het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Opgroeien regie, tot wijziging van het Groeipakketdecreet van 2018 en tot uitlegging van artikel 8 van het Groeipakketdecreet van 2018
1 JULI 2022. - Decreet tot wijziging van artikel 5 van het decreet van 30 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035799 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Opgroeien regie, tot wijziging van het Groeipakketdecreet van 2018 en tot uitlegging van artikel 8 van het Groeipakketdecreet van 2018 (1)
Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: DECREET tot wijziging van artikel 5 van het
decreet van 30 april 2004Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
30/04/2004
pub.
07/06/2004
numac
2004035799
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin
sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Opgroeien regie, tot wijziging van het Groeipakketdecreet van 2018 en tot uitlegging van artikel 8 van het Groeipakketdecreet van 2018 HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling
Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid. HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het decreet van 30 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035799 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Opgroeien regie
Art. 2.In artikel 5, § 1, tweede lid, van het decreet van 30 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035799 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Opgroeien regie, ingevoegd bij het decreet van 1 maart 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 1° worden tussen de zinsnede "artikel 4, § 2," en de woorden "op zich nemen" de woorden "van dit decreet" ingevoegd; 2 in punt 2° worden de woorden "de gezinsbijslagen en toelagen met betrekking tot het gezinsbeleid ontvangen" vervangen door de zinsnede "de financiële lasten van de kinderen die materiële ondersteuning krijgen als vermeld in artikel 68, § 2/1, van het Groeipakketdecreet van 2018, en die ten laste zijn van het agentschap, op zich nemen". HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het Groeipakketdecreet van 2018
Art. 3.In artikel 3 van het Groeipakketdecreet van 2018, gewijzigd bij de decreten van 22 maart 2019 en 21 mei 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan paragraaf 1, 21°, wordt een punt e) toegevoegd, dat luidt als volgt: "e) de leerling die gedurende het schooljaar in kwestie minstens 149 dagen residentieel verblijft in een door de Vlaamse overheid erkend multifunctioneel centrum voor minderjarige personen met een handicap;"; 2° in paragraaf 2 worden de woorden "of rechtspersoon" vervangen door het woord "persoon".
Art. 4.Artikel 8, § 1, eerste lid, 1°, van hetzelfde decreet, wordt uitgelegd als volgt door toevoeging van de volgende zin: "Voor de toepassing van dit decreet vormt een attest van immatriculatie geen toelating of machtiging in de zin van deze bepaling.".
Art. 5.In artikel 18 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 22 maart 2019 en 21 mei 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het derde lid wordt de zinsnede ", bepaald of bekrachtigd door de bevoegde rechtbank," opgeheven;2° in het vierde lid wordt de zinsnede ", zoals bepaald of bekrachtigd door de bevoegde rechtbank," opgeheven;3° in het vijfde lid worden de woorden "en wordt het bedrag van de toeslag gehalveerd toegekend in elk gezin" opgeheven;4° een zesde, zevende en achtste lid worden toegevoegd, die luiden als volgt: "Voor de huisvesting van het meerderjarige rechtgevend kind wordt uitgegaan van de woonplaats van het kind. In afwijking van het zesde lid blijft de vastgestelde huisvesting overeenkomstig het vijfde lid die geldt op het moment dat het kind meerderjarig wordt, gelden.
In afwijking van het zesde en zevende lid kan de al dan niet gelijkmatig verdeelde huisvesting van het meerderjarige rechtgevend kind worden bepaald op grond van een overeenkomst, waarin de al dan niet gelijkmatig verdeelde huisvesting van het rechtgevende kind uitdrukkelijk wordt bepaald, en die is geregistreerd conform artikel 1 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten."; 5° in het zevende lid, dat het tiende lid wordt, worden de woorden "is geplaatst door bemiddeling of ten laste van een openbare overheid in een instelling" vervangen door de zinsnede "materiële ondersteuning krijgt als vermeld in artikel 68, § 2/1".
Art. 6.In artikel 23 van hetzelfde decreet wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "De vermindering, vermeld in het eerste lid, wordt niet toegepast als voor een rechtgevend kind aanspraak kan worden gemaakt op uitkeringen van dezelfde aard krachtens statutaire regels die van toepassing zijn op de ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Unie, in geval van een beroepsactiviteit in loondienst of zelfstandigenactiviteit in België van een ouder van het kind of de echtgenoot van die ouder.".
Art. 7.In artikel 30, § 1, 3°, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 22 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/03/2019 pub. 15/05/2019 numac 2019012255 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, het decreet van 8 juni 2007 betreffende de studiefinanciering van de Vlaamse Gemeenschap, de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, de codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016 en het decreet van 27 april 2018 tot regeling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid, wat betreft de afstemming op het decreet van 27 april 2018 tot regeling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid type decreet prom. 22/03/2019 pub. 12/04/2019 numac 2019011580 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van artikel 18, 19, 157, 184/1 en 218 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende radio-omroep en televisie sluiten, worden de woorden "uiterlijk vijftien kalenderdagen" vervangen door de zinsnede "tijdens het schooljaar uiterlijk 21 kalenderdagen".
