Etaamb.openjustice.be
Decreet van 15 februari 2024
gepubliceerd op 08 maart 2024

Decreet tot wijziging van het decreet van 4 februari 2021 betreffende de audiovisuele mediadiensten en videoplatformdiensten en tot gedeeltelijk uitvoering van de digitaledienstenverordening

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2024001713
pub.
08/03/2024
prom.
15/02/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 FEBRUARI 2024. - Decreet tot wijziging van het decreet van 4 februari 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/02/2021 pub. 26/03/2021 numac 2021020568 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende audiovisuele mediadiensten en videoplatformdiensten sluiten betreffende de audiovisuele mediadiensten en videoplatformdiensten en tot gedeeltelijk uitvoering van de digitaledienstenverordening (1)


Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Dit decreet heeft als doel de uitvoering van de verordening (EU) 2022/2065 van het Europees Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 betreffende een eengemaakte markt voor digitale diensten en tot wijziging van Richtlijn 2000/31/EG (digitaledienstenverordening).

Art. 2.Titel I van Boek I van het decreet van 4 februari 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/02/2021 pub. 26/03/2021 numac 2021020568 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende audiovisuele mediadiensten en videoplatformdiensten sluiten betreffende de audiovisuele mediadiensten en videoplatformdiensten, in artikel 1.1-1, wordt de zin aangevuld met de woorden " en de tussenhandeldiensten voor zover deze diensten onder de aangelegenheden vallen zoals bedoeld in artikel 4, 6° van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen" na de woorden "evenals de videoplatformdiensten".

Art. 3.In artikel 1.1-2 van hetzelfde decreet worden de woorden ", elke aanbieder van tussenhandeldiensten" ingevoegd tussen de woorden "elke aanbieder van elektronischecommunicatiediensten" en de woorden "die onder de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap ressorteert".

Art. 4.In Titel I van Boek I van hetzelfde decreet wordt een artikel 1.1-8 ingevoegd, luidend als volgt : " Art. 1,1- 8. Behoort tot de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap, elke aanbieder van tussenhandeldiensten : 1° waarvan de hoofdvestiging zich in de Franse taalgebied bevindt;2° waarvan de hoofdvestiging zich in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad bevindt en die, wegens haar activiteit van aanbieder van een tussenhandeldienst, geacht wordt uitsluitend tot de Franse Gemeenschap te behoren voor het aanbieden van deze specifieke dienst;3° die geen vestiging heeft in de Europese Unie en waarvan de wettelijke vertegenwoordiger, aangewezen overeenkomstig artikel 13 van de digitaledienstenverordening, woonachtig of gevestigd is in het Franse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, indien, wegens zijn activiteit van het aanbieden van een tussenhandeldienst, de aanbieder van tussenhandeldiensten geacht wordt uitsluitend tot de Franse Gemeenschap te behoren voor het aanbieden van deze specifieke dienst.4° die geen wettelijke vertegenwoordiger aanwijst overeenkomstig artikel 13 van de digitaledienstenverordening.».

Art. 5.Het opschrift van Titel II van Boek I van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : " TITEL II : OMZETTING EN IMPLEMENTATIE VAN HET EUROPEES RECHT ».

Art. 6.In hetzelfde decreet, wordt artikel1.2-1, waarvan de huidige tekst paragraaf 1 zal vormen, aangevuld met een paragraaf 2, luidend als volgt : " § 2. Dit decreet voert gedeeltelijk de volgende verordeningen uit : 1° de Verordening (EU) 2022/2065 van het Europees Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 betreffende een eengemaakte markt voor digitale diensten en tot wijziging van Richtlijn 2000/31/EG (digitaledienstenverordening);2° de Verordening (EU) 2022/1925 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2022 over betwistbare en eerlijke markten in de digitale sector, en tot wijziging van Richtlijnen (EU) 2019/1937 en (EU) 2020/1828 (digitalemarktenverordening) ».

Art. 7.In artikel 1.3-1 van hetzelfde decreet worden 15° /1 en 54° /1 ingevoegd, luidend als volgt : " 15° /1 Aanbieder van tussenhandeldiensten : de natuurlijke persoon of rechtspersoon die een tussenhandeldienst aanbiedt ; 54° /1 Tussenhandeldienst : een tussenhandeldienst zoals bedoeld in artikel 3, g) van de digitalemarktenverordening, voor zover deze dienst onder de aangelegenheden valt zoals bedoeld in artikel 4, 6°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen.».

