Etaamb.openjustice.be
Decreet van 11 juli 2018
gepubliceerd op 14 augustus 2018

Decreet tot instelling van een statuut voor de coördinatoren van de centra voor gevorderde technologieën

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2018031664
pub.
14/08/2018
prom.
11/07/2018
ELI
eli/decreet/2018/07/11/2018031664/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 JULI 2018. - Decreet tot instelling van een statuut voor de coördinatoren van de centra voor gevorderde technologieën


Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Betreffende het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap Afdeling I. - Bepalingen tot wijziging van het decreet van 4 januari

1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten

Artikel 1.In artikel 8 van het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten wordt een derde lid, luidend als volgt, toegevoegd: "De voorwaarde bedoeld onder 6° van het eerste lid wordt niet vereist voor de toegang tot het selectieambt van coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën."

Art. 2.Tussen artikel 12bis en artikel 13 van hetzelfde decreet, wordt een artikel 12ter, luidend als volgt, toegevoegd: "Artikel 12ter - § 1 Om aangesteld te worden in het selectieambt van coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën van de Franse Gemeenschap, moeten de personeelsleden: 1° benoemd zijn in het ambt van leraar technische vakken (TV) of beroepspraktijk (BP) zoals bepaald in artikel 6 van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde en gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs, in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs of in het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde vrije of officiële onderwijs;2° Houder zijn van een vereist of voldoend bekwaamheidsbewijs voor de uitoefening van een ambt bedoeld in 1°. In het kader van de toepassing van huidig artikel, laat de regering de kandidatuur van personeelsleden die de voorwaarden uit het eerste lid en artikel 8 vervullen, concurreren met die van kandidaten die één van de volgende voorwaarden vervullen: Houder zijn van de academische graad van bachelor bedoeld in artikel 69, § 1, of artikel 70, § 1 van het decreet van 7 november 2013 tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies met drie jaar nuttige beroepservaring, van een getuigschrift van het secundair algemeen, technisch of beroepsonderwijs (CESS) met 6 jaar nuttige beroepservaring of van een getuigschrift van het beroepsonderwijs met 9 jaar nuttige beroepservaring. De nuttige ervaring moet verworven zijn in het activiteitendomein van het centrum voor gevorderde technologieën waarin de betrekking moet worden toegekend en moet aangerekend worden volgens de procedure voorzien in artikelen 23 en 24 van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde en gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs. § 2. Het hoofd van de onderwijsinrichting waartoe het centrum voor gevorderde technologieën behoort, stelt de regering in kennis van de vacature voor deze betrekking zodra hij er zelf van op de hoogte is.

Het functieprofiel voor de aanwerving van een coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën bestaat uit twee delen: een algemeen profiel bepaald door de Regering en een specifiek profiel dat binnen de twee weken na de kennisgeving van de vacature door het begeleidingscomité van het centrum voor gevorderde technologieën wordt voorgesteld. Na goedkeuring van het specifieke profiel, publiceert de Regering een oproep tot kandidatuurstelling voor die betrekking binnen de twee maanden na de kennisgeving van de vacature. Als die termijn vervalt tijdens een schoolvakantieperiode, wordt hij verlengd tot het einde van de eerste week na die vakantieperiode. § 3. In elk centrum voor gevorderde technologieën wordt een aanwervingscommissie opgericht waarvan de samenstelling door de regering wordt bepaald. Ze wordt voorgezeten door een ambtenaar-generaal.

De voorzitter en zijn vervanger worden door de Regering aangesteld.

Hij zit de vergaderingen van alle aanwervingscommissies van de betrokken Centra voor gevorderde technologieën toebehorend aan onderwijsinrichtingen georganiseerd door de Franse Gemeenschap voor.

De kandidaturen voor een ambt van coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën worden onderzocht door de aanwervingscommissie van het betrokken centrum voor gevorderde technologieën.

Die commissie kan geldig beraadslagen zodra minstens twee derden van haar leden aanwezig zijn.

Ze brengt zowel een met redenen omkleed verslag als haar advies uit aan de regering.

Bij gelijke vaardigheden, wordt de voorkeur gegeven aan het vast benoemde personeelslid zoals bepaald in § 1, eerste lid, van huidig artikel.

De Regering stelt de coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën aan in tijdelijk verband. § 4. De Regering benoemt de coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën in vast verband in de vacante betrekking die hij uitoefent als hij de volgende voorwaarden vervult: 1° beschikken over 600 dagen dienstanciënniteit in het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap, gespreid over minstens drie schooljaren, waarvan 300 gespreid over minstens twee schooljaren in het ambt van coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën;2° De betrekking uitoefenen als hoofdambt;3° Gedurende de laatste twee schooljaren voor dit ambt geen voorwerp hebben uitgemaakt van een ongunstig verslag voor een selectieambt opgesteld volgens het door de Regering bepaalde model, zoals bedoeld in artikel 75ter van het koninklijk besluit van 22 maart 1969. Dit verslag wordt voorgelegd aan het personeelslid, dat beschikt over tien dagen om schriftelijk beroep aan te tekenen bij het inrichtingshoofd.

Het inrichtingshoofd betekent zijn beslissing aan het betrokken personeelslid binnen de vijftien dagen na ontvangst van het beroep.

Het personeelslid viseert de beslissing en heeft het recht om binnen de twintig dagen na de ontvangst van deze kennisgeving langs hiërarchische weg beroep aan te tekenen bij de Raad van Beroep.

Die maakt zijn advies over aan de Minister binnen een maximale termijn van drie maanden na de ontvangstdatum.

