Etaamb.openjustice.be
Decreet van 24 januari 2022
gepubliceerd op 28 februari 2022

Decreet betreffende de bestrijding van doping in de sport

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2022200966
pub.
28/02/2022
prom.
24/01/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 JANUARI 2022. - Decreet betreffende de bestrijding van doping in de sport


Het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt: HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan zijn van toepassing op sportorganisaties, sportfederaties, de Koepelorganisatie voor de Sport in de Duitstalige Gemeen schap en organisatoren die hun zetel hebben in het Duitse taalgebied, alsook op sporters, officials en andere personen in de zin van artikel 3, 53°, met inbegrip van de leden van leidinggevende organen, bestuurders, directeurs en aangewezen medewerkers alsook 'gedelegeerde derden' en hun medewerkers die ofwel aangesloten zijn bij die sportorganisaties, sportfederaties of de Koepelorganisatie voor de Sport in de Duitstalige Gemeenschap, ofwel op grond van hun woonplaats of hun aanwezigheid op het Duitse taalgebied binnen de bevoegdheid van de Duitstalige Gemeenschap vallen.

Art. 2.De verwijzingen naar personen in dit decreet gelden voor alle geslachten.

Art. 3.Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder: 1° ADAMS (Anti-Doping Administration and Management System): een webgebaseerd beheersysteem in de vorm van een databank voor het invoeren, opslaan, delen en doorgeven van gegeven dat opgezet is om het WADA en zijn partners te helpen bij dopingbestrijdingsacties, met naleving van de wetgeving betreffende de bescherming van gegevens.Dit databankbeheersysteem werd ontwikkeld door het WADA om de wetgeving en de standaarden betreffende de bescherming van gegevens na te leven die gelden voor het WADA en voor andere organisaties die ADAMS gebruiken; 2° breedtesporter: elke sporter die geen elitesporter van nationaal of internationaal niveau is;3° diskwalificatie: één van de mogelijke gevolgen van een overtreding van de antidopingregels, zoals bepaald in 22°, a);4° antidopingactiviteiten: antidopingeducatie en -informatie, testdistributieplanning, het beheer van een geregistreerde doelgroep, het beheer van biologische paspoorten, het uitvoeren van testen, organiseren van de analyse van monsters, het verzamelen van informatie en het voeren van onderzoeken, het verwerken van TTN-aanvragen, het resultatenbeheer, het toezicht houden op en afdwingen van de naleving van de opgelegde voorschriften, en alle andere activiteiten die verband houden met antidoping die uitgevoerd moeten worden door of namens een antidopingorganisatie, als bepaald in de Code en/of de Internationale Standaarden;5° antidopingorganisatie: het WADA of elke ondertekenaar die verantwoordelijk is voor de aanneming van regels voor het creëren, uitvoeren of handhaven van een onderdeel van het dopingcontroleproces;6° gebruik: het op om het even welke wijze gebruiken, toedienen, innemen, injecteren of consumeren van een verboden stof of verboden methode;7° atypisch resultaat: een rapport van een WADA-geaccrediteerd of door het WADA goedgekeurd controlelaboratorium waarvoor krachtens de Internationale Standaard voor Laboratoria of de technische documenten verder onderzoek nodig is om uit te maken of er sprake is van een afwijkend analyseresultaat;8° atypisch paspoortresultaat: een rapport dat als een atypisch paspoortresultaat wordt beschreven in de toepasselijke Internationale Standaarden;9° buiten wedstrijdverband: niet binnen wedstrijdverband;10° gedelegeerde derde: elke persoon aan wie een antidopingorganisatie een aspect van de dopingcontrole of een aspect van het antidopingeducatieprogramma delegeert, met inbegrip van maar niet beperkt tot derden of andere antidopingorganisaties die monsters nemen, andere diensten in het kader van de dopingcontrole verrichten of antidopingeducatieprogramma's voor de antidopingorganisatie uitvoeren of personen die als onafhankelijke opdrachtnemer diensten in het kader van de dopingcontrole verrichten voor de antidopingorganisatie.Dit begrip slaat niet op het TAS; 11° bezit: het daadwerkelijke of fysieke bezit, dat alleen kan worden vastgesteld als de persoon exclusieve controle heeft, of de intentie heeft om controle uit te oefenen, over de verboden stof of verboden methode of de ruimte waar een verboden stof of verboden methode zich bevindt.Als de persoon echter geen exclusieve controle heeft over de verboden stof of verboden methode of de ruimte waar een verboden stof of verboden methode zich bevindt, kan het daadwerkelijke bezit alleen worden vastgesteld als de persoon op de hoogte was van de aanwezigheid van de verboden stof of verboden methode en de intentie had er controle over uit te oefenen. Er is echter geen sprake van een dopingovertreding alleen op basis van bezit als de persoon, voor hij op de hoogte is gebracht van het feit dat hij een dopingovertreding heeft begaan, concrete actie heeft ondernomen waaruit blijkt dat de persoon nooit de intentie van het bezit heeft gehad en heeft afgezien van het bezit door dat uitdrukkelijk aan een antidopingorganisatie te verklaren. Niettegenstaande enige andersluidende bepaling in deze definitie staat de aankoop, elektronisch of op een andere wijze, van een verboden stof of verboden methode gelijk met bezit door de persoon die de aankoop doet; 12° educatie: het opleidingsproces om waarden bij te brengen en gedrag te ontwikkelen die de geest van de sport bevorderen en beschermen, alsook opzettelijke en onopzettelijke overtredingen van de antidopingregels te verhinderen;13° biologisch paspoort van de sporter: het programma en de methodes om een overzicht te verzamelen van alle relevante gegevens die beschreven zijn in de Internationale Standaard voor Dopingtests en Onderzoeken en de Internationale Standaard voor Laboratoria;14° Code: de Wereldantidopingcode aangenomen door het WADA op 5 maart 2003 te Kopenhagen, opgenomen in bijlage 1 van de UNESCO-conventie, zoals die bijlage geactualiseerd is door het WADA op 7 november 2019;15° Algemene Verordening Gegevensbescherming: Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG;16° duur van het evenement: de tijd tussen het begin en het einde van een evenement, zoals bepaald door de organisatie die als beschermheer van het evenement optreedt; 17° dopingcontrole: alle stappen en procedures vanaf het plannen van de spreiding van dopingtests tot de laatste beslissing in beroep en de toepassing van de gevolgen, inclusief alle tussenstappen en alle tussenprocedures, met inbegrip van testen, onderzoeken, het verzamelen van verblijfsgegevens, het afnemen en verwerken van monsters, de laboratoriumanalyse, de toestemmingen wegens therapeutische noodzaak, het resultatenbeheer, met inbegrip van de onderzoeken en verdere procedures die betrekking hebben op schendingen van artikel 10.14 van de Code; 18° individuele sport: elke sport die geen ploegsport is;19° decisielimiet: de waarde die bepaalt vanaf waar de gemeten aanwezigheid van een verboden stof waarvoor een drempelwaarde is bepaald, als een afwijkend analyseresultaat wordt gerapporteerd, conform de Internationale Standaard voor Laboratoria van het WADA;20° resultatenbeheer: het proces dat het volledige tijdsverloop omvat vanaf de kennisgeving overeenkomstig artikel 5 van de Internationale Standaard voor Resultatenbeheer of, in bepaalde gevallen, de specifieke, in artikel 5 van de Internationale Standaard voor Resultatenbeheer vermelde stappen voorafgaand aan de kennisgeving, gaande van het melden van het geval tot aan de volledige afhandeling van het geval, met inbegrip van de afsluiting van de hoorprocedure in eerste aanleg of in hoger beroep (als beroep werd ingesteld);21° financiële gevolgen: één van de mogelijke gevolgen van een overtreding van de antidopingregels, zoals bepaald in 22°, d);22° gevolgen van de overtredingen van de antidopingregels (hierna: "gevolgen"): een overtreding van de antidopingregels door een sporter of door een andere persoon kan één of meer van de volgende gevolgen hebben: a) diskwalificatie: de resultaten behaald door de sporter in kwestie in een bepaalde wedstrijd of in een bepaald evenement worden gediskwalificeerd met alle daaruit voortvloeiende gevolgen, met inbegrip van het verlies van medailles, punten en prijzen; b) uitsluiting of schorsing: de sporter of andere persoon is op grond van een overtreding van de antidopingregels voor een bepaalde periode uitgesloten van deelname in enige wedstrijddeelname of andere activiteit of sportgerelateerde steun, conform artikel 10.14 van de Code; c) voorlopige schorsing: de sporter of andere persoon is tijdelijk uitgesloten van enige wedstrijd of andere activiteit voorafgaand aan een beslissing ten gronde na een hoorzitting conform artikel 8 van de Code;d) financiële gevolgen: een financiële sanctie opgelegd op grond van een overtreding van de antidopingregels of als terugvordering van de kosten verbonden aan een overtreding van de antidopingregels;e) publieke bekendmaking: de publieke verspreiding of algemene verstrekking van informatie die verder gaat dan de verplichte notificaties aan de partijen die conform artikel 14 van de Code vooraf in kennis moeten worden gesteld. In het kader van ploegsport kunnen aan ploegen ook gevolgen worden opgelegd overeenkomstig artikel 11 van de Code; 23° recreatiesporter: elke breedtesporter, met uitzondering van de sporters die in de loop van de vijf jaar voorafgaand aan een overtreding van de antidopingregels elitesporters van internationaal of nationaal niveau waren, een land vertegenwoordigd hebben bij een internationaal sportevenement zonder categoriebeperking of toegevoegd waren aan een geregistreerde doelgroep, een nationale doelgroep of elke andere geregistreerde doelgroep waarvoor een internationale federatie of een NADO verplichtingen op het vlak van het doorgeven van verblijfsgegevens heeft bepaald;24° officier van gerechtelijke politie: de officiers van gerechtelijke politie vermeld in artikel 16, § 5;25° beschermde persoon: een sporter of andere natuurlijke persoon die op het ogenblik van de overtreding van een antidopingregel: a) de leeftijd van zestien jaar nog niet heeft bereikt, of b) de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt en niet behoort tot een geregistreerde doelgroep en nog nooit aan een internationale wedstrijd in een open categorie heeft deelgenomen of c) om andere redenen dan leeftijd als niet-handelingsbekwaam wordt beschouwd overeenkomstig het geldende, nationale recht;26° gericht testen: het selecteren van specifieke sporters voor een dopingtest op basis van criteria die bepaald zijn in de Internationale Standaard voor dopingtests en onderzoeken; 27° binnen wedstrijdverband: de periode die start om 23.59 uur op de dag vóór een wedstrijd waaraan de sporter plant deel te nemen, tot en met het einde van de wedstrijd en de monsterneming die in verband staat met de wedstrijd in kwestie, voor zover er voor een bepaalde sport geen andere definitie geldt die in de regels van een internationale sportfederatie is vastgelegd en die door het WADA is goedgekeurd; 28° institutionele onafhankelijkheid: in geval van beroep zijn de hoororganen institutioneel volledig onafhankelijk van de antidopingorganisatie die verantwoordelijk is voor het beheer van de resultaten.Dit is een verbod om als hoorinstantie beheerd te worden door, verbonden te zijn met of ondergeschikt te zijn aan de antidopingorganisatie die bevoegd is voor het resultatenbeheer; 29° Internationaal Olympisch Comité (IOC): een internationale niet-gouvernementele organisatie van openbaar nut die is opgericht voor onbeperkte duur in de vorm van een vereniging met rechtspersoonlijkheid die door de Bondsraad van Zwitserland erkend is overeenkomstig een akkoord van 1 november 2000;30° Internationaal Paralympisch Comité (IPC): een internationale niet-gouvernementele organisatie die is opgericht op 22 september 1989 en gevestigd is in Bonn;31° elitesporter van internationaal niveau: een elitesporter die een sportactiviteit beoefent op internationaal niveau, zoals gedefinieerd door zijn internationale federatie;32° Internationale Standaard: de standaard die door het WADA is aangenomen ter ondersteuning van de Code.De naleving van een Internationale Standaard zal - in tegenstelling tot de naleving van andere standaarden, procedures of gebruiken - voldoende zijn om te concluderen dat de procedures in de Internationale Standaard correct zijn uitgevoerd. Internationale Standaarden omvatten technische documenten die overeenkomstig hun bepalingen werden bekendgemaakt; 33° internationaal evenement: een evenement of wedstrijd waarbij het Internationaal Olympisch Comité, het Internationaal Paralympisch Comité, een internationale federatie, een organisator van grote evenementen of een andere internationale sportorganisatie optreedt als verantwoordelijke organisator of de technische officials voor het evenement aanstelt;34° handel: het aan een derde verkopen, verstrekken, vervoeren, versturen, leveren of verspreiden, of het bezitten voor een van die doeleinden, van een verboden stof of verboden methode, hetzij fysiek, hetzij elektronisch of op een andere wijze, door een sporter, begeleider of andere persoon die onder het gezag van een antidopingorganisatie valt.Dit begrip slaat echter niet op de handelingen van bonafide medisch personeel met betrekking tot een verboden stof die wordt gebruikt voor legitieme en rechtmatige therapeutische doeleinden of om een andere aanvaardbare reden. Dit begrip slaat evenmin op handelingen met betrekking tot verboden stoffen die niet verboden zijn tijdens dopingtests buiten wedstrijdverband, tenzij de omstandigheden in hun geheel erop wijzen dat dergelijke verboden stoffen niet bedoeld zijn voor legitieme en rechtmatige therapeutische doeleinden of dat ze bedoeld zijn om de sportprestaties te verbeteren; 35° geen significante schuld of nalatigheid: het bewijs van een sporter of een andere persoon dat er, gezien binnen het geheel van omstandigheden en rekening houdend met de criteria voor geen schuld of nalatigheid, geen significant verband was tussen zijn schuld of nalatigheid en de overtreding van de antidopingregels.Als hij geen beschermde persoon of geen recreatiesporter is, moet de sporter bij overtreding van artikel 8, 2°, ook bewijzen hoe de verboden stof in zijn lichaam is terechtgekomen; 36° geen schuld of nalatigheid: het bewijs van een sporter of een andere persoon dat hij niet wist of vermoedde, en zelfs met de grootst mogelijke voorzichtigheid niet redelijkerwijs had kunnen weten of vermoeden, dat hij een verboden stof of verboden methode had gebruikt of toegediend had gekregen of anderszins een antidopingregel heeft overtreden.Als hij geen beschermde persoon of geen recreatiesporter is, moet de sporter bij overtreding van artikel 8, 1°, ook bewijzen hoe de verboden stof in zijn lichaam is terechtgekomen; 37° besmet product: een product dat een verboden stof bevat die niet vermeld staat op het etiket of in de informatie die via een redelijke zoekopdracht op het internet te vinden is;38° dopingtest: het deel van het dopingcontroleproces waarbij monsternames worden gepland, monsters worden afgenomen, monsters worden verwerkt en monsters naar een laboratorium worden getransporteerd;39° dopingtest buiten wedstrijdverband: elke dopingtest die niet binnen wedstrijdverband plaatsvindt;40° ploegsport: een sport waarbij de vervanging van sporters tijdens een wedstrijd toegestaan is;41° marker: een verbinding, groep verbindingen resp.een of meer biologische variabelen die wijzen op het gebruik van een verboden stof of een verboden methode; 42° te rapporteren minimumhoeveelheid: de geraamde concentratie van een verboden stof of metabolieten ervan of marker in een monster die de door het WADA geaccrediteerde laboratoria als drempelwaarde hanteren om het monster als afwijkend analyseresultaat te rapporteren;43° metaboliet: elke stof die ontstaat door een biologisch omzettingsproces;44° minderjarige: elke natuurlijke persoon die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt;45° misbruikstof: voor de toepassing van artikel 10 van de Code verboden stof die op de verboden lijst is aangeduid als misbruikstof, omdat ze frequent misbruikt wordt in de samenleving buiten de sportgerelateerde context;46° nationale antidopingorganisatie (NADO): de entiteit of entiteiten waaraan een land de bevoegdheid en verantwoordelijkheid heeft toegewezen om antidopingregels vast te stellen en uit te voeren, monsternames te coördineren en de resultaten ervan te beheren;47° Nationaal Olympisch Comité: organisatie die door het Internationaal Olympisch Comité als zodanig wordt erkend;in België is dat het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité (BOIC); 48° elitesporter van nationaal niveau: een sporter van wie de internationale federatie de Code heeft ondertekend en deel uitmaakt van de olympische of paralympische beweging of erkend is door het Internationaal Olympisch Comité of Internationaal Paralympisch Comité of lid is van de Global Association of International Sports Federations (GAISF), die geen elitesporter van internationaal niveau is, maar die ten minste aan één van de volgende criteria voldoet: a) hij neemt regelmatig deel aan internationale competities van hoog niveau;b) hij beoefent zijn sport als voornaamste bezoldigde activiteit, in de hoogste categorie of de hoogste nationale competitie van de betreffende discipline;c) hij is geselecteerd voor of heeft in de voorbije twaalf maanden deelgenomen aan ten minste een van de volgende evenementen in de hoogste competitiecategorie van de betreffende discipline: Olympische Spelen, Paralympische Spelen, wereldkampioenschappen, Europese kampioenschappen;d) hij neemt deel aan een ploegsport in een competitie waarbij de meerderheid van de ploegen die aan de competitie deelnemen, bestaat uit sporters als bedoeld in de bepalingen onder a), b) of c);49° nationaal evenement: een sportevenement dat of een sportwedstrijd die geen internationaal evenement is en waaraan sporters van internationaal niveau of sporters van nationaal niveau deelnemen;50° publieke bekendmaking: één van de mogelijke gevolgen van een overtreding van de antidopingregels, zoals bepaald in 22°, e);51° operationele onafhankelijkheid: verbod om bestuursleden, personeelsleden, leden van een commissie, raadgevers en functiehouders van de antidopingorganisatie met resultatenbeheer of organisaties die van die antidopingorganisatie afhangen - bijvoorbeeld een sportfederatie of de Koepelorganisatie voor de Sport in de Duitstalige Gemeenschap -, of personen die betrokken zijn in het onderzoek naar en de beoordeling van de zaak die voorafgaat aan de eigenlijke beoordeling, aan te wijzen als leden van een hoorinstantie van die antidopingorganisatie met resultatenbeheer of als ondersteunend personeel daarvan, (voor zover dat ondersteunend personeel mee verantwoordelijk is in de beraadslaging of het opmaken van een beslissing) en hoorinstanties zijn in staat om de hoorprocedure te voeren en te beslissen over de grond van de zaak zonder inmenging van de antidopingorganisatie of een derde partij.Zo moet worden gewaarborgd dat leden van een hoorinstantie of andere personen die betrokken zijn in het beslissingsproces van de hoorinstantie, niet betrokken zijn in het onderzoek of in de voorafgaande beslissingen over de voortzetting van de zaak; 52° organisatoren van grote evenementen: continentale associaties van nationale olympische comités en andere internationale organisaties voor verschillende sporten die optreden als organisator voor om het even welk continentaal, regionaal of ander internationaal evenement;53° persoon: een natuurlijke persoon of een organisatie of een andere instantie;54° monster of monsterafname: elk biologisch materiaal dat in het kader van een dopingtest wordt afgenomen; 55° geregistreerde doelgroep: de groep van elitesporters met hoge prioriteit die door een internationale sportfederatie of door een antidopingorganisatie geïdentificeerd werden en onderworpen worden aan dopingtests, binnen en buiten wedstrijdverband, en die verplicht zijn hun verblijfsgegevens mee te delen als vermeld in artikel 5.5 van de Code en de Internationale Standaard voor dopingtests en onderzoeken;

