Etaamb.openjustice.be
Decreet van 09 mei 2019
gepubliceerd op 17 juni 2019

Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord gesloten tussen de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschapscommissie en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie in verband met het verplichte inburgeringstraject van nieuwkomers in Brussel-Hoofdstad

bron
verenigde vergadering van de franse gemeenschapscommissie
numac
2019013018
pub.
17/06/2019
prom.
09/05/2019
ELI
eli/decreet/2019/05/09/2019013018/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

9 MEI 2019. - Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord gesloten tussen de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschapscommissie en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie in verband met het verplichte inburgeringstraject van nieuwkomers in Brussel-Hoofdstad


De Vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie heeft aangenomen en Wij, het College, bekrachtigen en verkondigen hetgeen volgt:

Artikel 1.Dit besluit regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 138 van de Grondwet.

Art. 2.Het samenwerkingsakkoord gesloten tussen de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschapscommissie en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie in verband met het verplichte inburgeringstraject van nieuwkomers in Brussel-Hoofdstad wordt goedgekeurd.

Art. 3.Artikel 7 van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 juli 2013 betreffende het onthaaltraject voor nieuwkomers in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt vervangen door de woorden: "

Art. 7.- De begunstigde krijgt een opvolgingsattest voor het eerste en desgevallend tweede luik van het onthaaltraject.

De begunstigde kan aan het einde van het traject een attest krijgen.

Dit attest kan los van de in het eerste lid bedoelde attesten uitgereikt worden wanneer geacht wordt dat voldaan is aan de verplichtingen die de Ordonnantie van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 11 mei 2017 betreffende het inburgeringstraject voor de nieuwkomers oplegt in verband met het volgen van het inburgeringstraject.

Krachtens de Ordonnantie van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 11 mei 2017 betreffende het inburgeringstraject voor de nieuwkomers kan de begunstigde een attest van regelmatige inschrijving en van opschorting van het volgen van het inburgeringstraject krijgen.

De uitreikingsvoorwaarden worden bij het onthaal meegedeeld aan de begunstigden.

Het College bepaalt de uitreikingsvoorwaarden evenals de inhoud van de in het eerste, tweede en derde lid bedoelde attesten.".

Art. 4.In artikel 8, § 1 van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 juli 2013 betreffende het onthaaltraject voor nieuwkomers in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden de woorden "het opvolgingsattest uit dat bedoeld wordt in artikel 7" vervangen door de woorden "de opvolgingsattesten uit die bedoeld worden in artikel 7".

Brussel, 26 april 2019.

De Voorzitster Een Secretar(i)(e)s(se) De Griffier Brussel, 5 mei 2019.

Voor de Brusselse Franstalige Regering : F. LAANAN, Minister-presidente van de Brusselse Franstalige Regering, bevoegd voor de Begroting, het Onderwijs, het Schooltransport, de Kinderopvang, Sport en Cultuur R. VERVOORT, Minister van de Brusselse Franstalige Regering, bevoegd voor de Sociale Samenhang en Toerisme C. JODOGNE, Minister van de Brusselse Franstalige Regering, bevoegd voor het openbaar ambt, het gezondheidsbeleid D. GOSUIN, Minister van de Brusselse Franstalige Regering, bevoegd voor de beroepsopleiding C. FREMAULT, Minister van de Brusselse Franstalige, bevoegd voor het HSociale Actie, het Gezin en internationale Betrekkingen

Samenwerkingsakkoord met betrekking tot het verplicht inburgeringstraject voor de nieuwkomers in Brussel-Hoofdstad Gelet op artikelen 128, 138 en 135 van de Grondwet;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 5, § 1, II, 3°, en artikel 92bis, § 1, ingevoegd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988, en gewijzigd door de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, artikelen 60 en 63;

Gelet op het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 29 januari 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 29/01/2016 pub. 07/04/2016 numac 2016035410 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid sluiten houdende de uitvoering van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid;

