Etaamb.openjustice.be
Decreet van 29 maart 2001
gepubliceerd op 25 april 2001

Decreet tot wijziging van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd in zijn bepalingen omtrent de Arrondissementsraden voor hulpverlening aan de jeugd

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2001029177
pub.
25/04/2001
prom.
29/03/2001
ELI
eli/decreet/2001/03/29/2001029177/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 MAART 2001. - Decreet tot wijziging van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd in zijn bepalingen omtrent de Arrondissementsraden voor hulpverlening aan de jeugd (1)


De Raad van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen wat volgt :

Artikel 1.In alle artikelen van het decreet van 4 maart 1991 inzake de hulpverlening aan de jeugd worden de woorden "de Executieve" vervangen door de woorden "de Regering".

Art. 2.Artikel 21 van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende bepaling : "

Artikel 21.De arrondissementsraad : 1° moedigt de coördinatie inzake algemene preventie aan, werkt die in de hand, en voert de supervisie over de acties die terzake binnen het arrondissement in het werk worden gesteld;2° stelt voor de begroting inzake algemene preventie te bestemmen voor de doelstellingen die hij bepaalt, en controleert er de aanwending van;3° organiseert zich, in samenwerking met de beschikbare lokale structuren over heel zijn gebied, teneinde de behoeften en adviezen te achterhalen van de jongeren inzake de acties voor algemene preventie. Een lid van de arrondissementsraad wordt aangewezen om deze opdracht te coördineren met de afdeling algemene preventie van de dienst voor hulpverlening aan de jeugd van het arrondissement en hiervan de resultaten in een geschreven verslag voor te leggen, dit minstens eenmaal per jaar. 4° bestudeert een programmatie van de behoeften van het arrondissement in verband met de diensten die noodzakelijk zijn voor de toepassing van dit decreet, en brengt adviezen uit of doet voorstellen aan de Regering, hetzij op eigen initiatief, hetzij op haar aanvraag;5° vestigt de aandacht van de overheid op elke toestand die nadelig kan zijn voor de ontwikkeling van de persoonlijkheid van de jongeren en voor hun inschakeling in de maatschappij;6° maakt jaarlijks een verslag bekend, met opgave van : a) de activiteitenbalans;b) de kritische analyse van de toestand van het arrondissement;c) het programma van de aanbevolen acties. Dit verslag wordt uiterlijk tegen 31 maart van het volgend jaar verzonden naar het bevoegd bestuur. 7° brengt, minstens om de drie jaar, een advies uit over de wenselijkheid van het of de pedagogische projecten, rekening houdend met de programmatiebehoeften van de diensten wier hoofdzetel gevestigd is in hetzelfde arrondissement en maakt hierover een evaluatie."

Art. 3.Artikel 22 van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Artikel 22.§ 1. De arrondissementsraad is samengesteld uit twaalf tot vierentwintig effectieve leden en een gelijk aantal plaatsvervangers. De effectieve leden en hun plaatsvervangers worden door de Regering voor een hernieuwbare termijn van zes jaar benoemd.

Het mandaat vangt aan op de eerst dag van de vijfde maand die volgt op de installatie van de nieuwe gemeenteraden en uiterlijk op 1 juni.

De leden van de arrondissementsraad worden aangewezen onder personen die erkend zijn voor hun bekwaamheid inzake hulpverlening aan de jeugd. De arrondissementsraad is samengesteld : 1° voor één derde, uit leden van de raden van maatschappelijk welzijn van het arrondissement. Voorrang wordt gegeven aan de kandidaten die afgevaardigd zijn door meerdere openbare centra voor maatschappelijk welzijn of door de representatieve organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en vervolgens aan de kandidaten afgevaardigd door hun openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. 2° voor één derde, uit personen die hetzij personeelsleden zijn van een overheidsdienst of van een erkende privé-dienst die zijn medewerking verleent voor de hulpverlening aan de jeugd, de jeugdbescherming of de bescherming van moeder en kind, hetzij uit onthaalouders. Voorrang wordt gegeven aan de kandidaten die zijn afgevaardigd door een bondsstructuur, een werknemersorganisatie of, bij ontstentenis, door een erkende dienst voor hulpverlening aan de jeugd. 3° voor één derde, uit personen die nuttige ervaring kunnen voorleggen op het vlak van sociale, medische, culturele, educatieve acties of acties met betrekking tot de huisvesting of werkgelegenheid en vorming ten gunste van jeugd en gezin en uit leden van de lokale politie. Voorrang wordt gegeven aan de kandidaten die onder meer afgevaardigd worden door een politieraad, een bondsstructuur of een gespecialiseerd orgaan. § 2. Ten minste één vierde van de leden van de arrondissementsraad moet minder dan vijfendertig jaar uit zijn op de dag waarop ze worden benoemd of waarop hun benoeming wordt hernieuwd. De arrondissementsraad mag niet meer dan twee derde van vertegenwoordigers van hetzelfde geslacht tellen. § 3. De procedure voor de hernieuwing van de arrondissementsraden voor hulpverlening aan de jeugd geschiedt als volgt : 1° uiterlijk tegen vijftien februari doet de Regering een zo breed mogelijke oproep tot kandidaten, met name aan de hand van een publicatie in het Belgisch Staatsblad, via de pers en een brief ter attentie van de in § 1, derde lid, bedoelde instellingen. De in dienst zijnde voorzitter van de arrondissementsraad verspreidt deze oproep ook zo wijd mogelijk in zijn arrondissement. 2° Een vergadering van de in dienst zijnde arrondissementsraad wordt gewijd aan de voorlichting van de kandidaten over de functie van lid van de arrondissementsraad.Iedere kandidaatstelling moet worden gemotiveerd en vergezeld van het bewijs van deelname aan de door de arrondissementsraad georganiseerde informatievergadering. Iedere kandidaatstelling moet daarenboven melding maken van de naam van het effectief lid en van zijn plaatsvervanger. 3° Uiterlijk tegen dertig april moeten de kandidaten hun kandidaatstelling bezorgen aan de Regering. § 4. Als ontslagnemend wordt geacht het lid van de raad dat op één derde van de zittingen tijdens eenzelfde kalenderjaar niet aanwezig of vertegenwoordigd was. In geval van gemotiveerde betwisting van het ontslagnemend lid, kan de arrondissementsraad uitzonderlijk afwijken van deze bepaling als twee derde van zijn leden hiermee instemt. Een lid is vertegenwoordigd indien zijn plaatsvervanger hem vervangt en stemgerechtigd is. De voorzitter moet voorafgaandelijk op de hoogte gebracht worden van de afwezigheid van de titularis. § 5. Wanneer het mandaat van een lid voor de vastgestelde termijn eindigt, wordt diens plaatsvervanger effectief lid van de arrondissementsraad.

