Etaamb.openjustice.be
Decreet van 24 maart 2022
gepubliceerd op 16 mei 2022

Decreet betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur

bron
waalse overheidsdienst
numac
2022020668
pub.
16/05/2022
prom.
24/03/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 MAART 2022. - Decreet betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur (1)


Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Waalse Regering, bekrachtigen hetgeen volgt:

Artikel 1.Richtlijn 2008/96/EG betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur, gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2019/1936 tot wijziging van Richtlijn 2008/96/EG betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur, wordt bij dit decreet gedeeltelijk omgezet.

Art. 2.Krachtens dit decreet worden procedures vastgesteld en uitgevoerd met betrekking tot veiligheidseffectbeoordelingen, verkeersveiligheidsaudits, verkeersveiligheidsinspecties alsmede verkeersveiligheidsbeoordelingen van het wegennet.

Het is van toepassing op de wegen in de ontwerp- of aanlegfase als wegen die reeds in gebruik zijn.

Het is ook van toepassing op niet onder lid 2 vallende wegen en weginfrastructuurprojecten die zich buiten stedelijke gebieden bevinden, geen toegangen naar aanliggende percelen omvatten en met financiering van de Unie worden gerealiseerd, met uitzondering van wegen die niet toegankelijk zijn voor algemeen verkeer met motorvoertuigen, zoals fietspaden, of wegen die niet voor algemeen verkeer zijn ontworpen, zoals toegangswegen naar industriële, landbouw- of bosbouwlocaties Het is niet van toepassing op tunnels die vallen onder het decreet van 19 december 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2007 pub. 18/02/2008 numac 2008200427 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende minimumveiligheidseisen voor tunnels in het trans-Europese wegennet sluiten houdende minimumveiligheidseisen voor tunnels in het trans-Europese wegennet.

De Regering kan de bepalingen van dit decreet ook toepassen op wegen waarop de leden 2 en 3 niet van toepassing zijn.

Art. 3.Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder : 1° verkeersveiligheidsaudit van een weg: een onafhankelijke, gedetailleerde, systematische en technische verkeersveiligheidscontrole van de ontwerpkenmerken van een infrastructuurproject, in alle fasen van het project, van planning tot eerste gebruik;2° verkeersveiligheidseffectbeoordeling van een weg: een strategische vergelijkende beoordeling van het effect dat een nieuwe weg of een grondige wijziging van het bestaande weggenet hebben op het verkeersveiligheidsniveau van het wegennet;3° gerichte verkeersveiligheidsinspectie: een gericht onderzoek ter opsporing van gevaarlijke omstandigheden, gebreken en problemen die het risico op ongevallen en verwondingen verhogen, aan de hand van een bezoek ter plaatse aan een bestaande weg of een weggedeelte;4° periodieke verkeersveiligheidsinspectie: een gewone periodieke beoordeling van de kenmerken en gebreken waarvoor onderhoudswerkzaamheden nodig zijn met het oog op de verkeersveiligheid;5° richtsnoeren: maatregelen waarin is bepaald welke stappen moeten worden genomen en welke elementen in overweging moeten worden genomen bij de toepassing van de in dit decreet uiteengezette verkeersveiligheidsprocedures;6° bevoegde instantie: alle publieke of private organisaties op nationaal, regionaal of lokaal niveau die ingevolge hun bevoegdheden betrokken zijn bij de tenuitvoerlegging van dit decreet, met inbegrip van de als bevoegde instanties aangewezen instanties die reeds vóór de inwerkingtreding van dit decreet bestonden, mits zij voldoen aan de eisen van dit decreet, met name de wegenbeheerder of zijn afgevaardigde ;7° infrastructuurproject: een project voor de bouw van nieuwe weginfrastructuur of voor de grondige wijziging van het bestaande wegennet met gevolgen voor de hoeveelheid verkeersstroom;8° wegennet : het geheel van wegen en openbare wegen gebruikt voor landverkeer onder rechtstreeks of gedelegeerd beheer van het Waalse Gewest;9° trans-Europees wegennet: de wegennetten vermeld in Verordening (EU) nr.1315/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende richtsnoeren van de Unie voor de ontwikkeling van het trans-Europees vervoersnetwerk en tot intrekking van Besluit nr. 661/2010/EU ; 10° kwetsbare weggebruikers: niet-gemotoriseerde weggebruikers, met name fietsers en voetgangers, en gemotoriseerde tweewielers.

