Etaamb.openjustice.be
Decreet van 09 juli 2020
gepubliceerd op 22 juli 2020

Decreet tot bevestiging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 23 januari 2020 tot vaststelling van het referentiesysteem van de initiële competenties en tot voorziening van een afwijkingsprocedure van het referentiesysteem van de initiële competenties overeenkomstig artikel 1.4.4-1, § 1, van het wetboek voor het basis- en secundair onderwijs

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2020042348
pub.
22/07/2020
prom.
09/07/2020
ELI
eli/decreet/2020/07/09/2020042348/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

9 JULI 2020. - Decreet tot bevestiging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 23 januari 2020Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 23/01/2020 pub. 07/02/2020 numac 2020010330 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van het referentiesysteem van de initiële competenties sluiten tot vaststelling van het referentiesysteem van de initiële competenties en tot voorziening van een afwijkingsprocedure van het referentiesysteem van de initiële competenties overeenkomstig artikel 1.4.4-1, § 1, van het wetboek voor het basis- en secundair onderwijs


Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt: HOOFDSTUK. I - Bevestiging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 23 januari 2020Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 23/01/2020 pub. 07/02/2020 numac 2020010330 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van het referentiesysteem van de initiële competenties sluiten tot vaststelling van het referentiesysteem van de initiële competenties

Artikel 1.§ 1. Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 23 januari 2020Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 23/01/2020 pub. 07/02/2020 numac 2020010330 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van het referentiesysteem van de initiële competenties sluiten tot vaststelling van het referentiesysteem van de initiële competenties, opgenomen in bijlage bij dit decreet, wordt bevestigd, overeenkomstig artikel 1.4.4-1, § 1, tweede lid, van het wetboek voor het basis- en secundair onderwijs, onder voorbehoud van de vervanging van de bijlage vermeld in paragraaf 2. § 2. De bijlage bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 23 januari 2020Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 23/01/2020 pub. 07/02/2020 numac 2020010330 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van het referentiesysteem van de initiële competenties sluiten tot vaststelling van het referentiesysteem van de initiële competenties wordt vervangen door de bijlage gevoegd bij dit decreet. HOOFDSTUK II. - Procedure voor de afwijking van het referentiesysteem van de initiële competenties

Art. 2.Elke inrichtende macht en elke federatie van inrichtende machten kan een aanvraag om afwijking indienen van het referentiesysteem van de initiële competenties bedoeld in artikel 1.4.4-1. - § 1, eerste lid, van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs onder de voorwaarden en volgens de procedure bepaald in de volgende artikelen.

Art. 3.Geen enkele afwijking mag tot gevolg hebben dat de samenhang van het onderwijssysteem benadeeld wordt, aangezien dit het gevolg is van de uitvoering van de grondwettelijke beginselen op het gebied van het onderwijs. Ze kan met name niet tot gevolg hebben dat de kwaliteit van het onderwijs, de basisinhoud of de gelijkwaardigheid van diploma's en getuigschriften in het gedrang komt, of zelfs dat de vrijheid van de ouders wordt beperkt om hun kind het daaropvolgende schooljaar van school te veranderen.

Geen enkele afwijking mag toegekend worden aan een inrichtende macht of aan een federatie van inrichtende machten waarvan het ontwerp niet tot gevolg zou hebben dat de rechten en vrijheden in de Grondwet, het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en het Verdrag inzake de rechten van het kind worden gegarandeerd.