Gelet op het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 juli 2013 betreffende het onthaaltraject voor nieuwkomers in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Gelet op het besluit 2014/562 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 24 april 2014 houdende uitvoering van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 juli 2013 betreffende het onthaaltraject voor nieuwkomers in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Gelet op het besluit 2016/584 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 30 december 2016 tot verduidelijking van de nieuwe opdrachten die zijn toevertrouwd aan het gewestelijk ondersteuningscentrum sociale samenhang in uitvoering van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 juli 2013 betreffende het onthaaltraject voor nieuwkomers in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Gelet op de ordonnantie van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 11 mei 2017 betreffende het inburgeringstraject voor de nieuwkomers ;

Overwegende dat de ordonnantie van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 11 mei 2017 de verplichting oplegt aan nieuwkomers in Brussel-Hoofdstad om een inburgeringstraject te volgen;

Overwegende dat deze ordonnantie stelt dat het Verenigd College de inrichters van het inburgeringstraject erkent;

Overwegende dat de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschapscommissie overeenkomen dat de nieuwkomers uit Brussel-Hoofdstad kunnen voldoen aan hun verplichting tot inburgering ingevolge deze ordonnantie door het volgen van een inburgeringstraject georganiseerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Franse Gemeenschapscommissie;

Overwegende dat de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschapscommissie hierover een aantal afspraken dienen te maken.

TUSSEN De Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in de persoon van de Minister-president en van de Minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke kansen en Armoedebestrijding, De Franse Gemeenschapscommissie, vertegenwoordigd door het College van de Franse Gemeenschapscommissie, in de persoon van de Minister-president van het College en van de Minister bevoegd voor Sociale Cohesie, De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, vertegenwoordigd door het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, in de persoon van de Voorzitter van het Verenigd College en van de Ministers bevoegd voor Bijstand aan Personen, Hun eigen bevoegdheden gezamenlijk uitoefenend, werd overeengekomen hetgeen volgt: HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit samenwerkingsakkoord beoogt een samenwerking tussen de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschapscommissie en de Vlaamse Gemeenschap met betrekking tot het inburgeringstraject voor de nieuwkomers in Brussel-Hoofdstad. Deze samenwerking dient er meerbepaald voor te zorgen dat de nieuwkomers die vallen onder de verplichting tot inburgering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie zich kunnen wenden tot de inrichters van inburgeringstrajecten die erkend zijn door de Franse Gemeenschapscommissie, de Vlaamse Gemeenschap of de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie om aan deze verplichting te voldoen.

Indien de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie haar eigen inburgeringstrajecten wenst te organiseren, kan ze dit enkel doen na overleg met en notificatie aan de Franse Gemeenschapscommissie en de Vlaamse Gemeenschap.

Art. 2.In dit samenwerkingsakkoord wordt verstaan onder: 1° ordonnantie: de ordonnantie van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 11 mei 2017 betreffende het inburgeringstraject voor de nieuwkomers ;2° nieuwkomer: de meerderjarige vreemdeling, jonger dan 65 jaar, die minder dan drie jaar wettig in België verblijft en die voor het eerst met een verblijfstitel van meer dan drie maanden ingeschreven wordt in het rijksregister van een gemeente van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, zoals ook omschreven in artikel 2 van de ordonnantie. HOOFDSTUK 2. - Het inburgeringstraject

Art. 3.Om te voldoen aan de verplichting tot het volgen van een inburgeringstraject zoals opgelegd door artikel 4 van de ordonnantie, moet de nieuwkomer zich wenden tot de inrichters van een inburgeringstraject die erkend zijn door de Vlaamse Gemeenschap, door de Franse Gemeenschapscommissie of door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, en gevestigd zijn in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, hierna genoemd "de inrichters".

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van dit samenwerkingsakkoord, biedt de inrichter de nieuwkomer een inburgeringstraject aan dat in overeenstemming is met de bestaande regelgeving van de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschapscommissie en/of de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.

Art. 4.Er worden taallessen aangeboden tot het niveau A2 van het Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen.

Voor nieuwkomers die analfabeet of anders gealfabetiseerd zijn, worden er taallessen aangeboden tot het niveau A1 van het Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen voor de mondelinge vaardigheden.

Art. 5.Van zodra de nieuwkomer zich aanmeldt bij de inrichter, reikt de inrichter een attest uit aan de nieuwkomer dat de aanmelding aantoont.

De inrichter sluit met de nieuwkomer een contract af.