Art. 4.Voor alle infrastructuurprojecten wordt een verkeersveiligheidseffectbeoordeling van een weg uitgevoerd.

Deze beoordeling wordt uitgevoerd in de planningsfase voordat het infrastructuurproject is goedgekeurd, waarbij rekening wordt gehouden met de indicatieve elementen bepaald in bijlage 1.

In de verkeersveiligheidseffectbeoordeling van een weg voor de infrastructuurprojecten wordt een toelichting gegeven bij de verkeersveiligheidsoverwegingen die geleid hebben tot de keuze voor de voorgestelde oplossing. De beoordeling bevat alle relevante informatie die nodig is voor een kosten-batenanalyse van de verschillende beoordeelde opties.

De Regering kan nader bepalen op welke wijze dit artikel moet worden toegepast, met inbegrip van de vraag wie de verkeersveiligheidseffectbeoordeling van een weg moet uitvoeren en hoe deze moet worden uitgevoerd.

Art. 5.Verkeersveiligheidsaudits van wegen worden uitgevoerd voor alle infrastructuurprojecten, waarbij rekening wordt gehouden met de indicatieve elementen bepaald in bijlage 2. Een auditor wordt aangesteld om een audit van de ontwerpkenmerken van een infrastructuurproject uit te voeren. De audits kunnen door teams worden uitgevoerd, voor zover ten minste één lid van het team het in artikel 14 bedoelde bekwaamheidscertificaat bezit.

Verkeersveiligheidsaudits van wegen zijn een integrerend onderdeel van het ontwerpproces van het infrastructuurproject in de fasen van het voorontwerp, het gedetailleerde ontwerp, voor de ingebruikneming en in het eerste gebruik.

De auditor vermeldt in zijn auditverslag voor elke fase van het infrastructuurproject de verkeersveiligheidskritieke ontwerpelementen.

Wanneer tijdens de uitvoering van de audit onveilige kenmerken worden vastgesteld maar het ontwerp niet wordt verbeterd vóór het einde van de geschikte fase, zoals vermeld in bijlage 2, vermeldt de bevoegde instantie de redenen hiervoor in een bijlage bij het auditverslag.

Het in lid 3 bedoelde verslag mondt uit in toepasselijke aanbevelingen op het gebied van veiligheid.

De modaliteiten voor de toepassing van dit artikel kunnen nader bepaald worden door de Regering.

Art. 6.Een verkeersveiligheidsbeoordeling van het wegennet wordt uitgevoerd op het hele in gebruik zijnde wegennet dat onder dit decreet valt.

Aan de hand van verkeersveiligheidsbeoordelingen van het wegennet worden het ongevalsrisico en de ernst en gevolgen van ongevallen geëvalueerd op basis van in de eerste plaats een visueel onderzoek, hetzij ter plaatse hetzij op elektronische wijze, van de ontwerpkenmerken van de weg en een analyse van de gedeelten van het wegennet die meer dan drie jaar in gebruik zijn en waarop zich in verhouding tot de verkeersstroom een groot aantal zware ongevallen heeft voorgedaan.

De eerste verkeersveiligheidsbeoordeling van het wegennet wordt uiterlijk op 31 december 2024 uitgevoerd. De volgende verkeersveiligheidsbeoordelingen van het wegennet vinden ten minste om de vijf jaar plaats om toereikende verkeersveiligheidsniveaus te waarborgen, rekening houdend met de indicatieve elementen in bijlage 4.

