Etaamb.openjustice.be
Decreet van 08 juli 2010
gepubliceerd op 06 september 2010

Decreet houdende verschillende wijzigingen aan de statuten van de leden van het technisch personeel van de door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde psycho-medisch-sociale centra

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2010029462
pub.
06/09/2010
prom.
08/07/2010
ELI
eli/decreet/2010/07/08/2010029462/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

8 JULI 2010. - Decreet houdende verschillende wijzigingen aan de statuten van de leden van het technisch personeel van de door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde psycho-medisch-sociale centra (1)


Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen die voor alle netten gemeenschappelijk zijn

Artikel 1.In artikel 2, § 1, van de wet van 1 april 1960 betreffende de diensten voor studie- en beroepsoriëntering en de psycho-medisch-sociale centra, zoals vervangen door het koninklijk besluit nr. 467 van 1 oktober 1986, door het decreet van 3 maart 2004 en gewijzigd bij het decreet van 19 februari 2009, wordt een nieuw punt 7° ingevoegd. Het luidt als volgt : « 7° Het begrip betrekking dekt : a) de voltijdse opdracht (volledige prestatie) : 36 u./week b) de halftijdse opdracht : 18 u./week.

Een betrekking van directeur is uitsluitend een voltijdse betrekking (36 u./week). HOOFDSTUK II. - Bepalingen betreffende de psycho-medisch-sociale centra die door de Franse Gemeenschap worden georganiseerd

Art. 2.In artikel 14, punt 9°, van het koninklijk besluit van 27 juli 1979 houdende het statuut van de leden van het technisch personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Franse Gemeenschap alsook van de personeelsleden van de inspectiedienst belast met het toezicht op deze psycho-medisch-sociale centra, zoals vervangen door het decreet van 31 januari 2002, worden de woorden « niet afgedankt zijn, afgezet zijn of bij tuchtmaatregel afgedankt zijn gedurende of op het einde van de stage bedoeld bij dit hoofdstuk » ingevoegd tussen de woorden « niet op disciplinaire non-activiteit geplaatst » en de woorden « door de Franse Gemeenschap ».

Art. 3.In artikel 20, § 1, van het voormelde koninklijk besluit van 27 juli 1979, wordt een tweede lid toegevoegd, luidend als volgt : « Ieder personeelslid dat gedurende de stage wordt afgedankt, verliest, voor het ambt dat het op het ogenblik van zijn afdanking uitoefende, het voordeel van de ingediende kandidaturen alsook van het aantal dagen die vóór zijn afdanking werden gepresteerd. »

Art. 4.In artikel 21 van het voormelde koninklijk besluit van 27 juli 1979, wordt een 5e lid toegevoegd, luidend als volgt : « Het in artikel 20, § 2, 1. bedoelde tijdelijk aangesteld personeelslid dat zijn taak op voldoende wijze heeft vervuld, wordt, behalve andersluidend verzoek van hem, opnieuw aangesteld in het centrum waarin het in het vorige boekjaar aangesteld was. De voorrang die het geniet, kan niet worden tegengeworpen aan de voorrang voor de aanstelling van een beter gerangschikte kandidaat. »

Art. 5.In het voormelde koninklijk besluit van 27 juli 1979 wordt een artikel 21bis ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 21bis.§ 1. Binnen een centrum, bij vermindering van de prestaties die in een bepaald ambt beschikbaar zijn, wordt geheel of gedeeltelijk een einde gemaakt aan de prestaties van een lid van het technisch personeel volgens de volgende volgorde : 1° de niet gerangschikte tijdelijk aangestelde personeelsleden; 2° de tijdelijk aangestelde personeelsleden die gerangschikt zijn in de tweede groep bedoeld in artikel 20, § 2, 2.; 3° de tijdelijk aangestelde personeelsleden die gerangschikt zijn in de eerste groep bedoeld in artikel 20, § 22, 1.in de omgekeerde volgorde van de ragschikking; 4° de leden van het technisch personeel die in vast verband benoemd zijn, voor de prestaties die hun bij wijze van aanvullende prestatie worden toegekend;5° de stagiairs, in omgekeerde volgorde van hun rangschikking;6° de leden van het technisch personeel die in vast verband benoemd zijn, voor de prestaties die hun bij wijze van aanvullende opdracht worden toegekend;7° de leden van het technisch personeel die voorlopig in actieve dienst terug worden geroepen;8° de leden van het technisch personeel die in vast verband benoemd zijn in het ambt dat ze uitoefenen en bij aanvullende wijze in het centrum worden aangesteld;9° de leden van het technisch personeel die in vast verband benoemd zijn in het ambt dat ze uitoefenen en in het centrum aangesteld of in hoofdorde aangesteld zijn. Een personeelslid dat in vast verband benoemd is en in gedeeltelijk opdrachtverlies gesteld is, kan een aanvullende bevoegdheid krijgen in het ambt van een ander in vast verband benoemd personeelslid, dat van de dienst tijdelijk verwijderd wordt en vervangen wordt door een personeelslid bedoeld in het eerste lid, 1° tot 4° en 6°.