De Minister neemt zijn beslissing en kent de beoordeling toe binnen een termijn van één maand na de ontvangst van het advies." HOOFDSTUK II. - Betreffende het onderwijs gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap Afdeling I. - Bepaling tot wijziging van het decreet van 1 februari

1993 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs

Art. 3.In het decreet van 1 februari 1993 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs wordt onder titel I, hoofdstuk IV, voor artikel 48 een afdeling 1 toegevoegd, getiteld: "Afdeling I: Algemene bepalingen."

Art. 4.In artikel 50 van hetzelfde decreet worden de woorden "een cyclus of een andere onderafdeling" vervangen door de woorden "een cyclus, een andere onderafdeling of een secundaire onderwijsinrichting waarvan het centrum voor gevorderde technologieën afhangt".

Art. 5.In hetzelfde decreet wordt onder titel I, hoofdstuk IV, na artikel 50, een afdeling II toegevoegd, getiteld: "Afdeling II: Toegangsvoorwaarden tot selectieambten, met uitzondering van het ambt van coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën.".

Art. 6.In hetzelfde decreet wordt onder titel I, hoofdstuk IV, na artikel 54sexies, een afdeling III toegevoegd, getiteld: "Afdeling III: Specifieke bepalingen betreffende het ambt van coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën.".

Art. 7.In hetzelfde decreet wordt in afdeling III, toegevoegd door artikel 6 van huidig decreet, een artikel 54septies, luidend als volgt, toegevoegd: "Artikel 54septies - § 1. Voorafgaande aan de aankondiging van de vacature van een betrekking in het ambt van coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën, vaardigt de Regering de algemene vaardigheden van het profiel voor het openstaande selectieambt uit. § 2. Als er bij een inrichtende macht een definitief openstaande betrekking van coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën moet worden ingevuld: 1° Bepaalt de inrichtende macht de technische en specifieke vaardigheden vereist in het profiel voor het openstaande selectieambt. In dat kader raadpleegt ze het begeleidingscomité van het centrum voor gevorderde technologieën waarvoor de betrekking moet worden ingevuld en, naargelang het geval, de ondernemingsraad, de plaatselijke overleginstantie of, bij ontstentenis daarvan, de vakbondsafvaardiging van de inrichting waaronder de betrekking ressorteert.

De inrichtende macht mag aanvullende criteria toevoegen aan de voorwaarden voor een aanwerving in vast verband bedoeld in artikel 54octies, § 2 of § 3. 2° Lanceert de inrichtende macht een oproep tot kandidatuurstelling volgens de vormen bepaald door de Regering en op voorstel van het Centraal paritair comité;3° Onderzoekt de inrichtende macht de kandidaturen die beantwoorden aan de voorwaarden van artikel 54septies, § 4 of § 5, rekening houdend met de criteria bepaald in het functieprofiel opgesteld in toepassing van huidig artikel. Bij gelijke vaardigheden, krijgt het personeelslid dat de voorwaarden van artikel 54septies, § 4, vervult, bij de aanwerving in tijdelijk verband voorrang op het personeelslid dat de voorwaarden van artikel 54septies, § 5, vervult. 4° Na onderzoek van de kandidaturen overeenkomstig punt 3°, kiest de inrichtende macht vrij haar kandidaat en werft ze na afloop van deze procedure de aldus geselecteerde kandidaat aan in tijdelijk verband." § 3. De inrichtende macht deelt aan de kandidaten de redenen mee van haar keuze voor het personeelslid dat in het selectieambt werd aangeworven rekening houdend met de criteria bepaald in het functieprofiel dat in toepassing van huidig artikel werd bepaald. § 4. Niemand mag in tijdelijk verband in het ambt van coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën worden aangeworven als hij op het ogenblik van de aanwerving in tijdelijk verband de volgende voorwaarden niet vervult: 1° beschikken over 6 jaar dienstanciënniteit in het georganiseerde of gesubsidieerde onderwijs, in een wervings-, selectie- of bevorderingsambt van de categorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel bedoeld in bijlage I van het decreet van 2 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de directeurs en berekend volgens de modaliteiten bepaald in artikel 29bis;2° aangeworven zijn in vast verband in één van die wervings-, selectie- of bevorderingsambten in het georganiseerde of gesubsidieerde onderwijs;3° voorafgaande aan deze aanwerving, titularis in vast verband zijn van één of meerdere ambten met een totaal van minstens een halve opdracht in het georganiseerde of gesubsidieerde onderwijs;4° in vast verband één of meer ambten uitoefenen die toegang geven tot het toe te kennen selectieambt en houder zijn van een bekwaamheidsbewijs overeenkomstig artikel 101 van het decreet van 2 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de directeurs;5° beantwoorden aan de criteria van het functieprofiel bedoeld in artikel 54septies, § 2, 1° ;6° gevolg hebben gegeven aan de oproep tot kandidatuurstelling bedoeld in artikel 54septies, § 2, 2°. § 5. Kan eveneens aanspraak maken op een aanwerving in tijdelijk verband in het ambt van coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën, het personeelslid dat op het ogenblik van de aanwerving in tijdelijk verband de volgende voorwaarden vervult: 1° beschikken over zijn burgerrechten en politieke rechten;2° houder zijn van één van de volgende bekwaamheidsbewijzen: - getuigschrift van het zesde jaar van het secundair beroepsonderwijs, aangevuld met 9 jaar nuttige beroepservaring, aangerekend volgens de procedure voorzien in artikelen 23 en 24 van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde en gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs, in het activiteitendomein van het centrum voor gevorderde technologieën waarop de oproep tot kandidatuurstelling bedoeld in artikel 54septies, § 2, 2°, betrekking heeft; - getuigschrift van hoger secundair onderwijs, aangevuld met 6 jaar nuttige beroepservaring, aangerekend volgens de procedure voorzien in artikelen 23 en 24 van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde en gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs, in het activiteitendomein van het centrum voor gevorderde technologieën waarop de oproep tot kandidatuurstelling bedoeld in artikel 54septies, § 2, 2°, betrekking heeft; - getuigschrift van de eerste graad van het hoger onderwijs, zoals bepaald in artikel 69, § 1, of artikel 70, § 1; van het decreet van 7 november 2013 tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies aangevuld met 3 jaar nuttige beroepservaring, aangerekend volgens de procedure voorzien in artikelen 23 en 24 van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde en gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs, in het activiteitendomein van het centrum voor gevorderde technologieën waarop de oproep tot kandidatuurstelling bedoeld in artikel 54septies, § 2, 2°, betrekking heeft; 3° in regel zijn met de wets- en reglementsbepalingen betreffende de taalregeling;4° van onberispelijk gedrag zijn;5° voldaan hebben aan de dienstplichtwetten;6° beantwoorden aan de criteria van het functieprofiel bedoeld in artikel 54septies, § 2, 1° ;7° gevolg hebben gegeven aan de oproep tot kandidatuurstelling bedoeld in artikel 54septies, § 2, 2°."

