gepubliceerd op 24 maart 2016
Decreet tot instelling van het Comité Vrouwen en Wetenschap
10 MAART 2016. - Decreet tot instelling van het Comité Vrouwen en Wetenschap
Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit decreet, wordt verstaan onder : 1° "ARES" : de "Académie de Recherche et d'Enseignement Supérieur" (Academie Onderzoek en Hoger Onderwijs) bedoeld in artikel 18 van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies;2° "Administratie" : binnen het Ministerie van de Franse Gemeenschap, de algemene directie niet verplicht onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de directie gelijke kansen;3° "Comité" : het Comité Vrouwen en Wetenschappen, ingesteld met toepassing van artikel 2 van dit decreet; 4° "F.R.S.-FNRS" : het "Fonds de la recherche Scientifique", bedoeld bij het decreet van 17 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/07/2013 pub. 20/08/2013 numac 2013029476 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de financiering van het Onderzoek door het Fonds national de la Recherche scientifique sluiten betreffende de financiering van het onderzoek door het "Fonds national de la Recherche scientifique"; 5° "Groep van Helsinki" : de groep die werd opgericht om de deelneming van vrouwen aan wetenschap in Europa te bevorderen, ingesteld bij de resolutie van de Raad van 20 mei 1999 (1999/C 201/01) en bij de mededeling van de Commissie van 17 februari 1999, getiteld "Vrouwen en wetenschap": vrouwen mobiliseren om het wetenschappelijk onderzoek in Europa te verrijken;6° "Bevoegde ministers" : de ministers van de Franse Gemeenschap bevoegd voor het hoger onderwijs, onderzoek, de rechten van de vrouw en gelijke kansen; 7° "Contactpersoon Gender": de persoon, aangewezen door een universiteit van de Franse Gemeenschap of door het "F.R.S.-FNRS", die belast wordt met de genderproblematiek binnen zijn instelling; 8° "Universiteit": een universiteit bedoeld in artikel 10 van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies. HOOFDSTUK II. - Comité Vrouwen en Wetenschap Afdeling 1. - Doel en opdrachten
Art. 2.Bij de Regering wordt een Comité Vrouwen en Wetenschap ingesteld.
Art. 3.Het Comité Vrouwen en Wetenschap heeft tot doel de evenwichtige deelneming van vrouwen en mannen aan de wetenschappelijke en academische loopbanen te bevorderen.
Art. 4.Het comité heeft als opdracht : 1° adviezen en aanbevelingen te formuleren over alle vraagstukken in verband met gelijkheid tussen vrouwen en mannen op wetenschappelijk of academisch vlak, op eigen initiatief of op aanvraag van elk lid van de Regering van de Franse Gemeenschap; 2° informatie uit te wisselen en goede praktijken te verspreiden over de universiteiten, het "F.R.S.-FNRS", de administratie zoals bepaal in artikel 1 en de ministers bevoegd voor de gelijkheid tussen vrouwen en mannen in de academische loopbanen en het wetenschappelijk onderzoek; 3° de toepassing aan te moedigen van de aanbevelingen van de Europese commissie van 11 maart 2005 betreffende het Europese Handvest voor Onderzoekers en betreffende een Gedragscode voor de Rekrutering van Onderzoekers inzake gelijkheid tussen mannen en vrouwen;4° deel te nemen aan de bepaling van de standpunten van de delegatie van de Franse Gemeenschap bij de groep van Helsinki.
Art. 5.In het kader van zijn opdrachten, kan het Comité gespecialiseerde werkgroepen oprichten. Die werkgroepen zullen bijzondere thema's bespreken en zullen externe deskundigen, en, in voorkomend geval, de Contactpersonen Gender, vertegenwoordigers van de hogescholen of vakbonden kunnen laten deelnemen. Afdeling 2. - Samenstelling
Art. 6.§ 1. Het Comité is samengesteld als volgt : 1° elke universiteit draagt minstens twee leden voor, waarvan minstens één lid is van het academisch personeel zoals bedoeld in artikel 15, § 1, 52°, van het voormelde decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten; 2° het "F.R.S.-FNRS", draagt twee leden voor; 3° de "ARES" draagt twee leden voor die geen lid zijn van een universiteit;4° elke directie van de administratie, zoals bepaald in artikel 1, draagt twee leden voor;5° iedere bevoegde minister draagt één lid voor.Indien een minister bevoegd is voor verschillende van die bevoegdheden, wordt alleen één lid voorgedragen voor alle bedoelde bevoegdheden. § 2. De Regering benoemt de leden van het Comité op grond van de voorstellen gedaan door de in artikel 6, § 1 bedoelde instellingen. § 3. De in § 1, 1° tot 3° bedoelde leden, worden voor een één keer hernieuwbare periode van 4 jaar benoemd. Het mandaat van de in § 1, 5° bedoelde leden wordt bij het begin van de legislatuur hernieuwd. Afdeling 3. - Werking
Art. 7.§ 1. Het Comité stelt zijn huishoudelijk reglement vast bij meerderheid van de aanwezige leden binnen de drie maanden na de installatie ervan. § 2. Het huishoudelijk reglement bepaalt inzonderheid de volgende punten : 1° de aanwijzing van de voorzitter uit de leden van de universiteiten;2° de aanwijzing van het secretariaat;3° de voorbereiding van de vergaderingen door de voorzitter en het secretariaat;4° het minimumaantal vergaderingen per jaar, dat niet lager dan drie kan zijn;5° het opstellen van notulen van de debatten die bij elke vergadering plaatsvinden;6° de wijze waarop de documenten aan de leden worden meegedeeld;7° de procedure voor de bijeenroeping van de vergaderingen. § 3. Het Comité brengt de bevoegde ministers op de hoogte van zijn huishoudelijk reglement, en van elke latere wijziging ervan die het wenst aan te brengen.
Art. 8.De ARES neemt het comité in zich op. De bestuurder van de ARES of zijn vertegenwoordiger neemt er het secretariaat van waar en zorgt voor de bekendmaking van de genomen beslissingen.
Art. 9.De beslissingen, standpunten en adviezen van het Comité Vrouwen en Wetenschap worden collegiaal bij consensus bepaald. Afdeling 4. - Slotbepaling
Art. 10.Dit decreet treedt in werking op 1 april 2016.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 10 maart 2016.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Vice-President en Minister van Onderwijs, Cultuur en Kind, J. MILQUET De Vice-President en Minister van Hoger Onderwijs, Onderzoek en Media, J.-Cl. MARCOURT De Minister van Hulpverlening aan de Jeugd, Justitiehuizen en Promotie van Brussel R. MADRANE De Minister van Sport, R. COLLIN De Minister van Begroting, Ambtenarenzaken en Administratieve Vereenvoudiging, FLAHAUT De Minister van Onderwijs voor sociale promotie, Jeugd, Vrouwenrechten en Gelijke Kansen, SIMONIS _______ Nota Zitting 2015 - 2016 : Stukken van het Parlement. - Ontwerp van decreet, n° 241-1. - Verslag, nr. 241-2.
Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. - Vergadering van 9 maart 2016.