Etaamb.openjustice.be
Decreet
gepubliceerd op 29 juli 2022

Decreet tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Veldwetboek van 7 oktober 1886, het Bosdecreet van 13 juni 1990, het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en het decreet van 21 december 2001 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2002, wat betreft het beschermen van de bossen en het natuurbeheer van openbare terreinen

bron
vlaamse overheid
numac
2022032818
pub.
29/07/2022
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 JULI 2022. - Decreet tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Veldwetboek van 7 oktober 1886, het Bosdecreet van 13 juni 1990, het decreet van 21 oktober 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/1997 pub. 10/01/1998 numac 1997036441 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu sluiten betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en het decreet van 21 december 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/12/2001 pub. 29/12/2001 numac 2001036491 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2002 sluiten houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2002, wat betreft het beschermen van de bossen en het natuurbeheer van openbare terreinen (1)


Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: Decreet tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Veldwetboek van 7 oktober 1886, het Bosdecreet van 13 juni 1990, het decreet van 21 oktober 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/1997 pub. 10/01/1998 numac 1997036441 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu sluiten betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en het decreet van 21 december 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/12/2001 pub. 29/12/2001 numac 2001036491 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2002 sluiten houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2002, wat betreft het beschermen van de bossen en het natuurbeheer van openbare terreinen HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling

Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid. HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het Wetboek van Strafvordering

Art. 2.In artikel 138 van het Wetboek van Strafvordering, vervangen bij het koninklijk besluit nr. 252 van 8 maart 1936 en het laatst gewijzigd bij de wet van 30 december 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/12/2009 pub. 15/01/2010 numac 2010009013 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie (1) type wet prom. 30/12/2009 pub. 15/01/2010 numac 2010009012 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie (1) type wet prom. 30/12/2009 pub. 31/12/2009 numac 2009021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen sluiten, wordt punt 2° opgeheven. HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het Veldwetboek van 7 oktober 1886

Art. 3.In artikel 35bis van het Veldwetboek van 7 oktober 1886, hernummerd en vervangen bij de wet van 8 april 1969 en gewijzigd bij de decreten van 7 december 2007 en 18 december 2015, wordt het eerste lid van paragraaf 5 vervangen door wat volgt: " § 5. In de gedeelten van het grondgebied die voor de landbouw zijn bestemd, is bosaanleg met hoogstammige bomen verboden op minder dan 6 meter van de scheidingslijn tussen twee erven. In de voormelde zone van 6 meter is het wel mogelijk een bosrand tot ontwikkeling te laten komen die bestaat uit mantel-zoomvegetaties en die niet dichter dan een halve meter van de scheidingslijn komt. Als mantelvegetatie wordt de zone met struiken of hakhout bedoeld die lager is dan de hoogstammige bomen dieper in het bos. Als zoomvegetatie wordt de zone beschouwd die bestaat uit een ruige gras- en kruidachtige vegetatie die richting het bos overgaat in de mantelvegetatie. Deze bosrand wordt beschouwd als een bos in de zin van artikel 3, § 1, van het Bosdecreet van 13 juni 1990. Bovendien is voor bosaanleg vergunning van het college van burgemeester en schepenen vereist. Het college beslist binnen dertig dagen na de indiening van de aanvraag. Doet het dit niet binnen die termijn, dan wordt de vergunning geacht verleend te zijn. De weigering van de vergunning is met redenen omkleed. Binnen een maand na de kennisgeving kan beroep worden ingesteld bij de bestendige deputatie.". HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het Bosdecreet van 13 juni 1990

Art. 4.Artikel 45 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 18 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 23/07/1999 numac 1999035925 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het bosdecreet van 13 juni 1990 sluiten en gewijzigd bij de decreten van 7 december 2007, 1 maart 2013 en 9 mei 2014, wordt opgeheven.

Art. 5.Artikel 49 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 6.In artikel 49bis van hetzelfde decreet worden tussen de woorden "Voor de beplanting met houtachtige gewassen van gronden die eigendom zijn van publiekrechtelijke rechtspersonen en die gelegen zijn in agrarisch gebied verleent" en de zinsnede "het daartoe aangestelde personeelslid van het Departement Landbouw en Visserij een advies in het kader van de in artikel 35bis, § 5, van het Veldwetboek vereiste vergunning van het College van Burgemeester en Schepenen." de woorden "het agentschap en" ingevoegd.