Art. 8.In hetzelfde decreet wordt in afdeling III, toegevoegd door artikel 6 van huidig decreet, een artikel 54octies, luidend als volgt, toegevoegd: "Artikel 54octies- § 1. Het personeelslid aangeworven in tijdelijk verband als coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën overeenkomstig artikel 54septies, wordt in vast verband in dat ambt aangeworven zodra hij voldoet aan de voorwaarden bepaald in huidig artikel. § 2. Niemand mag in vast verband worden aangeworven in het ambt van coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën als hij op het ogenblik van de aanwerving in vast verband, naast de voorwaarden vermeld in artikel 54septies, § 4, de volgende voorwaarden niet vervult: 1° in tijdelijk verband aangesteld zijn gedurende een ononderbroken periode van 720 dagen ten gevolge van de aanwerving uitgevoerd in toepassing van artikel 54septies, § 2, 4° ; 2° in de loop van de drie maanden voorafgaand aan het einde van die periode een evaluatie hebben ondergaan met vermelding "positief" door de inrichtende macht van de secundaire onderwijsinrichting waarvan het centrum voor gevorderde technologieën waaronder het personeelslid ressorteert, afhangt." § 3. Een door de inrichtende macht aangeworven personeelslid overeenkomstig artikel 54septies, § 5, kan eveneens in vast verband in het selectieambt van coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën worden aangeworven als hij op het ogenblik van de aanwerving in vast verband de volgende voorwaarden vervult: 1° in tijdelijk verband aangesteld zijn gedurende een ononderbroken periode van 720 dagen ten gevolge van de aanwerving uitgevoerd in toepassing van artikel 54septies, § 2, 4° ; 2° in de loop van de drie maanden voorafgaand aan het einde van die periode een evaluatie hebben ondergaan met vermelding "positief" door de inrichtende macht van de secundaire onderwijsinrichting waarvan het centrum voor gevorderde technologieën afhangt." 3° beschikken over 720 dagen dienstanciënniteit in het gesubsidieerd onderwijs, gespreid over minstens drie schooljaren, waarvan 360 dagen in het ambt bij de inrichtende macht, gespreid over minstens twee schooljaren;4° De betrekking uitoefenen als hoofdambt. § 4. In het geval van een ongunstige evaluatie na afloop van de periode vermeld in § 2, 2° en § 3, 2°, wordt er ambtshalve een einde gesteld aan het ambt van het personeelslid. Bij ontstentenis van een evaluatie binnen die termijn, wordt deze gunstig geacht. § 5. De coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën die de vermelding "ongunstig" toegekend krijgt, kan binnen de tien dagen na de kennisgeving van die vermelding bij aangetekend schrijven een bezwaarschrift daartegen indienen bij de raad van beroep ingesteld door hoofdstuk XI, afdeling 3, van huidig decreet.

De procedure- en werkingsregels voorzien in die bepalingen zijn van toepassing op het beroep georganiseerd in toepassing van de huidige paragraaf.

Het centraal paritair comité stelt het model van het evaluatieverslag vast en bepaalt de modaliteiten volgens dewelke de evaluatie plaatsvindt.

Het personeelslid dat beroep aantekent tegen een ongunstige evaluatievermelding, bezorgt onmiddellijk een kopie van zijn bezwaarschrift aan de inrichtende macht van de secundaire onderwijsinrichting waartoe het centrum voor gevorderde technologieën waaronder hij ressorteert afhangt.

De raad van beroep bedoeld in het eerste lid brengt zijn advies uit aan de inrichtende macht van de secundaire onderwijsinrichting waarvan het centrum voor gevorderde technologieën waaronder het personeelslid ressorteert afhangt binnen een termijn van maximum 45 kalenderdagen na ontvangst van het bezwaarschrift. Dezelfde inrichtende macht beslist en kent de coördinator de evaluatievermelding toe binnen een termijn van maximum één maand na de ontvangst van het advies. § 6. De inrichtende macht van de secundaire onderwijsinrichting waarvan het centrum voor gevorderde technologieën waaronder het personeelslid ressorteert afhangt moet de toekenning aan de coördinator van een "ongunstige" vermelding in de zin van artikel 3, § 11, van huidig decreet met redenen omkleden.".