De modaliteiten voor de toepassing van dit artikel kunnen nader bepaald worden door de Regering.

Art. 7.Het wegennet wordt onderworpen aan periodieke verkeersveiligheidsinspecties door de bevoegde instantie. Deze inspecties moeten voldoende regelmatig plaatsvinden zodat een toereikend verkeersveiligheidsniveau voor de desbetreffende infrastructuur verzekerd is.

De veiligheid van gedeelten van het wegennet die grenzen aan onder het decreet van 19 december 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2007 pub. 18/02/2008 numac 2008200427 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende minimumveiligheidseisen voor tunnels in het trans-Europese wegennet sluiten houdende minimumveiligheidseisen voor tunnels in het trans-Europese wegennet vallende wegtunnels wordt gewaarborgd door gezamenlijke verkeersveiligheidsinspecties door de voor de tenuitvoerlegging van dit decreet en van het decreet van 19 december 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2007 pub. 18/02/2008 numac 2008200427 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende minimumveiligheidseisen voor tunnels in het trans-Europese wegennet sluiten bevoegde instanties.

De gezamenlijke verkeersveiligheidsinspecties vinden ten minste om de zes jaar plaats om een toereikend veiligheidsniveau te waarborgen.

Onverminderd de krachtens artikel 13 aangenomen richtsnoeren stelt de Regering richtsnoeren vast voor tijdelijke veiligheidsmaatregelen toepasselijk op wegwerkzaamheden en neemt ze een passend inspectieschema aan om toe te zien op de juiste toepassing van deze richtsnoeren.

De modaliteiten voor de toepassing van dit artikel kunnen nader bepaald worden door de Regering.

Art. 8.De bevindingen van op grond van artikel 6 uitgevoerde verkeersveiligheidsbeoordelingen van het wegennet worden gevolgd door gerichte verkeersveiligheidsinspecties of directe remediërende maatregelen.

De gerichte verkeersveiligheidsinspecties worden uitgevoerd door deskundigenteams, rekening houdend met de indicatieve elementen in bijlage 4. Ten minste één lid van het deskundigenteam voldoet aan de in artikel 14, vierde lid, vastgestelde eisen.

De bevindingen van gerichte verkeersveiligheidsinspecties worden gevolgd door gemotiveerde besluiten waarin bepaald wordt of remediërende maatregelen nodig zijn. De inspecties onderzoeken met name op welke weggedeelten het nodig is de veiligheid van de weginfrastructuur te verbeteren, en stellen maatregelen vast die bij voorrang moeten worden uitgevoerd om die weggedeelten veiliger te maken.

De remediërende maatregelen worden in de eerste plaats gericht op weggedeelten met een laag veiligheidsniveau en weggedeelten waar maatregelen met een groot potentieel voor de ontwikkeling van de verkeersveiligheid kunnen worden uitgevoerd en veel kosten van ongevallen kunnen worden bespaard.

De wegenbeheerder zorgt voor de opstelling en regelmatige actualisering van een actieplan met op basis van risico's bepaalde prioriteiten om de tenuitvoerlegging van de vastgestelde remediërende maatregelen te volgen.

De modaliteiten voor de toepassing van dit artikel kunnen nader bepaald worden door de Regering.

Art. 9.Bij de toepassing van de procedures van de artikelen 4 tot en met 8 wordt rekening gehouden met de behoeften van kwetsbare weggebruikers.

Art. 10.Alle bestaande en toekomstige procedures voor wegmarkeringen en verkeersborden houden rekening met de leesbaarheid en detecteerbaarheid daarvan voor menselijke bestuurders en geautomatiseerde rijhulpsystemen. Wanneer gemeenschappelijke specificaties zijn vastgesteld, wordt in dergelijke procedures rekening gehouden met gemeenschappelijke specificaties.

De modaliteiten voor de toepassing van dit artikel kunnen nader bepaald worden door de Regering.