Art. 7.In artikel 87, vierde lid, van hetzelfde decreet worden tussen de woorden "Voor de beplanting met houtachtige gewassen van gronden gelegen in agrarisch gebied of een daarmee gelijkgesteld bestemmingsgebied verleent" en de zinsnede "het daartoe aangestelde personeelslid van het Departement Landbouw en Visserij een advies in het kader van de in artikel 35bis, § 5, van het Veldwetboek vereiste vergunning van het College van Burgemeester en Schepenen." de woorden "het agentschap en" ingevoegd.

Art. 8.In artikel 90bis van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 21 oktober 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/1997 pub. 10/01/1998 numac 1997036441 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu sluiten, vervangen bij het decreet van 17 juli 2000 en het laatst gewijzigd bij het decreet van 26 april 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, derde lid, wordt het woord "verkavelingsvergunning" vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden";2° in paragraaf 2 wordt het woord "verkavelingsvergunning" telkens vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden";3° in paragraaf 3, eerste lid, wordt het woord "verkavelingsvergunning" vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden";4° in paragraaf 4 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt: "De compensatie, vermeld in paragraaf 2 en 3, wordt gerealiseerd op een van de volgende wijzen: 1° als de ontbossing een openbaar bos betreft door uitvoering in natura;2° als de ontbossing een privébos betreft: a) ofwel door storting door de aanvrager van de betrokken vergunning van een bosbehoudsbijdrage dewelke de bevoegde overheid besteedt volgens de voorwaarden bepaald in paragraaf 8;b) ofwel door uitvoering in natura door de aanvrager van de betrokken vergunning; c) ofwel door een combinatie van punt a) en b)."; 5° in paragraaf 4 wordt het tweede lid opgeheven;6° in paragraaf 4 wordt het bestaande derde lid, dat het tweede lid wordt, vervangen door een nieuw tweede en derde lid, die luiden als volgt: "De compensatie, vermeld in paragraaf 2 en 3, betreft ten minste een gelijke oppervlakte ten opzichte van de ontbossing.In het geval van een ontbossing als vermeld in paragraaf 4, eerste lid, 2°, van minimaal 10 ha dient het deel van de compensatie waarvan de aanvrager kiest in natura te compenseren, te worden gerealiseerd in één ruimtelijk aaneengesloten geheel van minimaal 10 ha of te worden gerealiseerd aansluitend bij een bestaand bos van minimaal 5 ha of een combinatie van beide. Voor bossen van minimaal 10 ha wordt na aanplant een natuurbeheerplan van minimaal type 3 opgesteld. Voor bossen die een bijdrage kunnen leveren aan de realisatie van de instandhoudingsdoelstellingen voor een speciale beschermingszone als vermeld in artikel 2, 65°, van het decreet Natuurbehoud, bedraagt de compensatie een drievoud van de ontboste oppervlakte. De bosbehoudsbijdrage wordt vastgesteld door de verlener van de omgevingsvergunning zoals bedoeld in paragraaf 1. Het bedrag kan niet lager zijn dan het bedrag vastgesteld door de Vlaamse Regering. Bij gebreke aan een gemeentelijk reglement dat het basisbedrag van de bosbehoudsbijdrage vaststelt op het ogenblik van de vergunningsbeslissing in eerste aanleg, zal het minimumtarief van toepassing zijn zoals bepaald door de Vlaamse Regering overeenkomstig dit lid. De Vlaamse Regering stelt een lijst vast van bostypes die een bijdrage leveren aan de realisatie van de voormelde instandhoudingsdoelstellingen en bepaalt de nadere regels voor: 1° het minimumbedrag voor de bosbehoudsbijdrage, de wijze en de omvang van de compensatie waarbij differentiatie mogelijk is;2° de wijze waarop de bosbehoudsbijdrage besteed wordt;3° de wijze waarop over de effectiviteit van de compensatie gerapporteerd wordt;4° de gebieden die in aanmerking komen voor compensatie in natura. In geval van hoger beroep blijft de bosbehoudsbijdrage, zoals bepaald door de vergunningverlenende overheid in eerste aanleg, van toepassing."; 7° in paragraaf 5, eerste en tweede lid, wordt het woord "derde" vervangen door het woord "tweede";8° in paragraaf 5, eerste en vijfde lid, wordt het woord "verkavelingsvergunning" vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden";9° er wordt een paragraaf 8 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 8.In het geval bedoeld in paragraaf 4, eerste lid, 2°, a), en de vergunningverlener het negatief advies van het agentschap ten aanzien van de voorgenomen ontbossing niet volgt, int de vergunningverlenende overheid die in laatste administratieve aanleg de vergunning tot ontbossing of de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, vermeld in paragraaf 2, 2°, aflevert, de bosbehoudsbijdrage en voert zij de compensatie uit binnen de drie jaar te rekenen van de beslissing in laatste administratieve aanleg of, indien gemotiveerd, binnen de vijf jaar.

