Etaamb.openjustice.be
Decreet van 22 december 2000
gepubliceerd op 30 januari 2001

Decreet tot wijziging van het decreet van 12 mei 1998 houdende de erkenning en subsidiëring van het landelijk georganiseerd jeugdwerk

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2001035024
pub.
30/01/2001
prom.
22/12/2000
ELI
eli/decreet/2000/12/22/2001035024/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP


22 DECEMBER 2000. - Decreet tot wijziging van het decreet van 12 mei 1998 houdende de erkenning en subsidiëring van het landelijk georganiseerd jeugdwerk (1)


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Artikel 1 Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Artikel 2 In het decreet van 12 mei 1998 houdende de erkenning en subsidiëring van het landelijk georganiseerd jeugdwerk wordt een artikel 32bis ingevoegd dat luidt als volgt : « Artikel 32bis § 1. Verenigingen die op 31 december 2000 niet erkend zijn als landelijk georganiseerd jeugdwerk op basis van dit decreet en die in 2000 gesubsidieerd worden op basis van basisallocatie 33.01 van het programma 45.1 van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap, komen ook in 2001 en 2002 in aanmerking voor subsidiëring, behoudens : 1. de verenigingen die in de loop van 1999 of 2000 incorrecte informatie hebben bezorgd aan de afdeling Jeugd en Sport van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;2. de verenigingen die geen autonome werking of beheer kunnen aantonen. § 2. Op voorwaarde dat deze verenigingen in 2001 en 2002 voldoen aan alle vereisten van dit decreet met uitzondering van die welke bedoeld zijn in hoofdstuk II, afdeling 2, bijzondere erkenningsvoorwaarden, kunnen ze aanspraak maken op een basis-, een personeels- en een werkingssubsidie.

De basissubsidie bedraagt 10 000 frank.

De personeelssubsidie wordt vastgesteld zoals bepaald in artikelen 23 en 24 van dit decreet en artikelen 19 en 20 van het besluit van de Vlaamse regering van 2 juni 1998 betreffende de nadere erkennigsvoorwaarden, de erkenningsprocedure, de modaliteiten inzake inspectie en begeleiding en de wijze van subsidiëring van het landelijk georganiseerd jeugdwerk. Het aantal subsidiale personeelsleden is gelijk aan het aantal voltijdse equivalenten dat voor 2000 voor subsidiëring en aanmerking werden genomen. Wanneer de werking van de vereniging in 1999 had, dan wordt dit aantal voltijdse equivalenten in evenredige mate verminderd.

De personeelssubsidies kunnen per vereniging nooit meer dan 75 procent van de totale personeels- en werkingssubsidies uitmaken.

De werkingssubsidies wordt vastgesteld zoals bepaald in artikel 25 van dit decreet en artikel 17 van het besluit van de Vlaamse regering van 2 juni 1998 betreffende de nadere erkenningsvoorwaarden, de erkenningsprocedure, de modaliteiten inzake inspectie en begeleiding en de wijze van subsidiëring van het landelijk georganiseerd jeugdwerk. Ze kan in geen geval hoger zijn dan de werkingssubsidie die toegekend is voor 2000. Wanneer de werking van de vereniging niet op het peil blijft van de werking die de vereniging in 1999 had, dan wordt dit plafond in evenredige mate verminderd. § 3. De verenigingen komen in aanmerking voor de toepassing van de wet van 29 maart 1965 betreffende de terbeschikkingstelling van leden van het onderwijzend personeel ten behoeve van jeugdorganisaties. » Artikel 3 Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2001.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 22 december 2000.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Brusselse Aangelegenheden en Ontwikkelingssamenwerking, B. ANCIAUX _______ Nota (1) Zitting 2000-2001 Verwijzingen Stuk.- Ontwerp van decreet : 487, nr. 1 + Erratum. - Verslag : 487, nr. 2. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 487, nr. 3.

Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 21 december 2000.

^