Art. 11.De Regering voert een systeem in dat voor alle weggebruikers online toegankelijk is, teneinde het mogelijk te maken om details te verzamelen van voorvallen die door weggebruikers en voertuigen worden doorgegeven, en van andere veiligheidsgerelateerde informatie die door de melder als een feitelijk of potentieel gevaar voor de veiligheid van de weginfrastructuur wordt beschouwd.

De modaliteiten voor de toepassing van dit artikel kunnen nader bepaald worden door de Regering.

Art. 12.Voor elk dodelijk ongeval op een in artikel 2 vermelde weg stelt de bevoegde instantie een ongevalsverslag op.

Dit verslag bevat de in bijlage 5 vermelde gegevens, alsmede het aantal doden en gewonden.

De gemiddelde maatschappelijke kosten van een dodelijk en van een zwaar ongeval dat zich ten minste op het grondgebied voordoet, worden ten minste om de vijf jaar berekend.

De Regering kan de nadere regels voor de toepassing van dit artikel bepalen.

Art. 13.De Regering stelt richtsnoeren vast voor de verkeersveiligheidseffectbeoordeling van een weg voor infrastructuurprojecten, de verkeersveiligheidsaudits voor infrastructuurprojecten, de beoordeling van de veiligheid van het wegennet, de periodieke verkeersveiligheidsinspecties, met inbegrip van de frequentie van periodieke verkeersveiligheidsinspecties, alsmede voor de opvolging van de procedures voor de in gebruik zijnde wegen.

Art. 14.De Regering neemt opleidingscurricula voor verkeersveiligheidsauditoren aan. De opleidingscurricula omvatten aspecten die betrekking hebben op kwetsbare weggebruikers en de infrastructuur voor deze gebruikers.

Wanneer verkeersveiligheidsauditoren taken uitvoeren die in dit decreet zijn vastgesteld, moeten zij een eerste opleiding volgen, waarna zij een bekwaamheidscertificaat ontvangen. Vervolgens moeten zij regelmatig verdere opleidingscursussen volgen.

Certificaten die vóór de inwerkingtreding van dit decreet zijn afgegeven, worden erkend.

De auditoren worden aangesteld om de bij dit decreet bepaalde opdrachten te vervullen indien ze voldoen aan de volgende eisen: 1° ze beschikken over een bekwaamheidscertificaat en hebben relevante ervaring of opleiding op het gebied van wegenontwerp, wegenverkeersveiligheidstechnieken en ongevalsanalyse;2° ze voldoen aan de eisen bedoeld in de leden 2 en 3 binnen twee jaar na de aanneming van de richtsnoeren bedoeld in 13;3° ze mogen gedurende de audit niet betrokken zijn bij het ontwerp of de exploitatie van het infrastructuurproject waarop de door hen uitgevoerde audit betrekking heeft. De Regering stelt de voorwaarden vast voor de toepassing van dit artikel, met inbegrip van de voorwaarden voor het uitoefenen van de functie van verkeersveiligheidsauditoren, de voorwaarden voor het met goed gevolg doorlopen van de eerste opleiding, de geldigheidsduur van het bekwaamheidscertificaat, de voorwaarden voor verlenging van het bekwaamheidscertificaat, de erkenning van kwalificaties, getuigschriften en certificaten die door een bevoegde instantie in een andere lidstaat van de Europese Unie zijn afgegeven.

Art. 15.De Regering dient uiterlijk op 31 oktober 2025 een verslag in bij de Commissie over de veiligheidsclassificatie, namelijk de indeling van delen van het bestaande wegennet in categorieën op basis van hun objectief gemeten ingebouwde veiligheid, van het volledige overeenkomstig artikel 6 beoordeelde wegennet.

Indien van toepassing stelt de Regering ook de lijst voor van bepalingen van geactualiseerde nationale richtsnoeren, waaronder met name de verbeteringen inzake technologische vooruitgang en bescherming van kwetsbare weggebruikers.