Art. 4.§ 1. In de aanvraag om afwijking : 1° geeft de inrichtende macht of de federatie van inrichtende machten de inhoud en de verwachtingen aan die worden uitgedrukt in het referentiesysteem van de initiële competenties die hij te beperkend acht om het voldoende ruimte te geven om zijn eigen pedagogische project uit te voeren, met vermelding van de redenen waarom deze inhoud en verwachtingen deze uitvoering beperken;2° beschrijft de inrichtende macht of de federatie van inrichtende machten de alternatieve inhoud en verwachtingen die hij van plan is uit te voeren;3° rechtvaardigt de inrichtende macht of de federatie van inrichtende machten hoe de vervanging aan de voorwaarden bedoeld in artikel 3 voldoet. § 2. De aanvraag om afwijking specificeert de juiste referenties van de gevraagde verwijderingen en invoegingen. Een afschrift van het pedagogische project is bij de aanvraag gevoegd. Op straffe van niet-ontvankelijkheid wordt de aanvraag om afwijking en de bijlagen daarvan uiterlijk zes maanden voor het begin van het schooljaar waarin het in werking moet treden, per aangetekende brief, bij de regering ingediend. § 3. In afwijking van paragraaf 2, voor het schooljaar 2020-2021, worden de aanvragen om afwijking per aangetekende brief, uiterlijk op 10 juli 2020 bij de Regering ingediend.

Art. 5.§ 1. Er wordt een Commissie opgericht die belast is met het uitbrengen van een advies aan de Regering over de aanvragen om afwijking.

De Commissie voorgezeten door Administrateur-generaal van de Algemene Administratie Onderwijs of zijn afgevaardigde, is samengesteld als volgt : 1° een ambtenaar-generaal van de Algemene Directie voor de sturing van het opvoedingssysteem of zijn afgevaardigde aangesteld door de Regering;2° drie leden van de Algemene Inspectiedienst, naar rata van twee voor het kleuterniveau, en één voor het lager niveau, aangesteld door de Regering, op het voorstel van de Inspecteur-generaal-coördinator;3° twee leden van de Algemene Directie voor de sturing van het opvoedingssysteem, aangesteld door de Regering;4° de voorzitter en de vice-voorzitter van de Algemene Raad van het basisonderwijs of hun respectieve afgevaardigde, tenzij één van hen al lid is van de commissie in een andere hoedanigheid, in welk geval de genoemde Algemene Raad een andere van zijn leden benoemt;5° drie deskundigen van universiteiten of hogescholen in pedagogie aangesteld door de Regering op voorstel van de ARES;6° een vertegenwoordiger van de Minister van Onderwijs die zetelt met raadgevende stem. De Regering stelt een plaatsvervangend lid aan voor elk lid bedoeld in het tweede lid, 2°, 3°, 5° en 6°.

Het mandaat van de leden van de Commissie duurt vier jaar en is hernieuwbaar.

Het mandaat van de leden van de commissie is kosteloos. De leden bedoeld in het tweede lid, 5°, krijgen een terugbetaling van hun vervoerkosten volgens de nadere regels die van toepassing zijn op de ambtenaren van de diensten van de Regering.

De Commissie wordt bijeengeroepen door de voorzitter. De bijeenroeping omvat de agenda.

De Commissie kan slechts geldig beraadslagen indien de helft van haar leden aanwezig is. Indien dit quorum niet bereikt wordt, kan de commissie, na een tweede oproeping, geldig beraadslagen over dezelfde agenda, ongeacht het aantal aanwezige leden. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

Wat de andere werkwijzen betreft, stelt de commissie haar huishoudelijk reglement vast dat ter goedkeuring aan de Regering wordt voorgelegd binnen drie maanden na de eerste vergadering van die commissie. § 2. Bij ontvangst van de aanvraag om afwijking bezorgt de Regering haar met de bijlagen ervan aan de Commissie.

Binnen twee maanden na de datum van de verzending van de aanvraag om afwijking, met de bijlagen, door de Regering aan de commissie, zendt deze de Regering een met redenen omkleed advies toe over: 1° de noodzaak om de inhoud en de verwachtingen te vervangen met het oog op de uitvoering van het pedagogische project van de inrichtende macht of de federatie van inrichtende machten;2° de naleving van artikel 3. Deze termijn wordt tussen 1 juli en 31 augustus geschorst.