In de Duitstalige Gemeenschap stemt de geregistreerde doelgroep overeen met de sporters van categorie A; 56° uitsluiting: één van de mogelijke gevolgen van een overtreding van de antidopingregels, zoals bepaald in 22°, b);57° gespecifieerde stof of methode: voor de toepassing van sancties tegen afzonderlijke personen, alle verboden stoffen, voor zover niet anders vermeld op de verboden lijst.Geen enkele verboden methode wordt als een gespecificeerde methode beschouwd, als ze niet als zodanig op de verboden lijst is aangeduid; 58° elitesporter: elke sporter die een sportactiviteit beoefent op internationaal niveau, zoals bepaald door zijn internationale federatie, of op nationaal niveau, zoals gedefinieerd in 48°;59° elitesporter van de categorie A: een elitesporter die een sportdiscipline beoefent die vermeld is in de door de Regering aangenomen lijst van de sportdisciplines van de categorie A;60° elitesporter van de categorie B: een elitesporter die een sportdiscipline beoefent die vermeld is in de door de Regering aangenomen lijst van de sportdisciplines van de categorie B;61° elitesporter van de categorie C: een elitesporter die een sportdiscipline beoefent die vermeld is in de door de Regering aangenomen lijst van de sportdisciplines van de categorie A of B;62° sporter: elke persoon die een sportactiviteit op ongeacht welk niveau uitoefent;63° begeleider: elke coach, trainer, opleider, manager, agent, teammedewerker, teamverantwoordelijke, official, medisch of paramedisch personeelslid, ouder of elke andere persoon die een sporter die deelneemt aan of zich voorbereidt op sportwedstrijden, behandelt, assisteert of met hem samenwerkt;64° sportorganisatie: de sportverenigingen, sportfederaties en koepelorganisaties in de zin van artikel 3, 7°, 8° en 9°, van het Sport decreet van 19 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/04/2004 pub. 24/11/2004 numac 2004033082 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Sportdecreet sluiten;65° TAS (Tribunal Arbitral du Sport): internationaal scheidsgerecht voor de arbitrage van sportzaken, ingesteld binnen de stichting naar Zwitsers recht "Conseil international de l'arbitrage en matière de sport";66° technisch document: een document dat aangenomen en gepubliceerd is door het WADA waarin verplichte technische vereisten zijn opgenomen over specifieke aspecten van antidoping die bepaald zijn in de Internationale Standaarden;67° deelnemer: elke sporter of elk lid van het begeleidend personeel van de sporter;68° TTN (Therapeutic Use Exemption): toestemming wegens therapeutische noodzaak, waarbij de sporter, na onderzoek van zijn medisch dossier door de Commissie ingesteld bij artikel 12, § 2, een verboden stof of methode vermeld in de lijst van de verboden stoffen en methodes wegens therapeutische noodzaak kan gebruiken, wanneer is aangetoond dat alle volgende criteria worden nageleefd: a) de verboden stof of verboden methode is noodzakelijk voor de behandeling van een vastgestelde medische aandoening die door relevante klinische bewijzen wordt aangetoond;en b) het is hoogst onwaarschijnlijk dat de therapeutische toepassing van de verboden stof of de verboden methode tot een verbetering van de sportprestaties leidt die verder reikt dan die welke kan worden toegeschreven aan de terugkeer naar de gewone gezondheidstoestand van de sporter na de behandeling van de medische aandoening;en c) de verboden stof of verboden methode is een aangewezen behandeling voor de medische aandoening en er bestaat geen redelijk toegestaan therapeutisch alternatief voor de verboden stof of de verboden methode;en d) de noodzaak om de verboden stof of verboden methode te gebruiken, is geen geheel of gedeeltelijk gevolg van het vroegere gebruik van een verboden stof of verboden methode zonder TTN op het tijdstip van het gebruik ervan. In afwijking van het eerste lid kan een TTN toegekend worden in de uitzonderlijke omstandigheden bepaald in artikel 4.3 van de Internationale Standaard inzake Dispensaties voor Therapeutisch Gebruik; 69° programma van onafhankelijke waarnemers: team van waarnemers en/of auditors onder de supervisie van het WADA die de dopingtestprocedure vóór of tijdens bepaalde evenementen waarnemen, raadgevingen verstrekken en rekenschap geven van hun waarnemingen als onderdeel van het programma van het WADA om de naleving van de voorschriften te bewaken;70° onaangekondigde test: test die wordt uitgevoerd zonder aankondiging aan de sporter en gedurende welke de sporter permanent wordt begeleid vanaf de kennisgeving van de test tot de afgifte van het monster;71° UNESCO-conventie: de Internationale Conventie tegen doping in de sport, aangenomen op 19 oktober 2005 door de Algemene Conferentie van de UNESCO op haar 33e zitting, met inbegrip van alle wijzigingen aangenomen door de staten die partij zijn bij de Conventie en de Conferentie van de Partijen bij de Internationale Conventie tegen doping in de sport;72° ondertekenaars: entiteiten die de Code hebben aangenomen en zich ertoe verbinden die na te leven, overeenkomstig artikel 23 van de Code;73° toediening: het verstrekken, leveren of faciliteren van, of het houden van toezicht op, of het op een andere wijze deelnemen aan het gebruik of de poging tot gebruik door een andere persoon van een verboden stof of verboden methode.Dit begrip slaat echter niet op de handelingen van bonafide medisch personeel met betrekking tot een verboden stof die wordt gebruikt voor legitieme en rechtmatige therapeutische doeleinden of om een andere aanvaardbare reden, noch op handelingen met verboden stoffen die bij dopingtests buiten wedstrijdverband niet verboden zijn, tenzij de omstandigheden in hun geheel erop wijzen dat dergelijke verboden stoffen niet bedoeld zijn voor legitieme en rechtmatige therapeutische doeleinden of dat ze bedoeld zijn om de sportprestaties te verbeteren; 74° organisator: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die alleen of in verbinding met andere organisatoren gratis of tegen betaling een wedstrijd of een sportevenement organiseert;75° evenement: een reeks wedstrijden die onder bescherming van een verantwoordelijke organisatie plaatsvinden;76° plaatsen van het evenement: de plaatsen die de organisator van het evenement heeft voorgezien voor het evenement;77° verboden methode: elke methode die als zodanig wordt beschreven in de verboden lijst;78° verboden stof: elke stof of stofklasse die als zodanig wordt beschreven in de verboden lijst;79° verboden lijst: de lijst met de verboden stoffen en verboden methoden die bij de UNESCO-conventie gevoegd is; 80° overeenkomst onder voorbehoud van alle rechten: voor de toepassing van de artikelen 10.7.1.1 en 10.8.2 van de Code een schriftelijke overeenkomst tussen een antidopingorganisatie en een sporter of een andere persoon die de sporter of de andere persoon toestemming verleent om de antidopingorganisatie in een bepaalde context met vastgestelde tijdbestekken informatie te verstrekken, met dien verstande dat, wanneer geen overeenkomst over substantiële hulp of geen overeenkomst voor een oplossing werd gesloten, de door de sporter of een andere persoon in die context verstrekte inlichtingen niet tegen de sporter of een andere persoon in een procedure voor het beheer van de resultaten overeenkomstig de Code gebruikt mogen worden en de door de antidopingorganisatie in die context verstrekte inlichtingen door de sporter of een andere persoon niet gebruikt mogen worden tegen de antidopingorganisatie in een procedure voor het beheer van de resultaten overeenkomstig de Code. Een zulke overeenkomst sluit niet uit dat de antidopingorganisatie, de sporter of een andere persoon inlichtingen of bewijzen gebruiken die ze uit een andere bron hebben gekregen, behalve in de specifieke, in de tijd beperkte context die in de overeenkomst wordt beschreven; 81° bedrog: intentioneel hinderen van de dopingtestprocedure dat voor de rest niet onder de definitie van de verboden methoden valt.Bedrog omvat onder meer het aanbieden of aannemen van omkoping om een handeling te stellen of weg te laten, het verhinderen van het afnemen van een monster, het hinderen of verhinderen van de analyse van een monster, het vervalsen van documenten die worden voorgelegd aan een antidopingorganisatie, een TTN-commissie of een hoorinstantie, valse getuigenissen af te leggen, een andere frauduleuze handeling ten aanzien van de antidopingorganisatie of de hoorinstantie te stellen om het beheer van de resultaten of het opleggen van gevolgen te beïnvloeden, alsook elke andere soortgelijke intentionele inmenging of poging tot inmenging in een ander aspect van de dopingcontrole; 82° schuld: plichtsverzuim of gebrek aan zorgvuldigheid die in een bepaalde situatie vereist is.Factoren die bij de beoordeling van de schuldgraad van een sporter of andere persoon in aanmerking moeten worden genomen, zijn bijvoorbeeld de ervaring van de sporter of de andere persoon, de vraag of de sporter of de andere persoon een beschermde persoon is, speciale overwegingen zoals een handicap, het risico dat de sporter had moeten zien en de zorgvuldigheid en voorzichtigheid die de sporter aan de dag heeft gelegd met betrekking tot wat het gepercipieerde risico had moeten zijn. Bij de beoordeling van de schuldgraad van de sporter of de andere persoon moeten de in overweging genomen omstandigheden specifiek en relevant zijn voor de verklaring van het feit dat de sporter of de andere persoon is afgeweken van het verwachte standaardgedrag; 83° objectieve aansprakelijkheid: regel die bepaalt dat de antidopingorganisatie, krachtens artikel 2.1 of 2.2 van de Code, de intentie, de schuld, de nalatigheid of het bewuste gebruik door de sporter niet hoeft aan te tonen om een overtreding van de antidopingregels vast te stellen; 84° poging: opzettelijk handelingen stellen die een substantiële stap zijn in de richting van handelingen die uitmonden in het overtreden van een antidopingregel.Er is echter geen sprake van een dopingovertreding alleen op basis van een poging tot het plegen van een overtreding als de persoon afziet van de poging voor die is ontdekt door een derde die niet bij de poging betrokken is; 85° afwijkend analyseresultaat: een rapport van een WADA-geaccrediteerd of door het WADA goedgekeurd controlelaboratorium dat, in overeenstemming met de Internationale Standaard voor Laboratoria, in een monster de aanwezigheid is gevonden van een verboden stof of van de metabolieten of markers ervan, of een bewijs van het gebruik van een verboden methode;86° afwijkend paspoortresultaat: een rapport dat als een afwijkend paspoortresultaat wordt beschreven in de toepasselijke Internationale Standaarden; 87° voorlopige hoorzitting: een verkorte en versnelde hoorzitting in de zin van artikel 7.4.3 van de Code die voorafgaat aan de hoorzitting vermeld in artikel 8 van de Code, waarbij de sporter in kennis wordt gesteld en de mogelijkheid krijgt een schriftelijke verklaring af te geven of gehoord te worden; 88° voorlopige schorsing: één van de mogelijke gevolgen van een overtreding van de antidopingregels, zoals bepaald in 22°, c); 89° opzettelijk: in de zin van artikel 10.2 van de Code, de sporter of andere persoon heeft gedragingen gesteld waarvan hij wist dat ze een dopingovertreding zijn of wist dat er een aanzienlijk risico is dat de gedragingen een dopingovertreding zouden kunnen zijn of tot gevolg zouden kunnen hebben, en heeft dat risico kennelijk genegeerd; 90° WADA: het Wereld Anti-Doping Agentschap, stichting naar Zwitsers recht, opgericht op 10 november 1999; 91° substantiële hulp: overeenkomstig artikel 10.7.1 van de Code moet de persoon die substantiële hulp verleent: a) alle informatie waarover hij beschikt met betrekking tot overtredingen van de antidopingregels of andere in artikel 10.7.1.1 beschreven procedures volledig onthullen in een ondertekende schriftelijke verklaring of in een opgenomen interview en b) zijn volledige medewerking verlenen aan het onderzoek en de toetsing in elke zaak die verband houdt met die informatie, alsook bij het afleggen van een getuigenis op een hoorzitting indien een antidopingorganisatie of hoorinstantie dat vraagt. De verstrekte informatie moet geloofwaardig zijn en betrekking hebben op een belangrijk deel van een ingeleide zaak of, indien er nog geen zaak is ingeleid, volstaan om een zaak in te leiden; 92° wedstrijd: een race, een match, een spel of een deel van een concours.Bij rittenkoersen en andere concours waar dagelijks of op andere geregelde tijdstippen prijzen worden uitgereikt, is het verschil tussen een wedstrijd en een evenement het verschil dat bepaald is in de regels van de betrokken internationale federatie; 93° dopingtest binnen wedstrijdverband: een test waaraan een daartoe aangewezen sporter zich in het kader van een bepaalde wedstrijd binnen de in 27° bepaalde periode moet onderwerpen, tenzij anders bepaald in de regels van de betrokken internationale sportfederaties of de betrokken antidopingorganisatie;94° doelgroep van de Duitstalige Gemeenschap: groep van elitesporters die volgens de NADO van de Duitstalige Gemeenschap onder haar bevoegdheid valt, die aan dopingtests, binnen en buiten wedstrijdverband, worden onderworpen en die verplicht zijn hun verblijfsgegevens vermeld in artikel 23 mee te delen.De doelgroep van de Duitstalige Gemeenschap bestaat uit elitesporters van de categorieën A en B. HOOFDSTUK 2. - NADO van de Duitstalige Gemeenschap

Art. 4.Het departement van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap dat bevoegd is voor Sport is aangewezen als nationale antidopingorganisatie (NADO) voor de Duitstalige Gemeenschap, hierna "NADO-DG" te noemen.

De NADO-DG vervult de taken die ze krachtens dit decreet en de Code heeft en verwerkt de daarmee verbonden persoonsgegevens om de gezondheid van de sporters te beschermen en een propere sport voor de wereld te behouden. Die doelstellingen worden door dit decreet als redenen van openbaar belang beschouwd.

De NADO-DG wordt beschouwd als ondertekenaar van de Code, overeenkomstig artikel 23.1.1 van de Code. Daarom is de NADO-DG, in overeenstemming met de Code, verantwoordelijk voor de omzetting van de Code en het antidopingprogramma in de Duitstalige Gemeenschap.

In overeenstemming met het derde lid en in overeenstemming met de artikelen 24.1.1 en 24.1.2 van de Code brengt de NADO-DG op verzoek van het WADA verslag uit aan het WADA over de naleving van de Code in het kader van het toezicht van het WADA op de naleving van de Code door de ondertekenaars.

Met toepassing van het vierde lid verstrekt de NADO-DG, in voorkomend geval, de aangevraagde toelichtingen en inlichtingen aan het WADA. Overeenkomstig artikel 24.1.3 van de Code kan het verzuim van de NADO-DG om met het WADA samen te werken bij de toepassing van het vierde en het vijfde lid, worden beschouwd als een inbreuk of onregelmatigheid die er uiteindelijk toe kan leiden dat de NADO-DG wordt beschouwd als een ondertekenaar van de Code die de Code niet naleeft.

De mogelijke gevolgen van de niet-naleving van de Code en de beginselen die relevant zijn voor de vaststelling van de gevolgen in een specifiek geval van niet-naleving, zijn vervat in artikel 24.1.12 van de Code en artikel 10 van de Internationale Standaard voor de naleving van de Code door de ondertekenaars, met name gevolgen zoals het niet in aanmerking komen voor het indienen van een kandidatuur voor de organisatie van belangrijke internationale evenementen in de Duitstalige Gemeenschap of het niet in aanmerking komen voor het verkrijgen van het recht om belangrijke internationale evenementen in de Duitstalige Gemeenschap te organiseren.

Overeenkomstig artikel 20.5.1 van de Code is de NADO-DG in haar beslissingen en activiteiten onafhankelijk van de sport en van de Regering bij het uitvoeren van de taken vermeld in dit decreet en de uitvoeringsbepalingen ervan.

