gepubliceerd op 10 juli 1999
Decreet houdende oprichting van een Vlaamse Land- en Tuinbouwraad
18 MEI 1999. - Decreet houdende oprichting van een Vlaamse Land- en Tuinbouwraad
Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.
Art. 2.De Vlaamse Land- en Tuinbouwraad heeft tot taak het Vlaams Parlement en de Vlaamse regering te adviseren over alle aangelegenheden die betrekking hebben op de economische aspecten en facetten van land- en tuinbouw die tot de gewestelijke bevoegdheden behoren.
De Vlaamse Land- en Tuinbouwraad verstrekt zijn adviezen op verzoek van het Vlaams Parlement, de Vlaamse regering of op eigen initiatief.
Art. 3.De adviezen op verzoek van het Vlaams Parlement worden verstrekt binnen de door het Vlaams Parlement gestelde termijn, die niet korter mag zijn dan dertig dagen.
De adviezen op verzoek van de Vlaamse regering worden verstrekt binnen de maand na ontvangst van de aanvraag. In uitzonderlijke of spoedeisende gevallen kan de Vlaamse regering, mits uitdrukkelijke motivering, een kortere termijn voor het verstrekken van het advies bepalen, zonder dat die termijn minder dan veertien dagen mag bedragen. Indien binnen de gestelde termijn geen advies wordt uitgebracht, wordt het geacht positief te zijn.
Art. 4.De adviezen van de Vlaamse Land- en Tuinbouwraad zijn met redenen omkleed en zijn in principe unaniem. Wanneer er geen unaniem advies kan worden verstrekt, worden de verschillende standpunten en de uitslag van de stemming in het advies weergegeven.
Art. 5.De Vlaamse Land- en Tuinbouwraad stelt zijn huishoudelijk reglement op, dat ter goedkeuring aan de Vlaamse regering wordt voorgelegd.
Art. 6.De Vlaamse Land- en Tuinbouwraad kan, naargelang de noodzaak, werkgroepen oprichten, waarin externe deskundigen vertegenwoordigd kunnen zijn.
Art. 7.De leden van de Vlaamse Land- en Tuinbouwraad zijn niet bezoldigd. Niettemin kan aan de leden presentiegeld worden toegekend.
Art. 8.§ 1. De Vlaamse Land- en Tuinbouwraad is samengesteld uit eenentwintig leden, zijnde : 1° tien vertegenwoordigers van de algemene landbouworganisaties;2° vier vertegenwoordigers uit de toeleveringssector;3° drie vertegenwoordigers uit de dienstensector;4° drie vertegenwoordigers van de veilingen en handel;5° de bevoegde leidend ambtenaar van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap als adviserend lid. § 2. De Vlaamse regering wijst de organisaties aan die de algemene landbouworganisaties, de sectoren, de veilingen en handel vertegenwoordigen in de Vlaamse Land- en Tuinbouwraad en bepaalt het aantal mandaten per organisatie. § 3. De Vlaamse regering benoemt de leden op voordracht van de aangewezen organisaties, die hiertoe aan de Vlaamse regering een lijst bezorgen waarop tweemaal zoveel kandidaten voorkomen als er mandaten zijn waarover zij beschikken. Voor elk lid wordt er door de Vlaamse regering een plaatsvervanger aangewezen die aan de werkzaamheden deelneemt bij afwezigheid van het effectieve lid. § 4. Het mandaat van de leden duurt vier jaar en kan verlengd worden.
Een lid dat voortijdig ophoudt zijn mandaat uit te oefenen, wordt vervangen door zijn plaatsvervanger, die zijn mandaat voltooit.
Het lidmaatschap van een lid eindigt evenwel op de datum waarop de organisatie, de vereniging of de instelling die de voordracht deed, aan de Vlaamse regering meldt dat het betrokken lid niet langer haar vertegenwoordiger is. Terzelfdertijd wordt een nieuw lid voorgedragen. § 5. De Vlaamse Land- en Tuinbouwraad kiest uit zijn leden een bestuur. Dat is samengesteld uit vijf leden onder wie een voorzitter en twee ondervoorzitters.
Art. 9.Het secretariaat van de Vlaamse Land- en Tuinbouwraad wordt waargenomen door een ambtenaar van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Daarnaast kan het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap één of meer waarnemers aanduiden, naargelang het onderwerp van de vergadering.
Art. 10.Het besluit van de Vlaamse regering van 8 november 1995 tot oprichting van een Vlaamse Land- en Tuinbouwraad wordt opgeheven.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 18 mei 1999 De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Economie, K.M.O., Landbouw en Media, E. VAN ROMPUY _______ Nota (1) Zitting 1998-1999 Stukken.- Voorstel van decreet: 1387 - Nr. 1. - Amendement: 1387 - Nr. 2. - Tekst aangenomen door de Commissie: 1387 - Nr. 3. - Verslag: 1387 - Nr. 4 Handelingen. - Bespreking en aanneming: Vergaderingen van 5 en 6 mei 1999.