Art. 8.In artikel 34, § 1, eerste lid, 3°, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 22 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/03/2019 pub. 15/05/2019 numac 2019012255 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, het decreet van 8 juni 2007 betreffende de studiefinanciering van de Vlaamse Gemeenschap, de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, de codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016 en het decreet van 27 april 2018 tot regeling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid, wat betreft de afstemming op het decreet van 27 april 2018 tot regeling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid type decreet prom. 22/03/2019 pub. 12/04/2019 numac 2019011580 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van artikel 18, 19, 157, 184/1 en 218 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende radio-omroep en televisie sluiten, worden de woorden "uiterlijk vijftien kalenderdagen" vervangen door de zinsnede "tijdens het schooljaar uiterlijk 21 kalenderdagen".
Art. 9.Aan artikel 45 van hetzelfde decreet wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Met behoud van de toepassing van artikel 27, 30 en 34 heeft de rechthebbende leerling recht op het hoogste bedrag van de selectieve participatietoeslag overeenkomstig het gevolgde onderwijs als het gevolgde onderwijs in de loop van het schooljaar wijzigt.".
Art. 10.In artikel 57, § 3, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan het eerste lid wordt een punt 4° toegevoegd, dat luidt als volgt: "4° als het een niet-begeleide minderjarige is als vermeld in titel XIII, hoofdstuk VI, van de Programmawet (I) van 24 december 2002, als er geen werkelijke opvoeder kan worden aangewezen conform artikel 59 van dit decreet."; 2° het tweede en derde lid worden opgeheven;3° aan het bestaande vierde lid, dat het tweede lid wordt, wordt de zinsnede ", met behoud van toepassing van artikel 9, § 1, van titel XIII, hoofdstuk VI, van de Programmawet (I) van 24 december 2002" toegevoegd.
Art. 11.In artikel 66 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt: "Als de aanvraag van het startbedrag geboorte niet door beide begunstigden wordt ondertekend, kunnen de begunstigden in afwijking van artikel 65, § 2, tweede lid, gedurende drie maanden na de geboorte met een schriftelijk verzoek de uitbetalingsactor wijzigen."; 2° er wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "De wijziging van uitbetalingsactor, vermeld in het tweede lid, gaat in vanaf het eerste kwartaal dat volgt op het kwartaal waarin een ontvankelijk wijzigingsverzoek is ingediend.".
Art. 12.In artikel 68 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden de woorden "en het startbedrag adoptie" vervangen door de zinsnede ", het startbedrag adoptie en de pleegzorgtoeslag";2° er wordt een paragraaf 2/1 ingevoegd, die luidt als volgt: § 2/1.Als een rechtgevend kind materiële ondersteuning krijgt, wordt, in afwijking van paragraaf 1 en 2, vanaf 1 juli 2022 een derde van de gezinsbijslagen, vermeld in deel 1, met uitzondering van het startbedrag geboorte, het startbedrag adoptie en de pleegzorgtoeslag, uitbetaald aan de begunstigden.
In het eerste lid wordt verstaan onder een rechtgevend kind dat materiële ondersteuning krijgt: 1° een kind dat opvang in een opvangstructuur krijgt als vermeld in artikel 2, 10°, van de wet van 12 januari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/01/2007 pub. 07/05/2007 numac 2007002066 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen type wet prom. 12/01/2007 pub. 19/10/2007 numac 2007000860 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen sluiten betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen;2° een kind dat medische begeleiding krijgt als vermeld in de voormelde wet;3° een kind dat in een instelling is geplaatst door bemiddeling of ten laste van een openbare overheid. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de uitbetaling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid vermeld in het eerste lid.".
Art. 13.In artikel 76, tweede lid, van hetzelfde decreet wordt de zinsnede "gezinsbijslagen, vermeld in deel 1 van boek 2," vervangen door de woorden "toelagen in het kader van het gezinsbeleid" en wordt de zinsnede ", worden de toelagen betaald met een circulaire cheque, volgens de regels die de Vlaamse Regering bepaalt" vervangen door de woorden "bepaalt de Vlaamse Regering met welk betaalmiddel de toelagen worden uitbetaald en volgens welke regels".
Art. 14.In artikel 95 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het vijfde lid wordt vervangen door wat volgt: "Voor de selectieve participatietoeslagen, vermeld in boek 2, deel 2, begint de termijn van vijf jaar op 1 september van het schooljaar waarop de selectieve participatietoeslagen betrekking zouden hebben."; 2° tussen het vijfde en het zesde lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "Voor de kleutertoeslagen, vermeld in boek 2, deel 3, titel 2, begint de termijn van vijf jaar op: 1° de eerste dag van de maand na de derde verjaardag van de leerling voor de kleutertoeslag, vermeld in artikel 54; 2° de eerste dag van de maand na de vierde verjaardag van de leerling voor de kleutertoeslag, vermeld in artikel 55.".