De nieuwkomer kan een gehele of gedeeltelijke vrijstelling bekomen voor de taallessen, de lessen burgerschap of beide op basis van reeds verworven kennis, vaardigheden en/of competenties. Dit kan in het contract vermeld worden.

Indien de nieuwkomer aangepaste taallessen volgt omdat hij analfabeet of anders gealfabetiseerd is, kan dit vermeld worden in het contract.

Art. 6.Van zodra de nieuwkomer op regelmatige wijze het inburgeringstraject heeft afgerond, reikt de inrichter aan de nieuwkomer een attest uit dat de regelmatige afronding aantoont.

Art. 7.Met het oog op een opschorting van de verplichting tot inburgering voor de nieuwkomer, reikt de inrichter ook volgende attesten uit aan de nieuwkomer: 1° indien de nieuwkomer een inburgeringstraject aan het volgen is dat niet kan afgerond worden binnen de 18 maanden na de aanmelding: een attest waarin de duur van het inburgeringstraject vermeld staat;2° indien de nieuwkomer op een wachtlijst staat bij gebrek aan beschikbare plaatsen: een attest dat bevestigt dat de nieuwkomer op een wachtlijst staat.

Art. 8.De contracterende partijen verbinden zich ertoe om alle informatie uit te wisselen die nodig is om de praktische uitvoering van dit samenwerkingsakkoord mogelijk te maken.

Er wordt een stuurgroep opgericht, samengesteld uit vertegenwoordigers van de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschapscommissie en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, teneinde dit samenwerkingsakkoord te evalueren. Deze stuurgroep komt minstens één maal per jaar samen, en telkens wanneer blijkt dat het aantal aangeboden plaatsen bij één van beide Gemeenschappen niet voldoende is.

Om de vier jaar gebeurt er een evaluatie van de gehele regeling met betrekking tot de verplichting tot inburgering door een extern bureau. HOOFDSTUK 3. - Aanbod inburgeringstrajecten

Art. 9.De Franse Gemeenschapscommissie financiert minimum 4000 inburgeringstrajecten per jaar bestemd voor nieuwkomers zoals bepaald door de ordonnantie. De Vlaamse Gemeenschap financiert minstens 4000 inburgeringstrajecten per jaar bestemd voor nieuwkomers zoals bepaald door de ordonnantie. Voor alle bijkomende inburgeringstrajecten bestemd voor de nieuwkomers zoals bepaald door de ordonnantie, zullen de contracterende partijen, elk binnen hun bevoegdheid, de noodzakelijke maatregelen nemen om de taken die hen zijn toevertrouwd uit te voeren. HOOFDSTUK 4. - Informatie verstrekt door de gemeenten

Art. 10.Teneinde de nieuwkomer te informeren over zijn verplichting tot het volgen van een inburgeringstraject, over de sancties bij niet-naleving van die verplichting, en over de verschillende erkende organisatoren van het inburgeringstraject en hun verschillende respectieve vormingsaanbod, overeenkomstig artikel 6 van de ordonnantie, geeft de gemeente aan elke nieuwkomer een informatiebrochure waarvan de inhoud door de stuurgroep met unanimiteit zal worden bepaald. HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen

Art. 11.Dit samenwerkingsakkoord treedt in werking op de dag van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van de laatste instemmingsakte uitgaande van de contracterende partijen.

Art. 12.Dit samenwerkingsakkoord is voor onbepaalde duur geldig. Elke contracterende partij kan het samenwerkingsakkoord opzeggen mits ze een opzegtermijn van 1 jaar in acht neemt.

De opzegtermijn gaat in vanaf het ogenblik dat de opzeggende partij haar intentie tot opzegging heeft bekendgemaakt aan de overige contracterende partijen.

Opgemaakt te Brussel op ..... in 3 exemplaren, waarvan iedere partij bevestigt een exemplaar ontvangen te hebben.

Voor de Vlaamse Gemeenschap: De Minister-President G. BOURGEOIS De Minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke kansen en Armoedebestrijding, L. HOMANS Voor de Franse Gemeenschapscommissie: De Minister-President van het College, F. LAANAN De Minister bevoegd voor Sociale Cohesie, R. VERVOORT Voor de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie: De Voorzitter van het Verenigd College, R. VERVOORT De Ministers bevoegd voor Bijstand aan Personen, P. SMET en C. FREMAULT

^