Een in vast verband benoemd personeelslid kan in actieve dienst terug worden geroepen in het centrum waar het zijn betrekking heeft verloren, in de betrekking van een ander in vast verband benoemd personeelslid, dat van de dienst tijdelijk verwijderd wordt en vervangen wordt door een personeelslid bedoeld in het eerste lid, 1° tot 4° en 6°, voor zover de duur van de voorlopige terugroeping in actieve dienst ten minste vijftien weken is ».

Art. 6.In artikel 26, tweede lid, van het voormelde koninklijk besluit van 27 juli 1979, worden de woorden « na de reaffectaties en mutaties van dat jaar » vervangen door de woorden « na de reaffectaties, opdrachtaanvullingen, mutaties en benoemingsuitbreidingen van dat jaar ».

Art. 7.In artikel 27 van het voormelde koninklijk besluit van 27 juli 1979, wordt punt 6° afgeschaft en wordt punt 10° aangevuld met de woorden « of niet afgedankt, afgezet of afgedankt bij tuchtmaatregel gedurende of op het einde van een stage gedurende een vorig dienstjaar.

Art. 8.In artikel 36 van het voormelde koninklijk besluit van 27 juli 1979, worden de woorden « de stage kan slechts met maximum één jaar worden verlengd op gemotiveerd en eensluidend voorstel, afzonderlijk uitgebracht door de directeur van het centrum en door de bevoegde inspecteur » vervangen door de woorden « de stage kan met hoogstens één jaar worden verlengd op gemotiveerd voorstel van de directeur van het centrum ».

Art. 9.In artikel 37 van het voormelde koninklijk besluit van 27 juli 1979, worden de woorden « op gemotiveerd en eensluidend voorstel, afzonderlijk uitgebracht door de directeur van het centrum en door de bevoegde inspecteur » vervangen door de woorden « op gemotiveerd voorstel van de directeur van het centrum ».

Art. 10.Artikel 38 van het voormelde koninklijk besluit van 27 juli 1979 wordt afgeschaft.

Art. 11.In artikel 44, eerste lid, van het voormelde koninklijk besluit van 27 juli 1979, wordt het cijfer « 38 » afgeschaft.

Art. 12.In hoofdstuk III van het voormelde koninklijk besluit van 27 juli 1979 wordt een afdeling 4 ingevoegd, luidend als volgt : « Afdeling 4. - Prestatie-aanvullingen en benoemingsuitbreidingen

Artikel 45bis.Op zijn verzoek kan een technisch personeelslid dat in vast verband benoemd is in een ambt met onvolledige prestaties een prestatie-aanvulling krijgen in het centrum waar het geaffecteerd is en/of in één of verschillende andere centra, voor zover die aanvulling niet noodzakelijk is om de opdracht van een stagiair of van een technisch personeelslid aan te vullen, dat : - voorlopig in actieve dienst teruggeroepen wordt; - voor de prestaties die hem bij wijze van opdrachtaanvulling worden toegekend; - een mutatie geniet; - in hoofdorde of in aanvullende orde in het centrum geaffecteerd is.

Op zijn verzoek behoudt het technisch personeelslid dat een prestatie-aanvulling heeft gekregen, die aanvulling, zolang de in het vorige lid bedoelde voorwaarden vervuld zijn.

De aanvragen bedoeld in het eerste lid en in het tweede lid moeten worden ingediend in de loop van de maand april bij het Ministerie van de Franse Gemeenschap. De toekenning van een prestatie-aanvulling heeft ten vroegste met ingang van 1 september van het volgende dienstjaar uitwerking.

Onder prestatie-aanvulling in de zin van dit artikel, dient de toekenning voor een onbepaalde duur te worden verstaan, met als uiterste datum de laatste dag van het dienstjaar, aan een technisch personeelslid dat in vast verband wordt benoemd in een ambt met onvolledige prestaties : 1° in het centrum waar het geaffecteerd is, van een deel van een tijdelijk vacante opdracht, ressorterend onder het ambt waarin het in vast verband benoemd is;2° in één of verschillende andere centra, van een deel van een tijdelijk of definitief vacante opdracht, ressorterend onder het ambt waarin het in vast verband benoemd is ».

Artikel 45ter.Op zijn verzoek kan een technisch personeelslid dat in vast verband benoemd is in een ambt met onvolledige prestaties van de Regering de uitbreiding krijgen van zijn benoeming in vast verband in een tweede definitief vacante betrekking in een ander centrum, voor zover die betrekking : 1° ressorteert onder het ambt waarin het technisch personeelslid in vast verband benoemd is;2° niet bezet wordt door een technisch personeelslid bij wijze van opdrachtaanvulling, door een technisch personeelslid dat voorlopig in actieve dienst teruggeroepen wordt in een ander ambt dan dat waarin het in vast verband benoemd is en waarvoor het het vereiste bekwaamheidsbewijs bezit, door een technisch personeelslid dat in actieve dienst teruggeroepen wordt voor een onbepaalde duur in een ander ambt dan dat waarin het in vast verband benoemd is of door een technisch personeelslid dat tot de stage is toegelaten. Het technisch personeelslid dat in vast verband benoemd is in een ambt met onvolledige prestaties dat een uitbreiding van zijn benoeming in vast verband in een ander centrum wenst te krijgen, dient, bij een aangetekend schrijven, een aanvraag bij de Regering in de loop van de maand maart in. De aanvraag vermeldt het centrum of de centra waar het personeelslid de uitbreiding van zijn benoeming wenst te krijgen. De lijst van die keuzen moet worden vastgesteld in de volgorde van de voorkeur tussen de vermelde centra, waarbij de eerste de eerste keuze is.