Met ingang van 31 oktober 2025 worden deze verslagen om de vijf jaar ingediend.

Art. 16.Hoofdstuk 1 van het decreet van 22 december 2010Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2010 pub. 25/01/2011 numac 2011027010 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de verkeersveiligheid en houdende diverse bepalingen inzake wegen en waterwegen type decreet prom. 22/12/2010 pub. 30/12/2011 numac 2011206553 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de verkeersveiligheid en houdende diverse bepalingen inzake wegen en waterwegen. - Addenda sluiten betreffende de verkeersveiligheid en houdende diverse bepalingen inzake wegen en waterwegen, dat de artikelen 1 tot en met 9 omvat, wordt opgeheven.

Art. 17.Dit decreet heeft uitwerking vanaf 17 december 2021.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 24 maart 2022.

De Minister-President, E. DI RUPO De Vice-Minister-President en Minister van Economie, Buitenlandse Handel, Onderzoek, Innovatie, Digitale Technologieën, Ruimtelijke Ordening, Landbouw, het "IFAPME", en de Vaardigheidscentra, W. BORSUS De Vice-Minister-President en Minister van Klimaat, Energie, Infrastructuren en Mobiliteit, Ph. HENRY De Vice-Minister-President en Minister van Werk, Vorming, Gezondheid, Sociale Actie en Sociale Economie, Gelijke Kansen en Vrouwenrechten, Ch. MORREALE De Minister van Ambtenarenzaken, Informatica, Administratieve Vereenvoudiging, belast met Kinderbijslag, Toerisme, Erfgoed en Verkeersveiligheid, V. DE BUE De Minister van Huisvesting, de Plaatselijke Besturen en het Stedenbeleid, Ch. COLLIGNON De Minister van Begroting en Financiën, Luchthavens en Sportinfrastructuren, A. DOLIMONT De Minister van Leefmilieu, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden en Dierenwelzijn, C. TELLIER _______ Nota (1) Zitting 2021-2022 Stukken van het Waalse Parlement 845 (2021-2022) Nrs.1 tot 4.

Volledig verslag, openbare vergadering van 23 maart 2022.

Bespreking.

Stemming.