In het geval bedoeld in paragraaf 4, eerste lid, 2°, en de vergunningverlener het gunstig advies van het agentschap volgt, kan de vergunningverlener kiezen tussen volgende opties: 1° de bosbehoudsbijdrage zelf te innen en zelf de compensatie uit te voeren binnen de drie jaar te rekenen van de beslissing in laatste administratieve aanleg of indien gemotiveerd binnen de vijf jaar;2° de bosbehoudsbijdrage te laten innen door het agentschap.In dit geval geldt het bedrag dat door de Vlaamse Regering is vastgesteld.

De vergunningverlener maakt deze keuze door middel van een gemotiveerde beslissing.

De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen over de ontvangst van de bosbehoudsbijdrage, de realisatie van de boscompensatie en de gevolgen bij het uitblijven van de realisatie van de boscompensatie.". HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van het decreet van 21 oktober 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/1997 pub. 10/01/1998 numac 1997036441 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu sluiten betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu

Art. 9.In artikel 12octies van het decreet van 21 oktober 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/1997 pub. 10/01/1998 numac 1997036441 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu sluiten betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, ingevoegd bij het decreet van 9 mei 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/05/2014 pub. 07/07/2014 numac 2014035694 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van de regelgeving inzake natuur en bos sluiten en gewijzigd bij het decreet van 22 juni 2018, wordt een paragraaf 2bis ingevoegd, die luidt als volgt: " § 2bis. De beheerder van een terrein kan in een toegankelijkheidsregeling vastleggen onder welke voorwaarden gerookt mag worden en vuur gemaakt mag worden op het terrein. Als ter uitvoering van artikel 13, § 9, tweede lid, de Vlaamse Regering een regeling treft, krijgt die regeling voorrang ten opzichte van wat in de toegankelijkheidsregeling voor het terrein vermeld staat.

De Vlaamse Regering kan nadere regels vastleggen voor de aanduiding van de wijze waarop kan worden bekendgemaakt hoe roken en vuur maken geregeld zijn op het terrein.".

Art. 10.Aan hoofdstuk IIIbis van het decreet van 21 oktober 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/1997 pub. 10/01/1998 numac 1997036441 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu sluiten betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, ingevoegd bij het decreet van 9 mei 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/05/2014 pub. 07/07/2014 numac 2014035694 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van de regelgeving inzake natuur en bos sluiten en gewijzigd bij het decreet van 22 juni 2018, wordt een afdeling 5 toegevoegd, die luidt als volgt: "Afdeling 5. Technisch beheer van openbare terreinen".