De uitbreiding van de benoeming in vast verband begint de eerste dag van het volgende dienstjaar, op voorwaarde dat : 1° het technisch personeelslid op die datum geen opdracht met volledige prestaties kan genieten in het centrum waar het in hoofdorde geaffecteerd is;2° het technisch personeelslid niet ter beschikking wordt gesteld bij ontstentenis van betrekking in zijn centrum, zonder in aanvullende orde in één of verschillende andere centra geaffecteerd te zijn. Voor elk van de toe te kennen onvolledige opdrachten, worden de technische personeelsleden die een aanvraag om benoemingsuitbreiding regelmatig hebben ingediend en die aan de vereiste voorwaarden voldoen, gerangschikt volgens de dienstanciënniteit in de door de Franse Gemeenschap georganiseerde centra, verworven op 1 september van het lopende dienstjaar.

Bij gelijke dienstanciënniteit, wordt voorrang verleend aan het technisch personeelslid dat op de voormelde datum de grootste ambtsanciënniteit telt in de door de Franse Gemeenschap georganiseerde centra.

Bij gelijke ambtsanciënniteit, wordt voorrang verleend aan het oudste technisch personeelslid.

Art. 45quater.Een technisch personeelslid dat in vast verband benoemd is in een ambt met volledige prestaties wordt in één enkel centrum geaffecteerd.

Een technisch personeelslid dat in vast verband benoemd is in een ambt met onvolledige prestaties wordt in hoofdorde in één enkel centrum geaffecteerd en, als het de uitbreiding in vast verband bedoeld in artikel 45ter geniet, in aanvullende orde geaffecteerd in het centrum waar het die uitbreiding geniet.

Geen technisch personeelslid kan zijn affectatie in aanvullende orde behouden in een ander centrum zodra een ambt met volledige prestaties hem in vast verband kan worden toegekend in het centrum waar het in hoofdorde geaffecteerd is.

Een technisch personeelslid kan, op zijn verzoek, van zijn affectatie in hoofdorde afzien zodra een ambt met volledige prestaties hem in vast verband kan worden toegekend in het centrum waar het in aanvullende orde wordt geaffecteerd.

Artikel 45quinquies.Het technisch personeelslid dat in vast verband benoemd is in een ambt met volledige prestaties kan dat ambt niet cumuleren met een ander ambt, met volledige of onvolledige prestaties, dat hij op grond van een vroegere benoeming uitoefende. »

Art. 13.In artikel 96 van het voormelde koninklijk besluit van 27 juli 1979, worden de punten 4° en 5° toegevoegd, luidend als volgt : « 4° toekenningsaanvulling : toekenning, in het centrum waar het geaffecteerd is, van één of meer tijdelijk vacante opdrachtdelen, ressorterend onder het ambt waarin het in vast verband benoemd is, ter compensatie van het opdrachtdeel waarvoor het in gedeeltelijk opdrachtverlies verklaard wordt. 5° opdrachtaanvulling : toekenning, in één of meer andere centra, aan een technisch personeelslid dat zich in een gedeeltelijk opdrachtverlies bevindt, van één of meer tijdelijk of definitief vacante opdrachtdelen van het ambt waarin het in vast verband benoemd is, ter compensatie van het opdrachtdeel waarvoor het in gedeeltelijk opdrachtverlies verklaard is.»

Art. 14.Artikel 100 van het voormelde koninklijk besluit van 27 juli 1979 wordt vervangen door een artikel 100, luidend als volgt : «

Artikel 100.§ 1. De reaffectatiecommissie komt elk jaar in de loop van de maand november bijeen. Ze kan bijkomende vergaderingen bijeenroepen op initiatief van de voorzitter.

De commissie stelt de reaffectatie van de technische personeelsleden voor in de betrekkingen die op 1 september van het lopende dienstjaar definitief vacant zijn; ze brengt ook advies uit inzake opdrachtaanvullingen.

Ze zendt haar voorstellen aan de Regering over, die erover beslist.