De beslissingen en activiteiten bedoeld in het vorige lid omvatten in het bijzonder: 1° alle antidopingactiviteiten in de zin van artikel 3, 4°;2° rechtstreekse samenwerking met andere Belgische, Europese of internationale antidopingorganisaties of overheidsinstanties, met het oog op de toepassing van de Code en zijn antidopingprogramma op een wijze die in overeenstemming is met de Code, zoals bepaald in het derde lid;3° onverminderd het bepaalde in 1° en in artikel 5, de ontwikkeling en uitvoering van acties, projecten, programma's en/of campagnes voor dopingpreventie, voorlichting, educatie, communicatie en/of bewustmaking inzake dopingbestrijding;4° de mogelijkheid om inkomsten te genereren, in het bijzonder uit administratieve boetes, en om uitgaven te doen die verband houden met de uitvoering van de opdrachten van de NADO-DG als ondertekenaar van de Code. Onverminderd en in overeenstemming met het derde tot negende lid, is de NADO-DG, met het oog op haar daadwerkelijke autonomie en onafhankelijkheid in haar operationele beslissingen en activiteiten, in het bijzonder gemachtigd om: 1° met andere Belgische, Europese of internationale antidopingorganisaties of overheidsinstanties overeenkomsten, protocollen of andere akkoorden te sluiten die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van haar taken als ondertekenaar van de Code;2° een eigen logo en/of een eigen merk te gebruiken. Overeenkomstig artikel 20.5.9 van de Code is ze de bevoegde instantie voor antidopingeducatie in het Duitse taalgebied.

De NADO-DG kan bepaalde aspecten van de dopingcontrole of van de antidopingeducatie die onder haar bevoegdheid vallen, delegeren, maar blijft volledig verantwoordelijk voor de overeenstemming ervan met de Code. Als zulke aspecten gedelegeerd worden aan een gedelegeerde derde die geen ondertekenaar is, wordt in de overeenkomst met de gedelegeerde derde geëist dat de gedelegeerde derde de Code en de Internationale Standaarden naleeft.

De NADO-DG kan bepaalde aspecten van de dopingcontrole of van de antidopingeducatie die onder haar bevoegdheid vallen, delegeren, maar blijft ervoor verantwoordelijk dat elk gedelegeerd aspect in overeenstemming met de Code wordt uitgevoerd. Voor zover een aspect gedelegeerd wordt aan een andere 'gedelegeerde derde' dan de ondertekenaar, wordt in de overeenkomst met die 'gedelegeerde derde' vermeld dat de Code en de Internationale Standaarden moeten worden nageleefd. HOOFDSTUK 3. - INFORMATIE EN PREVENTIE IN DE STRIJD TEGEN DOPING

Art. 5.De NADO-DG is in volle onafhankelijkheid verantwoordelijk voor de planning, uitvoering, beoordeling en ondersteuning van een educatieprogramma dat onder meer educatie-, informatie- en preventiecampagnes over dopingbestrijding omvat, overeenkomstig artikel 20.5.8 van de Code, in overeenstemming met de Internationale Standaard inzake Educatie, waarbij ze er onder meer voor zorgt dat de bevolking en in het bijzonder de sporters, de begeleiders van sporters en de andere personen, zich bewust worden van de schadelijke gevolgen van doping voor de gezondheid en dat de geest van de sport en de waarden van de dopingvrije sport wordt bevorderd.

Daartoe kan de NADO-DG een informatie- en preventieplan ontwikkelen, waarbij: 1° een website wordt gemaakt voor sporters, zowel elitesporters als breedtesporters, die alle aspecten bepaald in artikel 18.2 van de Code bestrijkt; 2° een contactpunt wordt opgericht dat elitesporters helpt bij het naleven van de verplichtingen vermeld in hoofdstuk 5. De Regering bepaalt de voorwaarden voor de educatie inzake dopingbestrijding en informeert het Parlement over de initiatieven vermeld in het eerste en het tweede lid.

Art. 6.In het kader van de dopingbestrijding kan de Regering preventieopdrachten toevertrouwen aan sportorganisaties. HOOFDSTUK 4. - Antidopingmaatregelen Afdeling 1. - Algemene beginselen

Art. 7.Doping in de sport is verboden.

Het is aan de sporters en de andere personen om te weten wat een overtreding van de antidopingregels vormt en welke stoffen en methoden op de verboden lijst staan.

Art. 8.Er is sprake van doping wanneer één of meer van de volgende overtredingen van de antidopingregels zijn begaan: 1° de aanwezigheid van een verboden stof of van metabolieten of markers daarvan in een door een sporter afgegeven monster. De sporters zijn er persoonlijk verantwoordelijk voor dat er geen verboden stof in hun lichaam komt. De sporters zijn verantwoordelijk voor alle verboden stoffen of metabolieten of markers daarvan die in hun monsters worden gevonden. De intentie, de schuld, de nalatigheid of het bewuste gebruik door de sporter hoeft bijgevolg niet te worden bewezen om die overtreding vast te stellen.

Een overtreding wordt vastgesteld in elk van de volgende gevallen: a) de aanwezigheid van een verboden stof of van de metabolieten of markers ervan in het A-monster van de sporter wanneer deze geen analyse van het B-monster vraagt en het B-monster niet wordt geanalyseerd;of b) wanneer het B-monster wordt geanalyseerd en door de analyse van het B-monster wordt bevestigd dat de verboden stof of metabolieten of markers ervan in het A-monster van de sporter ontdekt zijn;of c) wanneer het A-monster of B-monster van de sporter in twee delen wordt verdeeld en de analyse van het tweede deel dat ter confirmatie wordt geanalyseerd de aanwezigheid van de verboden stof of metabolieten of markers ervan in het eerste deel van het verdeelde monster bevestigt, of wanneer de sporter afziet van de analyse van het tweede deel van het verdeelde monster; Met uitzondering van stoffen waarvoor in de verboden lijst of in een technisch document een decisielimiet is opgegeven, vormt de aanwezigheid van om het even welke hoeveelheid van een verboden stof of metaboliet of marker ervan in een monster van een sporter een overtreding van de antidopingregels.

Als uitzondering op de algemene regel kunnen de verboden lijst, de Internationale Standaarden en technische documenten bijzondere criteria vaststellen voor de melding of beoordeling van bepaalde verboden stoffen; 2° het gebruik of de poging tot gebruik door een sporter van een verboden stof of een verboden methode. De sporters zijn er persoonlijk verantwoordelijk voor dat er geen verboden stof in hun lichaam komt en dat er geen verboden methode wordt gebruikt. De intentie, de schuld, de nalatigheid of het bewuste gebruik zijdens de sporter hoeft bijgevolg niet te worden bewezen om de overtreding van de antidopingregels wegens het gebruik van een verboden stof of een verboden methode vast te stellen.

Het is niet doorslaggevend of het gebruik of de poging tot gebruik van een verboden stof of een verboden methode succes heeft of niet.

Het gebruik of de poging tot gebruik van een verboden stof of een verboden methode is voldoende om een overtreding van de antidopingbepalingen te vormen; 3° het ontwijken van een monsterneming, het weigeren van een monstername of het zich niet aanbieden voor een monstername door een sporter. Die overtreding van de antidopingregels bestaat in het zich onttrekken aan de monsterneming, het weigeren van een monsterneming zonder geldige reden na kennisgeving door een daartoe bevoegde persoon of het zich niet aanbieden voor een monstername; 4° de aangifteverzuimen door een sporter. Elke combinatie van drie gemiste dopingtests en/of aangifteverzuimen voor een elitesporter van categorie A, zoals gedefinieerd in de Internationale Standaard voor Resultatenbeheer en bedoeld in artikel 23, binnen een periode van twaalf maanden vanaf het eerste aangifteverzuim, wordt beschouwd als een aangifteverzuim; 5° het plegen van bedrog, of de poging daartoe, bij een deel van de dopingtest door een sporter of een andere persoon;6° het bezit van een verboden stof of verboden methode door een sporter of begeleider van de sporter in de volgende gevallen: a) het bezit door een sporter binnen wedstrijdverband van een verboden stof of methode, of het bezit door een sporter buiten wedstrijdverband van een buiten wedstrijdverband verboden stof of verboden methode, tenzij de sporter in kwestie aantoont dat het bezit strookt met een overeenkomstig artikel 12 toegekende TTN of een andere aanvaardbare rechtvaardiging;b) het bezit door een begeleider binnen wedstrijdverband van een verboden stof of methode, of het bezit door een begeleider buiten wedstrijdverband van een buiten wedstrijdverband verboden stof of verboden methode in verband met een sporter, wedstrijd of training, tenzij de begeleider in kwestie aantoont dat het bezit strookt met een TTN die overeenkomstig artikel 12 toegekend is aan de sporter in kwestie of een andere aanvaardbare rechtvaardiging;7° de handel of de poging tot handel van een verboden stof of een verboden methode door een sporter of een andere persoon;8° de toediening of poging tot toediening van een verboden stof of een verboden methode door een sporter of een andere persoon bij een sporter binnen wedstrijdverband of de toediening of poging tot toediening van een verboden stof of een verboden methode die buiten wedstrijdverband verboden is bij een sporter buiten wedstrijdverband; 9° medeplichtigheid of poging tot medeplichtigheid van een sporter of andere persoon waaronder elke hulp, aanmoediging, samenzwering, verberging of om het even welke andere vorm van medeplichtigheid of poging daartoe, een poging tot overtreding van antidopingregels te begaan of te helpen of ondersteuning te bieden bij een overtreding van artikel 10.14.1 van de Code of van een voorlopige schorsing van een andere persoon; 10° verboden samenwerking, met name professionele of sportgerelateerde samenwerking van een sporter of een andere, onder het gezag van een antidopingorganisatie staande persoon en een begeleider die: a) onder een antidopingorganisatie ressorteert en zich in een status van uitsluiting bevindt;b) niet onder een antidopingorganisatie ressorteert en zich niet bevindt in een status van uitsluiting op basis van een procedure voor het beheer van de resultaten conform de Code, maar via een strafrechtelijke, tuchtrechtelijke of arbeidsrechtelijke procedure veroordeeld is voor of schuldig is bevonden aan een gedrag dat in een procedure conform de Code zou worden beschouwd als een overtreding van de antidopingregels.De diskwalificatie van betrokkene geldt voor een periode van zes jaar vanaf de strafrechtelijke, beroepsrechtelijke of tuchtrechtelijke uitspraak of voor de periode van de opgelegde strafrechtelijke, beroepsrechtelijke of tuchtrechtelijke sanctie, als deze laatste langer is dan zes jaar; c) optreedt als dekmantel of tussenpersoon voor een persoon zoals beschreven in a) of b). Om één van die overtredingen van de antidopingregels te bewijzen, moet de NADO-DG, als antidopingorganisatie die voor de sporter of voor de andere persoon bevoegd is, bewijzen dat de sporter of de andere persoon kennis had van de diskwalificerende status van de begeleider.

De sporter of de andere persoon moet bewijzen dat de band met de begeleider, zoals in de bepalingen onder a) of b) beschreven, niet van professionele of sportgerelateerde aard is en/of dat die band redelijkerwijze niet had kunnen worden vermeden.

Indien de NADO-DG weet heeft van een begeleider die aan de criteria beschreven in a), b), of c) beantwoordt, geeft ze die informatie door aan het WADA; 11° handelingen die gesteld worden door een sporter of een andere persoon om meldingen bij de instanties te verhinderen of represailles te nemen tegen personen die zulke meldingen doen. Voor zover dat gedrag geen andere inbreuk in de zin van 5° vormt, gaat het om de volgende handelingen: a) iedere daad waardoor een ander wordt bedreigd of geïntimideerd om te voorkomen dat hij of zij te goeder trouw informatie over een vermeende overtreding van de antidopingregel of een vermeende niet-naleving van de Code zou melden aan het WADA, de NADO-DG of een andere antidopingorganisatie, wetshandhavingsinstanties, regelgevende of professionele tuchtrechtelijke instanties, een hoorinstantie of een persoon die voor het WADA of een antidopingorganisatie een onderzoek uitvoert;b) het nemen van represailles tegen een persoon die te goeder trouw bewijzen heeft aangebracht of informatie heeft verschaft die verband houdt met een mogelijke overtreding van de antidopingregels of een mogelijke andere niet-naleving van de Code aan het WADA, de NADO-DG of een andere antidopingorganisatie, een politionele of gerechtelijke instantie, een regulerende instantie, een tuchtoverheid of een hoorinstantie, of een disciplinair orgaan of persoon die een onderzoek voert voor het WADA, de NADO-DG of een andere antidopingorganisatie. Represailles, bedreigingen en intimidatie in de zin van 11° omvatten elke daad die tegen zo een persoon wordt gesteld en die te kwader trouw gesteld is of een disproportionele reactie is.

Art. 9.§ 1 - Op de bevoegde antidopingorganisatie rust de bewijslast dat een dopingovertreding heeft plaatsgevonden overeenkomstig artikel 8.

Het bewijs van de dopingovertreding zal zijn geleverd, indien de antidopingorganisatie deze overtreding genoegzaam aannemelijk heeft gemaakt aan de bevoegde hoorinstantie, dat de ernst van de geuite beschuldiging beoordeelt overeenkomstig artikel 24.

Deze bewijslast is altijd meer dan alleen een afweging van waarschijnlijkheid, maar minder dan een onomstotelijk vaststaand bewijs.

Als de bewijslast om het vermoeden te weerleggen of om bepaalde feiten of omstandigheden te bewijzen luidens dit decreet berust bij de sporter of een andere persoon die een overtreding van de antidopingregels ten laste wordt gelegd, dan wordt de bewijslast, met behoud van de toepassing van § 2, 2° en 3°, vastgelegd door een afweging van de waarschijnlijkheid. § 2 - Feiten die verband houden met overtredingen van de antidopingregels kunnen worden bewezen met elk betrouwbaar middel, inclusief bekentenissen. Overeenkomstig artikel 3.2 van de Code zijn de volgende bewijsregels van toepassing in dopinggevallen: 1° analytische methoden of decisielimieten die door het WADA zijn goedgekeurd na overleg binnen de wetenschappelijke gemeenschap of na een collegiale toetsing (peer review) worden verondersteld wetenschappelijk geldig te zijn. Elke sporter of andere persoon die de veronderstelling van wetenschappelijke validiteit wil aanvechten of het vermoeden van wetenschappelijke validiteit wil weerleggen, brengt het WADA eerst op de hoogte van de betwisting en de grondslag ervan. De hoorinstantie door welke betrokkene het eerst wordt gehoord, de beroepsinstantie of het TAS kunnen op eigen initiatief ook het WADA op de hoogte brengen van een dergelijke betwisting. In zaken voor het TAS stelt het TAS op verzoek van het WADA een geschikte wetenschappelijke expert aan om het TAS bij te staan in de beoordeling van de betwisting.

Binnen tien dagen nadat het WADA die kennisgeving en het disciplinair dossier dat gekoppeld is aan de betwisting heeft ontvangen, heeft het WADA het recht om als partij te interveniëren, als amicus curiae op te treden of op een andere wijze bewijzen te leveren in een dergelijke procedure. 2° er wordt aangenomen dat de door het WADA geaccrediteerde of goedgekeurde laboratoria de analyses van monsters en de bewaarprocedures hebben uitgevoerd en nageleefd in overeenstemming met de Internationale Standaard voor Laboratoria.De sporter of een andere persoon kan dat vermoeden weerleggen door aan te tonen dat een afwijking van de Internationale Standaard voor Laboratoria heeft plaatsgevonden die het afwijkende analyseresultaat kan hebben veroorzaakt.

Als de sporter of andere persoon het vermoeden weerlegt door aan te tonen dat een afwijking van de Internationale Standaard voor Laboratoria heeft plaatsgevonden die het afwijkende analyseresultaat kan hebben veroorzaakt, dan moet de bevoegde antidopingorganisatie aantonen dat die afwijking het afwijkende analyseresultaat niet heeft veroorzaakt; 3° afwijkingen van een andere Internationale Standaard of een andere antidopingregel die in de Code of in de regels van een antidopingorganisatie vastgelegd zijn, maken een resultaat of een bewijs niet ongeldig en vormen geen bewijs dat er geen overtreding is begaan.Als de sporter of een andere persoon aantoont dat een van de volgende afwijkingen van de bepalingen van de Internationale Standaarden geleid zou kunnen hebben tot een overtreding van de antidopingregels op basis van een afwijkend analyseresultaat of een inbreuk op de verblijfsgegevensverplichtingen, toont de bevoegde antidopinginstantie aan dat die afwijking niet de oorzaak is van het afwijkend analyseresultaat of van de inbreuk op de verblijfsgegevensverplichtingen: a) bij een afwijking van de Internationale Standaard voor Dopingtests en Onderzoeken in het proces van monsterneming of verdere handelingen met het monster, die redelijkerwijs een overtreding van de antidopingregels op basis van een afwijkend analyseresultaat kan hebben veroorzaakt: in dat geval draagt de antidopingorganisatie de bewijslast om aan te tonen dat die afwijking het afwijkende analyseresultaat niet veroorzaakt heeft;b) bij een afwijking van de Internationale Standaard voor Resultatenbeheer of de Internationale Standaard voor Dopingtests en Onderzoeken in de vaststelling van een afwijkend paspoortresultaat, die redelijkerwijs een overtreding van de antidopingregels kan hebben veroorzaakt: in dat geval draagt de antidopingorganisatie de bewijslast om aan te tonen dat die afwijking de overtreding van de antidopingregels niet veroorzaakt heeft;c) bij een afwijking van de Internationale Standaard voor Resultatenbeheer in de verplichte kennisgeving aan de sporter van het openen van het B-monster, die redelijkerwijs een overtreding van de antidopingregels op basis van een afwijkend analyseresultaat kan hebben veroorzaakt: in dat geval draagt de antidopingorganisatie de bewijslast om aan te tonen dat die afwijking het afwijkende analyseresultaat niet veroorzaakt heeft;d) bij een afwijking van de Internationale Standaard voor Resultatenbeheer in een verplichte kennisgeving, die redelijkerwijs een overtreding van de antidopingregels gebaseerd op een inbreuk op de verblijfsgegevensverplichting kan hebben veroorzaakt: In dat geval draagt de antidopingorganisatie de bewijslast om aan te tonen dat die afwijking de inbreuk op de meldplicht van de verblijfsgegevens niet veroorzaakt heeft;4° feiten die worden aangetoond op grond van een beslissing van een rechtbank of een als rechtbank fungerend bevoegd professioneel disciplinair orgaan waartegen geen beroepsprocedure loopt, vormen een onweerlegbaar bewijs van de feiten tegen de sporter of de andere persoon op wie de beslissing betrekking heeft, tenzij de sporter of de andere persoon aantonen dat de beslissing de principes van eerlijke rechtsbedeling schendt;5° in het kader van een hoorzitting over een overtreding van de antidopingregels kan de hoorinstantie een voor de sporter of de andere persoon negatieve conclusie trekken als de sporter of andere persoon die een overtreding van de antidopingregels zou hebben begaan, weigert te verschijnen, hoewel hij binnen een gestelde termijn die aan de hoorzitting voorafging daartoe werd opgeroepen en weigert te antwoorden op vragen van de hoorinstantie of de antidopingorganisatie die een overtreding van de antidopingregels heeft meegedeeld.

