Etaamb.openjustice.be
Decreet van 30 april 2004
gepubliceerd op 08 juni 2004

Decreet tot wijziging van de wet van 28 december 1964 betreffende de bestrijding van de luchtverontreiniging en van het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2004035886
pub.
08/06/2004
prom.
30/04/2004
ELI
eli/decreet/2004/04/30/2004035886/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

30 APRIL 2004. - Decreet tot wijziging van de wet van 28 december 1964 betreffende de bestrijding van de luchtverontreiniging en van het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen (1)


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Decreet tot wijziging van de wet van 28 december 1964 betreffende de bestrijding van de luchtverontreiniging en van het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen.

Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

Art. 2.Artikel 6 van de wet van 28 december 1964 betreffende de bestrijding van de luchtverontreiniging wordt vervangen door wat volgt : « Artikel 6 : In het Vlaamse Gewest houden de ambtenaren, aangewezen overeenkomstig artikel 29, § 1, van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, toezicht op de toepassing van deze wet en haar uitvoeringsbesluiten. Het toezicht wordt uitgeoefend overeenkomstig de bepalingen inzake toezicht en dwangmaatregelen in het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en haar uitvoeringsbesluiten en wordt uitgeoefend zowel op de overeenkomstig dat decreet ingedeelde inrichtingen als op de inrichtingen die overeenkomstig dat decreet niet zijn ingedeeld. »

Art. 3.In artikel 10, eerste lid, van de wet van 28 december 1964 betreffende de bestrijding van de luchtverontreiniging, wordt een 4° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 4° hij die de volgende bepalingen van de verordening 2037/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 2000 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen niet naleeft : a) de bepalingen met betrekking tot de productie van ozonafbrekende stoffen, bedoeld in artikel 3, lid 1, 2 en 3, van de verordening;b) de bepalingen met betrekking tot het gebruik van ozonafbrekende stoffen, bedoeld in artikel 4, lid 1, 2, 3 en 4, en artikel 5, lid 1, 2 en 3, van de verordening;c) de bepalingen met betrekking tot de productie en het gebruik van ozonafbrekende stoffen, bedoeld in artikel 22, lid 1, van de verordening;d) de voorzorgsmaatregelen met betrekking tot lekkage van ozonafbrekende stoffen, bedoeld in artikel 17, van de verordening.»

Art. 4.Artikelen 7, 8 en 9 van de wet van 28 december 1964 betreffende de bestrijding van de luchtverontreiniging worden opgeheven.

Art. 5.In artikel 54 van het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, gewijzigd bij het decreet van 20 april 1994, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « Onverminderd de bevoegdheid van de officieren van gerechtelijke politie houden de ambtenaren en de contractuele personeelsleden die de Vlaamse regering aanwijst, toezicht op de uitvoering van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan, de Verordening (EEG) nr. 259/93 van de Raad van de Europese Gemeenschappen betreffende toezicht en controle op de overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en uit de Europese Gemeenschap, en de Verordening 2037/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 2000 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen. ».

Art. 6.In artikel 56 van het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, gewijzigd bij het decreet van 20 april 1994, wordt een 8° en 9° toegevoegd, die luiden als volgt : « 8° hij die zich schuldig maakt aan de uitvoer uit de Europese Gemeenschap van afvalstoffen zoals bedoeld in artikel 11 van de verordening 2037/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 2000 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen; 9° hij die teruggewonnen gebruikte gereguleerde stoffen niet verwerkt zoals bepaald in artikel 16, lid 1, 2 en 3 van voormelde verordening. » Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 30 april 2004.

De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, J. TAVERNIER _______ Nota (1) Zitting 2003 - 2004. Stukken. - Ontwerp van decreet : 2194 - Nr. 1. - Verslag : 2194 - Nr. 2. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 2194 - Nr.3.

Handelingen. - Bespreking en aanneming : middagvergadering van 21 april 2004.

^