Indien het technisch personeelslid in actieve dienst teruggeroepen is in een betrekking die ten minste drie vierde van de opdracht waarvoor het bezoldigd wordt, telt, treedt het in dienst waar het gereaffecteerd wordt pas op 1 september van het volgende dienstjaar. § 2. Elk jaar, in de loop van de maand november, onderzoekt de reaffectatiecommissie de reaffectatie en stelt ze de reaffectatie voor van de technische personeelsleden die bij ontstentenis van betrekking op 1 september van het lopende dienstjaar ter beschikking gesteld zijn, in de betrekkingen die vacant kunnen worden overeenkomstig de bepalingen van artikel 10bis van het koninklijk besluit nr. 297 van 31 maart 1984 betreffende de opdrachten, de wedden, de weddetoelagen en de verloven voor verminderde prestatie in het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra. »

Art. 15.In artikel 102 van het voormelde koninklijk besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, worden de woorden « of in gedeeltelijk opdrachtverlies gesteld zijn » ingevoegd tussen de woorden « bij ontstentenis van betrekking » en « in de centra »;2° in het tweede lid, worden de woorden « of bij opdrachtaanvulling » zullen worden ingevoegd tussen de woorden « via reaffectatie » en de woorden « zullen kunnen worden toegekend »;3° in het derde lid worden de woorden « of een aanvraag om opdrachtaanvulling » ingevoegd tussen de woorden « een reaffectatieaanvraag » en de woorden » in te dienen ».

Art. 16.In het opschrift van hoofdstuk IX van het voormelde koninklijk besluit van 27 juli 1979, tussen de woorden « tijdelijk terugroepen in actieve dienst » en de woorden « en mutatie », worden de woorden « toekenningsaanvulling, opdrachtaanvulling » ingevoegd.

Art. 17.Het opschrift van afdeling 3 van hoofdstuk IX van het voormelde koninklijk besluit van 27 juli 1979, wordt aangevuld met de woorden « toekenningsaanvulling en opdrachtaanvulling ».

Art. 18.In artikel 106 van het voormelde koninklijk besluit van 27 juli 1979, na de woorden « die hem tijdelijk kan terugroepen in actieve dienst » worden de woorden « en hem een opdrachtaanvulling of een toekenningsaanvulling kan verlenen ».

Art. 19.In de afdelingen 3 en 4 van hoofdstuk IX van het voormelde koninklijk besluit van 27 juli 1979 wordt een afdeling 3bis ingevoegd, luidend als volgt : « Afdeling 3bis. - Opdrachtaanvulling en toekenningsaanvulling

Art. 108bis.§ 1. Het in vast verband benoemd technisch personeelslid dat in gedeeltelijk opdrachtverlies is, blijft ter beschikking van de Regering, die, op eigen initiatief of op de voordracht van de reaffectatiecommissie, hem een opdrachtaanvulling ken verlenen : 1° eerst, vóór elke tijdelijke aanstelling of elke toelating tot de stage;2° vervolgens, in de door tijdelijke personeelsleden beklede betrekkingen. Op eigen aanvraag behoudt een in vast verband benoemd technisch personeelslid dat zich in gedeeltelijk opdrachtverlies bevindt en een opdrachtaanvulling in één of meer centra heeft bekomen, die opdrachtaanvulling, zolang : 1° hem geen volledige opdracht wordt toegekend in het centrum waar het zijn hoofdambt uitoefent;2° die aanvulling niet noodzakelijk is om de opdracht aan te vullen van een in vast verband benoemd technisch personeelslid dat in dit centrum aangesteld is of daar voorlopig in actieve dienst terug wordt geroepen of daar gereaffecteerd is ». § 2. Het in vast verband benoemd technisch personeelslid dat zich in gedeeltelijk opdrachtverlies bevindt, blijft ter beschikking van de Regering, die hem, op eigen initiatief, een toekenningsaanvulling kan verlenen : 1° eerst, vóór elke tijdelijke aanstelling;2° vervolgens, in de door tijdelijk aangestelde personeelsleden beklede betrekkingen.»

Art. 20.In artikel 169, § 1, van het koninklijk besluit van 27 juli 1979 houdende het statuut van de leden van het technisch personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Franse Gemeenschap alsook van de personeelsleden van de inspectiedienst belast met het toezicht op deze psycho-medisch-sociale centra, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) de woorden « Onder de door de Regering bepaalde voorwaarden » worden geschrapt;b) de punten « 17.» en « 18. » worden toegevoegd, luidend als volgt : « 17. om een ander ambt in het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra voorlopig uit te oefenen; 18. voor sportactiviteiten, het afstaan van organen of weefsels ».

Art. 21.In artikel 170 van het voormelde koninklijk besluit van 27 juli 1979, worden de punten « 5 » en « 6 » geschrapt en wordt een punt 9 toegevoegd, luidend als volgt : « 9. voor onderbreking van de beroepsloopbaan om palliatieve zorg te verlenen, om een lid van het gezin of van de familie dat zwaar ziek is bij te staan of hem zorg te verlenen, naar aanleiding van de geboorte of de adoptie van een kind in het kader van het ouderschapsverlof. »

Art. 22.Artikel 175 van het voormelde koninklijk besluit van 27 juli 1979 wordt aangevuld als volgt : « behoudens tuchtvervolging of toepassing van artikel 10ter, § 7, van het koninklijk besluit nr. 297 van 31 maart 1984 betreffende de opdrachten, de wedden, de weddetoelagen en de verloven voor verminderde prestatie in het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra. »

Art. 23.Het opschrift van onderafdeling 2 van afdeling 4 van hoofdstuk XI van het voormelde koninklijk besluit van 27 juli 1979 wordt aangevuld met de woorden « en gedeeltelijk opdrachtverlies ».