De Regering voorziet zo snel mogelijk in de benoeming van een nieuw plaatsvervangend lid.

Dit nieuw lid zal worden aangewezen onder de personen die voldoen aan de voorwaarden op grond waarvan hun kandidatuur in aanmerking werd genomen bij de laatste procedure voor de hernieuwing van de arrondissementsraden voor hulpverlening aan de jeugd.

Het mandaat van de plaatsvervanger eindigt op hetzelfde ogenblik als dat van de andere leden van de arrondissementsraad. § 6. De eerste voorzitter van het bevoegde hof van beroep wordt verzocht een jeugdrechter van het arrondissement voor te dragen om aan de werkzaamheden van de arrondissementsraad met raadgevende stem deel te nemen. § 7. De adviseur, de adjunct-adviseurs, de directeur en de adjunct-directeurs nemen met raadgevende stem deel aan de werkzaamheden van de arrondissementsraad van hun gebied. § 8. De arrondissementsraad vergadert minstens tien maal per jaar. »

Art. 4.Artikel 23 van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende bepaling : "

Artikel 23.De Regering benoemt een voorzitter en twee ondervoorzitters uit de stemgerechtigde leden van elke arrondissementsraad.

Wanneer afdelingen binnen een arrondissementsraad worden opgericht, wordt elk van die voorgezeten hetzij door de voorzitter hetzij door één van beide ondervoorzitters.

De raad kan, op eigen initiatief of op hun verzoek, iedere persoon of dienst horen die een bijzonder licht kunnen werpen op de in artikel 21 bedoelde opdrachten."

Art. 5.Er wordt een nieuw artikel 66bis ingevoegd in het decreet van 4 maart 1991 inzake de hulpverlening aan de jeugd, luidend als volgt : "Voor de in 2001 voorziene hernieuwing van de arrondissementsraden, is artikel 22, § 1, tweede lid, niet van toepassing.

De op 1 januari 2001 bestaande arrondissementsraden blijven verderwerken tot de installatie van de nieuwe arrondissementsraden."

Art. 6.Dit decreet treedt in werking op de dag dat het in het Belgisch Staatsblad verschijnt.

Verkondigen dit decreet, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad moet verschijnen.

Gedaan te Brussel, op 27 maart 2001.

De Minister-President, belast met Internationale Betrekkingen, H. HASQUIN De Minister van Cultuur, Begroting, Openbaar Ambt, Jeugdzaken en Sport, R. DEMOTTE De Minister van Kinderwelzijn, belast met het Basisonderwijs, de opvang en de opdrachten toegewezen aan de ONE, J.-M. NOLLET De Minister van Secundair en Bijzonder Onderwijs, P. HAZETTE De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor sociale promotie en Wetenschappelijk Onderzoek, Mevr. F. DUPUIS De Minister van Kunsten en Letteren en van de Audiovisuele Sector, R. MILLER De Minister van Jeugd- en Gezondheidszorg, Mevr. N. MARECHAL _______ Nota Zitting 2000-2001 Documenten van de Raad. - Ontwerpdecreet, nr. 125-1. - Amendementen in de commissie, nr. 125-2. - Verslag, nr. 125-3.

Integraal verslag. - Bespreking en stemming. Zitting van 27 maart 2001.

^