30 MAART 2007. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de nadere regels voor de organisatie, de inhoud, de evaluatie en de gelijkwaardigheid van de theoretische en praktische proeven waarvoor geslaagd moet worden voor het bekomen van de vergunning van sportschutter

De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op artikel 6, tweede lid van het decreet van 24 november 2006 betreffende de toekenning van de vergunning van sportschutter;

Gelet op het advies van de Hoge Raad voor Lichamelijke Opvoeding, Sport en Openluchtleven van de Franse Gemeenschap, gegeven op 1 december 2006;

Gelet op het advies 42.237/4 van de Raad van State, gegeven op 19 februari 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.1° De nadere regels voor de organisatie van de theoretische en praktische proeven waarvoor geslaagd moet worden voor het bekomen van de vergunning van sportschutter zijn de volgende : a) inzake lokatie : De erkende schietsportfederaties organiseren gelijktijdig, elk afzonderlijk, de twee proeven bedoeld in artikel 6, 5° en 6°, van het decreet van 24 november 2006 betreffende de toekenning van de vergunning van sportschutter. Elke federatie deelt het grondgebied voor de organisatie van de proeven in geografische zones, op grond van het aantal aangesloten schutters en van de beschikbaarheid van de geschikte lokalen.

De betrokken federatie stelt de lijst van de schietstanden vast waarin de proeven zullen kunnen worden georganiseerd.

Iedere kandidaat die zijn aanvraag heeft ingediend bij het secretariaat van de schietsportfederatie waarbij hij aangesloten is, wordt binnen de maand opgeroepen om deel te nemen aan de proef die het dichtst bij zijn woonplaats wordt georganiseerd, behalve als hij, bij de indiening van de aanvraag, een andere zone heeft gekozen dan die waar zijn woonplaats ligt; b) inzake bevoegdheid van de examinators : Elke erkende schietsportfederatie stelt, per geografische zone bedoeld in a), tweede lid, een administratief verantwoordelijke aan die houder is van een brevet van sportschutter, dat door de Algemene Directie Sport wordt uitgereikt of gehomologeerd.Die heeft de leiding van een team examinators die eveneens door de federatie worden aangesteld en houder zijn van een brevet van sportschutter dat door de Algemene Directie Sport wordt uitgereikt of gehomologeerd of, bij ontstentenis daarvan, van ten minste een slaagattest van model A voor de opleiding die leidt tot het brevet van sportschutter van niveau I, dat door de Franse Gemeenschap wordt uitgereikt of gehomologeerd, betreffende de veiligheidsaspecten in verband met de praktijk van de schietsport; c) inzake het tijdschema van de proeven : Elke erkende schuttersfederatie organiseert ten minste maandelijks één proef per geografische zone. Er zal elk jaar een agenda worden opgemaakt en wijd verspreid. 2° De nadere regels voor de inhoud van de theoretische en praktische proeven waarvoor moet worden geslaagd voor het bekomen van de vergunning van sportschutter zijn de volgende : a) de theoretische proef slaat op de wapenwetgeving en het statuut van de sportschutter in de Franse Gemeenschap, door middel van 30 vragen die door de betrokken schietfederatie worden bepaald.Op grond van die vragen zullen acht reeksen van 10 vragen worden gesteld. Die vragen zijn multiple-choice-vragen, en er zal gebruik worden gemaakt van een rooster voor een snelle correctie om de uitslag vast te stellen. b) de praktische proef slaat ten minste op : - het vervoer van het wapen naar de schietlijn, - het laden van het wapen, - het ontladen van het wapen, - het wapenen van het wapen, - het ontwapenen van het wapen, - het schieten, - het manipuleren van het wapen, - het gebruik van de mikinstrumenten, - het controleren van de terugstoot van het wapen, - het controleren van de schotrichting. Al die punten worden geanalyseerd op het vlak van de veiligheid bij alle manipulaties en de reactie van de schutter telkens als er zich een incident voordoet. 3° De nadere regels voor de evaluatie van de theoretische en praktische proeven waarvoor geslaagd moet worden voor het bekomen van de vergunning van sportschutter zijn de volgende : a) de theoretische proef omvat 10 vragen die worden gekozen uit deze die bedoeld zijn in 2° a).De kandidaat moet ten minste 60 % van de punten behalen, op grond van het volgende systeem : - twee punten worden toegekend indien een correct antwoord wordt gegeven; - geen punt wordt toegekend indien geen antwoord wordt gegeven; - één punt wordt afgetrokken, indien het antwoord niet correct is.

Als de kandidaat slaagt, dan krijgt hij een getuigschrift dat bekrachtigt dat hij voor de theoretische proef geslaagd is en zal hij onmiddellijk worden opgeroepen voor de praktische schietproef.

De kandidaat die gezakt is, kan de theoretische proef ten vroegste één maand na de datum van het uitgestelde examen opnieuw afleggen. b) de praktische proef wordt bekrachtigd op grond van een beslissingstabel die door de examinator aangevuld wordt tijdens het verloop van de proef.Drie foute antwoorden hebben tot gevolg dat de kandidaat zakt. Eén enkele fout inzake veiligheid volstaat echter om de kandidaat te doen zakken.

Als de kandidaat slaagt, krijgt hij een getuigschrift dat bekrachtigt dat hij voor de praktische proef geslaagd is.

De kandidaat die gezakt is kan de praktische proef ten vroegste één maand na de datum van het uitgestelde examen opnieuw afleggen; hij blijft het voordeel van het succes voor zijn theoretische proef genieten.

Als de kandidaat voor de theoretische en praktische proeven geslaagd is, kan hij een vergunning van sportschutter bij zijn federatie aanvragen. 4° De nadere regels voor de gelijkwaardigheid van de theoretische en praktische proeven waarvoor geslaagd moet worden voor het bekomen van de vergunning van sportschutter zijn de volgende : als geldig wordt beschouwd, elk succes voor een proef die wordt georganiseerd onder de rechtstreekse of onrechtstreekse verantwoordelijkheid van een overheid, voorzover aan de voorwaarden voor de inhoud en de evaluatie bedoeld in 2° en 3° voldaan wordt.

Art. 2.Het reglement dat elke erkende schietfederatie getroffen heeft inzake organisatie, inhoud, evaluatie en gelijkwaardigheid van de theoretische en praktische proeven, waarvan de nadere regels in dit besluit vastgesteld worden, alsook alle wijzigingen die later worden aangebracht, moet, voordat het wordt toegepast, samen met zijn eventuele bijlagen, aan de toestemming worden onderworpen van de Minister tot wiens bevoegdheid de Sport behoort.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 4.De Minister tot wiens bevoegdheid de Sport behoort, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 30 maart 2007.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap, De Minister-Presidente, belast met het Leerplichtonderwijs en het Onderwijs voor Sociale Promotie Mevr. M. ARENA De Minister van Ambtenarenzaken en Sport, Cl. EERDEKENS