Art. 24.Artikel 183 van het voormelde koninklijk besluit van 27 juli 1979 wordt gewijzigd als volgt : 1° § 1 wordt vervangen door een paragraaf, luidend als volgt : « § 1.In gedeeltelijk opdrachtverlies wordt gesteld, het personeelslid dat voor een volledige opdracht in vast verband benoemd is en in een centrum aangesteld is of een hoofdambt voor een halve opdracht in een centrum en een aanvullend ambt in een ander centrum voor een andere halve opdracht uitoefent, dat een halve opdracht verliest.

Ter beschikking wegens ontstentenis van betrekking wordt gesteld, het in vast verband benoemd technisch personeelslid, dat in een centrum aangesteld is of een hoofdambt in een centrum voor een halve opdracht en een aanvullende opdracht in een ander centrum voor een andere halve opdracht uitoefent, dat zijn opdracht of zijn beide opdrachten verliest.

De terbeschikkingsstelling en het gedeeltelijk opdrachtverlies hebben uitwerking met ingang van 1 september . »; 2° in § 3 worden de woorden « Ze kunnen door de Minister voorlopig in actieve dienst teruggeroepen worden in een tijdelijk of definitief vacante betrekking » vervangen door de woorden « Ze kunnen door de Regering voorlopig in actieve dienst worden teruggeroepen, een toekenningsaanvulling of een opdrachtaanvulling toegewezen krijgen in een tijdelijk of definitief vacante betrekking of in tijdelijk of definitief vacante betrekkingen.»; 3° er wordt een paragraaf 4 toegevoegd, luidend als volgt : « § 4.Er wordt van ambtswege een einde gemaakt aan de affectatie in aanvullende orde van een technisch personeelslid in een centrum waar het zijn gehele opdracht verliest die hem toegekend was, als dat verlies wordt gecompenseerd door een overeenstemmende verhoging van zijn opdracht in het centrum waar het zijn hoofdopdracht uitoefent.

In gedeeltelijk opdrachtverlies kan niet worden gesteld, het technisch personeelslid dat een overeenstemmende opdracht toegewezen krijgt in het centrum waar het zijn hoofdopdracht of zijn aanvullende opdracht uitoefent, en geaffecteerd is in het centrum waar het een volledige opdracht heeft ».

Art. 25.In artikel 183bis van het voormelde koninklijk besluit van 27 juli 1979, tussen de woorden « wordt pas ter beschikking gesteld » en « bij ontstentenis van betrekking », worden de woorden « of in gedeeltelijk opdrachtverlies gesteld ».

Art. 26.In artikel 183 ter van het koninklijk besluit van 27 juli 1979 houdende het statuut van de leden van het technisch personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Franse Gemeenschap alsook van de personeelsleden van de inspectiedienst belast met het toezicht op deze psycho-medisch-sociale centra, wordt een paragraaf 5 toegevoegd, luidend als volgt : « § 5. In de zin van dit artikel, onder terbeschikkingsstelling bij ontstentenis van betrekking » dient eveneens te worden verstaan « gedeeltelijk opdrachtverlies. » HOOFDSTUK III. - Bepalingen betreffende de officiële gesubsidieerde psycho-medisch-sociale centra

Art. 27.Artikel 23, § 1, van het decreet van 31 januari 2002 tot vaststelling van het statuut van de leden van het gesubsidieerd technisch personeel van de gesubsidieerde officiële psycho-medisch-sociale centra, zoals aangevuld door het decreet van 13 december 2007, wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt : « Binnen een zelfde inrichtende macht, voor elk ambt, worden ook in de rangschikking opgenomen, de deeltijdse tijdelijke of vastbenoemde technische personeelsleden, op voorwaarde dat deze dit, op straffe van uitsluiting, bij aangetekend schrijven of tegen ontvangstbewijs aan de inrichtende macht vóór 31 mei hebben aangevraagd. Er wordt geen rekening gehouden met het feit dat het personeelslid al dan niet in de inrichtende macht in dienst is op het ogenblik waarop de rangschikking vastgelegd is. »

Art. 28.In artikel 30 van hetzelfde decreet wordt een nieuw punt 3 ingevoegd, luidend als volgt : « 3° behalve als zij de betrekking reeds heeft toegewezen via een opdrachtuitbreiding overeenkomstig de bepalingen bedoeld in artikel 31bis . »

Art. 29.In hoofdstuk II van hetzelfde decreet wordt een artikel 31bis ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 31bis.De inrichtende macht die een vacante betrekking wil toekennen, vult, met inachtneming van artikel 23, en in afwijking van artikel 33, de opdracht van een lid van zijn personeel dat in een opdracht met onvolledige prestaties in vast verband benoemd is aan met een uitbreiding van zijn vaste benoeming in hetzelfde ambt. De uitbreiding heeft uitwerking met ingang van onverschillig welke datum.

