gepubliceerd op 08 september 1998
Decreet tot wijziging van het decreet van 28 juni 1988 houdende regeling van de erkenning en de subsidiëring van verenigingen voor amateuristische kunstbeoefening
16 FEBRUARI 1998. - Decreet tot wijziging van het decreet van 28 juni 1988 houdende regeling van de erkenning en de subsidiëring van verenigingen voor amateuristische kunstbeoefening
De Raad van de Duitstalige Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.De artikels 1 tot 10 van het decreet van 28 juni 1988 houdende regeling van de erkenning en de subsidiëring van verenigingen voor amateuristische kunstbeoefening worden vervangen door de volgende bepalingen : «
Artikel 1.Binnen de perken van de te dien einde beschikbare begrotingsmiddelen en overeenkomstig de bepalingen van dit decreet verleent de Regering subsidies aan de erkende verenigingen voor amateuristische kunstbeoefening.
Artikel 2.Wordt als vereniging voor amateuristische kunstbeoefening beschouwd elke autonome vereniging van natuurlijke personen die vooral werkzaam is op de gebieden instrumentale muziek, zang, theater, ballet of dans.
Artikel 3.Om als vereniging voor amateuristische kunstbeoefening erkend te worden moet een vereniging : - haar zetel in het Duitse taalgebied hebben; - ten minste 7 werkende leden tellen naast de artistieke leider; - geen winstgevend doel hebben; - sinds ten minste één jaar bestaan en binnen het Duitse taalgebied eigen voorstellingen organiseren en aan manifestaties deelnemen; - jaarlijks een minimaal aantal openbare uitvoeringen hebben : - muziekverenigingen en instrumentale ensembles : vijf - koren en zangverenigingen : drie - dansgroepen : drie - toneelgroepen : één.
Artikel 4.De erkenning kan door de Regering ingetrokken worden wanneer aan de bepalingen van het decreet niet meer wordt voldaan.
Artikel 5.De aanvraag om erkenning moet op het daartoe bestemd formulier bij het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap worden ingediend, met volgende inlichtingen : - de zetel van de vereniging; - desgevallend de samenstelling van het bestuurscomité; - de lijst van de actieve leden met hun adres en hun functie in de vereniging alsmede hun geboortedatum; - een verslag over de activiteiten van het afgelopen jaar met de bewijsstukken.
Artikel 6.§ 1. De erkende verenigingen voor amateuristische kunstbeoefening verkrijgen een jaarlijkse werkingstoelage waarvan het maximaal bedrag als volgt berekend wordt : Muziekverenigingen - forfaitair bedrag : 7-19 leden : 20.000 frank 20-34 leden : 25.000 frank vanaf 35 leden : 30.000 frank - forfaitair bedrag voor jonge leden : 1.000 frank per lid tot 18 jaar (maximum : 15.000 frank) Andere instrumentale ensembles - forfaitair bedrag : 7-19 leden : 20.000 frank vanaf 20 leden : 25.000 frank - forfaitair bedrag voor jonge leden : 1.000 frank per lid tot 18 jaar (maximum : 5.000 frank) Jeugdorkest (maximum 18 jaar) - forfaitair bedrag vanaf 15 leden : 15.000 frank Koren/zangverenigingen - forfaitair bedrag : 7-19 leden : 20.000 frank 20-34 leden : 25.000 frank vanaf 35 leden : 30.000 frank - forfaitair bedrag voor jonge leden : 1.000 frank per lid tot 25 jaar (maximum : 15.000 frank) Andere vocale ensembles - forfaitair bedrag : 7-19 leden : 15.000 frank vanaf 20 leden : 20.000 frank - forfaitair bedrag voor jonge leden : 1.000 frank per lid tot 25 jaar (maximum : 5.000 frank) Kinderkoren (maximumleeftijd 16 jaar) en jeugdkoren (maximumleeftijd 25 jaar) - forfaitair bedrag : 20.000 frank Dansgroepen - forfaitair bedrag : 7-19 leden : 10.000 frank 20-34 leden : 15.000 frank vanaf 35 leden : 20.000 frank - forfaitair bedrag voor jonge leden : 1.000 frank per lid onder 25 jaar (maximum : 5.000 frank) Toneelgroepen - forfaitair bedrag : 7-19 leden : 20.000 frank vanaf 20 leden : 25.000 frank - forfaitair bedrag voor jonge leden : 1.000 frank per lid tot 25 jaar (maximum : 10.000 frank) § 2. De mensen die tegelijk lid zijn van een muziekvereniging en van een jeugdorkest worden slechts bij de berekening van de werkingstoelagen voor de muziekvereniging in aanmerking genomen.
Artikel 7.Met het oog op de aanpassing aan de beschikbare begrotingskredieten kan de Regering de bedragen bedoeld in artikel 6 met een coëfficiënt vermenigvuldigen.
Artikel 8.Met het oog op de uitbetaling van de subsidie dient de vereniging haar jaarlijks activiteitenverslag elk jaar vóór 1 maart in.
Subsidies worden slechts ten belope van de bewezen aanneembare uitgaven uitbetaald. De Regering kan categorieën aanneembare uitgaven en voor elke categorie maximale bedragen vastleggen.
Artikel 9.Indien de aanvraag om erkenning vóór 1 maart wordt ingediend, dan heeft de vereniging voor amateuristische kunstbeoefening recht op een subsidie voor het jaar van de aanvraag; zo niet wordt het recht op subsidie maar één jaar later geopend. »
Art. 2.In artikel 19 van hetzelfde decreet worden de woorden « van de verenigingen voor amateuristische kunstbeoefening en » geschrapt.
Art. 3.Dit decreet treedt in werking op 1 januari 1998.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Eupen, 16 februari 1998.
J. MARAITE Minister-President, Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme K.-H. LAMBERTZ Minister van Jeugd, Vorming, Media en Sociale Aangelegenheden W. SCHRÖDER Minister van Onderwijs, Cultuur, Wetenschappelijk Onderzoek, Monumenten en Landschappen _______ Nota Zitting 1997-1998 Bescheiden van de Raad : 95 (1997-1998) Nr. 1 Voorstel van decreet 95 (1997-1998) Nr. 2 Voorstel tot wijziging 95 (1997-1998) Nr. 3 Verslag Integraal verslag : Bespreking en aanneming. - Vergadering van 16 februari 1998.