Etaamb.openjustice.be
Decreet van 12 mei 2004
gepubliceerd op 14 juni 2004

Decreet betreffende de registratie van wapenschilden van natuurlijke personen of familieverenigingen in de Franse Gemeenschap

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2004029186
pub.
14/06/2004
prom.
12/05/2004
ELI
eli/decreet/2004/05/12/2004029186/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 MEI 2004. - Decreet betreffende de registratie van wapenschilden van natuurlijke personen of familieverenigingen in de Franse Gemeenschap (1)


Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Dit decreet regelt een materie bedoeld in artikel 127, § 1, 1° van de Grondwet.

Art. 2.In dit decreet wordt verstaan onder : a) Wapenschild : wapenschild vrij gedragen door natuurlijke personen of familieverenigingen die niet tot de adel van het Koninkrijk behoren.b) Raad voor Heraldiek en Vlaggenkunde : de Raad voor Heraldiek en Vlaggenkunde in het leven geroepen door artikel 1 van het decreet van 5 juli 1985 dat de Raad voor Heraldiek en Vlaggenkunde van de Franse Gemeenschap van België in het leven riep en de vlag, de zegel en het wapenschild van de steden en gemeenten vastlegde.c) Familievereniging : elke de facto organisatie of organisatie opgericht als vereniging zonder winstoogmerk in het kader van de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen, die de verdediging van de belangen van een familie als voornaamste doelstelling heeft.

Art. 3.Iedere natuurlijke persoon of familievereniging die wenst dat zijn exclusieve recht om het wapenschild te dragen, het over te dragen en er zich op te beroepen tegenover derden gegarandeerd wordt, vraagt de registratie ervan aan bij de Regering.

Art. 4.De Raad voor Heraldiek en Vlaggenkunde is belast met het uitbrengen van advies aan de Regering voor alles wat verband houdt met wapenschilden en de registratie ervan.

Art. 5.De procedure voor het indienen van aanvragen voor de registratie van een wapenschild wordt bepaald door de Regering.

Art. 6.De nieuwe wapenschilden waarvoor een aanvraag tot registratie wordt ingediend, mogen nog geen eigendom zijn van andere natuurlijke personen dan de aanvrager. Het recht van de aanvraag wordt ambtshalve uitgebreid ten gunste van de bloed- of aanverwanten van de aanvrager.

Art. 7.De aanvraag voor de registratie van een wapenschild van oude families is gebaseerd op het bewijs van het recht van de aanvrager om dit wapenschild in zijn waardigheid te herstellen en het over te dragen.

Art. 8.Opdat de aanvraag voor de registratie van een wapenschild in aanmerking genomen wordt, moet het wapenschild voldoen aan de regels van de heraldiek en mag het geen enkele sierrand bevatten die voorbehouden is aan de adel van het Koninkrijk.

Art. 9.De Regering geeft toestemming voor de registratie van het wapenschild.

Art. 10.De Regering bepaalt de procedure en de modaliteiten voor de registratie alsook de wijze waarop deze registratie gewijzigd, ingetrokken of geannuleerd kan worden.

De wijziging, intrekking of annulering van de registratie kan door de minister uitgesproken worden door middel van de naleving van onderstaande modaliteiten : a) een gemotiveerd verslag van de Raad voor Heraldiek en Vlagenkunde waarin de wijziging, intrekking of annulering van de registratie wordt voorgesteld;b) de officiële kennisgeving door de minister aan de betrokken persoon van dit voorstel voordat de Raad voor Heraldiek en Vlaggenkunde het onderzoekt;c) het horen van de persoon door de Commissie of een van de vertegenwoordigers of als de persoon dit wenst, het indienen van een geschrift binnen een termijn van dertig dagen te tellen vanaf de officiële kennisgeving van het voorstel door de minister;d) het uitbrengen van het advies van de Raad voor Heraldiek en Vlaggenkunde aan de minister. Het register wordt bijgehouden door de griffier van de Raad voor Heraldiek en Vlaggenkunde.

Art. 11.De aantekeningen die gemaakt worden in het register, worden als uittreksel in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd volgens de modaliteiten die door de Regering bepaald worden. De Regering legt eveneens de voorwaarden vast waaraan voldaan moet worden opdat afschriften of uittreksels van het register afgeleverd mogen worden.

Art. 12.De Regering bepaalt de bedragen van de heffingen en kosten voor de registratieformaliteiten en voor de aflevering van afschriften of uittreksels van het register.

Art. 13.Iedere persoon die in het openbaar en zonder recht het wapenschild gedragen heeft dat voor een andere persoon geregistreerd staat, zal door de Regering op voorstel van de Raad voor Heraldiek en Vlaggenkunde uitgesloten worden van het recht op registratie van een wapenschild.

De uitsluiting kan uitgesproken worden door de minister door middel van de naleving van onderstaande modaliteiten : e) een gemotiveerd verslag van de Raad voor Heraldiek en Vlaggenkunde waarin de uitsluiting wordt voorgesteld;f) de officiële kennisgeving door de minister aan de betrokken persoon van dit voorstel voordat de Raad voor Heraldiek en Vlaggenkunde het onderzoekt;g) het horen van de persoon door de Commissie of een van de vertegenwoordigers of als de persoon dit wenst, het indienen van een geschrift binnen een termijn van dertig dagen te tellen vanaf de officiële kennisgeving van het voorstel door de minister;h) het uitbrengen van het advies van de Raad voor Heraldiek en Vlaggenkunde aan de minister.

Art. 14.Voorlopig worden de wapenschilden die goedgekeurd en gepubliceerd werden door Belgische genealogische en heraldische verenigingen die erkend zijn door de Regering, op eenvoudig verzoek van de betrokken personen, geformuleerd binnen de twee jaar te tellen vanaf de dag waarop dit decreet in werking treedt, ingeschreven in het register bepaald in artikel 10. De registratie vermeldt de datum van de eerste publicatie van deze wapenschilden door bemiddeling van de aangewezen persoon.

De Regering legt de procedure vast voor de erkenning van de verenigingen.

Art. 15.Dit decreet treedt in werking op de dag dat het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 12 mei 2004.

De Minister-President, belast met de Internationale Betrekkingen, H. HASQUIN De Minister van Cultuur, Ambtenarenzaken, Jeugdzaken en Sport, C. DUPONT De Minister van Kinderwelzijn, belast met het Basisonderwijs, de Opvang en de Opdrachten toegewezen aan de « O.N.E. », J.-M. NOLLET De Minister van Secundair Onderwijs en Buitengewoon Onderwijs, P. HAZETTE De Minister van Begroting, M. DAERDEN De Minister van Kunsten en Letteren en van de Audiovisuele Sector, O. CHASTEL De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie en Wetenschappelijk Onderzoek, Mevr. F. DUPUIS De Minister van Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, Mevr. N. MARECHAL _______ Nota (1) Zitting 2003-2004. Stukken van de Raad. - Ontwerp van decreet, nr. 525-1. - Verslag, nr. 525-2.

Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 5 mei 2004.

^