Art. 10.Met het oog op het opzoeken en inzamelen van inlichtingen en, in voorkomend geval, het verzamelen van bewijs, waardoor dopinggevallen kunnen worden aangetoond, zoals bedoeld in artikel 8, beschikt de NADO-DG over onderzoeksbevoegdheid overeenkomstig de Internationale Standaard voor Dopingtests en Onderzoeken.

Verkregen of ontvangen antidopinginformatie moet overeenkomstig artikel 15 op een beveiligde wijze worden verwerkt.

De NADO-DG ontwikkelt en implementeert de middelen voor de uitvoering van onderzoeken en voor het verzamelen van inlichtingen in overeenstemming met de eisen van de Internationale Standaard voor Dopingtests en Onderzoeken.

In het kader van de onderzoeksbevoegdheid vermeld in het eerste lid kan de NADO-DG: 1° informatie voor dopingbestrijding uit alle beschikbare bronnen halen, evalueren en verwerken om de ontwikkeling van een werkzaam, intelligent en proportioneel spreidingsplan voor de spreiding van de dopingtests te ondersteunen, om gerichte dopingtests te plannen en/of om als basis te dienen voor een onderzoek van één of meer mogelijke overtredingen van de antidopingregels overeenkomstig artikel 8; 2° atypische en afwijkende paspoortresultaten onderzoeken overeenkomstig artikel 12.2.1 van de Internationale Standaard voor Dopingtests en Onderzoeken; 3° andere analytische of niet-analytische informatie of gegevens onderzoeken die wijzen op een of meer mogelijke overtredingen van de antidopingregels overeenkomstig artikel 7.1.6 en 7.2 van de Code en artikel 12.3 van de Internationale Standaard voor Dopingtests en Onderzoeken, om een overtreding van de antidopingregels uit te sluiten of om bewijzen te verzamelen opdat een procedure wegens overtreding van de antidopingregels kan worden ingeleid; 4° begeleiders automatisch onderzoeken als een beschermd persoon een overtreding van de antidopingregels heeft begaan en automatisch elke begeleider onderzoeken die meer dan één sporter ondersteund heeft die schuldig is bevonden aan een overtreding van de antidopingregels. De Regering kan nadere regels voor de toepassing van dit artikel bepalen.

Onverminderd het vijfde lid kan de Regering overeenkomsten over de samenwerking op het gebied van dopingbestrijding sluiten met andere bevoegde Belgische instanties, om de nadere regels vast te leggen voor de uitvoering van dopingtests door een NADO op verzoek van een andere NADO en om afspraken te maken over de samenwerking rond andere aspecten inzake dopingpreventie en dopingbestrijding in de sport; de Regering kan ook overeenkomsten sluiten met andere Belgische, Europese of internationale instanties.

Art. 11.De Regering verordent de verboden lijst en de bijwerkingen ervan binnen drie maanden na de bekendmaking ervan op de website van het WADA. De beslissing van het WADA om verboden stoffen en verboden methoden op de verboden lijst te plaatsen, stoffen binnen bepaalde klassen op de verboden lijst te classificeren, een stof te classificeren als 'altijd verboden' of 'alleen in wedstrijdverband verboden', een stof of methode te classificeren als 'gespecificeerde stof of methode' of als 'misbruikstof' is definitief en kan niet door een sporter of een andere persoon worden aangevochten, ook niet bijvoorbeeld in geval van een beroep waarbij als argument wordt aangehaald dat de stof of de methode geen 'maskerend middel' is, niet het potentieel heeft om de sportprestatie te verbeteren, geen risico inhoudt voor de gezondheid en niet indruist tegen de geest van de sport.

In afwijking van artikel 8, derde lid, 1°, van het Sport decreet van 19 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/04/2004 pub. 24/11/2004 numac 2004033082 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Sportdecreet sluiten hoeft de Koepelorganisatie voor de Sport in de Duitstalige Gemeenschap geen advies te geven over de in het eerste lid vermelde verboden lijst en de bijwerkingen ervan.

De Regering licht de Koepelorganisatie voor de Sport in de Duitstalige Gemeenschap in over elke bijwerking van de verboden lijst.

Art. 12.§ 1 - De aanwezigheid van een verboden stof of metabolieten of markers ervan bedoeld in artikel 8, 1°, en/of het gebruik of de poging tot gebruik bedoeld in artikel 8, 2°, en/of het bezit of de toediening of de poging tot toediening van een verboden stof of verboden methode in de zin van artikel 8, 6° en 8°, worden niet als een overtreding van antidopingregels beschouwd als daarvoor een TTN gegeven is in overeenstemming met de Internationale Standaard voor Toestemmingen wegens Therapeutische Noodzaak. § 2 - De Regering richt een Commissie voor het verlenen van de toestemming wegens therapeutische noodzaak (TTN-commissie) op die beslist of een TTN-aanvraag voldoet aan de voorwaarden gesteld in artikel 4.2 van de Internationale Standaard voor Toestemmingen wegens Therapeutische Noodzaak.

De TTN-commissie is samengesteld uit ten minste drie artsen die ervaring hebben met de verzorging en behandeling van sporters en die over een degelijke kennis van de klinische geneeskunde en de sportgeneeskunde beschikken. Als specifieke vakkennis in verband met een sporter met een beperking noodzakelijk is, moet minstens één lid of deskundige van de TTN-commissie over die vakkennis beschikken.

Om onafhankelijke beslissingen te waarborgen, ondertekenen alle leden van de TTN-commissie een verklaring inzake vertrouwelijkheid en ontstentenis van belangenconflicten.

De Regering bepaalt de voorwaarden en de procedure voor de aanwijzing van de leden van de TTN-commissie; ze bepaalt ook de nadere regels om na te gaan of de onafhankelijkheid en alle andere nadere regels voor de uitvoering van dit artikel gewaarborgd zijn, in het bijzonder de procedure voor het aanvragen van de afgifte van TTN's en de voorwaarden voor het gebruik van ADAMS. Onverminderd het vierde lid kan de Regering samenwerkingsovereenkomsten sluiten met andere antidopingorganisaties, in het bijzonder met de andere Belgische overheidsinstanties die bevoegd zijn voor dopingbestrijding, over de voorwaarden om de uitoefening van bepaalde opdrachten en/of taken eventueel te delegeren of bestaande resources, in voorkomend geval tegen betaling, eventueel ter beschikking te stellen. § 3 - Onverminderd de artikelen 4.4 en 13.4 van de Code geeft de TTN-commissie toestemmingen voor therapeutisch gebruik af voor: 1° nationale elitesporters, los van hun categorie;2° breedtesporters, met inbegrip van recreatiesporters en beschermde personen. De TTN-commissie is niet bevoegd voor internationale elitesporters; overeenkomstig artikel 4.4.3 van de Code moeten deze zich tot hun internationale sportfederatie wenden.

De beslissing van de TTN-commissie is de definitieve beslissing van de NADO-DG en kan aangevochten worden bij de beroepsinstantie die overeenkomstig artikel 25 wordt opgericht. De beslissing van de TTN-commissie van de NADO-DG wordt schriftelijk meegedeeld aan de sporter, aan het WADA en aan andere antidopingorganisaties overeenkomstig de Internationale Standaard voor Toestemmingen wegens Therapeutische Noodzaak. Ze wordt ook zo snel mogelijk meegedeeld via ADAMS. Als de NADO-DG een TTN-aanvraag weigert, kan de sporter alleen beroep instellen bij de beroepsinstantie vermeld in artikel 25. § 4 - De TTN-commissie waarborgt, overeenkomstig artikel 15, de naleving van de persoonlijke levenssfeer van sporters bij de verwerking van de persoonsgegevens inzake gezondheid die haar worden toevertrouwd.

Onverminderd het eerste lid en om de naleving ervan te waarborgen: 1° worden de verwerkte gegevens vertrouwelijk verwerkt door en onder de verantwoordelijkheid van beoefenaars van een gezondheidszorgberoep, onverminderd het derde lid;2° worden de gegevens uitsluitend met het oog op dopingbestrijding verwerkt door de NADO-DG, in voorkomend geval in ADAMS.Dit geschiedt om te controleren of de criteria vervat in artikel 3, 68°, en in de Internationale Standaard voor Toestemmingen wegens Therapeutische Noodzaak worden nageleefd in de gevallen die haar worden voorgelegd; 3° heeft de codering van beslissingen van de TTN-commissie in ADAMS overeenkomstig § 2, vierde lid, en § 3, derde lid, ook tot doel het informatiemanagement van de NADO-DG te vereenvoudigen en het WADA in staat te stellen, zoals door de Regering vermeld, om gebruik te maken van haar recht overeenkomstig artikel 4.4.6 van de Code. Voorts moet de vrijwaring, erkenning en geldigheid van de door de TTN-commissie verleende TTN-beslissingen worden verzekerd bij de antidopingorganisaties die de betrokken sporter testen en/of de betrokken sporter een tuchtbeslissing kunnen opleggen; 4° hebben alleen beoefenaars van een gezondheidszorgberoep in ADAMS toegang tot de overeenkomstig § 2, vierde lid, en § 3, derde lid, versleutelde beslissingen van de TTN-commissie, waarbij die beoefenaars van een gezondheidszorgberoep ofwel lid zijn van het WADA of van de enige antidopingorganisaties die de betrokken sporter testen en/of tuchtmaatregelen tegen hem kunnen nemen;5° zijn a contrario en in overeenstemming met de bepalingen onder 1° en 4°, de beslissingen van de TTN-commissie die overeenkomstig § 2, vierde lid, en § 3, derde lid, in ADAMS gecodeerd zijn, versleuteld en ontoegankelijk voor andere personen dan die vermeld in de bepalingen onder 1° en 4°. De TTN-commissie kan het advies inwinnen van geneeskundige of wetenschappelijke deskundigen die zij geschikt acht, op de door de Regering vastgestelde wijze. De inlichtingen die aan de deskundigen worden verstrekt, kunnen daarbij volgens het beginsel van de gegevensminimalisering en bij voorkeur in geanonimiseerde vorm worden verwerkt. Als het beoogde doel van de verwerking met geanonimiseerde gegevens niet kan worden bereikt, kunnen gepseudonimiseerde persoonsgegevens worden gebruikt. Als het doel niet kan worden bereikt met gepseudonimiseerde gegevens, mogen ook niet-gepseudonimiseerde persoonsgegevens worden gebruikt, maar alleen als laatste redmiddel.

Ze worden vertrouwelijk behandeld onder de verantwoordelijkheid van de leden van de TTN-commissie. § 5 - Een door de TTN-commissie van de NADO-DG afgegeven TTN is op nationaal niveau wereldwijd geldig en hoeft niet uitdrukkelijk te worden erkend door andere nationale antidopingorganisaties. TTN's die door andere nationale antidopingorganisaties zijn afgegeven, zijn geldig in het Duitse taalgebied. Als de sporter echter een internationale elitesporter wordt of aan een internationaal evenement deelneemt, dan is de TTN niet geldig, tenzij ze door de internationale sportfederatie in kwestie of door de organisator van een groot evenement in kwestie wordt erkend overeenkomstig de Internationale Standaard voor Toestemmingen wegens Therapeutische Noodzaak. § 6 - De breedtesporters - met inbegrip van recreatiesporters en beschermde personen - bedoeld in § 3, eerste lid, 2°, kunnen bij de TTN-commissie een TTN met terugwerkende kracht aanvragen en verkrijgen, wanneer ze gebruik maken van een verboden stof of een verboden methode wegens therapeutisch gebruik.

De Regering bepaalt de nadere regels voor de procedure vermeld in het eerste lid.

Art. 13.In het kader van de dopingbestrijding zorgt de Regering ervoor dat de NADO-DG volgende taken kan uitoefenen: 1° antidopingregels en antidopingrichtlijnen aannemen en toepassen die in overeenstemming zijn met de Code en met de Internationale Standaarden;2° met nationale organisaties en agentschappen en met andere bevoegde antidopingorganisaties samenwerken;3° wederzijds dopingtests tussen antidopingorganisaties aanmoedigen;4° wetenschappelijk onderzoek over doping aanmoedigen;5° als een financiering wordt toegekend, de financiering van een sporter of begeleider die de antidopingregels heeft overtreden, gedurende zijn schorsingsperiode geheel of gedeeltelijk inhouden;6° alle mogelijke overtredingen van de antidopingregels die binnen haar bevoegdheid vallen vervolgen en in elk dopinggeval tegelijk onderzoeken of begeleiders of andere personen bij het dopinggeval betrokken waren en ervoor zorgen dat de gevolgen correct worden toegepast;7° de antidopingeducatie plannen, toepassen, beoordelen en ondersteunen in overeenstemming met de eisen van de Internationale Standaard voor Educatie, met ondersteuning van de Koepelorganisatie voor de Sport in de Duitstalige Gemeenschap als 'gedelegeerde derde';8° het WADA over de uitgevoerde dopingtests inlichten;9° het jaarlijks statistisch verslag over de activiteiten inzake dopingcontrole publiceren;een exemplaar daarvan wordt overgezonden aan het WADA en een exemplaar wordt ter informatie overgezonden aan het Parlement; 10° onder voorbehoud van het toepasselijke recht, van alle leden van zijn raad, bestuurders, directeurs en medewerkers en van gedelegeerde derden die betrokken zijn bij een aspect van de dopingcontrole, eisen dat ze, als voorwaarde voor die positie of die betrokkenheid, aanvaarden dat ze gebonden zijn door de antidopingregels in hun hoedanigheid van personen in de zin van de Code in geval van directe en opzettelijke schuld of gebonden te zijn door de vergelijkbare, door de Regering opgestelde regels en reglementen;11° onder voorbehoud van het toepasselijke recht, in een positie die met dopingcontroles te maken heeft, met uitzondering van toegelaten educatie- en rehabilitatieprogramma's inzake doping - niet-wetend een persoon aanstellen die tijdelijk geschorst is of overeenkomstig de Code uitgesloten is of die, als hij niet onder de Code viel, in de voorgaande zes jaar onmiddellijk en opzettelijk een gedrag aan de dag heeft gelegd dat een overtreding van de antidopingregels had gevormd als op die persoon regels als die van de Code van toepassing waren geweest;12° begeleiders die onder de bevoegdheid van de NADO-DG vallen, automatisch onderzoeken als een beschermd persoon een overtreding van de antidopingregels heeft begaan en automatisch elke begeleider onderzoeken die meer dan één sporter ondersteund heeft die schuldig is bevonden aan een overtreding van de antidopingregels; 13° ten volle samenwerken met het WADA in het kader van onderzoeken die het WADA overeenkomstig artikel 20.7.14 van de Code verricht; 14° de operatieve onafhankelijkheid van de laboratoria in acht nemen in overeenstemming met de Internationale Standaard voor Laboratoria; 15° een concept of regels goedkeuren voor de uitvoering van artikel 2.11 van de Code; 16° passende maatregelen nemen om de niet-naleving van de Code en van Internationale Standaarden tegen te gaan.

Art. 14.In het kader van de toepassing van artikel 13, 2°, onverminderd specifieke bepalingen die de Belgische overheidsinstanties bevoegd voor dopingbestrijding in dat verband overeengekomen zijn, indien een elitesporter van categorie A tegelijk in de geregistreerde doelgroep van de Duitstalige Gemeenschap en in die van een buitenlandse antidopingorganisatie of van de internationale federatie wordt opgenomen, spreken de NADO-DG en de andere partij één en ander onder elkaar af zodat slechts één van hen de verblijfsgegevens van de betrokken elitesporter beheert en de andere toegang tot die gegevens heeft met inachtneming van de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Indien geen samenwerkingsakkoord wordt gesloten, zijn artikel 5.5 van de Code en de Internationale Standaard voor Dopingtests en Onderzoeken van toepassing.

Wanneer een elitesporter daarentegen deel uitmaakt van de doelgroep van de Duitstalige Gemeenschap en van de doelgroep van een andere Belgische NADO, verwijst de NADO-DG naar de Coördinatieraad inzake medisch verantwoorde sportbeoefening opgericht overeenkomstig artikel 5 van het samenwerkingsakkoord van 9 december 2011 tussen de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende dopingpreventie en -bestrijding in de sport opdat die coördinatieraad het beheer van de verblijfsgegevens van de betrokken sporter, in het belang van die sporter, aan één NADO toewijst; de NADO-DG brengt de genomen beslissing ter kennis van de betrokken sporter.