Art. 15.In artikel 103 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 21 mei 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/05/2021 pub. 18/06/2021 numac 2021031619 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van diverse decreten over welzijn, volksgezondheid en gezin sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden "of als hij het afbetalingsplan dat is overeengekomen" vervangen door de woorden "en als hij het afbetalingsplan dat in voorkomend geval is overeengekomen";2° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden "bij dwangbevel" opgeheven;3° in paragraaf 5 worden de woorden "het reservefonds" vervangen door de woorden "de toelagenreserve".
Art. 16.In artikel 150, 5°, a), van hetzelfde decreet worden de woorden "bij dwangbevel" opgeheven.
Art. 17.In artikel 163, 7°, a), van hetzelfde decreet worden de woorden "bij dwangbevel" opgeheven.
Art. 18.In artikel 169 van hetzelfde decreet worden de woorden "bij dwangbevel ingevorderd" vervangen door de zinsnede "na een herinnering om te betalen en nadat de beroepstermijn is verstreken, ingevorderd conform artikel 2 van het decreet van 22 februari 1995 tot regeling van de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor de Vlaamse Gemeenschap en de instellingen die eronder ressorteren".
Art. 19.Artikel 187 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 187.Als de uitbetalingsactor weigert de administratieve geldboete te betalen, wordt ze na een herinnering om te betalen en nadat de beroepstermijn is verstreken, ingevorderd conform artikel 2 van het decreet van 22 februari 1995 tot regeling van de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor de Vlaamse Gemeenschap en de instellingen die eronder ressorteren.".
Art. 20.Aan artikel 216 van hetzelfde decreet, waarvan de bestaande tekst pararaaf 1 zal vormen, worden een paragraaf 2 en een paragraaf 3 toegevoegd, die luiden als volgt: " § 2. Paragraaf 1 is niet van toepassing als voor de rechtgevende kinderen in het gezin van een begunstigde door toepassing van paragraaf 1 het bedrag dat overeenstemt met het basisbedrag, vermeld in artikel 13, en de wezentoeslag, vermeld in artikel 15, voor de voormelde kinderen samen lager is dan het basisbedrag, vermeld in artikel 210, § 1, en de leeftijdsbijslag, vermeld in artikel 212 en 213, zoals ze zijn toegekend voor de voormelde kinderen in de maand voor de maand waarin de voormelde kinderen wees zijn geworden.
In geval van toepassing van het eerste lid geven de rechtgevende kinderen in het gezin van de begunstigde nadat de voormelde kinderen wees zijn geworden, samen recht op het bedrag dat overeenstemt met het basisbedrag, vermeld in artikel 210, § 1, en de leeftijdsbijslag, vermeld in artikel 212 en 213, zoals ze zijn toegekend voor de voormelde kinderen in de maand voor de maand waarin de voormelde kinderen wees zijn geworden. § 3. De rechtgevende kinderen, vermeld in paragraaf 2, geven wel recht op de gezinsbijslagen conform paragraaf 1 als een van de weeskinderen in kwestie niet langer recht geeft op gezinsbijslagen binnen het gezin van de begunstigde.".
Art. 21.In artikel 225, § 1, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt de zinsnede "boek 2, deel 4, titel 2, hoofdstuk 3" vervangen door de zinsnede "artikel 68 en artikel 75 tot en met 78".
Art. 22.Artikel 226 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 22 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/03/2019 pub. 15/05/2019 numac 2019012255 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, het decreet van 8 juni 2007 betreffende de studiefinanciering van de Vlaamse Gemeenschap, de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, de codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016 en het decreet van 27 april 2018 tot regeling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid, wat betreft de afstemming op het decreet van 27 april 2018 tot regeling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid type decreet prom. 22/03/2019 pub. 12/04/2019 numac 2019011580 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van artikel 18, 19, 157, 184/1 en 218 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende radio-omroep en televisie sluiten, wordt opgeheven. HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 23.De Vlaamse Regering kan de verdelingsregels ten aanzien van de instellingen, zoals deze golden voor de inwerkingtreding van artikel 12 van dit decreet, tot uiterlijk 31 december 2024 verder toepassen op de instellingen die ze daarvoor aanwijst.
Art. 24.Artikel 2 treedt in werking op een datum die de Vlaamse Regering vaststelt.
Artikel 3, 2°, 6, 10, 1° en 3°, 14, 2°, en 15 tot en met 20 hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2019.
Artikel 3, 1°, en 14, 1°, hebben uitwerking met ingang van 1 september 2019.
Artikel 7 tot en met 9 hebben uitwerking met ingang van 1 september 2021 voor de toekenning van selectieve participatietoeslagen vanaf het schooljaar 2021-2022.
Artikel 10, 2°, heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2022.
Artikel 5, 5°, 12 en 21 tot en met 23 treden in werking op 1 augustus 2022.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 1 juli 2022 De minister-president van de Vlaamse Regering J. JAMBON De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, H. CREVITS _______ Nota (1) Zitting 2021-2022 Documenten:- Ontwerp van decreet : 1305 - Nr.1 - Verslag : 1305 - Nr. 2 - Amendement : 1305 - Nr. 3 - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1305 - Nr. 4 Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergadering van 29 juni 2022.