Art. 9.In hetzelfde decreet wordt in afdeling III, toegevoegd door artikel 6 van huidig decreet, een artikel 54novies, luidend als volgt, toegevoegd: "

Artikel 54novies.- De benoeming in vast verband in het ambt van coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën kan slechts gebeuren indien de betrekking als hoofdambt wordt bekleed.

Art. 10.In hetzelfde decreet wordt in afdeling III, toegevoegd door artikel 6 van huidig decreet, een artikel 54decies, luidend als volgt, toegevoegd: "Artikel 54decies - § 1 - Het ambt van coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën kan tijdelijk worden toevertrouwd aan een personeelslid dat op het ogenblik van de aanwerving de voorwaarden van artikel 54septies, § 4, 1° tot 6°, of § 5, 1° tot 7°, vervult: 1° bij afwezigheid van de titularis van het ambt gedurende meer dan vijftien weken;2° of in het geval bedoeld in artikel 50. Gedurende die periode blijft het personeelslid bedoeld in artikel 54octies, § 1, titularis van het ambt waarin het desgevallend door de oorspronkelijke inrichtende macht in vast verband werd aangeworven. § 2. In afwijking van § 1, eerste lid, 1°, wordt de voorwaarde bedoeld in artikel 54septies, § 4, 6°, of § 5, 7°, niet vereist voor aanwervingen met een duurtijd van vijftien weken of minder.

Art. 11.In hetzelfde decreet wordt in afdeling III, toegevoegd door artikel 6 van huidig decreet, een artikel 54undecies, luidend als volgt, toegevoegd: "Artikel 54undecies - § 1. Elke tijdelijke aanwerving in een betrekking van coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën wordt schriftelijk opgesteld, overeenkomstig artikel 31 en met uitzondering van 8°.

Een tijdelijke aanwerving in het ambt van coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën wordt beëindigd in gezamenlijk overleg, door een beslissing van de inrichtende macht of door toepassing van hoofdstuk VIII. Het einde van het schooljaar heft echter geen invloed op de tijdelijke aanwerving in een betrekking van coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën. § 2. De inrichtende macht kan niet overgaan tot een tijdelijke aanwerving in een betrekking van coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën als de bepalingen in verband met reaffectatie haar ertoe verplichten die betrekking toe te kennen aan een personeelslid dat ter beschikking werd gesteld bij ontstentenis van betrekking.". Afdeling II. - Bepaling tot wijziging van het decreet van 6 juni 1993

houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd officieel onderwijs

Art. 12.In het decreet van 6 juni 1993 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd officieel onderwijs, wordt in hoofdstuk IV, voor artikel 37, een afdeling I, luidend als volgt, toegevoegd: "Afdeling I: Algemene bepalingen".

Art. 13.In artikel 39 van hetzelfde decreet worden de woorden "een cyclus of een andere onderafdeling" vervangen door de woorden "een cyclus, een andere onderafdeling of een secundaire onderwijsinrichting waarvan het centrum voor gevorderde technologieën afhangt".

Art. 14.In hetzelfde decreet wordt onder hoofdstuk IV, na artikel 39, een afdeling II toegevoegd, getiteld: "Afdeling II: Toegangsvoorwaarden tot selectieambten, met uitzondering van het ambt van coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën."

Art. 15.In hetzelfde decreet wordt onder hoofdstuk IV, na artikel 44, een afdeling III toegevoegd, getiteld: "Afdeling III: Specifieke bepalingen betreffende het ambt van coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën.

Art. 16.In hetzelfde decreet wordt in afdeling III, toegevoegd door artikel 15 van huidig decreet, een artikel 44quinquies, luidend als volgt, toegevoegd: "Artikel 44quinquies - § 1. Voorafgaande aan de aankondiging van de vacature van een betrekking in het ambt van coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën, vaardigt de Regering de algemene vaardigheden van het profiel voor het openstaande selectieambt uit. § 2. Als er bij een inrichtende macht een definitief openstaande betrekking van coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën moet worden ingevuld: 1° Bepaalt de inrichtende macht de technische en specifieke vaardigheden vereist in het profiel voor het openstaande selectieambt. In dat kader raadpleegt hij het Begeleidingscomité van het centrum voor gevorderde technologieën waarin de betrekking moet worden ingevuld en, naargelang het geval, de plaatselijke overleginstantie of, bij ontstentenis daarvan, de vakbondsafvaardiging van de inrichting waaronder de betrekking ressorteert.

