Etaamb.openjustice.be
Decreet van 24 november 2006
gepubliceerd op 15 februari 2007

Decreet betreffende de toekenning van de vergunning van sportschutter

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2007200483
pub.
15/02/2007
prom.
24/11/2006
ELI
eli/decreet/2006/11/24/2007200483/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

24 NOVEMBER 2006. - Decreet betreffende de toekenning van de vergunning van sportschutter


Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder : 1° "Regering" : de Regering van de Franse Gemeenschap;2° "Wapenwet" : wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens;3° "Erkende schietfederatie" : sportfederatie erkend met toepassing van de bepalingen van het decreet van 26 april 1999 tot organisatie van de sport in de Franse Gemeenschap en die een discipline sportschieten beheert;4° "Sportschutter" : natuurlijke persoon aangesloten via een kring bij een erkende schietfederatie;5° "Sportschieten" : de schietdisciplines bepaald door de internationale schietfederaties en de erkende schietfederaties;6° "Vergunning van sportschutter" : document waarbij het recht op de beoefening van het sportschieten wordt verleend, dat overeenkomstig de bepalingen van dit decreet uitgereikt wordt aan de sportschutter door of in de naam van de Regering;7° "Erkende instructeur" : natuurlijke persoon die titularis is van een pedagogisch brevet voor het sportschieten uitgereikt of gehomologeerd door de Regering;8° "Bestuur" : de Algemene Directie Sport van het Ministerie van de Franse Gemeenschap.

Art. 2.Om de disciplines sportschieten te beoefenen moet de sportschutter over één van de volgende documenten beschikken : 1° een vergunning van sportschutter;2° een gelijkwaardig document uitgereikt ofwel door de Vlaamse Gemeenschap ofwel door de Duitstalige Gemeenschap;3° een gelijkwaardig document uitgereikt in een lidstaat van de Europese Unie;4° een gelijkwaardig document erkend door de Minister van Justitie en uitgereikt door een andere Staat;5° een vergunning voor sportschieten, voorlopig uitgereikt, hierna "voorlopige vergunning" genoemd. § 2. Tijdens internationale sportwedstrijden georganiseerd binnen de Franse Gemeenschap moeten de buitenlandse schutters in het bezit zijn van de uitnodiging uitgereikt door de organisator.

Art. 3.Het sportschieten wordt beoefend in erkende schietstanden overeenkomstig de bepalingen van artikel 20 van de wapenwet of, voor het schieten met wapens met een gladde loop, in te dien einde ingerichte en door een erkende schietfederatie toegelaten plaatsen.

Art. 4.Het sportschieten wordt beoefend door het gebruik van wapens en erbij horende ammunitie, vereist in de schietdisciplines bepaald door de internationale schietfederaties.

Andere schietdisciplines kunnen in de omschrijving van het sportschieten passen die geformuleerd wordt in het vorige lid, na beslissing van de Regering voor zover hun beoefening een oefening is van de disciplines bedoeld in het eerste lid.

De lijst van de disciplines wordt door de Regering vastgesteld op de voordracht van de erkende schietfederaties.

Het bezitten van wapens en ammunitie die nodig zijn voor de schietdisciplines bedoeld in de eerste en tweede leden wordt slechts toegelaten als de wapens opgenomen zijn in de lijst vastgesteld door de Minister van Justitie met inachtneming van artikel 12, 2°, van de wapenwet van 8 juni 2006.

Art. 5.De sportschutters die jonger zijn dan 18 moeten, tijdens hun schietoefeningen, permanent onder de bewaking, de verantwoordelijkheid en het gezag staan van een meerderjarige sportschutter die houder is van een geldige vergunning sinds ten minste twee jaar.

Art. 6.Om een vergunning van sportschutter te bekomen moet de kandidaat : 1° minstens zestien jaar oud zijn of minstens veertien, uitsluitend in het geval van het beoefenen van een olympische discipline.De toekenning van een vergunning voor sportschutter aan een minderjarige geeft hem echter niet de toelating om, overeenkomstig artikel 11, § 3, 1°, van de wapenwet, een sportvuurwapen alsook erbij horende ammunitie te bezitten; 2° sedert minstens zes maanden sportschutter zijn en een schietsportboekje bezitten waarbij een regelmatige activiteit van minimum zes oefenperiodes bewezen wordt, ingericht door een erkende federatie of door een van haar aangesloten kringen en gecontroleerd door een erkende instructeur.De deelname aan een gewestelijke, nationale of internationale sportwedstrijd is gelijk aan de activiteit van één van de voornoemde oefenperiodes.