Ze kan alleen worden toegekend voor zover het personeelslid voldoet aan alle voorwaarden bedoeld in artikel 32, met uitzondering van 10° en 12°. »

Art. 30.In artikel 32, § 1, van hetzelfde decreet wordt punt 6 afgeschaft.

Art. 31.In artikel 42 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in punt 1, worden de woorden « in vast verband » geschrapt;b) punt 2 wordt vervangen als volgt : « 2° titularis zijn, vóór die aanwerving, van een ambt met minstens een halve opdracht, in een centrum dat afhangt van de inrichtende macht.»

Art. 32.In artikel 53 van hetzelfde decreet wordt punt 1 vervangen door de volgende bepaling : « 1° terbeschikkingstelling : a) terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking ten gevolge van de volledige afschaffing van een voltijdse of halftijdse betrekking.Het ambt waarin de betrekking wordt afgeschaft wordt bepaald op basis van de omgekeerde volgorde van de opvolging van de ambten zoals vastgesteld door de inrichtende macht overeenkomstig artikel 3; b) het stellen in gedeeltelijk opdrachtverlies ten gevolge van een halftijdse betrekking, uitgeoefend door een personeelslid dat titularis is van een voltijdse betrekking.Wanneer het woord « terbeschikkingstelling » zonder nadere bepaling wordt gebruikt, heeft het op beide voormelde toestanden betrekking. »

Art. 33.In artikel 59, § 1, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden « of in gedeeltelijk opdrachtverlies verklaard » ingevoegd tussen de woorden « bij ontstentenis van betrekking » en « onder de technische personeelsleden ».

Art. 34.In artikel 60, § 4, van hetzelfde decreet worden de woorden « of in gedeeltelijk opdrachtverlies heeft verklaard » ingevoegd tussen de woorden « ter beschikking heeft gesteld bij ontstentenis van betrekking, » en « moet de inrichtende macht ».

Art. 35.In artikel 64, § 1, van hetzelfde decreet, worden de woorden « bij gedeeltelijk opdrachtverlies » ingevoegd tussen de woorden « bij ontstentenis van betrekking » en de woorden « krijgen, op hun verzoek ».

Art. 36.In artikel 67, § 1 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het derde lid, worden de woorden « die minstens rang 12 heeft » door de woorden « die minstens rang 10 heeft » vervangen;2° in het vierde lid worden de woorden « een ambtenaar van het Ministerie, aangesteld door de Regering » vervangen door de woorden « de Diensten van de Regering »;3° in het vijfde lid, wordt het woord « secretaris » vervangen door het woord « secretariaat ».

Art. 37.Artikel 99, 10°, van hetzelfde decreet wordt aangevuld met een nieuw letter f), luidend als volgt : « f) door de toepassing van artikel 31bis ; ». HOOFDSTUK IV. - Bepalingen betreffende de vrije gesubsidieerde psycho-medisch-sociale centra

Art. 38.In artikel 1, eerste lid, van het decreet van 31 januari 2002 tot vaststelling van het statuut van de leden van het gesubsidieerd technisch personeel van de vrije gesubsidieerde psycho-medisch-sociale centra worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) er wordt een § 1 gevoegd, die het eerste lid, met inbegrip van de punten 1° tot 3°, overneemt;b) in punt 1° worden de woorden « met uitzondering van deze personeelsleden die geen weddetoelage krijgen ten laste van de Franse Gemeenschap, behoudens de vermeldingen in artikelen 33, § 2, en 43, § 2 » geschrapt;c) punt 2° wordt vervangen door wat volgt : « de niet-statutaire personeelsleden zoals bepaald in artikel 1, § 3, 10°, voor de bepalingen van de artikelen 27, 29, 30, 31 en 33 »;d) punt 3° wordt vervangen door wat volgt : « de inrichtende machten van die centra »;e) er wordt een § 2 ingevoegd, luidend als volgt : « In afwijking van § 1, is dit decreet niet van toepassing op : De personeelsleden die geen weddesubsidie genieten ten laste van de Franse Gemeenschap, behalve voor wat in de artikelen 33, § 2, en 43, § 2, vermeld staat »;f) er wordt een § 3 ingevoegd, die het tweede lid, met inbegrip van de punten 1° tot 10°, en het derde lid, overneemt;g) er wordt een nieuw punt 8, luidend als volgt, ingevoegd (het vroegere punt 8 en de punten 9 en 10 worden de punten 9, 10 en 11) : « 8° de motivatie bestaat in de vermelding, in de akte, van de overwegingen in rechte en in feite die de beslissing ten grondslag liggen.Ze moet passend zijn »; h) binnen de nieuwe § 3 worden de volgende punten ingevoegd, luidend als volgt : « 12° affectatiewijziging », de overgang van een centrum naar een ander centrum of van een personeelsformatie naar een andere personeelsformatie die tot dezelfde inrichtende macht behoort, om er in vast verband hetzelfde ambt uit te oefenen als het ambt dat het in vast verband uitoefende in het centrum van afkomst, overeenkomstig de artikelen 40, § 2, en 45.13° « mutatie », de overgang van een gesubsidieerd centrum naar een ander centrum dat behoort tot een andere gesubsidieerde inrichtende macht, om er in vast verband hetzelfde ambt uit te oefenen als het ambt dat het in vast verband uitoefende bij de inrichtende macht van afkomst, overeenkomstig de artikelen 40, § 1, en 45.14° « ambtswijziging » de uitoefening van een ander ambt dan dat waarvoor het personeelslid in vast verband aangeworven is ».