De Regering zendt het advies van de commissie binnen 15 kalenderdagen na ontvangst van het advies, per aangetekende brief, aan de inrichtende macht of aan de federatie van inrichtende machten. De inrichtende macht of de federatie van inrichtende machten heeft een maand na ontvangst van het advies van de commissie om haar opmerkingen te doen gelden.

Wanneer de inrichtende macht of de federatie van inrichtende machten haar opmerkingen niet binnen de vereiste termijnen heeft meegedeeld, wordt de procedure voortgezet zonder rekening te houden met laattijdige opmerkingen. § 3. In afwijking van paragraaf 2, voor het schooljaar 2020-2021, moet de commissie een met redenen omkleed advies aan de Regering uitbrengen en dit, binnen een termijn van 20 kalenderdagen na de verzending van de aanvraag om afwijking, met de bijlagen ervan, door de Regering aan de Commissie.

Deze termijn wordt niet tussen 1 juli en 31 augustus geschorst.

De Regering zendt het advies van de commissie binnen 5 kalenderdagen na ontvangst van het advies, per aangetekende brief, aan de inrichtende macht of de federatie van de inrichtende machten. De inrichtende macht of de federatie van inrichtende machten heeft een termijn van 15 kalenderdagen vanaf de ontvangst van het advies van de commissie om haar opmerkingen te doen gelden.

Wanneer de inrichtende macht of de federatie van inrichtende machte haar opmerkingen niet binnen de vereiste termijnen heeft meegedeeld, wordt de procedure voortgezet zonder rekening te houden met laattijdige opmerkingen.

Art. 6.§ 1. Na de procédure bedoeld in artikel 5 neemt de Regering een met redenen omklede beslissing over de aanvraag om afwijking, binnen een termijn van één maand na de ontvangst van de opmerkingen van de inrichtende macht of de federatie van inrichtende machten.

Indien een afwijking wordt toegekend, geheel of gedeeltelijk, legt de Regering haar ter bevestiging van het Parlement voor.

In afwijking van het vorige lid, voor het schooljaar 2020-2021, neemt de Regering een beslissing ten laatste voor 31 augustus 2020. § 2. Als de afwijking door het Parlement bevestigd wordt, wordt ze onmiddellijk meegedeeld aan de commissie voor referentiesystemen en programma's van de gemeenschappelijke kern bedoeld in artikel 1.6.2.2, van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs. De inrichtende macht of de federatie van inrichtende machten deelt aan de commissie voor referentiesystemen en programma's van de gemeenschappelijke kern het programma mee dat ze wil toepassen in functie van de verkregen afwijkingen. HOOFDSTUK III. - Slotbepaling

Art. 7.Hoofdstuk I van dit decreet treedt in werking op 1 september 2020.

Hoofdstuk II van dit decreet treedt in werking de dag waarop het aangenomen wordt.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 9 juli 2020.

De Minister-President, P.-Y. JEHOLET De Vice-President en Minister van Begroting, Ambtenarenzaken, Gelijke kansen en het toezicht op « Wallonie-Bruxelles Enseignement", F. DAERDEN De Vice-Presidente en Minister van Kind, Gezondheid, Cultuur, Media en Vrouwenrechten, B. LINARD De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor sociale promotie, universitaire ziekenhuizen, Hulpverlening aan de jeugd, Justitiehuizen, Jeugd, Sport en Promotie van Brussel, V. GLATIGNY De Minister van Onderwijs, C. DESIR _______ Nota Zitting 2019-2020 Stukken van het Parlement. - Ontwerp van decreet, nr. 91-1. - Commissieamendement(en), nr. 91-2 - Commissieverslag, nr. 91-3 - Tekst aangenomen tijdens de commissie, nr. 91-4 - Tekst aangenomen tijdens de plenaire vergadering, nr. 91-5.

Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. - Zitting van 8 juli 2020.

Wat betreft artikel 1, § 1 et 2, zie : https ://www.gallilex.cfwb.be/document/pdf/47575_000.pdf

^