Om de jaarlijkse hernieuwing van zijn vergunning te bekomen, zal de sportschutter echter een schietsportboekje moeten bezitten waarin een regelmatige activiteit bewezen wordt van minimum twaalf oefenperiodes per jaar verspreid over drie kwartalen en gecontroleerd door een erkende instructeur. De deelname aan een gewestelijke, nationale of internationale sportwedstrijd is gelijk aan de activiteit van één van de voornoemde oefenperiodes; 3° een getuigschrift van goed zedelijk gedrag voorleggen van hoogstens drie maanden anciënniteit, en waarop geen veroordeling vermeld wordt wegens inbreuken op de wapenwet en geen veroordeling wegens strafrechtelijke inbreuken tot vrijheidsstraf van meer dan vier maanden met of zonder uitstel, met dien verstande dat het voorleggen door de uitbater van de schietstand van het eensluidend afschrift van het getuigschrift van goed zedelijk gedrag vereist door de erkende schietfederaties voor het behalen of de vernieuwing van de aansluiting van het betrokken jaar van een schutter gelijk is aan het bovenvermelde voorleggen.De voorwaarden bedoeld in artikel 11, § 3, 3° en 4°, van de wapenwet van 8 juni 2006 naleven;4° een medisch getuigschrift voorleggen van hoogstens drie maanden anciënniteit en waarbij bewezen wordt dat er geen bezwaar bestaat tegen het beoefenen van het sportschieten bedoeld in het medisch reglement van de erkende schietfederatie;5° voor een theoretische proef geslaagd zijn met betrekking tot de kennis van de wetgeving over wapens.Deze proef wordt georganiseerd door een erkende schietfederatie. Bij hernieuwing van de vergunning blijft het slaagattest geldig onder voorbehoud van een wijziging van de wetgeving over wapens. 6° voor een praktische proef geslaagd zijn waarbij bewezen wordt dat de kandidaat een vuurwapen in alle veiligheid kan gebruiken;deze proef wordt georganiseerd door een erkende schietfederatie.

De Regering bepaalt de nadere regels voor de organisatie, de inhoud, de evaluatie en de gelijkwaardigheid van de proeven.

Art. 7.De vergunning van sportschutter wordt uitgereikt door een erkende schietfederatie die het beheer heeft van bedoelde discipline, hierna "de uitreikende overheid" genoemd.

De uitreikende overheid zendt om het jaar, vóór 30 april, een verslag over de toepassing van dit decreet aan het Bestuur dat belast is met de inspectie van de activiteiten van de uitreikende overheid.

De Regering bepaalt het model en de inhoud van dit verslag. Dit bovenvermelde verslag zal onder andere het aantal theoretische en praktische georganiseerde proeven moeten vermelden, alsook het aantal slaagattesten, de lijst van de personen aan wie voor het betrokken jaar een vergunning van sportschutter of een voorlopige vergunning van sportschutter toegekend wordt.

Ingeval de uitreikende overheid één van de bepalingen van dit decreet niet in acht neemt, kan de Regering de procedure inzetten voor het schorsen of het intrekken van de erkenning van bedoelde sportfederatie overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 26 april 1999 tot organisatie van de sport in de Franse Gemeenschap volgens de door de Regering bepaalde nadere regels.

Art. 8.De uitreikende overheid moet, voor een periode van zes maanden, een voorlopige vergunning uitreiken voor het aanleren van het sportschieten. Om een voorlopige vergunning te bekomen dient de kandidaat aan de voorwaarden bedoeld in artikel 6 van dit decreet te voldoen, met uitzondering van de punten 2°, 5° en 6°.

De voorlopige vergunning laat enkel de manipulatie met wapens toe onder het toezicht en het gezag van een erkende instructeur.

Ze draagt de melding "voorlopig" in rode kleur en is gelijk aan het model van definitieve vergunning.

Haar duur kan niet verlengd worden.