Bijlage 1 Indicatieve elementen van de verkeersveiligheidseffectbeoordeling van een weg 1. Componenten van een verkeersveiligheidseffectbeoordeling van een weg a) beschrijving van het probleem;b) huidige toestand en status-quoscenario;c) verkeersveiligheidsdoelstellingen;d) analyse van de effecten van de voorgestelde opties op de verkeersveiligheid; e) vergelijking van de opties, w.o. analyse van de verhouding kosten/voordelen; f) voorstelling van de verschillende mogelijke oplossingen.2. In aanmerking te nemen elementen: a) overlijden en ongevallen, verminderingsdoelstellingen vergeleken met het status-quoscenario;b) keuze van de trajecten en aard van het verkeer;c) eventuele gevolgen op de bestaande wegennetten (bij voorbeeld, afritten, kruisingen, overwegen);d) weggebruikers, kwetsbare weggebruikers;f) seizoensgebonden karakter en weersomstandigheden;g) aanwezigheid van een voldoende aantal veilige parkeerplaatsen;h) seismische activiteit. Bijlage 2 Indicatieve elementen van de verkeersveiligheidsaudits van wegen 1. Criteria toepasselijk op de opvattingsfase: a) geografische ligging, bv.gevoeligheid voor landverschuivingen, overstromingen, lawines, seizoen- en weersomstandigheden en seismische activiteit; b) soorten verbinding en afstand tussen de verbindingspunten;c) aantal en soorten wegen;d) verkeerssoorten die de nieuwe weg kunnen nemen;e) functionaliteit van de weg in het wegennet;f) weersomstandigheden;g) rijsnelheden;i) horizontale en verticale rooilijnen;j) zichtbaarheid;k) inrichting van de verbindingspunten;l) middelen van openbaar vervoer en infrastructuur;m) spoorwegovergangen;n) voorzieningen voor kwetsbare weggebruikers: i) voorzieningen voor voetgangers; ii) voorzieningen voor fietsers, waaronder de aanwezigheid van alternatieve routes of afscheidingen van snel gemotoriseerd verkeer; iii) voorzieningen voor gemotoriseerde tweewielers; iv) dichtheid en locatie van oversteekplaatsen voor voetgangers en fietsers; v) voorzieningen voor voetgangers en fietsers op de betrokken wegen in het gebied; vi) afscheiding van voetgangers en fietsers van snel gemotoriseerd verkeer of de aanwezigheid van rechtstreekse alternatieve routes via onderliggend wegennet. 2. Criteria toepasselijk op de gedetailleerde opvattingsfase: a) tracé;b) coherente bebakening en wegmarkering;c) verlichting van de wegen en van de verlichte kruispunten;d) wegranduitrustingen e) wegrandomgeving, waaronder vegetatie;f) vaste obstakels aan de rijbaankant;g) inrichting van veilige parkeerplaatsen;h) voorzieningen voor kwetsbare weggebruikers: i) voorzieningen voor voetgangers; ii) voorzieningen voor fietsers; iii) voorzieningen voor gemotoriseerde tweewielers; i) aangepaste beveiligingssystemen (middenberm en metaalhekken om de risico's voor de kwetsbare gebruikers te voorkomen).3. Criteria toepasselijk op de ingebruiknemingsfase: a) veiligheid van de weggebruikers en zichtbaarheid in diverse toestanden zoals duisternis en bij normale weersomstandigheden;b) leesbaarheid van de bebakening en wegmarkering;c) staat van de weg.4. Criteria in de fase van eerste gebruik: beoordeling van de verkeersveiligheid in het licht van het daadwerkelijke gedrag van de gebruikers. De uitvoering van een audit in een bepaald stadium kan ertoe leiden de op de vorige stadia toepasselijke criteria nader te overwegen.