Art. 8.In Boek IX, Titel 1, Hoofdstuk 1, van hetzelfde decreet wordt een artikel 9.1.1-3 ingevoegd, luidend als volgt : " Art. 9.1.1-3. De Hoge Raad voor de Audiovisuele sector zetelt in autoriteiten, instanties, groeperingen en verenigingen, nationaal en internationaal, voor alle aangelegenheden die binnen zijn bevoegdheid vallen.

De Hoge Raad voor de Audiovisuele sector wordt aangesteld als bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 49, paragraaf 1, van de digitalemarktenverordening. Daartoe beschikt hij over alle bevoegdheden waarin de digitalemarktenverordening voorziet om deze verordening ten uitvoer te leggen met betrekking tot de aanbieders van tussenhandeldiensten bedoeld in artikel 1.1-8.

Er wordt een samenwerkingsakkoord gesloten tussen de federale regering, de regering van de Franse Gemeenschap, de regering van de Vlaamse Gemeenschap en de regering van de Duitstalige Gemeenschap met betrekking tot de aanstelling van de coördinator voor digitale diensten bedoeld in artikel 49, paragraaf 2 van de digitalemarktenverordening, evenals de bepaling van zijn bevoegdheden en verplichtingen. ».

Art. 9.In artikel 9.1.2-3, paragraaf 1, van hetzelfde decreet, in 13°, worden de woorden " van de Europese verordeningen alsook » ingevoegd tussen de woorden " elke overtreding » en de woorden " van de wetten ».

Art. 10.In artikel 9.1.3-, paragraaf 2 van hetzelfde decreet wordt het tweede lid vervangen als volgt : " Het bureau neemt alle contacten op en reageert op verzoeken van internationale, federale of gefedereerde autoriteiten die nodig zijn om zijn opdrachten en die van deze autoriteiten te vervullen. Het bureau bepaalt met name de nadere regels voor de vertegenwoordiging van de Hoge Raad van de audiovisuele sector in de Europese groep van regulerende instanties voor de audiovisuele mediadiensten en in de vergaderingen van het Europees Comité voor digitale diensten wanneer de besproken onderwerpen binnen zijn bevoegdheden vallen. ».

Art. 11.In Titel II van boek IX, van hetzelfde decreet wordt een hoofdstuk 4 ingevoegd, luidend als volgt : " Hoofdstuk IV : Sancties tegenover aanbieders van tussenhandeldiensten Art. 9.2.4-1. § 1. Wanneer het een schending vaststelt van de digitalemarktenverordening door een aanbieder van tussenhandeldiensten, kan het College voor vergunning en controle, met inachtneming van de procedure bedoeld in artikel 9.2.2-3, één van de sancties bedoeld in artikel 9.2.2-1, § 1, 1°, 3° en 4° opleggen. § 2. Het College voor vergunning en controle kan ook boetes opleggen die niet hoger zijn dan 6% van de jaarlijkse wereldwijde omzet van de aanbieder van tussenhandeldiensten in het voorgaande boekjaar. § 3. Het College voor vergunning en controle kan ook een boete opleggen die niet hoger is dan 1% van de jaarlijkse wereldwijde omzet van de aanbieder van tussenhandeldiensten of van de betrokken persoon van het voorgaande boekjaar in de volgende gevallen : 1° Bij het niet-beantwoorden aan de verplichting om informatie te verstrekken zoals bedoeld in artikel 51, paragraaf 1, punt a) van de digitalemarktenverordening;2° indien de informatie gegeven op grond van artikel 51, paragraaf 1, a), van de digitalemarktenverordening onjuist, onvolledig of misleidend is;3° indien de informatie gegeven op grond van artikel 51, paragraaf 1, a), van de digitalemarktenverordening niet wordt gerectificeerd, ook als blijkt deze onjuist, onvolledig of misleidend te zijn;4° bij weigering om te voldoen aan de inspectieplicht, bedoeld in artikel 51, paragraaf 1, punt b), van de digitalemarktenverordening. § 4. Het College voor vergunning en controle kan ook een dwangsom opleggen die niet hoger is dan 5% van de gemiddelde dagelijkse wereldwijde omzet van de aanbieder van tussenhandeldiensten van het voorgaande boekjaar, per dag, berekend vanaf de datum vermeld in de betrokken beslissing. § 5. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder "betrokken persoon" verstaan elke persoon, anders dan de aanbieder van tussenhandeldiensten, die handelt ten behoeve van haar commerciële, industriële, ambachtelijke of liberale activiteit en waarvan redelijkerwijs waarschijnlijk is dat zij op de hoogte is van informatie met betrekking tot een vermoedelijke inbreuk op deze verordening, inclusief organisaties die de audits uitvoeren als bedoeld in artikel 37 en artikel 75, paragraaf 2, van de digitalemarktenverordening. ».