Art. 11.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 4 december 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/12/2020 pub. 16/12/2020 numac 2020044292 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van diverse decreten met betrekking tot de omvorming van het Vlaams Energieagentschap tot het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap, tot integratie van opdrachten inzake klimaat van het Departement Omgeving in dit Vlaams Energie- en Klimaatagentschap, tot integratie van opdrachten inzake lucht van het Departement Omgeving in de Vlaamse Milieumaatschappij en houdende rapportage door het Departement Omgeving type decreet prom. 04/12/2020 pub. 10/12/2020 numac 2020044004 bron vlaamse overheid Decreet tot opheffing van artikel 3, 1°, van het decreet van 3 april 2020 tot afwijking van diverse bepalingen van het Energiedecreet van 8 mei 2009, het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, en de uitvoeringsbesluiten ervan, en tot dekking van de kosten voor elektriciteitsverbruik, verwarming of waterverbruik voor de eerste maand van tijdelijke werkloosheid ten gevolge van de coronacrisis sluiten, wordt aan afdeling 5, toegevoegd bij artikel 10, een artikel 12decies toegevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 12decies.§ 1. In deze paragraaf wordt verstaan onder besturen: 1. een gemeente;2. een gemeentebedrijf;3. een vereniging van gemeenten;4. een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn;5. een intercommunaal centrum voor maatschappelijk welzijn;6. een vereniging van openbare centra voor maatschappelijk welzijn;7. een provincie;8. een provinciebedrijf;9. een polder;10. een watering;11. een vereniging van polders en wateringen;12. een kerkfabriek en elke andere rechtspersoon die voor de uitoefening van een openbare eredienst of voor verenigingen van vrijzinnigen onroerende goederen beheert. De besturen die eigenaar zijn van een openbaar terrein dat beheerd wordt of zal worden in het kader van natuurbehoud, kunnen het agentschap verzoeken om het technische beheer van dat terrein uit te voeren. De besturen geven in een schriftelijke mededeling aan dat ze de intentie hebben om een natuurbeheerplan als vermeld in artikel 16bis, op te maken. De Vlaamse Regering bepaalt de taken die vallen onder het technische beheer wat slaat op uitvoerende en coördinerende taken die nodig zijn om het beheer van het terrein binnen gestelde doelstellingen uit te voeren. Het technische beheer wordt stopgezet nadat het voormelde natuurbeheerplan is goedgekeurd conform artikel 16octies.

De besturen die eigenaar zijn van een openbaar terrein dat beheerd wordt of zal worden in het kader van natuurbehoud, kunnen met een overeenkomst het volledige beheer aan het agentschap overdragen op voorwaarde dat er een goedgekeurd natuurbeheerplan is als vermeld in artikel 16octies, of dat het bestuur de intentie heeft om een natuurbeheerplan als vermeld in artikel 16bis op te maken. Bij de beslissing tot overname van het beheer verleent het agentschap geen subsidies meer als vermeld in artikel 16sedecies. Dit volledige beheer onderscheidt zich van het technische beheer door ook het stellen van de doelstellingen voor het natuurtechnische beheer en de volledige financiële verantwoordelijkheid voor het beheer te omvatten. § 2. In afwijking van paragraaf 1 kunnen de eigenaars van alle andere openbare terreinen die beheerd worden of zullen worden in het kader van natuurbehoud schriftelijk laten weten aan het agentschap om het technische beheer te laten uitvoeren door het agentschap. § 3. In afwijking van paragraaf 1 en 2 kan een publiekrechtelijke rechtspersoon die eigenaar is van een openbaar terrein dat beheerd wordt of zal worden in het kader van natuurbehoud, een derde het technische beheer laten uitvoeren. Als van die mogelijkheid wordt gebruikgemaakt, voert de derde in kwestie het volledige takenpakket uit dat wordt bepaald krachtens paragraaf 1, tweede lid. Het is niet mogelijk om alleen bepaalde taken van het voormelde takenpakket door de derde te laten uitvoeren terwijl het agentschap nog andere taken van het voormelde takenpakket uitvoert.

Een publiekrechtelijk rechtspersoon die gebruik maakt van de mogelijkheid, vermeld in het eerste lid, sluit daarvoor een overeenkomst met de derde. De publiekrechtelijke rechtspersoon deelt het agentschap schriftelijk mee welke derde het technische beheer uitvoert, binnen dertig dagen na de dag van de ondertekening van de overeenkomst.