In het kader van de toepassing van artikel 13, 2° en 3°, en onverminderd specifieke bepalingen die de Belgische instanties in dat verband overeengekomen zijn, verzoekt de NADO-DG, overeenkomstig artikel 5.3.2 van de Code, de organisator van het evenement vooraf om toestemming indien ze in andere omstandigheden wel bevoegd zou zijn om dopingtests uit te voeren, maar bij een evenement niet bevoegd is om dopingtests op gang te brengen en uit te voeren en op de plaats van het evenement toch dopingtests op één of meer sporters wenst uit te voeren tijdens de duur van het sportevenement.

De Regering bepaalt de nadere regels voor de procedure vermeld in het derde lid.

Art. 15.§ 1 - De NADO-DG kan persoonsgegevens van sporters en andere personen verzamelen, opslaan, verwerken en doorgeven, voor zover dit noodzakelijk en niet-overmatig is om de taak vermeld in artikel 4 in het openbaar belang en de wettelijke verplichtingen overeenkomstig dit decreet te vervullen.

Het algemene doel van de gegevensverwerking is doping te bestrijden en dopingbestrijdingsmaatregelen uit te voeren waarbij gezondheidsbevorderende sport, fair play, gelijkheid en een sportieve instelling worden aangemoedigd.

Onverminderd het tweede lid: a) zijn de specifieke doeleinden van de verwerking van gegevens in verband met antidopingeducatie, antidopinginformatie en dopingpreventie vervat in artikel 5, eerste en tweede lid;b) zijn de specifieke doeleinden van de verwerking van gegevens in verband met de onderzoeksbevoegdheid van de NADO-DG vervat in artikel 10, eerste lid;c) zijn de specifieke doeleinden van de verwerking, alsook de specifieke voorschriften inzake veiligheid, vertrouwelijkheid en bescherming van persoonsgegevens in samenhang met de TTN's vervat in artikel 12, § 4;d) zijn de specifieke doeleinden van de verwerking van controlegegevens vervat in artikel 16, § 1, derde lid, en artikel 13, 9°;d) zijn de specifieke doeleinden van de verwerking van gegevens over het biologisch paspoort van de sporter vervat in artikel 16, § 1, derde lid, en artikel 17, tweede lid;f) zijn de specifieke doeleinden van de verwerking van gegevens in verband met het resultatenbeheer vervat in artikel 20, artikel 21 en artikel 24, § 1;ze hebben telkens betrekking op de mededeling van resultaten en de tuchtrechtelijke behandeling van dopinggevallen nadat een vermeende overtreding van de antidopingregels werd gemeld en door de NADO-DG werd vastgesteld; g) zijn de specifieke doeleinden van de verwerking van verblijfsgegevens van elitesporters overeenkomstig artikel 5.5 van de Code het plannen, coördineren en uitvoeren van dopingcontroles, het verschaffen van pertinente informatie voor het biologisch paspoort of voor andere resultaten van analyses, het bijdragen tot een onderzoek naar een mogelijke overtreding van de antidopingregels of het bijdragen tot procedures voor de vervolging van dergelijke overtredingen. § 2 - De NADO-DG is verantwoordelijk voor de verwerking van die gegevens in de zin van artikel 4, 7°, van de Gegevensbescherming voor de doeleinden vermeld in het vorige lid.

Het WADA beheert de ADAMS-databank uit eigen naam en namens alle andere partijen die betrokken zijn bij antidopingactiviteiten overeenkomstig de Code en dus ook namens de NADO-DG. § 3 - Onverminderd aanvullende gegevens die door de Regering worden gespecificeerd en die voor de uitvoering van de volgende bepalingen noodzakelijk zijn, kunnen de volgende gegevens worden verwerkt ter uitvoering van het decreet en de uitvoeringsbepalingen ervan: a) wat educatie, voorlichting en preventie op het gebied van dopingbestrijding betreft: de gegevens die krachtens hoofdstuk 3 mogen worden verwerkt;b) wat de onderzoeksbevoegdheden van de NADO-DG betreft: de gegevens vermeld in artikel 10 en in de bijlage;c) wat de TTN's betreft: de gegevens bedoeld in artikel 12 en in punt 3 van de bijlage;d) wat de controle en de rapportering betreft: de gegevens bedoeld in artikel 10, in de artikelen 16 tot 28 en in de bijlage;e) wat het biologisch paspoort van de sporter betreft: de gegevens bedoeld in artikel 10, in de artikelen 16 tot 28 en in punt 7 van de bijlage;f) wat het resultatenbeheer betreft: de gegevens bedoeld in artikel 10, in de artikelen 16 tot 28, in artikel 33 en in de bijlage;g) wat de verblijfgegevens van de sporter betreft: de gegevens bedoeld in artikel 23 en in punt 2 van de bijlage. § 4 - Overeenkomstig de internationale norm voor de bescherming van persoonsgegevens is de bewaartermijn voor gegevens die verzameld en verwerkt worden op grond van het decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan, afhankelijk van het soort gegevens, de bewaartermijn vermeld in de bijlage. § 5 - De voorwaarden waaronder de informatie wordt verwerkt, zijn die welke in dit decreet zijn vastgesteld, onverminderd de aanvullende procedures en nadere regels die door de Regering worden gespecificeerd en die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de hierna volgende bepalingen: a) wat educatie, voorlichting en preventie op het gebied van dopingbestrijding betreft: de voorwaarden vermeld in hoofdstuk 3;b) wat de onderzoeksbevoegdheden van de NADO-DG betreft: de voorwaarden vermeld in artikel 10;c) wat de TTN's betreft: de voorwaarden bepaald in artikel 12;d) wat de controles betreft: de voorwaarden bepaald in artikel 10 en in de artikelen 16 tot 28;e) wat het biologisch paspoort van de sporter betreft: de voorwaarden bepaald in artikel 10 en in de artikelen 16 tot 28;f) wat het resultatenbeheer betreft: de voorwaarden bepaald in artikel 10, in de artikelen 16 tot 28 en in artikel 33;g) wat de verblijfgegevens van de sporter betreft: de voorwaarden bepaald in de artikelen 22, 23 en 25. § 6 - Onverminderd de beginselen en de regels van vertrouwelijkheid, veiligheid en bescherming bepaald in artikel 12, § 4, voor wat betreft de TTN's, mogen de gegevens die krachtens het decreet en met toepassing van de uitvoeringsbesluiten ervan worden verzameld en verwerkt, alleen worden meegedeeld aan de volgende ontvangers, met inachtneming van de doeleinden voorzien in § 1, tweede en derde lid, en alleen in de mate die strikt noodzakelijk is voor de verwezenlijking van die doeleinden, voor elk van de hierna opgesomde specifieke domeinen: 1° met betrekking tot de informatie en gegevens die worden verwerkt en verzameld op het gebied van planning en uitvoering van dopingcontroles, in voorkomend geval ook voor het biologisch paspoort van de sporter overeenkomstig artikel 17, tweede lid: de gemachtigden van de NADO-DG of de door haar overeenkomstig dit decreet naar behoren gemandateerde personen die bevoegd zijn voor de onderzoeksdossiers, de aangewezen of erkende keuringsartsen, de door het WADA geaccrediteerde of goedgekeurde laboratoria, de geteste sporter, de nationale en in voorkomend geval internationale sportorganisaties van de betrokken sporter, de andere betrokken antidopingorganisaties, met inbegrip van de andere Belgische NADO's, de organisaties die verantwoordelijk zijn voor grote evenementen, het WADA en de Koepelorganisatie voor de Sport in de Duitstalige Gemeenschap;2° met betrekking tot informatie en gegevens die worden verzameld en verwerkt in het kader van de onderzoeksbevoegdheden van de NADO-DG zoals bedoeld in artikel 10: de gemachtigde(n) van de NADO-DG of de naar behoren door haar gemandateerde persoon/personen, de onderzochte sporter, de begeleider(s) van de onderzochte sporter, de betrokken nationale en in voorkomend geval internationale sportorganisatie(s), de andere betrokken antidopingorganisaties, waaronder de andere Belgische instanties die voor dopingbestrijding bevoegd zijn, de organisaties die verantwoordelijk zijn voor grote evenementen, de politiediensten, de gerechtelijke diensten, de Koepelorganisatie voor de Sport in de Duitstalige Gemeenschap, de douane, het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten, het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en het WADA;3° met betrekking tot informatie en gegevens die verzameld en verwerkt worden in het kader van TTN-aanvragen: de gemachtigden van de NADO-DG of de door haar naar behoren gemandateerde personen, de leden van de TTN-commissie, de eventueel geraadpleegde medische of wetenschappelijke deskundigen, de geteste sporter en zijn arts, de betrokken nationale en in voorkomend geval internationale sportorganisaties, de andere betrokken antidopingorganisaties, met inbegrip van de andere Belgische NADO's, en in voorkomend geval de betrokken sportorganisaties, de betrokken nationale sportorganisaties, de betrokken internationale sportfederaties, de organisaties die verantwoordelijk zijn voor grote evenementen, het WADA en de Koepelorganisatie voor de Sport in de Duitstalige Gemeenschap;4° met betrekking tot de in artikel 23 vermelde verblijfsgegevens van nationale elitesporters: de gemachtigden van de NADO-DG of de door haar naar behoren gemandateerde personen die belast zijn met de onderzoeksdossiers, de betrokken elitesporter en in voorkomend geval zijn naar behoren gemandateerde teammanager, de betrokken door de Regering met de uitvoering van de tests belaste arts, de nationale en internationale sportorganisaties, in voorkomend geval en indien nodig de andere betrokken antidopingorganisaties, met inbegrip van andere Belgische NADO's, de organisaties die verantwoordelijk zijn voor grote evenementen en de Koepelorganisatie voor de Sport in de Duitstalige Gemeenschap;5° met betrekking tot informatie en gegevens die in het kader van het resultatenbeheer worden verzameld en verwerkt, met inbegrip van de tuchtrechtelijke beslissingen die de Koepelorganisatie voor de Sport in de Duitstalige Gemeenschap overeenkomstig artikel 24 heeft genomen: de Koepelorganisatie voor de Sport in de Duitstalige Gemeenschap, de gemachtigden van de NADO-DG of de door haar naar behoren gemandateerde personen die bevoegd zijn voor het beheer van de resultaten, de betrokken elitesporter (aan de hand van de resultaten van zijn controles), de nationale en internationale sportorganisaties, de andere betrokken antidopingorganisaties, met inbegrip van de andere Belgische NADO's, de organisaties die bevoegd zijn voor grote evenementen, het Internationaal Olympisch Comité of het Internationaal Paralympisch Comité en, naargelang van het geval, de politiediensten en gerechtelijke diensten, alsook het WADA;6° met betrekking tot informatie en gegevens die overeenkomstig artikel 5 worden verwerkt en verzameld op het gebied van dopingpreventie en educatie en voorlichting inzake dopingbestrijding: de gemachtigden van de NADO-DG die bevoegd zijn voor educatie, het WADA en eventueel sportorganisaties, nationale sportorganisaties, begeleiders, organisatoren, andere Belgische NADO's, andere NADO's, aangewezen of erkende keuringsartsen, aangewezen of erkende begeleiders, door het WADA geaccrediteerde of op een andere wijze goedgekeurde laboratoria, universiteiten, onderwijsinstellingen en, geheel algemeen, elke persoon in de zin van artikel 3, 53°, die deelneemt aan het in artikel 5 bedoelde programma voor educatie, voorlichting en preventie op het gebied van dopingbestrijding. Wanneer informatie wordt meegedeeld aan de ontvangers bedoeld in het eerste lid en wanneer deze ontvanger in een derde staat is gevestigd, gaat de verwerkingsverantwoordelijke na of de betrokken derde staat een passend niveau van gegevensbescherming waarborgt. Wanneer informatie wordt doorgegeven in landen die geen passend niveau van gegevensbescherming waarborgen, zorgt de NADO-DG ervoor dat geschikte beschermingsmaatregelen worden genomen. Bij gebrek aan een dergelijk besluit of geschikte waarborgen is doorgifte wel mogelijk als ze noodzakelijk is om doping in de sport te verminderen of te bestrijden, wat in dit decreet erkend wordt als een gewichtige reden van algemeen belang overeenkomstig overweging 112 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming. § 7 - Onverminderd de bepalingen van dit artikel en de bijzondere bepalingen van artikel 12, § 4, over de TTN's geschiedt elke verwerking van persoonsgegevens over de gezondheid van sporters onder de verantwoordelijkheid van een beoefenaar van een gezondheidszorgberoep. § 8 - Onverminderd artikel 18, § 2, kan de NADO-DG geanonimiseerde gegevens gebruiken voor statistische doeleinden, voor onderzoek of voor de verbetering van het antidopingbeleid.

De anonimisering bedoeld in het eerste lid moet van dien aard zijn dat de oorspronkelijke gegevens met geen enkel redelijk middel aan een bepaalde sporter kunnen worden gelinkt. § 9 - Onverminderd het bepaalde in dit artikel kan de Regering nadere regels en aanvullende procedures vaststellen om de toepassing ervan te verduidelijken of te vergemakkelijken. Afdeling 2 - Dopingtoezicht en dopingtests

Art. 16.§ 1 - De NADO-DG plant de spreiding van de dopingtests en van de onderzoeken in overeenstemming met de eisen van de Internationale Standaard voor Dopingtests en Onderzoeken. De Regering bepaalt de procedure voor dopingtests.

Dopingtests en onderzoeken kunnen worden uitgevoerd voor alle doeleinden inzake dopingbestrijding.

De dopingtests worden uitgevoerd om analytische bewijzen te verkrijgen over de vraag of de sporter de antidopingregels bedoeld in artikel 8, 1° of artikel 8, 2°, al dan niet naleeft door het biologische paspoort van de sporter op te maken volgens de voorwaarden van artikel 17.Ze worden uitgevoerd in overeenstemming met de eisen van de Internationale Standaard voor Dopingtests en Onderzoeken en in overeenstemming met de eisen van artikel 15.

De Regering bepaalt de voorwaarden voor de aanwijzing van de artsen die belast zijn met de uitvoering van de geplande dopingtests, in voorkomend geval in bijzijn van één of meer officiers van gerechtelijke politie, alsook de voorwaarden voor de aanwijzing van de personen die hen kunnen assisteren.

Onverminderd de bevoegdheden van de officiers van gerechtelijke politie kunnen de controleartsen: 1° monsters nemen of laten nemen van de bevoorrading van de sporter en van zijn begeleider met het oog op de analyse ervan in een laboratorium dat door het WADA geaccrediteerd of op een andere wijze door het WADA goedgekeurd is;2° monsters nemen of laten nemen die afkomstig zijn van het lichaam van de sporter, met het oog op de analyse ervan in een laboratorium dat door het WADA geaccrediteerd of op een andere wijze door het WADA goedgekeurd is;3° de voertuigen, kleren, uitrusting en bagage van de sporter en van zijn begeleider controleren;4° alle informatie inzamelen die volgens hen in verband staat met een overtreding van de artikelen 7 en 8 van dit decreet. Bij elke monsterneming moeten twee monsters worden genomen: een A-monster en een B-monster.

In het kader van de uitvoering van dopingtests hebben de officiers van gerechtelijke politie en de controleartsen toegang tot de kleedkamers, trainingzalen, sportlokalen en sportterreinen of plaatsen waar trainingen, wedstrijden of evenementen georganiseerd worden. § 2 - Overeenkomstig de Internationale Standaard voor Dopingtests en Onderzoeken bepaalt de Regering de wijze en de voorwaarden voor het nemen van monsters, het documenteren van de monsternemingsprocedure, de procedures voor de bewaring, het vervoer en de analyse van de monsters, alsook de voorwaarden voor de aanwijzing van erkende officiers van gerechtelijke politie en de aanwijzing van controleartsen en alle andere personen die hen kunnen bijstaan, alsook alle andere nadere regels voor de toepassing van dit artikel, bijvoorbeeld de nadere regels voor het gebruik van ADAMS. Onverminderd het eerste lid kan de Regering samenwerkingsovereenkomsten sluiten met andere antidopingorganisaties, in het bijzonder met de andere Belgische overheidsinstanties die bevoegd zijn voor dopingbestrijding, over de voorwaarden om de uitoefening van bepaalde opdrachten en/of taken eventueel te delegeren of bestaande resources, in voorkomend geval tegen betaling, eventueel ter beschikking te stellen. § 3 - Indien de gecontroleerde sporter minderjarig is, wordt hij begeleid door één van zijn wettelijke vertegenwoordigers of door een daartoe gemachtigde persoon. Dopingtests worden uitgevoerd in overeenstemming met de andere uitzonderingsbepalingen die gelden voor minderjarige sporters en die in bijlage B van de Internationale Standaard voor Dopingtests en Onderzoeken worden vermeld. § 4 - Het feit dat de sporter of begeleider zich terugtrekt uit de sport heeft geen invloed op de voortzetting van de dopingtestprocedure. Als een sporter of een andere persoon zich uit de sport terugtrekt terwijl de procedure voor het resultatenbeheer nog loopt, dan blijft de antidopingorganisatie die de procedure uitvoert, bevoegd om de procedure af te sluiten. Als een sporter of een andere persoon zich uit de sport terugtrekt voordat de procedure voor het resultatenbeheer begonnen is, dan behoudt de antidopingorganisatie die voor die procedure bevoegd zou zijn geweest als de sporter of andere persoon op dat tijdstip een overtreding van de antidopingregels zou hebben begaan, de bevoegdheid voor het resultatenbeheer. § 5 - Onverminderd de bevoegdheden die aan andere ambtenaren door of krachtens andere wettelijke of verordenende bepalingen worden erkend, wordt de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie toegekend aan de personeelsleden en medewerkers van de diensten die door de Regering belast worden met de uitvoering van de opdrachten vermeld in dit decreet.