De inrichtende macht mag aanvullende criteria toevoegen aan de voorwaarden voor een benoeming in vast verband bedoeld in artikel 44sexies, § 1 of § 2. 2° Lanceert de inrichtende macht een oproep tot kandidatuurstelling volgens de vormen bepaald door de Regering en op voorstel van het Centraal paritair comité;3° Onderzoekt de inrichtende macht de kandidaturen die beantwoorden aan de voorwaarden van artikel 44quinquies, § 3 of § 4, rekening houdend met de criteria bepaald in het functieprofiel opgesteld in toepassing van huidig artikel. Bij gelijke vaardigheden, krijgt het personeelslid dat de voorwaarden van artikel 44quinquies, § 3, vervult, bij de aanstelling in tijdelijk verband voorrang op het personeelslid dat de voorwaarden van artikel 44quinquies, § 4, vervult. 4° Na onderzoek van de kandidaturen overeenkomstig punt 3°, kiest de inrichtende macht vrij haar kandidaat en stelt ze na afloop van deze procedure de aldus geselecteerde kandidaat aan in tijdelijk verband. § 3. Niemand mag in tijdelijk verband worden aangesteld in het ambt van coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën als hij op het ogenblik van de aanstelling in tijdelijk verband de volgende voorwaarden niet vervult: 1° beschikken over 6 jaar dienstanciënniteit in het georganiseerd of gesubsidieerd onderwijs, in een wervings-, selectie- of bevorderingsambt van de categorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel bedoeld in bijlage I van het decreet van 2 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de directeurs en berekend volgens de modaliteiten bepaald in artikel 34;2° vast benoemd zijn in één van die wervings-, selectie- of bevorderingsambten;3° titularis zijn, in vast verband, van één of meerdere ambten met ten minste de helft van het minimaal aantal uren vereist om een ambt met volledige prestatie te vormen in het georganiseerd of gesubsidieerd onderwijs;4° in het georganiseerd of gesubsidieerd onderwijs in vast verband één of meer ambten uitoefenen die toegang geven tot het toe te kennen selectieambt en houder zijn van een bekwaamheidsbewijs overeenkomstig artikel 101 van het decreet van 2 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de directeurs;5° beantwoorden aan de criteria van het functieprofiel bedoeld in artikel 44quinquies, § 2, 1° ;6° gevolg hebben gegeven aan de oproep tot kandidatuurstelling bedoeld in artikel 44quinquies, § 2, 2°. § 4. Kan eveneens aanspraak maken op een aanstelling in tijdelijk verband in het ambt van coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën, het personeelslid dat op het ogenblik van de aanstelling in tijdelijk verband de volgende voorwaarden vervult: 1° beschikken over zijn burgerrechten en politieke rechten;2° houder zijn van één van de volgende bekwaamheidsbewijzen: - getuigschrift van het zesde jaar van het secundair beroepsonderwijs, aangevuld met 9 jaar nuttige beroepservaring, aangerekend volgens de procedure voorzien in artikelen 23 en 24 van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde en gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs, in het activiteitendomein van het centrum voor gevorderde technologieën waarop de oproep tot kandidatuurstelling bedoeld in artikel 44quinquies, § 2, 2°, betrekking heeft; - getuigschrift van hoger secundair onderwijs, aangevuld met 6 jaar nuttige beroepservaring, aangerekend volgens de procedure voorzien in artikelen 23 en 24 van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde en gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs, in het activiteitendomein van het centrum voor gevorderde technologieën waarop de oproep tot kandidatuurstelling bedoeld in artikel 44quinquies, § 2, 2°, betrekking heeft; - getuigschrift van de eerste graad van het hoger onderwijs, zoals bepaald in artikel 69, § 1, of artikel 70, § 1; van het decreet van 7 november 2013 tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies aangevuld met 3 jaar nuttige beroepservaring, aangerekend volgens de procedure voorzien in artikelen 23 en 24 van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde en gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs, in het activiteitendomein van het centrum voor gevorderde technologieën waarop de oproep tot kandidatuurstelling bedoeld in artikel 44quinquies, § 2, 2°, betrekking heeft; 3° in regel zijn met de wets- en reglementsbepalingen betreffende de taalregeling;4° van onberispelijk gedrag zijn;5° voldaan hebben aan de dienstplichtwetten;6° beantwoorden aan de criteria van het functieprofiel bedoeld in artikel 44quinquies, § 2, 1° ;7° gevolg hebben gegeven aan de oproep tot kandidatuurstelling bedoeld in artikel 44quinquies, § 2, 2° " Art.17. In hetzelfde decreet wordt in afdeling III, toegevoegd door artikel 15 van huidig decreet, een artikel 44sexies, luidend als volgt, toegevoegd: "Artikel 44sexies - § 1. Het personeelslid aangesteld in tijdelijk verband als coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën in overeenkomst met artikel 44quinquies, wordt voor dat ambt in vast verband benoemd zodra hij voldoet aan de voorwaarden bepaald in huidig artikel. § 2. Niemand mag in vast verband worden benoemd in het ambt van coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën als hij op het ogenblik van de vaste benoeming, naast de voorwaarden vermeld in artikel 44quinquies, § 3, de volgende voorwaarden niet vervult: 1° gedurende een ononderbroken periode van 600 dagen in tijdelijk verband aangesteld zijn ten gevolge van de aanwerving uitgevoerd in toepassing van artikel 44quinquies, § 2, 4° ; 2° in de loop van de drie maanden voorafgaand aan het einde van die periode een evaluatie hebben ondergaan met vermelding "positief" door de inrichtende macht van de secundaire onderwijsinrichting waarvan het centrum voor gevorderde technologieën waaronder het personeelslid ressorteert, afhangt." § 3. Een door de inrichtende macht aangeworven personeelslid overeenkomstig artikel 44quinquies, § 4, kan eveneens in vast verband in het selectieambt van coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën worden benoemd als hij op het ogenblik van de benoeming in vast verband de volgende voorwaarden vervult: 1° gedurende een ononderbroken periode van 600 dagen in tijdelijk verband aangesteld zijn ten gevolge van de aanwerving uitgevoerd in toepassing van artikel 44quinquies, § 2, 4° ; 2° in de loop van de drie maanden voorafgaand aan het einde van die periode een evaluatie hebben ondergaan met vermelding "positief" door de inrichtende macht van de secundaire onderwijsinrichting waarvan het centrum voor gevorderde technologieën afhangt." 3° beschikken over 600 dagen dienstanciënniteit in het gesubsidieerd onderwijs, gespreid over minstens drie schooljaren, waarvan 300 dagen in het ambt bij de inrichtende macht, gespreid over minstens twee schooljaren;4° de betrekking uitoefenen als hoofdambt § 4.In het geval van een ongunstige evaluatie na afloop van de periode vermeld in § 2, 2° en § 3, 2°, wordt er ambtshalve een einde gesteld aan het ambt van het personeelslid.

