10 JULI 2008. - Besluit van de Regering tot vastlegging van de minimale voorschriften m.b.t. de procedurevereisten overeenkomstig artikel 18 van het decreet van 30 januari 2006 ter voorkoming van de gezondheidsschaden bij sportbeoefening

De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het decreet van 30 januari 2006 ter voorkoming van de gezondheidsschaden bij sportbeoefening, inzonderheid op artikel 18;

Gelet op het advies van de Sportraad, gegeven op 21 augustus 2007;

Gelet op het advies nr. 44.030/3 van de Raad van State, gegeven op 12 februari 2008 met toepassing van artikel 84, § 1, lid 1, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Cultuur en Media, Monumentenzorg, Jeugd en Sport;

Na beraadslaging, Besluit : Definities

Artikel 1.In de zin van dit besluit verstaat men onder : 1° decreet : het decreet van 30 januari 2006 ter voorkoming van de gezondheidsschaden bij sportbeoefening;2° sportfederaties : de sportfederaties in de zin van het decreet;3° sportclubs : de sportclubs in de zin van het decreet; 4° minimale voorschriften : de minimale voorschriften m.b.t. de procedurevereisten die moeten worden nageleefd om tuchtmaatregelen op te leggen; 5° interne voorschriften : de interne voorschriften van de sportfederaties of sportclubs inzake voorkoming en bestraffing van doping. Toepassingsgebied

Art. 2.Onverminderd de bepalingen van artikel 18, § 3, van het decreet zijn de in dit besluit vastgelegde minimale voorschriften van toepassing op alle sportfederaties en sportclubs.

Disciplinair orgaan

Art. 3.Elke beslissing houdende oplegging van tuchtstraffen wegens doping mag slechts door een disciplinair orgaan worden uitgesproken.

Terechtzittingen van het disciplinair orgaan

Art. 4.Behoudens tegenstrijdige bepaling in de interne voorschriften zijn de terechtzittigen van het disciplinair orgaan openbaar. De beraadslaging en besluitvorming van het disciplinair orgaan geschieden met gesloten deuren.

Behoudens tegenstrijdige bepaling in de interne voorschriften geschieden de onderhandelingen schriftelijk.

De partijen worden in de gelegenheid gesteld hun standpunt mondeling of schriftelijk naar voren te brengen. Ze kunnen zich door een raadsman laten bijstaan.

Het disciplinair orgaan bepaalt het oord en het tijdstip van de onderhandelingen. De oproeping moet aan de partijen worden meegedeeld.

Is de partij minderjarig, dan wordt de oproeping, naargelang het geval, aan haar ouders, haar voogd of aan elke andere voor hem verantwoordelijke persoon. Behoudens tegenstrijdige bepaling in de interne voorschriften, wordt de mededeling ten minste vijftien kalenderdagen vóór de bepaalde datum per aangetekende brief gezonden, met vermelding van de samenstelling van het gerecht.

Indien partijen ondanks regelmatige oproeping niet verschijnen, zal het gerecht niettemin vonnis wijzen, behoudens tegenstrijdige bepaling in de interne voorschriften. Minderjarigen kunnen zich laten bijstaan of vertegenwoordigen door hun ouders, hun voogd of elke andere voor hen verantwoordelijke persoon.

Samenstelling van het disciplinair orgaan

Art. 5.Een lid van het disciplinair orgaan mag niet deelnemen aan een procedure : 1° als het zelf of de sportfederatie of sportclub waartoe het behoort, betrokken is;2° als het van mening is dat het om andere redenen gewraakt moet worden;3° in zaken betreffende een persoon met wie het getrouwd, bloedverwant in de rechte lijn of aanverwant is of is geweest;4° in zaken waar het als gemachtigde of raadsman van één der partijen handelt of waar het ertoe gemachtigd wordt als wettelijke vertegenwoordiger van één der partijen op te treden;5° in zaken waar het als getuige of deskundige wordt gehoord;6° in zaken waar het aan een vonnis in eerste aanleg heeft deelgenomen. De leden van een disciplinair orgaan kunnen zich wraken of wegens gewettigde verdenking door een partij in het geding gewraakt worden.

In dit laatste geval moet het wrakingsverzoek schriftelijk met redenen worden omkleed en onmiddellijk na kennisneming van de wrakingsgrond worden aangevoerd. Het disciplinair orgaan beslist over de gegrondheid ervan buiten aanwezigheid van het gewraakte lid.

Procedure

Art. 6.De verdedigingsrechten worden voor iedereen gewaarborgd, met name het principe van de tegenspraak. Dit geldt ook bij rechtspleging in kort geding, voor zover de interne voorschriften erin voorzien.

De bestreden punten moeten duidelijk en uitvoerig worden uiteengezet en aan de sportbeoefenaar en de andere partijen schriftelijk worden medegedeeld. Ze moeten de partijen in staat stellen effectief te worden ingelicht over het hun door de organisatie verweten gedrag. Is de partij minderjarig, dan worden de bestreden punten, naargelang het geval, aan haar ouders, haar voogd of aan elke andere voor haar verantwoordelijke persoon medegedeeld.

Beslissingen en straffen

Art. 7.§ 1. De beslissingen van het disciplinair orgaan moeten met redenen worden omkleed en per aangetekende brief ter kennis van de partijen worden gesteld. Ze moeten tevens aan de bevoegde dienst van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap worden medegedeeld. Deze dienst houdt een lijst bij met de beslissingen houdende oplegging van tuchtstraffen. § 2. Slechts straffen die in de interne voorschriften bepaald zijn, kunnen worden uitgesproken.

Beroepsmogelijkheden

Art. 8.Er moeten effectieve beroepsmogelijkheden voorzien en duidelijk vermeld worden, met name de termijnen, kosten en andere modaliteiten qua procedure.

Rechten en procedurekosten

Art. 9.Voor zover de interne voorschriften in geval van beroep de heffing van rechten toelaten, moeten deze billijk zijn.

Het disciplinair orgaan bepaalt in zijn beslissing het bedrag van de procedurekosten voor de tuchtrechtelijke zaken. Deze kosten moeten billijk zijn.

Eupen, 10 juli 2008.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, K.-H. LAMBERTZ De Vice-Minister-President, Minister van Vorming en Werkgelegenheid, Sociale Aangelegenheden en Toerisme, B. GENTGES De Minister van Cultuur en Media, Monumentenzorg, Jeugd en Sport, Mevr. I. WEYKMANS