Art. 39.In artikel 9 van hetzelfde decreet, wordt een punt 6° ingevoegd, luidend als volgt : « 6° de personeelsleden waardig en hoffelijk te behandelen. De personeelsleden van de inrichtende macht en hun afgevaardigden mogen geen verbaal of non-verbaal gedrag hebben die deze waardigheid zou kunnen aantasten. Ze mogen geen herhaaldelijk ongewenst gedrag hebben. »

Art. 40.In de afdeling 2 « Plichten van de leden van het technisch personeel » van hetzelfde decreet, wordt een artikel 11bis ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 11bis.Deze afdeling is van toepassing op de tijdelijk aangestelde technische personeelsleden en op de vastbenoemde technische personeelsleden ».

Art. 41.In artikel 14 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) tussen het eerste lid en het tweede lid, dat het vierde lid wordt, worden de volgende leden ingevoegd : « De personeelsleden voeren hun werk zorgvuldig, eerlijk en nauwgezet uit op de plaats, in de tijd en in de voorwaarden die overeengekomen zijn. De personeelsleden handelen overeenkomstig de bevelen en onderrichtingen die hun worden gegeven door de leden van de inrichtende macht en hun afgevaardigden ter uitvoering van de overeenkomst. »; b) tussen het vroegere tweede lid (dat een nieuw vierde lid wordt) en het vroegere derde lid (dat een nieuw zevende lid wordt) worden de volgende leden ingevoegd : « De personeelsleden vermijden alles wat hun eigen veiligheid, die van hun collega's, van de leden van de inrichtende macht of hun afgevaardigden, de consultanten of derden in het gedrang zou kunnen brengen. De personeelsleden geven de inrichtende machten de werkinstrumenten die hun werden toevertrouwd in goede staat terug. ».

Art. 42.Artikel 22 van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende bepaling : « De inrichtende macht die vaststelt dat een technisch personeelslid voortdurend een bezigheid uitoefent die, in de zin van artikel 21, onverenigbaar is met zijn hoedanigheid van technisch personeelslid van een psycho-medisch sociaal centrum, deelt hem dit mee bij een ter post aangetekend schrijven, dat uitwerking heeft met ingang van de derde werkdag volgend op de datum van de verzending ervan. »

Art. 43.In hoofdstuk II van dit decreet wordt een afdeling 5, met het opschrift « Beroepsdossier », ingevoegd, luidend als volgt : « Afdeling 5. - Beroepsdossier

Artikel 24bis.Het beroepsdossier omvat het administratief dossier en, in voorkomend geval, het tuchtdossier. De inrichtende macht of haar afgevaardigde legt het personeelslid voor visum elk in zijn dossier opgenomen stuk ter ondertekening voor.

Elke tuchtprocedure kan alleen op stukken worden gestaafd die tot het tuchtdossier behoren.

Het administratief dossier omvat uitsluitend de documenten betreffende het administratief statuut en het geldelijk statuut van het personeelslid. Die documenten hebben betrekking op, enerzijds, de verhouding tussen de inrichtende macht en de subsidiërende macht, en, anderzijds, de verhouding tussen de inrichtende macht en het personeelslid.

De Regering keurt de door de bevoegde centrale paritaire commissie nader te bepalen regels goed voor het samenstellen van het dossier en voor de toegang ertoe. »

Art. 44.In artikel 29 van hetzelfde decreet, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) Punt 3° wordt gewijzigd als volgt : « 3° voor elk centrum, het (de) uit te oefenen ambt(en) alsook de kenmerken en de omvang van de opdracht »;b) Punt 4° wordt aangevuld als volgt : « 4° het (de) centrum(tra) waarnaar het wordt geaffecteerd;».

Art. 45.In artikel 30 van hetzelfde decreet wordt een nieuw paragraaf 2bis ingevoegd, luidend als volgt : « § 2bis. Binnen dezelfde inrichtende macht, voor elk ambt, worden ook in de rangschikking opgenomen, de deeltijdse tijdelijke of vastbenoemde technische personeelsleden, op voorwaarde, voor deze laatste, dat zij dit op straffe van uitsluiting bij aangetekende brief of tegen ontvangst van bewijs vóór 31 mei aan de inrichtende macht hebben aangevraagd. Er wordt geen rekening gehouden met het feit dat het personeelslid in de inrichtende macht al dan niet in dienst is op het ogenblik waarop de rangschikking wordt vastgesteld. »

Art. 46.In artikel 33, § 1, punt 10° van hetzelfde decreet, worden, in de Franse tekst, de woorden « visé à l'article 31 » vervangen door de woorden « visé à l'article 32 ».