Bij ontstentenis van een evaluatie binnen die termijn, wordt deze gunstig geacht. § 5. De coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën die de vermelding "ongunstig" toegekend krijgt, kan binnen de tien dagen na de kennisgeving van die vermelding bij aangetekend schrijven een bezwaarschrift daartegen indienen bij de raad van beroep ingesteld door hoofdstuk X van huidig decreet.

De procedure- en werkingsregels voorzien in die bepalingen zijn van toepassing op het beroep georganiseerd in toepassing van de huidige paragraaf.

Het centraal paritair comité stelt het model van het evaluatieverslag vast en bepaalt de modaliteiten volgens dewelke de evaluatie plaatsvindt.

Het personeelslid dat beroep aantekent tegen een ongunstige evaluatievermelding, bezorgt onmiddellijk een kopie van zijn bezwaarschrift aan de inrichtende macht van de secundaire onderwijsinrichting waartoe het centrum voor gevorderde technologieën waaronder hij ressorteert afhangt.

De raad van beroep bedoeld in het eerste lid brengt zijn advies uit aan de inrichtende macht van de secundaire onderwijsinrichting waarvan het centrum voor gevorderde technologieën waaronder het personeelslid ressorteert afhangt binnen een termijn van maximum 45 kalenderdagen na ontvangst van het bezwaarschrift. Dezelfde inrichtende macht beslist en kent de coördinator de evaluatievermelding toe binnen een termijn van maximum één maand na de ontvangst van het advies.".

Art. 18.In hetzelfde decreet wordt in afdeling III, toegevoegd door artikel 15 van huidig decreet, een artikel 44septies, luidend als volgt, toegevoegd: "Artikel 44septies - De benoeming in het ambt van coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën kan slechts gebeuren indien het ambt als hoofdambt wordt bekleed.

Art. 19.In hetzelfde decreet wordt in afdeling III, toegevoegd door artikel 15 van huidig decreet, een artikel 44octies, luidend als volgt, toegevoegd: "Artikel 44octies - § 1. Het ambt van coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën kan tijdelijk worden toevertrouwd aan een personeelslid dat de voorwaarden van artikel 44quinquies, § 3, 1° tot 6°, of § 4, 1° tot 7°, vervult: 1° bij afwezigheid van de titularis van het ambt gedurende meer dan vijftien weken;2° of in het geval bedoeld in artikel 39. Gedurende die periode blijft het personeelslid bedoeld in artikel 44sexies, § 1, titularis van het ambt waarin het desgevallend door de oorspronkelijke inrichtende macht in vast verband werd benoemd. § 2. In afwijking van § 1, eerste lid, 1°, wordt de voorwaarde bedoeld in artikel 44quinquies, § 3, 6°, of § 4, 7°, niet vereist voor aanwervingen met een duurtijd van vijftien weken of minder.

Art. 20.In hetzelfde decreet wordt in afdeling III, toegevoegd door artikel 15 van huidig decreet, een artikel 44novies, luidend als volgt, toegevoegd: "Artikel 44novies - § 1. Elke tijdelijke aanstelling in het ambt van coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën wordt schriftelijk vastgesteld en de vermeldingen bedoeld in artikel 21, met uitzondering van 7°, worden daarin opgenomen. § 2. De inrichtende macht kan niet overgaan tot een tijdelijke aanstelling in een betrekking van coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën als de bepalingen in verband met reaffectatie haar ertoe verplichten die betrekking toe te kennen aan een personeelslid dat ter beschikking werd gesteld bij ontstentenis van betrekking. § 3. Een tijdelijke aanstelling in een betrekking van coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën wordt beëindigd: a) in gezamenlijk overleg;b) door een beslissing van de inrichtende macht volgens de procedure bedoeld in § 4 van het huidige artikel;c) of door toepassing van artikel 22, eerste lid. Het einde van het schooljaar heft echter geen invloed op de tijdelijke aanstelling in een ambt van coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën. § 4. Mits een opzegtermijn van vijftien dagen, kan de inrichtende macht een einde stellen aan de aanstelling van een personeelslid aangesteld in tijdelijk verband in het ambt van coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën.

Voorafgaande aan de kennisgeving van elke beslissing tot beëindiging van een aanstelling, moet het personeelslid uitgenodigd worden om door de inrichtende macht gehoord te worden.

De oproeping voor de hoorzitting, alsook de redenen waarom de Regering van plan is om een einde te maken aan de aanstelling van het personeelslid, worden hem ten minste vijf werkdagen vóór de hoorzitting bekendgemaakt, ofwel bij een ter post aangetekend schrijven ofwel door de overhandiging van een schrijven met ontvangstbewijs. Bij de hoorzitting, kan het personeelslid zich laten bijstaan of vertegenwoordigen door een advocaat, door een verdediger gekozen uit de personeelsleden die in actieve dienst of in ruste gesteld zijn in het gesubsidieerd officieel onderwijs of door een vertegenwoordiger van een vakorganisatie die de personeelsleden van het gesubsidieerd officieel onderwijs vertegenwoordigt en aangesloten is bij organisaties die in de Nationale Arbeidsraad zetelen.