Bijlage 3 Indicatieve elementen van gerichte verkeersveiligheidsinspecties 1. Tracé en dwarsprofiel: a) zichtbaarheid en zichtafstanden;b) snelheidsbeperking en indeling in snelheidszones;c) leesbaarheid van het wegbeeld voor de weggebruikers;d) toegang tot aangrenzende eigendommen en ontwikkelingsgebieden;e) toegankelijkheid voor nood- en dienstvoertuigen;f) passende veiligheidsvoorzieningen aan bruggen en duikers;g) wegkantontwerp (bermen, lager gelegen stoepen, "cut and fill"-hellingen).2. Kruispunten en knooppunten: a) geschiktheid van het type kruispunt/knooppunt;b) geometrisch ontwerp van het kruispunt/knooppunt;c) zichtbaarheid en leesbaarheid (waarneming) van kruispunten;d) zichtbaarheid op het kruispunt;e) ontwerp van zijwegen aan kruispunten;f) verkeerbeheer aan kruispunten (bv.stoptekens, verkeerslichten enz.); g) aanwezigheid van oversteekplaatsen voor voetgangers en fietsers.3. Voorzieningen voor kwetsbare weggebruikers: a) voorzieningen voor voetgangers;b) voorzieningen voor fietsers;c) voorzieningen voor gemotoriseerde tweewielers;d) openbaar vervoer en openbare infrastructuren;e) spoorwegovergangen (met vermelding van het type overgang en of deze bemand of onbemand is, en manueel bediend wordt of geautomatiseerd is).4. Verlichting, borden en markeringen: a) coherente verkeersborden die het zicht niet belemmeren;b) leesbaarheid van verkeersborden (plaats, grootte, kleur);c) wegwijzers;d) coherente wegmarkeringen en afbakening;e) leesbaarheid van wegmarkeringen (plaats, grootte en retroreflectiviteit in droge en natte omstandigheden);f) passend contrast van wegmarkeringen;g) verlichting van de wegen en kruispunten;h) passende wegkantapparatuur.5. Verkeerslichten: a) werking;b) zichtbaarheid.6. Obstakels, obstakelvrije ruimten en afschermende constructies langs de weg: a) omgeving van de wegkant, met inbegrip van vegetatie;b) gevaren in de wegkant en afstand tot de rand van de rijweg of het fietspad;c) gebruikersvriendelijke aanpassing van de afschermende constructies langs de weg (middenbermen en geleiderails om risico's voor kwetsbare weggebruikers te voorkomen);d) veiligheidsvoorzieningen aan de uiteinden van vangrails;e) passende afschermende constructies aan bruggen en duikers;f) omheiningen (aan wegen met toegangsbeperkingen).7. Wegdek: a) defecten aan het wegdek;b) slipweerstand;c) los materiaal/grind/stenen;d) plasvorming, waterafvoer.8. Bruggen en tunnels: a) aanwezigheid van en aantal bruggen;b) aanwezigheid van en aantal tunnels;c) visuele elementen die risico's voor de veiligheid van de infrastructuur vormen.9. Andere aandachtspunten: a) veilige parkeerterreinen en rustplaatsen;b) voorzieningen voor zware voertuigen;c) verblinding door koplampen of door de zon;d) wegenwerken;e) onveilige activiteiten langs de kant van de weg;f) passende informatie in ITS-apparatuur (bv.variabele informatieborden); g) wilde fauna en dieren;h) waarschuwingen aan scholen. Bijlage 4 Indicatieve elementen van veiligheidsbeoordelingen van het wegennet 1. Algemeen: a) wegtype in verhouding tot het type en de grootte van de regio's/steden die de weg verbindt;b) lengte van het weggedeelte;c) gebiedstype (landelijk, stedelijk);d) landgebruik (onderwijs, handel, industrie en productie, residentieel, veeteelt en landbouw, onontwikkelde gebieden e) dichtheid van toegangspunten tot eigendommen;f) aanwezigheid van dienstwegen (bv.voor winkels); g) aanwezigheid van wegwerkzaamheden;h) aanwezigheid van parkeervoorzieningen.2. Verkeersvolumes: a) verkeersintensiteit;b) waargenomen intensiteit motorfietsen;c) waargenomen intensiteit voetgangers aan beide zijden, met vermelding van "in de verkeersrichting" of "kruisend";d) waargenomen intensiteit fietsen aan beide zijden, met vermelding van "in de verkeersrichting" of "kruisend";e) waargenomen intensiteit zware voertuigen;f) geraamde voetgangersstromen, op basis van het gebruik van aangrenzende terreinen;f) geraamde fietsersstromen, op basis van het gebruik van aangrenzende terreinen.3. Gegevens over ongevallen: a) aantal, plaats en oorzaak van dodelijke verkeersongevallen per groep van weggebruikers;a) aantal en plaats van verkeersongevallen met zwaargewonden per groep van weggebruikers.4. Gebruikskenmerken: a) snelheidslimiet (algemeen, voor motorfietsen;voor vrachtwagens); b) reële snelheid (85 procent) c) snelheidsbeheer en/of verkeersremming;d) aanwezigheid van ITS-voorzieningen: filewaarschuwingen, variabele informatieborden;e) waarschuwingen in de omgevingen van scholen;f) aanwezigheid toezichthouder bij oversteekplaatsen bij scholen op vooraf bepaalde tijdstippen. 