Etaamb.openjustice.be
Decreet van 30 november 1998
gepubliceerd op 15 juli 1999

Decreet houdende toestemming in het samenwerkingsakkoord over de problematiek van het leerlingenvervoer tussen de Regering van de Franse Gemeenschap en de Regering van het Waalse Gewest

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
1999029209
pub.
15/07/1999
prom.
30/11/1998
ELI
eli/decreet/1998/11/30/1999029209/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

30 NOVEMBER 1998. - Decreet houdende toestemming in het samenwerkingsakkoord over de problematiek van het leerlingenvervoer tussen de Regering van de Franse Gemeenschap en de Regering van het Waalse Gewest (1)


De Raad van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Toestemming wordt gegeven in het samenwerkingsakkoord over de problematiek van het leerlingenvervoer gesloten te Namen op 25 mei 1998 tussen de Regering van de Franse Gemeenschap en de Regering van het Waalse Gewest als bijlage bij dit decreet.

Art. 2.Dit decreet treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 30 november 1998.

De Minister-Voorzitster van de Regering van de Franse Gemeenschap, belast met het Onderwijs, de Audiovisuele sector, de Hulpverlening aan de Jeugd, het Kinderwelzijn en de Gezondheidspromotie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Sport en Internationale Betrekkingen, W. ANCION De Minister van Cultuur en Permanente opvoeding, Ch. PICQUE De Minister van Begroting, Financiën en Ambtenarenzaken, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE _______ Nota (1) Zitting 1998-1999. Stukken van de Raad . - Ontwerp van decreet : nr. 271, nr. 1. - Verslag : nr. 271, nr. 2.

Integraal verslag . - Bespreking en aanneming. Vergadering van 25 november 1998.

SAMENWERKINGSAKKOORD TUSSEN HET WAALSE GEWEST EN DE FRANSE GEMEENSCHAP Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 92bis gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988 en bij de wet van 16 juli 1993;

Gelet op het advies van 20 oktober 1997 van de Inspectie van Financiën;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 16 oktober 1997;

Overwegende dat deze bepaling de Gemeenschappen en de Gewesten toelaat samenwerkingsakkoorden af te sluiten die inzonderheid betrekking hebben op het gezamenlijk beheer van gemeenschappelijke diensten en instellingen, op de gezamenlijke uitoefening van eigen bevoegdheden, of op de gezamenlijke uitbreiding van initiatieven;

Overwegende dat artikel 6, § 1, x van diezelfde bijzondere wet de bevoegdheid inzake vervoer aan de gewesten toevertrouwt;

Overwegende dat artikel 127 van de Grondwet van het onderwijs, en aldus van het leerlingenvervoer, een gemeenschappelijke aangelegenheid maakt;

Overwegende dat bij artikel 3, § 5° van het decreet II van 19 juli 1993 houdende toekenning van de uitoefening van sommige bevoegdheden van de Franse Gemeenschap aan het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, de uitoefening van de bevoegdheden inzake leerlingenvervoer bedoeld bij artikel 4 van de wet van 29 mei 1959 houdende wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving en ingericht bij de wet van 15 juli 1983 houdende oprichting van de Nationale Dienst voor leerlingenvervoer, aan die instellingen wordt overgedragen;

Overwegende dat het geschikt lijkt een samenwerkingsakkoord inzake leerlingenvervoer af te sluiten;

Zijn de Franse Gemeenschap, vertegenwoordigd door haar Regering, en het Waalse Gewest, vertegenwoordigd door zijn Regering, Overeenkomen over wat volgt : Artikel 1 De Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest komen overeen de meest doeltreffende synergiën te bezorgen tussen het gewestelijk beleid inzake afhaling van de leerlingen en het communautair vervoerbeleid dat intern is aan de onderwijsinrichtingen van de Franse Gemeenschap.

Art. 2 Het leerlingenvervoer, hierna de afhaling van de leerlingen genoemd, is het vervoer bedoeld bij artikel 4 van de wet van 29 mei 1959 houdende wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving en ingericht bij de wet van 15 juli 1983 houdende oprichting van de Nationale Dienst voor leerlingenvervoer, en bij het decreet van 16 juli 1998 van het Waalse Gewest houdende regeling van het vervoer van de leerlingen die zich begeven naar de onderwijsinrichtingen georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap die zich in het Franse taalgebied bevinden.