Art. 9.De vergunning van sportschutter wordt uitgereikt op voorlegging van de volgende documenten : 1° een afschrift van de identiteitskaart van de aanvrager en de melding van het nationaal nummer;2° een afschrift van de aansluitingskaart van een erkende schietfederatie;3° een afschrift van zijn schietboekje;4° de documenten bedoeld in artikel 6, 3° en 4° van dit decreet;5° een getuigschrift van slagen voor iedere in artikel 6, 5° en 6° bedoelde proef;6° een recente identiteitsfoto. Het model van de vergunning van sportschutter wordt door de Regering bepaald.

Art. 10.De uitgereikte vergunning is geldig tot 31 december van het lopende jaar. Daarna moet zij jaarlijks hernieuwd worden volgens de in artikel 6 bedoelde voorwaarden, met uitzondering van 6°.

De lijst met de titularissen van een vergunning wordt vóór 30 april overgezonden door de uitreikende overheid aan de Gouverneurs van de Provincies waar de titularissen hun woning hebben

Art. 11.Ingeval het sportschieten wordt stopgezet, dient de vergunning aan de uitreikende overheid binnen de drie maanden teruggestuurd te worden. De schutter die deze bepaling niet in acht neemt, verliest het recht op het aanvragen van de hernieuwing van zijn vergunning als hij zijn activiteiten wenst te hervatten.

De schutter die zijn activiteiten van sportschutter wenst te hervatten vraagt een vergunning of voorlopige vergunning bedoeld in de artikelen 6 en 8 van dit decreet aan.

Art. 12.De uitreikende overheid kan de vergunning van sportschutter intrekken wanneer het gedrag van de titularis tegenstrijdig is met de interne reglementen van de kring of van de erkende schietfederatie waarbij hij aangesloten is.

De uitreikende overheid moet de vergunning van sportschutter intrekken in de volgende gevallen : 1° indien zijn titularis de bepalingen van dit decreet overtreedt;2° indien zijn titularis de bepalingen van de wapenwet overtreedt;3° bij veroordeling van zijn titularis wegens strafrechtelijke inbreuken tot vrijheidsstraf van meer dan vier maanden met of zonder uitstel. De beslissing tot intrekking van de vergunning moet gemotiveerd worden door de uitreikende overheid.

De procedure inzake de intrekking van de vergunning, alsook het beroep tegen deze beslissing worden georganiseerd door de statuten van de betrokken federatie of krachtens deze.

Art. 13.In de gevallen bedoeld in artikel 11, eerste lid en artikel 12, is de uitreikende overheid ertoe gehouden zonder verwijl de Gouverneur van de Provincie waar de titularis van de vergunning woont te verwittigen van de intrekking van de vergunning.

Art. 14.Overgangsperiode 1° De sportschutters die, bij de inwerkingtreding van dit decreet, - lid zijn van een erkende federatie; - al sportvuurwapens bezitten, kunnen, binnen een termijn van zes maanden vanaf de inwerkingtreding van dit decreet, een aanvraag indienen om een vergunning van sportschutter overeenkomstig de bepalingen van dit decreet.

Om zijn vergunning te bekomen moet de sportschutter aan de voorwaarden van dit decreet beantwoorden behalve voor wat betreft de artikelen 6, 2° en 9, 3°, waarin, tijdens de overgangsperiode, het schietsportboekje vervangen wordt door een getuigschrift voor gevolgde oefeningen bij een kring van de erkende federatie. Alle andere sportschutters moeten binnen dezelfde termijn de voorlopige vergunning bedoeld in artikel 8 aanvragen. 2° In afwijking van artikel 10 geldt de vergunning die uitgereikt wordt voor het jaar 2007 vanaf 10 december 2006.

Art. 15.Het decreet van 22 oktober 2003 betreffende de toekenning van de vergunning van sportschutter wordt opgeheven.

Art. 16.Dit decreet treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 24 november 2006.

De Minister-Presidente, belast met het Leerplichtonderwijs en het Onderwijs voor Sociale Promotie, Mevr. M. ARENA De Vice-Presidente en Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET De Vice-President en Minister van Begroting en Financiën, M. DAERDEN De Minister van Ambtenarenzaken en Sport, Cl. EERDEKENS De Minister van Cultuur, de Audiovisuele Sector en Jeugd, Mevr. F. LAANAN De Minister van Kinderwelzijn, Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, Mevr. C. FONCK _______ Nota's Zitting 2006-2007 : Stukken van de Raad. - Voorstel van decreet, nr. 311-1.

Integraal verslag. - Mondeling verslag, bespreking en aanneming.

Vergadering van dinsdag 14 november 2006.

^