17 JULI 2003. - Decreet waarbij middelen ter beschikking van de vakverenigingen worden gesteld om hun opdrachten te verwezenlijken in de sector van het onderwijs (1)

De Raad van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Dit decreet is van toepassing op de personeelsleden bedoeld bij artikel 24, § 4, van de Grondwet.

Art. 2.De vakverenigingen die de leden van het onderwijzend personeel van het onderwijs ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap vertegenwoordigen en die aangesloten zijn bij vakverenigingen die zetelen op de Nationale Raad voor Arbeid kunnen over personeelsleden van het onderwijs in verlof wegens syndicale activiteit beschikken overeenkomstig de geldende wets- en reglementsbepalingen.

Er wordt van de vakverenigingen geen terugbetaling gevergd van het bedrag dat gelijk is aan het globale bedrag van de wedden, wedden-toelagen, toelagen en vergoedingen gestort aan de personeelsleden bedoeld bij lid 1, wat betreft een maximum van 28 permanente afgevaardigden voor het geheel van bovenvermelde vakverenigingen.

Art. 3.De vakverenigingen die de leden van het bestuurspersoneel, van het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de inrichtingen voor het onderwijs ingericht door de Franse Gemeenschap vertegenwoordigen en die aangesloten zijn bij vakverenigingen die zetelen op de Nationale Raad voor Arbeid kunnen over personeelsleden van het onderwijs in verlof wegens syndicale activiteit beschikken overeenkomstig de geldende wets- en reglementsbepalingen.

Er wordt van de vakverenigingen geen terugbetaling gevergd van het bedrag dat gelijk is aan het globale bedrag van de wedden, wedden-toelagen, toelagen en vergoedingen gestort aan de personeelsleden bedoeld bij lid 1, wat betreft een maximum van 3 permanente afgevaardigden voor het geheel van bovenvermelde vakverenigingen.

Art. 4.De personeelsleden bedoeld bij de artikelen 2 en 3 moeten belast worden door de vakverenigingen met de begeleiding en het steunen van de instanties opgericht door de geldende statutaire bepalingen, waarvan de samenstellingsregels in een vertegenwoordiging van de vakverenigingen voorzien.

Art. 5.Het aantal permanente afgevaardigden vermeld in de artikelen 2 en 3 wordt in volle opdrachten uitgedrukt.

Art. 6.De Regering van de Franse Gemeenschap bepaalt de nadere regels voor de verdeling van het aantal permanente afgevaardigden bedoeld bij de artikelen 2 en 3 van dit decreet over de vakverenigingen.

Art. 7.§ 1. Om naargelang het geval de bepalingen van artikel 2 of artikel 3 van dit decreet te kunnen genieten, dient de betrokken vakvereniging een aanvraag in te dienen, per ter post aangetekende brief met ontvangstbericht, bij het Algemeen bestuur van het onderwijspersoneel van het Ministerie van de Franse Gemeenschap, met vermelding erin van : de naam, de voornaam, het adres en het stamnummer van het betrokken personeelslid; het of de door het personeelslid uitgeoefend(e) ambt(en) met vermelding van de inrichting voor onderwijs, van het psycho-medisch-sociale centrum of van de dienst waarbij het of de ambt(en) uitgeoefend wordt (worden); deze vermelding bevat de naam en het adres van deze onderwijsinrichting, van dit psycho-medisch-sociale centrum of van deze dienst alsook de naam en het adres van de inrichtende macht; de gewenste datum van uitwerking. § 2. De administrateur-generaal van het personeel van het Onderwijs van het Ministerie van de Franse Gemeenschap controleert de voorwaarden voor de toepassing van dit decreet en geeft kennis van zijn beslissing aan de vakvereniging gedurende de maand die volgt op de ontvangst van de aanvraag.

Art. 8.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het afgekondigd wordt.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 17 juli 2003.

De Minister-President, belast met Internationale Betrekkingen, H. HASQUIN De Minister van Cultuur, Ambtenarenzaken, Jeugd en Sport, C. DUPONT De Minister van Kinderwelzijn, belast met het Basisonderwijs, de Opvang en de Opdrachten toegewezen aan de « O.N.E. », J.-M. NOLLET De Minister van Secundair Onderwijs en Buitengewoon Onderwijs, P. HAZETTE De Minister van Begroting, M. DAERDEN De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie en Wetenschappelijk Onderzoek, Mevr. F. DUPUIS De Minister van Kunsten, Letteren en Audiovisuele Sector, D. DUCARME De Minister van Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, Mevr. N. MARECHAL _______ Nota (1) Zitting 2002-2003 : Stukken van de Raad - Ontwerp van decreet, nr.431-1 - Verslag, nr. 431-2.

Integraal verslag - Discussie en aanneming - Vergadering van 15 juli 2003.