Art. 3 Het intern vervoer omvat : 1° het vervoer van de leerlingen van een inrichting georganiseerd door de Franse Gemeenschap tussen de verschillende vestigingen van die inrichting alsook naar de verschillende lokalen waarin de leerlingen verplichte activiteiten volgen die een bestanddeel van hun studieprogramma zijn;2° het vervoer van de leerlingen van een autonoom internaat van de Franse Gemeenschap naar de onderwijsinrichting waar zij de leergangen volgen;3° het vervoer van de leerlingen van een inrichting georganiseerd door de Franse Gemeenschap of van een autonoom internaat van de Franse Gemeenschap naar de schoollokalen waar de leerlingen hun maaltijd nemen;4° het vervoer van de leerlingen van een centrum voor openluchtleven naar de activiteitsplaatsen van het centrum;5° het vervoer van de leerlingen van een inrichting georganiseerd door de Franse Gemeenschap naar de lokalen van het PMS-centrum waarvan de inrichting afhangt. Art. 4 Mits voorafgaande toestemming van de secretaris van de betrokken gedeconcentreerde Raadgevende Commissie, bedoeld bij artikel 8 van voormeld decreet van 16 juli 1998 van het Waalse Gewest wordt eveneens beschouwd als intern vervoer, onder voorbehoud het aan de inrichting toegekend aantal kilometers niet te overschrijden, het vervoer om zich naar de musea, tenstoonstellingen en andere plaatsen van pedagogisch belang te begeven, voor zover die verplaatsingen tijdens de normale openingsdagen van de scholen worden gedaan.

Art. 5 Wat het intern vervoer betreft, vallen alle kosten voortvloeiend uit de bezoldiging van de chauffeur en de eventuele begeleiding alsook de burgerlijke aansprakelijkheid van de chauffeur en de begeleider ten laste van de Franse Gemeenschap.

Wanneer een rondrit van intern vervoer ook de afhaling van de leerlingen omvat, wordt hij als intern vervoer beschouwd.

Art. 6 Voor de aanstelling van leden van het werkliedenpersoneel, vastbenoemd of contractueel, van de Franse Gemeenschap voor het besturen van de afhalingsbus wordt er een akkoordprotocol opgemaakt tussen de Regering van de Franse Gemeenschap en de Regering van het Waalse Gewest.

Het protocol wordt jaarlijks aangepast.

De burgerlijke aansprakelijkheid van de leden van het werkliedenpersoneel, vastbenoemd of contractueel, aangesteld voor het besturen van de afhalingsbus en zijn eventuele begeleiding valt ten laste van het Waalse Gewest, wanneer zij die taak uitvoeren.

Art. 7 Het Gewest stelt de bussen bestemd voor het intern vervoer bepaald bij de artikelen 2 en 3 ter beschikking van de inrichtingen van de Franse Gemeenschap. De ter beschikking gestelde bussen kunnen eigendom zijn van het Gewest of door dit Gewest gehuurd zijn.

Het globaal aantal kilometers gefinancierd door het Gewest voor het interne vervoer mag per schooljaar niet meer dan 2 350 000 km bedragen.

Art. 8 Wanneer de personeelsleden bedoeld bij artikel 1 van het decreet van 24 juni 1996 houdende regeling van de opdrachten, verloven wegens opdracht en terbeschikkingstelling wegens opdracht in het door de Franse Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd onderwijs, aangesteld worden voor het leerlingenvervoer bij een terbeschikkingstelling van het Gewest, worden zij onder het hiërarchisch gezag van dat Gewest gesteld en genieten zij een verloftijd wegens bijzondere opdracht, overeenkomstig artikel 6 van het voormeld decreet van 24 juni 1996. Zij blijven bezoldigd door de Franse Gemeenschap, overeenkomstig de weddeschaal die op hen van toepassing is in functie van hun benoeming.

Het aantal opdrachtgelastigden bedoeld bij lid 1 mag niet hoger zijn dan zes.

Art. 9 De Regering van het Waalse Gewest en de Regering van de Franse Gemeenschap, elk wat haar betreft, leggen deze overeenkomst binnen de drie maanden van haar ondertekening ter bekrachtiging aan hun Parlement voor.

Namen, 25 mei 1998.

De Minister-Voorzitster van de Franse Gemeenschap, belast met het Onderwijs, Mevr. L. ONKELINX De Minister-President van het Waalse Gewest, R. COLLIGNON De Waalse Minister van Ruimtelijke Ordening, Uitrusting en Vervoer, M. LEBRUN

^