Art. 12.In Boek IV, Titel I, van hetzelfde decreet, wordt artikel 4.1-1 aangevuld als volgt : "De regering kan een meerjarige financiële compensatie toekennen ten behoeve van dienstenuitgevers waarvoor prestatieverplichtingen gelden op het gebied van aangepaste ondertiteling en audiodescriptie overeenkomstig deze verordeningen.

Volgens de nadere regels die zij vaststelt en na advies van het College voor vergunning en controle te hebben ingewonnen, wordt tussen de Regering en de betrokken dienstenuitgever een meerjarige overeenkomst gesloten. De duur van deze overeenkomst bedraagt vijf jaar en kan worden verlengd afhankelijk van de evolutie van de technologieën op het gebied van toegankelijkheid en tekortkomingen die op de relevante markt naar behoren zijn vastgesteld door de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector. Het bedrag van de jaarlijkse subsidie wordt in het kader van deze meerjarenovereenkomst bepaald in functie van het niveau van de prestatieverplichtingen gedragen door de dienstenuitgever op vlak van aangepaste ondertiteling en audiodescriptie. ».

Art. 13.In artikel 3.5.0-12 van het decreet van 4 februari 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/02/2021 pub. 26/03/2021 numac 2021020568 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende audiovisuele mediadiensten en videoplatformdiensten sluiten betreffende audiovisuele mediadiensten en videoplatformdiensten, ingevoegd bij het decreet van 7 december 2023, worden de paragrafen 2 en 3 vervangen als volgt : " § 2. De dienstenuitgevers die titularis zijn van een gebruiksrecht voor dezelfde radiofrequentie of hetzelfde radiofrequentienetwerk kunnen op basis van een overeenkomst gesloten met ten minste 80% van deze dienstenuitgevers, in voorkomend geval met de RTBF wanneer ze ook over capaciteit op deze radiofrequentie of dit radiofrequentienetwerk beschikt, aan het College voor vergunning en controle een vennootschap voorstellen die belast is met de uitvoering van de nodige technische handelingen voor de uitzending van de betrokken klankdiensten. § 3. Bij ontstentenis van een voorstel van de dienstenuitgevers overeenkomstig paragraaf 2 kan de Regering een offerteaanvraag lanceren voor de betrokken radiofrequentie of het betrokken radiofrequentienetwerk.

De offerteaanvraag wordt in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd en omvat de volgende elementen : 1° de toegewezen radiofrequentie(s) en de lijst van de klankdiensten die beschikken over een gebruiksrecht van de genoemde radiofrequenties met hun respectieve capaciteiten;2° de eventuele capaciteiten van de toe te wijzen radiofrequentie(s) die voor datatransmissie kan worden gebruikt; 3° het bedrag van de bijdrage bedoeld in artikel 3.5.0-2, § 4. Indien geen bijdrage werd vastgesteld, is geen bijdrage verschuldigd voor de duur van de vergunning die in het kader van de offerteaanvraag wordt toegekend; 4° de termijn waarbinnen en de nadere regels volgens dewelke de kandidaturen moeten worden ingediend.».

Art. 14.In artikel 9.1.2-2, § 4, 3° van het decreet van 4 februari 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/02/2021 pub. 26/03/2021 numac 2021020568 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende audiovisuele mediadiensten en videoplatformdiensten sluiten betreffende audiovisuele mediadiensten en videoplatformdiensten, gewijzigd bij het decreet van 7 december 2023, worden de woorden "met uitzondering van de voorzitter en vicevoorzitters. » vervangen door de woorden " met uitzondering van de leden van het bureau. ».

Art. 15.In artikel 9.1.2-7 van het decreet van 4 februari 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/02/2021 pub. 26/03/2021 numac 2021020568 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende audiovisuele mediadiensten en videoplatformdiensten sluiten betreffende audiovisuele mediadiensten en videoplatformdiensten, ingevoegd bij het decreet van 7 december 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden "de twee leden" vervangen door de woorden "de vier leden";2° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden "de acht leden" vervangen door de woorden "de tien leden";3° in paragraaf 2 wordt 6° vervangen als volgt : " 6° met de hoedanigheid van lid van het College voor advies, met uitzondering van de leden van het bureau van de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector. ».