In voorkomend geval worden tussen enerzijds het agentschap en anderzijds de publiekrechtelijke rechtspersoon en de derde die de beheertaken op zich zal nemen, afspraken gemaakt over het tijdstip waarop de derde de taken overneemt die het agentschap voorheen uitvoerde. De taken worden uiterlijk negentig dagen na de dag van de ondertekening van de overeenkomst, vermeld in het tweede lid, overgedragen. Het agentschap zal de taken die het voorheen uitvoerde in elk geval niet meer uitvoeren nadat de voormelde termijn van negentig dagen is verstreken. § 4. Het beheer van een openbaar terrein dat beheerd wordt of zal worden in het kader van natuurbehoud, kan met een overeenkomst tussen de partijen in kwestie worden overgedragen aan een derde.

De publiekrechtelijke rechtspersoon bezorgt een afschrift van de overeenkomst, vermeld in het eerste lid, aan het agentschap binnen dertig dagen na de dag van de ondertekening van de overeenkomst. De terreinen in kwestie behouden de status van openbaar terrein.".

Art. 12.Aan artikel 13 van het decreet van 21 oktober 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/1997 pub. 10/01/1998 numac 1997036441 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu sluiten betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, gewijzigd bij de decreten van 7 december 2007, 1 maart 2013, 9 mei 2014 en 8 december 2017, wordt een paragraaf 9 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 9. Op terreinen waarvoor een natuurbeheerplan is goedgekeurd, en binnen een afstand van 25 meter tot die terreinen is het met uitzondering van wettelijk verplichte verbrandingen verboden te roken en vuur te maken in de openlucht om welk motief dan ook, behalve in de volgende gevallen: 1° ter uitvoering van het goedgekeurde beheersplan;2° ter uitvoering van een goedgekeurde toegankelijkheidsregeling als vermeld in artikel 12octies. De Vlaamse Regering kan ook voor de terreinen, vermeld in het eerste lid, en andere terreinen in de vrije natuur een verbod op roken en het maken van vuur instellen door dat verbod te koppelen aan de toestand over de brandgevoeligheid van de natuurelementen op de terreinen.". HOOFDSTUK 6. - Wijziging van het decreet van 9 mei 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/05/2014 pub. 07/07/2014 numac 2014035694 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van de regelgeving inzake natuur en bos sluiten tot wijziging van de regelgeving inzake natuur en bos

Art. 13.Artikel 72, 1°, van het decreet van 9 mei 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/05/2014 pub. 07/07/2014 numac 2014035694 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van de regelgeving inzake natuur en bos sluiten tot wijziging van de regelgeving inzake natuur en bos wordt opgeheven. HOOFDSTUK 7. - Wijziging van het decreet van 21 december 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/12/2001 pub. 29/12/2001 numac 2001036491 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2002 sluiten houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2002

Art. 14.In artikel 17 van het decreet van 21 december 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/12/2001 pub. 29/12/2001 numac 2001036491 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2002 sluiten houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2002, gewijzigd bij de decreten van 12 december 2008 en 13 juli 2012, wordt paragraaf 2 vervangen door wat volgt: " § 2. Aan het Fonds voor de compenserende bebossing worden de volgende ontvangsten toegewezen: 1° alle ontvangsten die voortvloeien uit de toepassing van artikel 90bis van het Bosdecreet van 13 juni 1990, als de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de vergunning tot ontbossing of de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, vermeld in artikel 90bis, § 2, 2°, van het voormelde decreet, aflevert; 2° de ontvangsten van niet-aangewende middelen die vanuit het Fonds voor de compenserende bebossing toegekend zijn aan de Vlaamse Landmaatschappij of aan openbare besturen, natuurlijke personen en privaatrechtelijke rechtspersonen die bebossen.". HOOFDSTUK 8. - Overgangsbepaling

Art. 15.Artikel 8, 4°, 5°, 6°, 7° en 9° treedt in werking op een door de Vlaamse Regering vast te stellen datum.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 1 juli 2022.

De minister-president van de Vlaamse Regering J. JAMBON De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Z. DEMIR _______ Nota (1) Zitting 2021-2022 Documenten: - Ontwerp van decreet: 1292 - Nr.1 - Amendement : 1292 - Nr. 2 - Verslag: 1292 - Nr. 3 - Amendementen na indiening van het verslag: 1292 - Nrs. 4 + 5 - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering: 1292 - Nr. 6 Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergadering van 29 juni 2022.

^