Van de hoorzitting wordt een proces-verbaal opgemaakt.

De procedure wordt geldig voortgezet wanneer het behoorlijk opgeroepen personeelslid zich niet op de hoorzitting aanmeldt of er niet vertegenwoordigd wordt." Afdeling III. - Bepalingen tot wijziging van het decreet van 2

februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de directeurs

Art. 21.In het decreet van 2 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de directeurs worden in artikel 101, na het tweede lid, twee nieuwe leden, luidend als volgt, toegevoegd: De bekwaamheidsbewijzen en de ambten bedoeld in artikel 44sexies, § 1, 4° van het decreet van 6 juni 1993 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd officieel onderwijs, voor het selectieambt opgenomen in kolom 1 van de hiernavolgende tabel (tabel I) zijn deze die in de kolommen 2 en 3 van dezelfde tabel naast het bovenvermelde ambt worden vermeld. De bekwaamheidsbewijzen en de ambten bedoeld in artikel 54octies, § 1, 4° van het decreet van 1 februari 1993 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs, voor het selectieambt opgenomen in kolom 1 van de hiernavolgende tabel (tabel I) zijn deze die in de kolommen 2 en 3 van dezelfde tabel naast het bovenvermelde ambt worden vermeld."

Art. 22.In hetzelfde decreet wordt in tabel I, na de rubriek "coördinator van een centrum voor alternerend onderwijs en vorming", de volgende rubriek toegevoegd:

1. Selectieambt

2.Uitgeoefend(e) ambt(en)

3. Bekwaamheidsbewijs(bewijzen)

Coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën

Wervings-, selectie- of bevorderingsambt in de categorie bestuurs- en onderwijzend personeel in het secundair onderwijs van de lagere cyclus of van de hogere cyclus of van beide cyclussen

Als het personeelslid een aanwervingsambt uitoefent: één van de vereiste of voldoende bekwaamheidsbewijzen voor het ambt van leraar technische vakken of leraar beroepspraktijk


HOOFDSTUK III.- Transversale bepalingen Afdeling I. - Bepalingen tot wijziging van het decreet van 4 januari

1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten

Art. 23.In artikel 5 van het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten, zoals aangevuld door de decreten van 27 maart 2002 en 9 februari 2017, wordt een punt 6°, luidend als volgt, toegevoegd: "6° Coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën" Afdeling II. - Bepaling tot wijziging van het koninklijk besluit van

27 juni 1974 waarbij op 1 april 1972 worden vastgelegd de schalen verbonden aan de ambten van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel en van het paramedisch personeel bij de rijksonderwijsinrichtingen, aan de ambten van de leden van de inspectiedienst, belast met het toezicht op deze inrichtingen en aan de ambten van de leden van de inspectiedienst van het gesubsidieerd lager onderwijs, en de schalen verbonden aan de graden van het personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Staat

Art. 24.In het koninklijk besluit van 27 juni 1974 waarbij op 1 april 1972 worden vastgelegd de schalen verbonden aan de ambten van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel en van het paramedisch personeel bij de rijksonderwijsinrichtingen, aan de ambten van de leden van de inspectiedienst, belast met het toezicht op deze inrichtingen en aan de ambten van de leden van de inspectiedienst van het gesubsidieerd lager onderwijs, en de schalen verbonden aan de graden van het personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Staat, wordt in hoofdstuk Dbis, "Bestuurs- en onderwijzend personeel van het secundair onderwijs", na het ambt "directeur van een technisch tuinbouwcentrum van de Franse Gemeenschap", het ambt "14. Coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën 416" toegevoegd. Afdeling III. - Bepaling tot wijziging van het koninklijk besluit van

15 januari 1974 genomen ter toepassing van artikel 160 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen van kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen

Art. 25.In het koninklijk besluit van 15 januari 1974 genomen ter toepassing van artikel 160 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen van kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, wordt artikel 1, § 1, aangevuld als volgt: "In afwijking van de bovenstaande bepalingen, genieten de coördinatoren van de centra voor gevorderde technologieën van een jaarlijks vakantieverlof, vastgesteld als volgt: a) Kerstvakantie: van 21 december tot en met 3 januari of van 22 december tot en met 4 januari of van 23 december tot en met 5 januari;b) zomervakantie : van 15 juli tot en met 15 augustus; c) 10 andere werkdagen dan de dagen bedoeld in punten a) en b), op te nemen in overleg met het hoofd van de secundaire onderwijsinrichting waarvan het centrum voor gevorderde technologieën waaronder ze ressorteren afhangt." Afdeling IV. - Bepaling tot wijziging van het koninklijk besluit van

15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs

Art. 26.In artikel 17, § 1, van het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs, gewijzigd door de decreten van 20 december 2001, 3 maart 2004, 4 mei 2005, 13 december 2007, 11 januari 2008, 9 mei 2008, 19 februari 2009 en 12 juli 2012, worden de woorden "alsmede voor het personeelslid dat les geeft in de handenarbeid in het lager onderwijs" vervangen door de woorden "alsmede voor het personeelslid dat les geeft in de handenarbeid in het lager onderwijs en voor de coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën". Afdeling V. - Bepaling tot wijziging van het koninklijk besluit van 31

maart 1984 betreffende de opdrachten, de wedden, de weddetoelagen en de verloven voor verminderde prestatie in het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra

Art. 27.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 31 maart 1984 betreffende de opdrachten, de wedden, de weddetoelagen en de verloven voor verminderde prestatie in het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra, gewijzigd door het koninklijk besluit van 29 augustus 1986, wordt een § 3, luidend als volgt, toegevoegd: "In het secundair onderwijs met volledig leerplan, moet de coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën die zijn ambt voltijds uitoefent 38 uren per week presteren. Bovendien kunnen de betrekkingen van coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën worden toevertrouwd aan twee personeelsleden die elk met een halve opdracht belast worden, na voorafgaand advies van het basisoverlegcomité in het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap, van de lokale paritaire commissie in het gesubsidieerd officieel onderwijs en door de ondernemingsraden, of, bij gebrek hieraan, door het comité voor de arbeidsbescherming, of, bij gebrek hieraan, door de vakbondsdelegaties in het gesubsidieerd vrij onderwijs, met evocatierecht van het verzoeningsbureau bij onenigheid." AFDELING VI. - Overgangsbepalingen

Art. 28.De coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën die, naargelang het geval, werd aangesteld of aangeworven 1° in toepassing van artikel 18 van het decreet van het Waalse Gewest van 25 april 2002 betreffende de tegemoetkomingen ter bevordering van de indienstneming van niet-werkende werkzoekenden door de plaatselijke, gewestelijke en gemeenschapsoverheden, door bepaalde werkgevers in de niet-commerciële sector, het onderwijs en de commerciële sector;2° in toepassing van artikel 7 van het decreet van 24 juni 1996 houdende regeling van de opdrachten, verloven wegens opdracht en terbeschikkingstelling wegens opdracht in het door de Franse Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd onderwijs;3° in toepassing van artikel 12ter van het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten; en die op 1 september 2018 beschikt over 720 dagen anciënniteit in het ambt van coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën in het vrij gesubsidieerd onderwijs of 600 dagen in het officieel gesubsidieerd onderwijs of in het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap, geniet, als hij daartoe een aanvraag indient bij de inrichtende macht van de secundaire onderwijsinrichting waarvan het centrum voor gevorderde technologieën waaronder hij ressorteert afhangt, van de in huidige afdeling opgenomen overgangsbepalingen.

Art. 29.De coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën bedoeld in het vorige artikel wordt in vast verband aangeworven/in vast verband benoemd onder de volgende voorwaarden: - zijn ambt hebben uitgeoefend in hetzelfde centrum voor gevorderde technologieën en op 1 september 2018 beschikken over 360 dagen anciënniteit in dat ambt in het vrij gesubsidieerd onderwijs of 300 dagen in het officieel gesubsidieerd onderwijs of in het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap; - een evaluatie hebben ondergaan die aanleiding heeft gegeven tot de toekenning van de vermelding "gunstig" en werd uitgevoerd volgens de modaliteiten voorzien, naargelang het geval, in artikel 54octies, § 4 tot 6 van het decreet van 1 februari 1993 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs of artikel 44sexies, § 4 en 5 van het decreet van 6 juni 1993 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd officieel onderwijs.

Deze evaluatie wordt uitgevoerd door de inrichtende macht van de secundaire onderwijsinrichting waartoe het centrum voor gevorderde technologieën waaronder de coördinator ressorteert behoort en is gebaseerd op het functieprofiel bedoeld, naargelang het geval, in artikel 54septies, § 2, 1° van voornoemd decreet van 1 februari 1993 of artikel 44quinquies, § 2, 1 van voornoemd decreet van 6 juni 1994.

Ze houdt rekening met de algemene context waarin de coördinator moet werken en met de middelen die hem ter beschikking worden gesteld.

Voor het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap, het voorwerp hebben uitgemaakt van een verslag zoals bedoeld in artikel 75ter van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen van kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, en dat aanleiding gaf tot de vermelding "gunstig". Een dergelijk verslag moet worden opgesteld tussen 3 en 28 juni 2019.

Art. 30.§ 1. De personeelsleden die, naargelang het geval, in vast verband werden aangeworven of benoemd in toepassing van het vorige artikel, genieten, zonder beperking in de tijd, van de weddeschalen verbonden aan het nieuwe ambt van coördinator van een centrum voor gevorderde technologieën, behalve als de weddeschaal verbonden aan hun vorig ambt hen een hogere bezoldiging verzekert. § 2. De diensten die het personeelslid bedoeld in artikel 28 voor 1 september 2018 presteerde, worden bovendien in aanmerking genomen bij de berekening van zijn administratieve anciënniteit. Afdeling VII. - Slotbepaling

Art. 31.Het huidige decreet treedt in werking op 1 september 2018.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 11 juli 2018.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Vice-President en Minister van Cultuur en Kind, A. GREOLI De Vice-President en Minister van Hoger Onderwijs, Media en Wetenschappelijk Onderzoek, J.-Cl. MARCOURT De Minister van Hulpverlening aan de Jeugd, Justitiehuizen, Sport en Promotie van Brussel, belast met het toezicht op de Franse Gemeenschapscommissie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, R. MADRANE De Minister van Onderwijs, M.-M. SCHYNS De Minister van Begroting, Ambtenarenzaken en Administratieve Vereenvoudiging, A. FLAHAUT De Minister van Onderwijs voor sociale promotie, Jeugd, Vrouwenrechten en Gelijke Kansen, I. SIMONIS _______ Nota Zitting 2017-2018 Stukken van het Parlement. - Ontwerpdecreet nr. 655-1. - Commissieverslag nr. 655-2. - Tekst aangenomen tijdens de vergadering, nr. 655-3.

Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 11 juli 2018.

^