Art. 16.Artikel 9.1.3-3 van het decreet van 4 februari 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/02/2021 pub. 26/03/2021 numac 2021020568 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende audiovisuele mediadiensten en videoplatformdiensten sluiten betreffende audiovisuele mediadiensten en videoplatformdiensten, gewijzigd bij het decreet van 7 december 2023, wordt vervangen als volgt : " Art. 9.1.3-3. § 1. Het bureau is samengesteld uit de voorzitter, de vicevoorzitter en twee andere leden.

De leden van het bureau worden aangesteld door de Regering, in naleving van de evenredige vertegenwoordiging van de bestaande democratische politieke strekkingen binnen het Parlement van de Franse Gemeenschap, voor een mandaat van vijf jaar, na een op de website van de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector gepubliceerde oproep tot kandidaatstelling en een vergelijking van de kwalificaties en verdiensten van elk van de kandidaten, met name op het gebied van recht, audiovisuele media of communicatie.

De leden van het bureau mogen op het tijdstip van hun aanstelling de wettelijke pensioenleeftijd nog niet hebben bereikt. § 2. De onverenigbaarheden bedoeld in artikel 9.1.2-7, §§ 2 en 3, zijn van toepassing op de leden van het bureau. § 3. De Regering vervangt een lid van het bureau indien zijn functie wordt beëindigd vóór het einde van hun mandaat. § 4. De voorzitter, de ondervoorzitter en de leden van het bureau van de Hoge Raad voor de audiovisuele sector leggen de eed af in handen van de Minister. De andere leden van het College voor vergunning en controle leggen de eed af in handen van de voorzitter van de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector. De tekst van de eedaflegging is deze die bepaald is bij artikel 2 van het decreet van 20 juli 1831Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/07/1831 pub. 26/07/2012 numac 2012000423 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Decreet « betreffende de eedaflegging bij de aanvang der grondwettelijke vertegenwoordigende monarchie ». - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de eedaflegging bij de aanvang der grondwettelijke vertegenwoordigende monarchie. § 5. De leden van het bureau kunnen worden afgezet door het Parlement op voordracht van de Regering in overeenstemming met de procedure en redenen bedoeld in artikel 9.1.2-7, § 1. § 6. De Regering stelt het statuut vast van de leden van het bureau. ».

Art. 17.In artikel 6.2.2-2, § 1, tweede lid, van het decreet van 4 februari 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/02/2021 pub. 26/03/2021 numac 2021020568 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende audiovisuele mediadiensten en videoplatformdiensten sluiten betreffende audiovisuele mediadiensten en videoplatformdiensten, gewijzigd bij het decreet van 7 december 2023, wordt het woord "dienstuitgever" vervangen door het woord "dienstenuitgever".

Art. 18.Artikel 12 van dit decreet heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2024.

De Regering is bevoegd om het besluit dat genomen is met toepassing van artikel 4.1-1 van het decreet van 4 februari 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/02/2021 pub. 26/03/2021 numac 2021020568 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende audiovisuele mediadiensten en videoplatformdiensten sluiten betreffende audiovisuele mediadiensten en videoplatformdiensten te laten terugwerken tot ten vroegste 1 januari 2024.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 15 februari 2024.

De Minister-President, belast met Internationale Betrekkingen, Sport en Onderwijs voor sociale promotie, P.-Y. JEHOLET De Vicepresident en Minister van Begroting, Ambtenarenzaken, Gelijke kansen en het toezicht op Wallonie-Bruxelles Enseignement, F. DAERDEN De Vicepresidente en Minister van Kind, Gezondheid, Cultuur, Media en Vrouwenrechten, B. LINARD Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Universitaire ziekenhuizen, Hulpverlening aan de Jeugd, Justitiehuizen, Jeugd en Promotie van Brussel, F. BERTIEAUX De Minister van Onderwijs, C. DESIR _______ Nota (1) Zitting 2023-2024 Stukken van het Parlement.- Ontwerp van decreet, nr. 644-1 - Commissieverslag, nr. 644-2 - Amendement(en) tijdens de vergadering, nr. 644-3 - Tekst aangenomen tijdens de plenaire vergadering, nr. 644-4 Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. - Vergadering van 14 februari 2024.

^