Art. 17.Een biologisch paspoort van de sporter zoals bedoeld in artikel 16, § 1, derde lid, kan worden opgesteld door de NADO-DG voor nationale elitesporters die tot de doelgroep van de Duitstalige Gemeenschap behoren, in overeenstemming met de eisen van de Internationale Standaard voor Dopingtests en Onderzoeken en de Internationale Standaard voor Laboratoria.

Onverminderd het hoofddoel vermeld in artikel 16, § 1, derde lid, kan het biologische paspoort van de sporter ook worden gebruikt om gerichte tests op de betrokken elitesporters te laten uitvoeren.

Voor de elitesporters voor wie de NADO-DG een biologisch paspoort opstelt, sluit de NADO-DG, voor elke sportdiscipline, met de bevoegde internationale sportfederatie, een overeenkomst waarin de betrokken elitesporters worden geïdentificeerd en waarin andere eventuele nadere regels voor de samenwerking worden overeengekomen.

In overeenstemming met de Code en de bepalingen van de Internationale Standaard voor Dopingtests en Onderzoeken bepaalt de Regering de procedureregels voor het opstellen, beheren en opvolgen van het biologisch paspoort overeenkomstig het Technisch Document voor Specifieke Analysen (TDSA).

Onverminderd het vierde lid kan de Regering een eenheid voor het beheer van het biologisch paspoort van de sporter aanwijzen die ermee belast is de NADO-DG te helpen bij het opstellen, het beheren en het opvolgen van het biologisch paspoort.

Als het vijfde lid wordt toegepast, geschiedt de verwerking van de gegevens over de gezondheid van de sporters, binnen de eenheid voor het beheer van het biologisch paspoort van de sporter, onder de verantwoordelijkheid van een beoefenaar van een gezondheidszorgberoep.

De bewaartermijn van de gegevens van het biologisch paspoort van de sporter staat vermeld in punt 7 van de bijlage.

Art. 18.§ 1 - Om een afwijkend analyseresultaat overeenkomstig artikel 2.1 van de Code rechtstreeks te kunnen vaststellen, mogen de overeenkomstig artikel 16 genomen monsters uitsluitend geanalyseerd worden door een laboratorium dat door het WADA geaccrediteerd of op een andere wijze goedgekeurd is om de aanwezigheid van verboden stoffen of het bewijs van de toepassing van verboden methoden overeenkomstig artikel 11 te onderzoeken.

Het door het WADA geaccrediteerd of op een andere wijze door het WADA goedgekeurde laboratorium onderzoekt daartoe het monster overeenkomstig de criteria bepaald in de Internationale Standaard voor Laboratoria aangenomen door het WADA. De keuze van het door het WADA geaccrediteerd of op een andere wijze door het WADA goedgekeurd laboratorium voor de analyse van de monsters ligt uitsluitend bij de NADO of een andere antidopingorganisatie die verantwoordelijk is voor het beheer van de resultaten. De Regering bepaalt de voorwaarden en de nadere regels voor de toekenning of de intrekking van de erkenning van een laboratorium door de Duitstalige Gemeenschap. Alleen WADA-geaccrediteerde of op een andere wijze door het WADA goedgekeurde laboratoria kunnen erkend worden.

Overeenkomstig artikel 3.2 van de Code kunnen feiten die verband houden met overtredingen van de antidopingregels worden bewezen met elk betrouwbaar middel. § 2 - De monsters en de desbetreffende analysegegevens en de informatie uit de dopingtest worden geanalyseerd: 1° om de verboden stoffen en methoden van de verboden lijst, alsook alle andere stoffen waarvan het WADA overeenkomstig artikel 4.5 een bewijs verlangt, op te sporen; of 2° om een antidopingorganisatie te helpen bij het opstellen van een profiel uit relevante parameters in urine, bloed of een ander materiaal van de sporter, met inbegrip van het DNA-profiel of genomisch profiel;of 3° voor elk ander legitiem antidopingdoel. Met inachtneming van de voorwaarden vermeld in artikel 6.3 van de Code kunnen monsters en desbetreffende analysegegevens en informatie uit de dopingtest gebruikt worden voor wetenschappelijk onderzoek inzake dopingbestrijding.

Art. 19.§ 1 - De laboratoria analyseren de monsters en rapporteren de resultaten in overeenstemming met de Internationale Standaard voor Laboratoria. Na analyse van de monsters deelt het laboratorium het resultaat, samen met een door het laboratorium opgesteld analyseverslag waarin in het bijzonder de toegepaste analyseprocedure wordt beschreven, mee aan de NADO-DG. Op eigen initiatief en op eigen kosten kunnen laboratoria monsters analyseren op verboden stoffen of methoden die niet in het standaardmenu voor monsteranalyse vervat zijn of die niet verlangd werden door de antidopingorganisatie die de monsterneming heeft geïnitieerd en uitgevoerd. De resultaten van zulke analysen worden aan die antidopingorganisatie meegedeeld en hebben dezelfde geldigheid en dezelfde gevolgen als elk ander analyseresultaat.

De Regering bepaalt het model van verslag van analyse van de monsters dat wordt opgesteld door het laboratorium en de procedure voor de overzending van de resultaten. § 2 - Uit eigen beweging, te allen tijde en met of zonder voorafgaande aankondiging kan het WADA elk monster en de desbetreffende analysegegevens of informatie die zich in het bezit van een laboratorium of een antidopingorganisatie bevinden, in bezit nemen. Op verzoek van het WADA verleent het laboratorium of de antidopingorganisatie waar het monster of de gegevens zich bevinden, het WADA onmiddellijk toegang tot het monster of de gegevens en staat het WADA toe om het monster of de gegevens fysiek in bezit te nemen.

Als het WADA de inbezitneming van het monster of van de gegevens niet vooraf heeft aangekondigd bij het laboratorium of de antidopingorganisatie, dan stelt het WADA het laboratorium en elke antidopingorganisatie waarvan monsters of gegevens door het WADA in beslag genomen werden, daarvan in kennis binnen een redelijke termijn na de inbeslagneming. Na analyse of onderzoek van een in beslag genomen monster of van de in beslag genomen gegevens kan het WADA een andere antidopingorganisatie die voor de controle van de sporter bevoegd is, aanwijzen om de verantwoordelijkheid voor het beheer van de resultaten van dat monster of van die gegevens over te nemen, wanneer een mogelijke overtreding van de antidopingregels wordt vastgesteld.

Art. 20.De afwijkende analyseresultaten, de atypische resultaten en de andere aangevoerde overtredingen van de antidopingregels worden meegedeeld aan de sporter of andere persoon en gelijktijdig aan de nationale antidopingorganisatie van de sporter, aan de internationale federatie van de sporter en aan het WADA met het oog op de toepassing van artikel 24. Publieke bekendmakingen geschieden in overeenstemming met artikel 14.3 van de Code.

De Regering bepaalt de inhoud en de nadere regels voor die mededelingen overeenkomstig de artikelen 14.1.1, 14.1.2, 14.1.3 en 14.3 van de Code en van de Internationale Standaard voor Resultatenbeheer.

Art. 21.In geval van een afwijkend analyseresultaat wordt in de mededeling bedoeld in artikel 20 ook het volgende gepreciseerd: het recht van de sporter om te vragen dat het B-monster geanalyseerd wordt, de mogelijkheid voor de sporter en/of zijn vertegenwoordiger om de opening en de analyse van het B-monster bij te wonen, het recht van de sporter om afschriften van het dossier over de analyse van het A-monster te eisen, de mogelijkheid voor de sporter om tijdig een verklaring af te leggen, de mogelijkheid voor de sporter om substantiële hulp bij het opsporen of vaststellen van overtredingen van de Code te verlenen overeenkomstig artikel 10.7.1 van de Code, het feit of de overtreding van de antidopingregels werd toegegeven en de mogelijkheid om de uitsluiting die overeenkomstig artikel 10.8.1 van de Code door de antidopingorganisatie werd opgelegd met één jaar te verminderen of de poging om een overeenkomst te sluiten om de zaak bij te leggen overeenkomstig artikel 10.8.2 van de Code, alsook andere informatie die overeenkomstig de Internationale Standaard voor Resultatenbeheer noodzakelijk is.

De Regering bepaalt hoe en onder welke voorwaarden een contra-expertise van het B-monster wordt gemaakt. De sporter draagt de kosten van die contra-expertise als het analyseresultaat van het A-monster bevestigd wordt. HOOFDSTUK 5. - GEGEVENS OVER DE VERBLIJFPLAATS VAN DE SPORTERS Afdeling 1. - Inlichtingen die door de organisatoren moeten worden

meegedeeld

Art. 22.Om de dopingtests te kunnen plannen, deelt elke organisator ten minste vijftien dagen op voorhand, jaarlijks en volgens de door de Regering bepaalde regels mee welke sportevenementen of sportwedstrijden hij gepland heeft waaraan elitesporters deelnemen. Afdeling 2. - Verblijfsgegevens en bereikbaarheid die door de

elitesporters moeten worden meegedeeld

Art. 23.§ 1 - De elitesporters van categorie A en B die tot de doelgroep van de Duitstalige Gemeenschap behoren, verschaffen hun nauwkeurige en bijgewerkte verblijfsgegevens via bekendmaking in de ADAMS-databank.

Een sporter kan beslissen om de mededeling van de verblijfsgegevens en bereikbaarheid en/of de actualisering van die gegevens te delegeren aan een derde, op voorwaarde dat de derde met die delegatie instemt.

De antidopingorganisatie die de verblijfsgegevens van de sporter verzamelt, kan eisen dat de verblijfsgegevens van de sporter vergezeld gaan van een schriftelijke mededeling die door de betrokken sporter en door de gedelegeerde derde is ondertekend en waarin staat dat de delegatie werd aanvaard.

De gedelegeerde derde deelt de hierna volgende verblijfsgegevens van de sporter en, indien van toepassing, de bijgewerkte lijst van de teamleden mee.

Onverminderd het derde lid ligt de eindverantwoordelijkheid voor de juistheid en de bijwerking van de meegedeelde gegevens bij de sporter.

Voor elitesporters van de categorie A gelden de gevolgen bepaald in artikel 10.3.2 van de Code bij overtreding van artikel 2.4 van de Code.

De NADO-DG kan, volgens de door de Regering vastgestelde regels en overeenkomstig de Internationale Standaard voor Dopingtests en Onderzoeken, verblijfsgegevens verzamelen van de sporters die noch tot een geregistreerde doelgroep behoren, noch tot de geregistreerde doelgroep van de Duitstalige Gemeenschap behoren en volgens haar eigen regels passende en proportionele gevolgen opleggen die niet in artikel 2.4 van de Code staan. § 2 - De sporters van categorie A delen de volgende gegevens mee: 1° naam en voornamen;2° geslacht;3° het volledige adres van hun woonplaats en, als het verschillend is, het volledige adres van hun gewone verblijfplaats;4° het volledige adres van de plaats waar de sport zal overnachten;5° de specifieke bevestiging dat de sporter begrijpt dat de gemelde inlichtingen worden doorgegeven aan andere antidopingorganisaties die bevoegd zijn voor de controles;6° hun telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres;7° in voorkomend geval het nummer van hun WADA-paspoort;8° hun sportdiscipline, sportcategorie en sportploeg;9° hun sportfederatie en hun lidnummer;10° het volledige adres van de plaats waar ze trainen, werken of andere regelmatige activiteiten uitoefenen, alsook de gewone uurroosters van die regelmatige activiteiten;11° het volledige adres van de geplande plaats waar in het komende kwartaal wedstrijden en sportevenementen zullen plaatsvinden, met vermelding van datum en uur van die wedstrijden;12° een tijdslot van 60 minuten tussen 5 en 23 uur waarin de sporter dagelijks op een bepaalde plaats ter beschikking staat voor een onaangekondigde test. § 3 - De elitesporters van categorie B delen de volgende gegevens mee: 1° naam en voornamen;2° geslacht;3° hun telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres;4° in voorkomend geval het nummer van hun WADA-paspoort;5° hun sportdiscipline, sportcategorie en sportploeg;6° hun sportfederatie en hun lidnummer;7° het tijdschema en de plaats van de sportwedstrijden en trainingen voor het volgende kwartaal;8° het volledige adres van de plaats waar ze wonen tijdens de dagen waarop ze geen wedstrijden of trainingen hebben in het komende kwartaal;9° de specifieke bevestiging dat de sporter begrijpt dat de gemelde inlichtingen worden doorgegeven aan andere antidopingorganisaties die bevoegd zijn voor de controles. § 4 - Elitesporters van categorie C hoeven geen verblijfsgegevens mee te delen, behalve in de gevallen die de Regering overeenkomstig § 1, zesde lid, of § 5, tweede, vierde en vijfde lid, heeft bepaald. § 5 - Elitesporters van categorie B die de vereisten inzake verblijfplaats niet in acht nemen en/of een dopingtest missen, kunnen, ongeacht welke antidopingorganisatie het verzuim heeft vastgesteld, na schriftelijke kennisgeving en op een door de Regering bepaalde wijze ertoe verplicht worden de eisen inzake verblijfplaats voor elitesporters van categorie A te vervullen gedurende zes maanden. Als tijdens die periode wordt ontdekt dat een dopingtest werd gemist of de verblijfsgegevens niet werden gemeld, wordt de periode verlengd met twaalf maanden, te rekenen vanaf de datum waarop het verzuim ontdekt werd. Als tegen de betrokken sporter zes maanden na zijn opname in categorie A geen aangifteverzuim van de verblijfsgegevens of gemiste controle werd vastgesteld, kan de NADO-DG hem opnieuw opnemen in categorie B overeenkomstig de door de Regering bepaalde procedure.

Als een sporter van categorie B of C opgenomen wordt in een geregistreerde doelgroep van een andere NADO of van een internationale sportfederatie waarvoor meer gegevens over de verblijfplaats en de bereikbaarheid moeten worden verstrekt dan bepaald in § 3 of in § 4, dan verstrekt die sporter de door de betrokken andere NADO of door de betrokken internationale sportfederatie vereiste gegevens inzake verblijfplaats en bereikbaarheid op de door de Regering vastgestelde wijze.

Elitesporters van categorie C die de vereisten inzake verblijfplaats niet in acht nemen en/of een dopingtest missen, kunnen, ongeacht welke antidopingorganisatie het verzuim heeft ontdekt, na schriftelijke kennisgeving en op een door de Regering bepaalde wijze ertoe verplicht worden de door de Regering vastgestelde eisen inzake verblijfplaats voor elitesporters van categorie A of B te vervullen gedurende zes maanden. Als tijdens die periode wordt ontdekt dat een dopingtest werd gemist of de verblijfsgegevens niet werden gemeld, wordt de periode verlengd met twaalf maanden, te rekenen vanaf de datum waarop het verzuim ontdekt werd.

Elitesporters van categorie B of C die tuchtrechtelijk geschorst zijn wegens doping of die plotseling aanzienlijk beter presteren of ernstige aanwijzingen van doping vertonen, moeten, overeenkomstig de criteria vermeld in artikel 4.5.3 van de Internationale Standaard voor Dopingtests en Onderzoeken en overeenkomstig de door de Regering bepaalde regels, gedurende maximaal twaalf maanden voldoen aan de eisen inzake verblijfplaats van elitesporters van categorie A. Die periode kan worden verlengd voor een nieuwe periode van maximum 12 maanden als de ernstige aanwijzingen van doping bevestigd worden en blijven bestaan.

Op basis van de door de Regering bepaalde regels kan de NADO-DG elke sporter die ingeschreven is op de preselectielijst voor de Olympische Spelen, Paralympische Spelen, Europese kampioenschappen of wereldkampioenschappen verplichten verblijfsgegevens te verstrekken overeenkomstig categorie A. De NADO-DG kan dat recht slechts uitoefenen voor een periode van maximaal twaalf maanden die ten vroegste negen maanden voor de wedstrijd in kwestie ingaat en uiterlijk drie maanden na de wedstrijd in kwestie eindigt.

De Regering kan de lijsten met de sportdisciplines die overeenstemmen met de categorieën A, B en C wijzigen. Om de lijsten met de sportdisciplines van de categorieën A en B vast te leggen, gelden de volgende criteria: - Lijst A: het gaat om een individuele discipline die gevoelig is voor dopinggebruik buiten wedstrijdverband; - Lijst B: het gaat om een discipline in ploegverband die gevoelig is voor dopinggebruik buiten wedstrijdverband.

Overeenkomstig artikel 3, § 6/1, van het Samenwerkingsakkoord van 9 december 2011 tussen de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende dopingpreventie en -bestrijding in de sport bepaalt de NADO-DG of een discipline overeenkomstig de Internationale Standaard voor Dopingtests en Onderzoeken gevoelig is voor dopinggebruik buiten wedstrijdverband. Daarbij worden de volgende subcriteria in aanmerking genomen: 1° de statistieken van dopinggevallen voor de sportdiscipline of sporttak in kwestie;2° de fysieke of fysiologische eisen om performant te zijn in de sportdiscipline of sporttak in kwestie;3° de populariteit van de sportdiscipline of sporttak in België;4° het belang op financieel vlak en mediavlak van de sportdiscipline of sporttak in kwestie. § 6 - Behoudens overmacht staat elke elitesporter op de meegedeelde verblijfplaats ter beschikking voor één of meer dopingtests. § 7 - De Regering bepaalt de rechten en plichten van de elitesporters betreffende de melding van hun verblijfsgegevens en de vorm waarin die verblijfsgegevens worden meegedeeld. § 8 - De plichten vervat in dit artikel gelden vanaf het ogenblik dat aan de elitesporter schriftelijk is meegedeeld dat hij in de doelgroep van de Duitstalige Gemeenschap is opgenomen en tot het ogenblik dat hem schriftelijk is meegedeeld dat de plichten niet meer hoeven te worden nagekomen, overeenkomstig de door de Regering bepaalde regels.