5. Geometrische kenmerken: a) kenmerken van de dwarsprofielen (aantal, type en breedte van rijstroken, ontwerp en materiaal van de middenberm, fietspaden, voetpaden enz.), met inbegrip van de aanpasbaarheid daarvan; b) horizontale bogen;c) hellingshoek en verticaal alignement;d) zichtbaarheid en zichtafstanden.6. Obstakels, obstakelvrije ruimten en afschermende constructies langs de weg: a) omgeving van de wegkant en obstakelvrije zones;b) vaste obstakels langs de weg (bv.lichtmasten, bomen enz.); c) afstand tussen obstakels en de kant van de weg;d) dichtheid van obstakels;e) ribbelstroken;f) afschermende constructies langs de weg.7. Bruggen en tunnels: a) aanwezigheid van en aantal bruggen, alsmede relevante informatie die daarop betrekking heeft b) aanwezigheid van en aantal tunnels, alsmede relevante informatie die daarop betrekking heeft c) visuele elementen die risico's voor de veiligheid van de infrastructuur vormen.8. Kruispunten : a) type kruispunt en aantal takken (met vermelding van met name het type verkeerssturing en de aanwezigheid van afslagpijlen);b) aanwezigheid van verkeersgeleiders;c) kwaliteit van het kruispunt;d) verkeersintensiteiten op het kruispunt;e) aanwezigheid van spoorwegovergangen (met vermelding van met name het type overgang en of deze bemand of onbemand is, en manueel bediend wordt of geautomatiseerd is).9. Onderhoud: a) defecten aan het wegdek;b) slipweerstand van het wegdek;c) conditie van de berm (met inbegrip van vegetatie);d) conditie van de verkeersborden, markeringen en afbakening;e) conditie van de afschermende constructies langs de weg.10. Voorzieningen voor kwetsbare weggebruikers: a) oversteekplaatsen voor voetgangers en fietsers (gelijkvloerse en ongelijkvloerse kruisingen);b) oversteekplaatsen voor fietsers (gelijkvloerse en ongelijkvloerse kruisingen);c) afscherming voor voetgangers;d) aanwezigheid van stoepen of gescheiden voorzieningen;e) voorzieningen voor fietsers en de soort voorzieningen (fietspaden, fietsstroken of andere);f) kwaliteit van de oversteekplaatsen voor voetgangers, wat de zichtbaarheid en signalering van elke voorziening betreft;g) oversteekplaatsen voor voetgangers en fietsers op toegangswegen van aansluitende ondergeschikte wegen;h) aanwezigheid van alternatieve routes voor voetgangers en fietsers indien er geen gescheiden voorzieningen zijn.11. "Pre-crash"- en "post-crash"-systemen ter vermindering van verkeersletsels en elementen ter beperking van de ernst van ongevallen: a) operationele netwerkcentra en andere surveillancevoorzieningen;b) mechanismen om weggebruikers in te lichten over rijomstandigheden ter voorkoming van ongevallen of incidenten;c) automatische systemen voor incidentdetectie: sensoren en camera's;d) systemen voor incidentbeheer;e) systemen voor communicatie met hulpdiensten. Bijlage 5 Ongevalsinformatie in ongevalsverslagen De volgende elementen moeten worden opgenomen in ongevalsverslagen: 1° plaats van het ongeval (zo nauwkeurig mogelijk), met inbegrip van GNSS-coördinaten;2° foto's en/of schema's van de plaats van het ongeval;3° datum en tijdstip van het ongeval;4° informatie over de weg, zoals het type gebied, type weg, type kruispunt, inclusief signalering, aantal baanvakken, markeringen, wegdek, licht- en weersomstandigheden, snelheidsbeperkingen, obstakels langs de weg;5° ernst van het ongeval;6° gegevens over de betrokken personen, zoals leeftijd, geslacht, nationaliteit, alcoholpercentage, al dan niet gebruik van veiligheidsuitrusting;7° gegevens over de betrokken voertuigen (type, ouderdom, land, eventuele veiligheidsvoorzieningen, datum van de laatste periodieke technische controle overeenkomstig de toepasselijke wetgeving);8° gegevens over het ongeval zoals type ongeval, type aanrijding, voertuigbeweging en manoeuvre van de bestuurder; 9° indien mogelijk, gegevens over de tijd die is verstreken tussen het tijdstip van het ongeval en de registratie van het ongeval of de aankomst van de hulpdiensten.

^