Elke elitesporter die wil betwisten dat hij de in dit artikel vermelde verplichtingen moet naleven of die een hem ten laste gelegde schending van de Code of van op grond van de Code uitgevaardigde regels wil aanvechten, kan beroep instellen overeenkomstig de procedure vervat in artikel 13 van de Code. De aangevochten beslissingen blijven van kracht tijdens de beroepsprocedure, tenzij de beroepsinstantie daarover anders beslist.

De elitesporter stelt beroep in binnen vijftien dagen na kennisgeving van de betwiste administratieve beslissing.

De Regering bepaalt de nadere regels voor de beroepsprocedure vermeld in het tweede lid, met inachtneming van artikel 13 van de Code. In gevallen die voortvloeien uit de deelneming aan een internationaal evenement of in gevallen waar sporters van internationaal niveau bij betrokken zijn, kan alleen beroep worden ingesteld bij het TAS. In andere gevallen kan beroep worden ingesteld bij de beroepsinstantie overeenkomstig artikel 25, conform de regels die door de nationale antidopingorganisatie zijn bepaald. § 9 - De elitesporter moet de verplichtingen vermeld in dit artikel tijdens zijn hele schorsingsperiode blijven naleven. De naleving ervan is een voorwaarde opdat de elitesporter na zijn schorsing opnieuw kan deelnemen aan wedstrijden of sportevenementen. § 10 - Overeenkomstig de nadere regels die de Regering heeft bepaald, met inbegrip van de regels betreffende het gebruik van ADAMS, worden de volgende inlichtingen ter kennis gebracht van de NADO's van de andere bevoegde Belgische instanties: 1° elke beslissing om een sporter in de doelgroep van de Duitstalige Gemeenschap op te nemen of hem uit die doelgroep uit te sluiten, voordat die informatie ter kennis wordt gebracht van de sporter;2° elk verzuim van een elitesporter van de doelgroep van de Duitstalige Gemeenschap om een dopingtest te ondergaan of de hem opgelegde verplichtingen met betrekking tot het doorgeven van verblijfsgegevens na te komen. HOOFDSTUK 6. - Tuchtrechtelijke vervolging en tuchtrechtelijke sancties

Art. 24.§ 1 - Los van zijn sportlidmaatschap wordt elke sporter of elke andere persoon tegen wie de NADO-DG een schending van de antidopingregels aanvoert, ofwel na een monsterneming door de NADO-DG of - als het niet om een monster gaat - na de kennisgeving door de NADO-DG, tuchtrechtelijk bestraft door de Koepelorganisatie voor de Sport in de Duitstalige Gemeenschap die optreedt als gedelegeerde derde van de NADO-DG. Daartoe volgt de Koepelorganisatie voor de Sport in de Duitstalige Gemeenschap het tuchtreglement vermeld in het vierde lid. De Koepelorganisatie voor de Sport in de Duitstalige Gemeenschap hoort betrokkene fair, onpartijdig en operationeel onafhankelijk overeenkomstig de Internationale Standaard voor Resultatenbeheer.

De sportorganisaties nemen passende tuchtmaatregelen om de uitvoering van een dopingsanctie te ondersteunen en nemen maatregelen via hun eigen tuchtreglement als de bewijzen niet volstaan om vervolging in te stellen tegen een overtreding van de antidopingregels.

Het tuchtreglement van de NADO-DG moet in het bijzonder: 1° in overeenstemming zijn met alle tuchtrechtelijke bepalingen van de Code en met de gevolgen van overtredingen van de antidopingregels, met inbegrip van de principes van het resultatenbeheer bepaald in de artikelen 7, 8 en 13 van de Code en in de Internationale Standaard voor Resultatenbeheer;2° de automatische diskwalificatie van afzonderlijke resultaten zoals bepaald in artikel 9 van de Code om de sancties tegen personen zoals bepaald in artikel 10 van de Code vast te leggen, namelijk: a) diskwalificatie van resultaten behaald bij een evenement waarbij antidopingregels werden overtreden, met inbegrip van het verlies van medailles, punten en prijzen; b) schorsing wegens aanwezigheid, gebruik, poging tot gebruik of bezit van een verboden stof of een verboden methode, waarbij de duur van de schorsing wordt bepaald overeenkomstig artikel 10.2 van de Code; c) schorsing wegens een overtreding van de antidopingregels die niet wordt vermeld in artikel 10.2 van de Code, waarbij de duur van de schorsing wordt bepaald overeenkomstig artikel 10.3 van de Code; d) verlenging van de schorsing op basis van verzwarende omstandigheden overeenkomstig artikel 10.4 van de Code; e) opheffing van de schorsing bij ontstentenis van een fout of nalatig gedrag overeenkomstig artikel 10.5 van de Code; f) vermindering van de schorsing wegens geen significante schuld of nalatigheid overeenkomstig artikel 10.6 van de Code; g) de opheffing, vermindering of opschorting van de schorsing of andere gevolgen om andere redenen dan een fout gedrag overeenkomstig artikel 10.7 van de Code; h) de mogelijkheid om in geval van een bekentenis overeenkomstig artikel 10.8 van de Code overeenkomsten omtrent het resultatenbeheer te genieten; i) de gevolgen van meervoudige overtredingen overeenkomstig artikel 10.9 van de Code; j) de diskwalificatie van resultaten behaald in wedstrijden na de monsterneming of na het begaan van een overtreding van de antidopingregels overeenkomstig artikel 10.10 van de Code; k) de intrekking van prijzengeld dat behaald werd door overtreding van de antidopingregels en de teruggave en herverdeling van dat prijzengeld aan sporters die daarop recht zouden hebben gehad als de gediskwalificeerde sporter niet had deelgenomen overeenkomstig artikel 10.11 van de Code; l) de mogelijkheid om financiële sancties op te leggen in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel en artikel 10.12 van de Code; n) de regels tot bepaling van het begin van de schorsingsperiode overeenkomstig artikel 10.13 van de Code; n) de status tijdens een schorsing of voorlopige schorsing overeenkomstig artikel 10.14 van de Code; o) de automatische bekendmaking van de verplichte sanctie overeenkomstig artikel 14.3 van de Code; 3° de regels voor ploegsporten specificeren: a) met betrekking tot de controles overeenkomstig artikel 11.1 van de Code; b) met betrekking tot de gevolgen van overtredingen van de antidopingregels die begaan worden door leden van een ploeg overeenkomstig artikel 11.2 van de Code; c) met betrekking tot de mogelijkheid om strengere gevolgen te bepalen voor ploegsporten overeenkomstig artikel 11.3 van de Code; 4° de eerbiediging van de rechten van verdediging waarborgen en de naleving van de beginselen van onpartijdigheid en onafhankelijkheid van de leden van de tuchtrechtelijke instantie waarborgen;5° bepalen dat de beginselen inzake voorlopige schorsing zoals bepaald in artikel 7 van de Code van toepassing zijn;6° minstens bepalen dat op zijn minst beroep overeenkomstig artikel 13 van de Code kan worden ingesteld tegen alle tuchtrechtelijke en andere beslissingen die krachtens dit decreet worden genomen, met inbegrip van beslissingen over TTN's en eisen inzake verblijfsgegevens, alsook beslissingen over schendingen van de antidopingregels, gevolgen, voorlopige schorsingen en uitvoeringen van beslissingen inzake bevoegdheid;7° uitdrukkelijk bepalen dat op zijn minst de volgende partijen beroep mogen instellen en moeten worden gehoord: a) de sporter of andere persoon die het voorwerp vormt van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld;b) de andere partij die betrokken was bij het geval waarop de beslissing betrekking heeft;c) de bevoegde internationale sportfederatie;d) de NADO van de gemeenschap of van het land waar de persoon woont, waarvan de persoon onderdaan is of waar hij een licentie heeft;e) het Internationaal Olympisch Comité of het Internationaal Paralympisch Comité, als de beslissing uitwerkingen kan hebben op de Olympische Spelen of Paralympische Spelen, in het bijzonder beslissingen die uitwerkingen hebben op de mogelijkheid om eraan deel te nemen; f) het WADA, met inachtneming van de bijzondere termijnen waarbinnen het WADA beroep kan instellen, vermeld in artikel 13.2.3.5 van de Code; 8° bepalen dat de partijen vermeld in 7° alleen beroep kunnen instellen bij het TAS in gevallen die voortvloeien uit de deelneming aan een internationaal evenement of in gevallen waar sporters van internationaal niveau bij betrokken zijn;9° bepalen dat de partijen vermeld in 7°, in de gevallen waarin de bepaling onder 8° niet van toepassing is, de beslissing kunnen aanvechten bij een beroepsinstantie als beschreven in artikel 25;10° uitdrukkelijk bepalen dat, in gevallen waarin de bepaling onder 8° niet van toepassing is, de volgende partijen het recht hebben om bij het TAS beroep in te stellen tegen tuchtbeslissingen van de nationale beroepsinstantie: a) het WADA;b) het Internationaal Olympisch Comité;c) het Internationaal Paralympisch Comité;d) de bevoegde internationale federatie;11° binnen een redelijke termijn een hoorzitting organiseren;12° voorzien in het recht om te worden gehoord door een onpartijdige en billijke instantie en voorzien in het recht om zich op eigen kosten te laten vertegenwoordigen door een raadsman;13° voorzien in het recht om binnen een redelijke termijn een schriftelijke en met redenen omklede beslissing te krijgen; 14° de beginselen naleven die zijn vastgelegd in artikel 7.2.d van de Overeenkomst ter bestrijding van doping ondertekend te Straatsburg op 16 november 1989; 15° overeenkomstig artikel 17 van de Code uitdrukkelijk bepalen dat tegen een sporter of andere persoon geen procedure wegens overtreding van de antidopingregels kan worden ingesteld als de sporter niet uiterlijk tien jaar na de mogelijke schending overeenkomstig artikel 7 van de Code over de mogelijke schending op de hoogte werd gebracht of redelijke pogingen werden ondernemen om hem van de mogelijke schending op de hoogte te brengen;16° bepalen dat elke beslissing wegens een overtreding van de antidopingregels die door een antidopingorganisatie die de Code heeft ondertekend, door een beroepsinstantie of door het TAS is genomen, overeenkomstig artikel 15 van de Code automatisch bindend is na kennisgeving aan alle belanghebbende partijen. § 2 - Op basis van het advies van de NADO-DG bepaalt de Regering de nadere regels van de tuchtprocedure inzake dopingbestrijding die noodzakelijk zijn voor de toepassing van § 1. § 3 - De NADO-DG verspreidt de beslissingen en de identiteit van de personen tegen wie een sanctie wordt uitgesproken ter attentie van de sporters, de andere betrokken personen, de andere Belgische NADO's, andere organisaties en de bevolking overeenkomstig artikel 14 van de Code.

Onverminderd het eerste lid kan de Regering specifieke procedureregels bepalen voor de toepassing van deze paragraaf, ook voor het gebruik van ADAMS.

Art. 25.De Koepelorganisatie voor de Sport in de Duitstalige Gemeenschap is als fair, onpartijdig, van de NADO operationeel en institutioneel onafhankelijk hoororgaan ook bevoegd om sporters te horen die beroep instellen tegen een beslissing van de TTN-commissie overeenkomstig artikel 12, § 3, om sporters of andere personen te horen die beroep instellen tegen een tuchtstraf in graad van beroep overeenkomstig artikel 24 en om elitesporters te horen die beroep instellen tegen eisen inzake verblijfsgegevens overeenkomstig artikel 23 of enig ander beroep instellen overeenkomstig artikel 24 en overeenkomstig artikel 13 van de Code, met uitzondering van beroepen overeenkomstig artikel 13.2.1 van de Code en artikel 24, § 1, vierde lid, 8°, die alleen bij het TAS kunnen worden aangevochten.

Daartoe volgt de Koepelorganisatie voor de Sport in de Duitstalige Gemeenschap haar eigen tuchtreglement waarin de organisatie van de beroepsinstantie wordt geregeld en in het bijzonder de benoeming en de hoedanigheid van de leden van de tuchtrechtelijke instantie die alle toepasselijke bepalingen van de Code en in het bijzonder de verplichting inzake billijkheid, onafhankelijkheid en onpartijdigheid eerbiedigt. Het tuchtreglement wordt vóór de eerste hoorzitting aan de partijen meegedeeld en is ook openbaar toegankelijk via het internet.

De aangevochten beslissingen blijven van kracht tijdens de beroepsprocedure, tenzij de beroepsinstantie daarover anders beslist.

Het in het eerste lid bedoelde beroep wordt ingesteld binnen vijftien dagen na ontvangst van de betwiste administratieve beslissing. De termijn voor het instellen van een beroep door het WADA is de langste van de volgende perioden: a) 21 dagen volgend op het verstrijken van de termijn voor het instellen van een ontvankelijk beroep voor de andere partijen, of b) 21 dagen nadat het WADA het volledige dossier dat betrekking heeft op de genomen beslissing ontvangen heeft. De Regering bepaalt de nadere regels voor de beroepsprocedure vermeld in het eerste lid. Daarin wordt overeenkomstig artikel 13 van de Code het volgende vermeld: 1° de beslissingen die overeenkomstig artikel 13.1 van de Code kunnen worden aangevochten; 2° wie overeenkomstig artikel 13.2.3 van de Code beroep kan instellen; 3° de ontvankelijkheid van gemeenschappelijke en andere latere beroepen overeenkomstig artikel 13.2.4 van de Code; 4° welke regels gelden wanneer een antidopingorganisatie het verzuimt om een beslissing te nemen binnen een redelijke termijn;5° de geldende TTN-regels;6° de bepalingen over de kennisgeving van beslissingen in beroep.

Art. 26.Onverminderd artikel 24 en onverminderd andere mogelijke sancties tegen personen zoals bedoeld in artikel 10 van de Code en in dit decreet, mag, overeenkomstig artikel 10.14.1 van de Code, een (voorlopig) geschorste sporter of een andere (voorlopig) geschorste persoon gedurende de schorsingsperiode in geen enkele hoedanigheid deelnemen aan een wedstrijd of sportactiviteit die wordt toegelaten door een ondertekenaar, een lid van de ondertekenaar of een club of een andere organisatie die lid is van een ondertekenaar - met uitzondering van toegelaten educatie- en rehabilitatieprogramma's inzake doping - noch aan wedstrijden die toegelaten of georganiseerd worden door een beroepsliga of een nationale of internationale organisator, noch aan een elitesportactiviteit of aan een sportactiviteit van nationaal niveau die door de Regering of een ander overheidsorgaan wordt gefinancierd.

Een sporter of andere persoon die meer dan vier jaar geschorst werd, kan na die vier jaar als sporter deelnemen aan lokale sportevenementen die niet binnen het bevoegdheidsterrein van een ondertekenaar van de Code of een lid van een ondertekenaar van de Code vallen, op voorwaarde dat het lokale sportevenement niet plaatsvindt op een niveau waarop de sporter of andere persoon waarschijnlijk direct of indirect voor een nationaal kampioenschap of een internationaal evenement gekwalificeerd wordt of punten voor zijn kwalificatie behaalt en op voorwaarde dat hij niet met beschermde personen werkt, ongeacht in welke hoedanigheid.

De sporter of andere persoon op wie de uitsluiting of schorsing bedoeld in het tweede lid betrekking heeft, blijft onderworpen aan mogelijke dopingtests en moet alle door een antidopingorganisatie gestelde vragen omtrent zijn verblijfsgegevens blijven beantwoorden.

Een overtreding van de antidopingregels in individuele sportdisciplines in verbinding met een test in wedstrijdverband, leidt automatisch tot diskwalificatie van de resultaten die bij die wedstrijd werden behaald en tot alle daaruit voortvloeiende gevolgen, met inbegrip van het verlies van medailles, punten en prijzen.

Art. 27.Als in het kader van een evenement meer dan één lid van de ploeg schuldig werd bevonden aan een overtreding van de antidopingregels, voert de organisator van het evenement tijdens het evenement een passend aantal gerichte tests uit bij andere leden van het team. Als meer dan twee ploegleden in een ploegsport tijdens het evenement een overtreding van de antidopingregels hebben begaan, legt de organisator van het evenement een passende sanctie op tegen de ploeg (bijvoorbeeld: punten aftrekken, diskwalificeren van een wedstrijd of een evenement of een andere sanctie), bovenop de gevolgen die aan de individuele sporters werden opgelegd.

De Regering kan de nadere regels voor de toepassing van dit lid bepalen.

Art. 28.§ 1 - Onverminderd de gevolgen bepaald in artikel 10 van de Code in geval van overtreding van artikel 2.4 van de Code zorgt de Regering ervoor dat een administratieve geldboete van 250 euro wordt opgelegd aan een elitesporter van categorie A die binnen een periode van twaalf maanden na vaststelling van het eerste verzuim, een tweede test mist en/of zijn verplichtingen inzake verblijfsgegevens overeenkomstig artikel 23 niet nakomt.

Als een sporter na een tuchtbeslissing die in kracht van gewijsde is gegaan schuldig wordt bevonden aan doping, zorgt de Regering ervoor dat de financiële en/of materiële ondersteuning van de betrokken sporter vanaf de kennisgeving van die beslissing wordt stopgezet voor de duur van de schorsingsperiode. § 2 - De Regering bepaalt de administratieve geldboetes die opgelegd worden aan de sportorganisaties en aan de organisatoren die de plichten die hun bij dit decreet en bij de uitvoeringsbesluiten ervan worden opgelegd niet nakomen. Die administratieve geldboetes kunnen oplopen tot 10.000 euro.

Die administratieve geldboetes worden verdubbeld in geval van herhaling binnen een termijn van vijf jaar te rekenen vanaf de eerste veroordeling.

Naast de administratieve geldboetes die worden opgelegd, kan de Regering - indien nodig - de subsidies die de Duitstalige Gemeenschap krachtens het sport decreet van 19 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/04/2004 pub. 24/11/2004 numac 2004033082 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Sportdecreet sluiten toekent, overeenkomstig artikel 50 van dat decreet schrappen.

De Regering zorgt ervoor dat alle of een aantal leden van een sportorganisatie of een organisator die de verplichtingen niet nakomen die bij dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan aan hen worden opgelegd, kunnen worden uitgesloten van bepaalde toekomstige specifieke evenementen of van alle evenementen die binnen een specifieke periode plaatsvinden. § 3 - De Regering bepaalt de administratieve geldboetes die een organisator moet betalen wanneer hij bewust toelaat dat een wegens doping geschorste sporter deelneemt aan een door hem georganiseerd evenement of een door hem georganiseerde wedstrijd. Die administratieve geldboetes kunnen oplopen tot 10.000 euro. § 4 - De Regering heeft, te rekenen vanaf de ontvangst van het desbetreffende proces-verbaal, zes maanden de tijd om een administratieve boete op te leggen. § 5 - Als de Regering besluit om een administratieve procedure in te leiden, deelt ze de overtreder per aangetekend schrijven het volgende mee: 1° de gepleegde feiten en de kwalificatie ervan;2° dat de overtreder zijn verweermiddelen naar voren kan brengen binnen een termijn van vijftien kalenderdagen die ingaat vanaf de datum van ontvangst van de aangetekende kennisgeving en dat hij daarbij het recht heeft om de Regering om een mondelinge verdediging te verzoeken;3° dat de overtreder het recht heeft zich door een raadsman te laten bijstaan of te laten vertegenwoordigen;4° dat de overtreder recht op inzage in het dossier heeft;5° een afschrift van het proces-verbaal van vaststelling. De Regering bepaalt op welke dag de overtreder wordt uitgenodigd om te worden gehoord; daartoe maant ze hem per aangetekend schrijven aan om op de vastgestelde dag en op het vastgestelde uur te verschijnen om te worden gehoord. § 6 - De Regering kan de administratieve geldboete opleggen na het verstrijken van de termijn bepaald in § 5, eerste lid, 2°, of - als de overtreder meedeelt dat hij de feiten niet betwist of als de overtreder of diens raadsman de zaak mondeling of schriftelijk heeft verdedigd - vóór het verstrijken van die termijn.

De Regering brengt haar beslissing per aangetekend schrijven ter kennis van de overtreder.

De kennisgeving bevat ook de inlichtingen vermeld in de artikelen 13, 15 en 16 tot 19 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming. § 7 - De beslissing om een administratieve geldboete op te leggen is uitvoerbaar na het verstrijken van een termijn van dertig kalenderdagen die ingaat vanaf de dag van kennisgeving, tenzij overeenkomstig § 8 beroep wordt ingesteld.

De administratieve geldboete wordt geïnd ten gunste van de Duitstalige Gemeenschap.

De administratieve geldboete wordt vereffend binnen dertig kalenderdagen na de dag waarop de beslissing uitvoerbaar is geworden, door betaling of overschrijving op een rekening van de Regering aan de hand van een betalings- of overschrijvingsformulier.

De opgelegde administratieve geldboete is niet fiscaal aftrekbaar. § 8 - Binnen dertig kalenderdagen na ontvangst van de beslissing kan de overtreder bij verzoekschrift beroep instellen bij de correctionele rechtbank. Het verzoekschrift bevat de identiteit en het adres van de overtreder, de benaming van de aangevochten beslissing en de desbetreffende grieven.

De correctionele rechtbank beslist over de rechtmatigheid en de evenredigheid van de opgelegde geldboete. Ze kan de beslissing van de Regering ofwel bevestigen, ofwel wijzigen.

Tegen de beslissing van de correctionele rechtbank kan geen hoger beroep worden ingesteld.

Art. 29.De Regering wijst de personen aan die belast zijn met het invorderen van de onbetwiste en opeisbare administratieve geldboetes en van de eventuele invorderingskosten.

De personen vermeld in het eerste lid zijn bevoegd om: 1° een dwangbevel uit te vaardigen;2° het dwangbevel te tekenen, uitvoerbaar te verklaren en indien nodig via gerechtsdeurwaarder aan de overtreder te bezorgen;3° de schuldenaars die een bijzondere noodsituatie kunnen aantonen, uitstel van betaling of gespreide betalingen toe te staan.

Art. 30.De administratieve geldboetes verjaren na verloop van vijf jaar, te rekenen vanaf de datum waarop ze betaald moeten worden.

Die termijn kan gestuit worden, ofwel zoals bepaald in de artikelen 2244 en volgende van het Burgerlijk Wetboek, ofwel door afstand van de verkregen verjaring. Indien de verjaring gestuit wordt, gaat - vijf jaar na de laatste handeling met stuiting van de vorige verjaring - een nieuwe verjaring in die op dezelfde wijze kan worden gestuit als er geen geding aanhangig is.

Art. 31.Met behoud van de toepassing van tuchtstraffen die door de Koepelorganisatie voor de Sport worden uitgesproken en met behoud van de toepassing van andere sancties die in het Strafwetboek of in specifieke wetgeving worden bepaald, wordt degene die artikel 8, 6°, b), tot 11°, overtreedt, gestraft met een gevangenisstraf van zes maanden tot vijf jaar en met een geldboete van vijf tot vijftig euro of met één van die straffen.

In geval van herhaling binnen twee jaar na een in kracht van gewijsde gegane veroordeling wegens de in het eerste lid vermelde overtreding kunnen de straffen worden verdubbeld.

Art. 32.De verboden stoffen en de voorwerpen die gebruikt worden om de verboden methodes toe te passen, worden, wanneer een strafrechtelijk feit is gepleegd, in beslag genomen en buiten werking gesteld.

Art. 33.Elke beslissing wegens overtreding van de antidopingregels die door een antidopingorganisatie van een ondertekenaar, door een beroepsinstantie overeenkomstig artikel 13.2.2 van de Code of door het TAS wordt genomen, is na kennisgeving aan alle belanghebbende partijen automatisch bindend voor de belanghebbende partijen en voor alle ondertekenaars, en dit in alle sporttakken. Zonder dat daartoe verdere maatregelen hoeven te worden genomen, is de beslissing bindend voor sporters, sportorganisaties en alle andere personen en instellingen die onderworpen zijn aan dit decreet en dit vanaf de dag waarop de ondertekenaar de kennisgeving van de beslissing ontvangt of vanaf de dag waarop de beslissing in ADAMS geregistreerd wordt, naargelang wat het eerst geschiedt.

De Regering kan de voorwaarden bepalen voor de erkenning van beslissingen die werden genomen door andere instanties dan die vermeld in het eerste lid. HOOFDSTUK 7. - SLOTBEPALINGEN

Art. 34.In artikel 8, derde lid, van het Sport decreet van 19 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/04/2004 pub. 24/11/2004 numac 2004033082 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Sportdecreet sluiten, opgeheven bij het decreet van 15 december 2008 en hersteld bij het decreet van 22 juni 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/06/2020 pub. 17/08/2020 numac 2020203159 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord van 28 december 2018 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de samenwerking tussen inspectiediensten in het kader van de bevoegdheden inzake gezinsbijslagen sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de bepaling onder 9° wordt vervangen als volgt: "9° overeenkomstig artikel 24 van het decreet van 24 januari 2022 betreffende bestrijding van doping in de sport de tuchtprocedures voeren in de hoedanigheid van gedelegeerde derde van de nationale antidopingorganisatie voor de Duitstalige Gemeenschap (NADO-DG);" 2° er wordt een bepaling onder 10° ingevoegd, luidende: "10° overeenkomstig artikel 25 van het decreet van 24 januari 2022 betreffende de bestrijding van doping in de sport sporters of andere personen horen in de hoedanigheid van faire en onpartijdige hoorinstantie die operationeel en institutioneel onafhankelijk is van de nationale antidopingorganisatie voor de Duitstalige Gemeenschap (NADO-DG)."

Art. 35.In artikel 9, eerste lid, 9°, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 22 juni 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/06/2020 pub. 17/08/2020 numac 2020203159 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord van 28 december 2018 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de samenwerking tussen inspectiediensten in het kader van de bevoegdheden inzake gezinsbijslagen sluiten, worden de woorden "het decreet van 22 februari 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/02/2016 pub. 01/03/2016 numac 2016201142 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de bestrijding van doping in de sport sluiten betreffende de bestrijding van doping in de sport" vervangen door de woorden "het decreet van 24 januari 2022 betreffende de bestrijding van doping in de sport".

Art. 36.In artikel 48, eerste lid, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 2 maart 2015Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/03/2015 pub. 27/03/2015 numac 2015201528 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende instemming met het Protocol, gedaan te Brussel op 19 januari 2010, tot wijziging van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Staat Malta tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting en het Protocol, ondertekend te Brussel op 28 juni 1974, zoals gewijzigd door de Aanvullende Overeenkomst ondertekend te Brussel op 23 juni 1993 type decreet prom. 02/03/2015 pub. 01/04/2015 numac 2015201529 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende instemming met het Protocol, gedaan te Brussel op 16 maart 2010, tot wijziging van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Helleense Republiek tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Athene op 25 mei 2004 sluiten en gewijzigd bij het decreet van 26 februari 2018, worden de woorden "het decreet van 22 februari 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/02/2016 pub. 01/03/2016 numac 2016201142 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de bestrijding van doping in de sport sluiten betreffende de bestrijding van doping in de sport" vervangen door de woorden "het decreet van 24 januari 2022 betreffende de bestrijding van doping in de sport".

Art. 37.Artikel 49 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 38.Het decreet van 22 februari 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/02/2016 pub. 01/03/2016 numac 2016201142 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de bestrijding van doping in de sport sluiten betreffende de bestrijding van doping in de sport wordt opgeheven.

Art. 39.Dit decreet treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Bijlage Tabel over de bewaartermijn van persoonsgegevens

Categorie

Gegevens

Bewaartermijn

Opmerkingen

Criteria

1. Sporter

Gegevens van sporters die relevant zijn voor praktische doeleinden en voor melding van overtredingen van de antidopingregels.Die gegevens zijn niet bijzonder gevoelig.

Sporter (algemeen)

Naam, geboortedatum, sportdiscipline

Tien jaar vanaf het ogenblik dat de sporter uit de NADO-doelgroep wordt uitgesloten of vanaf het ogenblik dat de andere gegevenscategorieën worden gewist.

Noodzakelijk, aangezien in geval van overtreding van antidopingregels melding moet worden gedaan en een dossier moet worden bijgehouden over de sporters die aan het NADO-controleprogramma hebben deelgenomen.

Noodzakelijk

Contactgegevens (telefoonnummer(s), e-mailadres, postadres)

Tien jaar vanaf het ogenblik dat de sporter uit de NADO-doelgroep wordt uitgesloten

Idem

Noodzakelijk

2. Verblijf Plaatsen, met uitzondering van stad, land en plaats van de wedstrijd, die noodzakelijk zijn voor het biologisch paspoort van de sporter, zie punt 7. Verblijfsgegevens

Plaats (behalve stad, land en plaats van de wedstrijd)

Twaalf maanden vanaf het einde van het kwartaal waarvoor de gegevens werden ingediend

Relevante gegevens om drie aangifteverzuimen betreffende de verblijfsgegevens binnen twaalf maanden te registreren.

Noodzakelijk

Aangifteverzuim betreffende de verblijfsgegevens

Tien jaar vanaf de datum van het aangifteverzuim betreffende de verblijfsgegevens

Gegevens die relevant zijn voor drie aangifteverzuimen betreffende de verblijfsgegevens binnen twaalf maanden en voor andere eventuele overtredingen van de antidopingregels. Bij overtreding van antidopingregels worden de gegevens ook in het resultatenbeheerbestand geregistreerd (zie punt 6).

Noodzakelijk

3. TTN

Het vernietigen van medische gegevens verhindert dat het WADA en de NADO TTN's terugwerkend kunnen controleren, nadat de TTN's hun geldigheid hebben verloren.De inlichtingen die in de TTN's vervat zijn, zijn hoofdzakelijk van medische aard en dus gevoelig.

TTN

TTN-goedkeuringen en formulieren om een TTN te weigeren

Tien jaar vanaf de datum van de beslissing over de goedkeuring of de weigering

Kunnen relevant zijn in geval van nieuwe controles of andere onderzoeken

Evenredigheid/ noodzaak

TTN-aanvraagformulieren en aanvullende medische gegevens, alsook alle andere TTN-inlichtingen die in dit punt niet uitdrukkelijk worden vermeld.

12 maanden vanaf het einde van de geldigheid van de TTN

Die gegevens worden na afloop van de TTN irrelevant, tenzij bij een nieuwe aanvraag.

Evenredigheid/ noodzaak

TTN onvolledig

Twaalf maanden vanaf datum van opmaak

Die gegevens kunnen relevant zijn bij een nieuwe aanvraag

Evenredigheid

4. Dopingtests

Dopingtests

Dopingcontroleformulier

Tien jaar vanaf datum van monsterneming

Dopingcontroleformulieren en daarmee samenhangende opdrachtdocumenten en beheersketenformulieren zijn relevant voor het biologisch paspoort van de sporter en ingeval van hertesten van monsters.Bij overtreding van antidopingregels worden de gegevens ook in het resultatenbeheerbestand geregistreerd (zie punt 6).

Evenredigheid/ noodzaak

Opdracht/ controleopdracht

Worden bijgehouden tot alle dopingcontroleformulieren gewist zijn.

Idem

Evenredigheid/ noodzaak

Veiligheidsketen

Tien jaar vanaf de datum waarop het document werd aangemaakt

Idem

Evenredigheid/ noodzaak

Onvolledige controledocumentatie of documentatie zonder staal

Twaalf maanden vanaf de datum waarop het document werd aangemaakt

Documenten die onvolledig zijn of die niet overeenstemmen met een monster, kunnen voortkomen uit een fout bij het ingeven van de gegevens en worden na korte tijd vernietigd om de integriteit van de gegevens te bewaren.

Evenredigheid

5. Controles/ Resultatenbeheer (formulieren/ documentatie)

Vanaf de datum van de monsterneming/ opmaak van de relevante documenten:

analyseresultaten van controles (afwijkende testresultaten), laboratoriumrapporten en andere daarmee samenhangende documenten

Tien jaar*

Noodzakelijk wegens meerdere overtredingen en retroactieve analysen. Bij overtredingen van antidopingregels worden de gegevens ook in het resultatenbeheerbestand geregistreerd ( zie punt 6).

Noodzaak

* Onder voorbehoud van de criteria en vereisten van de Code/van de Internationale Standaarden kunnen analysegegevens uit de monsteranalyse en andere inlichtingen uit de dopingtest, in bepaalde omstandigheden langer dan de geldende bewaartermijn worden bewaard voor wetenschappelijk onderzoek en voor andere, luidens artikel 6.3 van de Code toegestane doeleinden. De monsters en gegevens moeten worden behandeld op een manier dat de sporter niet geretraceerd kan worden voordat die monsters en gegevens voor die secundaire doeleinden worden gebruikt. De maximale bewaartermijn voor identificeerbare gegevens en monsters bedraagt tien jaar.

Evenredigheid/ noodzaak

6. Procedures en beslissingen (bij overtredingen)

Vanaf de datum van de definitieve beslissing

Beheerd door de Koepelorganisatie voor de Sport

Beslissingen en procedures

Sancties en beslissingen op basis van de Code

De langste van beide volgende periodes: Tien jaar of de duur van de sanctie*

Gegevens die nodig zijn wegens meervoudige overtredingen en wegens de mogelijke duur van de sanctie

Noodzaak

* Beslissingen (bijv.TAS) kunnen belangrijke juridische precedenten scheppen en deel uitmaken van het openbare dossier; in dat geval kan de NADO een beslissing langer bewaren dan in de geldende bewaartermijn wordt bepaald.

Evenredigheid/ noodzaak

Documenten/relevante dossiers (met inbegrip van dossiers over abnormale analyseresultaten, overtredingen of beslissingen over de verblijfsgegevens, documentatie van het laboratorium en het biologisch paspoort van de sporter)

De langste van beide volgende periodes: Tien jaar of de duur van de sanctie

Gegevens die nodig zijn wegens meervoudige overtredingen en wegens de mogelijke duur van een sanctie

Noodzaak

7. Biologisch paspoort van de sporter


Resultaten

Biologische variabelen, atypische of afwijkende paspoortbevindingen, expertenverslagen en ondersteunende documenten

Tien jaar vanaf de datum dat de resultaten overeenstemmend zijn bevonden met het dopingcontroleformulier. Gegevens die noodzakelijk zijn bij meervoudige overtredingen en om de biologische variabelen en de expertenverslagen te evalueren en te analyseren

Noodzaak

Verblijfsgegevens

Verblijfsgegevens (alleen stad, land en verblijfsgegevens in wedstrijdverband)

Verblijfsgegevens (alleen stad, land en verblijfsgegevens tien jaar vanaf het einde van het verblijfsgegevenskwartaal waarvoor de verblijfsgegevens werden ingediend)

Gegevens die noodzakelijk zijn om atypische of afwijkende resultaten te staven of om beweringen van de sporter te weerleggen

Evenredigheid/ noodzaak


Eupen, 24 januari 2022 O. PAASCH De Minister-President, Minister van Lokale Besturen en Financiën A. ANTONIADIS De Viceminister-President, Minister van Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, Ruimtelijke Ordening en Huisvesting I. WEYKMANS De Minister van Cultuur en Sport, Werkgelegenheid en Media L. KLINKENBERG De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek _______ Nota Zitting 2021-2022 Parlementaire stukken: 183 (2021-2022) Nr. 1 Ontwerp van decreet 183 (2021-2022) Nr. 2 Verslag 183 (2021-2022) Nr. 3 Tekst aangenomen door de plenaire vergadering Integraal verslag: 24 januari 2022 - Nr. 39 Bespreking en aanneming

^