Art. 47.In artikel 39 van hetzelfde decreet wordt een punt 3 ingevoegd, luidend als volgt : « 3° als zij deze betrekking reeds heeft toegewezen via de opdrachtuitbreiding, overeenkomstig de bepalingen bedoeld in artikel 40bis. ».

Art. 48.In artikel 40 van hetzelfde decreet, wordt een § 3 toegevoegd, luidend als volgt : « § 3. Naar aanleiding van de samenvoeging, herstructurering, overneming of oprichting van centra, wordt het in vast verband aangeworven technisch personeelslid dat krachtens de bepalingen betreffende de terbeschikkingstelling en de reaffectaties, een vacante betrekking toegewezen krijgt bij de inrichtende macht die het opnieuw heeft aangeworven, onmiddellijk in die betrekking in vast verband aangeworven, wat de datum ervan ook is. »

Art. 49.In hoofdstuk III van hetzelfde decreet, wordt een artikel 40bis ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 40bis.De inrichtende macht die een vacante betrekking wil toekennen, vult, met inachtneming van artikel 30, in afwijking van artikel 44, de opdracht aan van een lid van zijn personeel dat in een opdracht met onvolledige prestaties in vast verband benoemd is, met een uitbreiding van zijn aanwerving in vast verband in hetzelfde ambt.

De uitbreiding heeft uitwerking ongeacht de datum. Ze kan alleen worden toegekend voor zover het personeelslid voldoet aan alle voorwaarden bedoeld in artikel 43, met uitzondering van 10° en 12°. »

Art. 50.In artikel 43, § 1, van hetzelfde decreet wordt punt 6 afgeschaft.

Art. 51.In artikel 44 van hetzelfde decreet worden het eerste tot zesde lid vervangen door de volgende leden : « Elk jaar, tussen 1 en 15 mei, doet de inrichtende macht een oproep tot kandidaten voor de aanwerving in vast verband. De verplichting in vast verband aan te werven geldt alleen voor de technische personeelsleden die zich kandidaat stellen.

De toe te kennen definitief vacante betrekkingen worden vastgesteld op grond van de toestand op 15 april die voorafgaat aan de oproep tot kandidaten, met inbegrip van de betrekkingen die definitief vacant zijn geworden met toepassing van artikel 40 van dit decreet. Het bericht, dat melding maakt van het aantal aangeboden betrekkingen, het toe te kennen ambt of de toe te kennen ambten, de voorwaarden die vereist zijn van de kandidaten, alsook van de vorm waarin en de termijn binnen welke de kandidaturen moeten worden ingediend, wordt, tegen ontvangstbewijs, meegedeeld aan alle technische personeelsleden, ongeacht of ze prioritair tijdelijk in de zin van artikel 30, § 1, of in vast verband benoemd zijn.

De wervingen in vast verband worden elk jaar op 1 oktober uitgevoerd, alleen in de betrekkingen bedoeld in het vorige lid die op die datum nog vacant zijn. »

Art. 52.In artikel 48 van hetzelfde decreet, wordt een § 4 toegevoegd, luidend als volgt : « § 4. Wanneer de inrichtende macht een einde heeft gemaakt aan de diensten van een personeelslid met toepassing van de artikelen 110sexies, 110septies en 110nonies, kan dat personeelslid geen anciënniteit meer laten gelden in het (de) uitgeoefende ambt(en) of waarvoor het houder is van een vereist bekwaamheidsbewijs, bij die inrichtende macht, behalve als deze het ontslagen personeelslid in dat ambt (die ambten) opnieuw aanwerft. »

Art. 53.In artikel 54 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in punt 1, worden de woorden « in vast verband » geschrapt;b) punt 2 van hetzelfde artikel wordt vervangen als volgt : « 2° vóór die aanwerving, in vast verband titularis zijn van een ambt dat ten minste een halve opdracht bevat, in een centrum dat tot de inrichtende macht behoort;».

Art. 54.In artikel 56, derde lid, van hetzelfde decreet, worden de woorden « het lid daaruit niet ontheven heeft » vervangen door de woorden « niet uit dat bevorderingsambt heeft ontheven, overeenkomstig artikel 110sexies, eerste tot vierde lid. ».

Art. 55.In artikel 57, § 1, tweede lid, en § 2, derde lid, wordt het woord « ontheven » vervangen door de woorden « ontslagen overeenkomstig artikel 110sexies, § 1, eerste tot vierde lid ».

Art. 56.In artikel 65 van hetzelfde decreet, wordt punt 1 vervangen door de volgende bepaling : « 1° terbeschikkingstelling : a) terbeschikkingstelling wegens totale ontstentenis van betrekking ten gevolge van de volledige afschaffing van een voltijdse of halftijdse betrekking.Het ambt waarin de betrekking wordt afgeschaft wordt bepaald op basis van de omgekeerde volgorde van de opvolging van de ambten zoals vastgesteld door de inrichtende macht overeenkomstig artikel 7; b) het stellen in gedeeltelijk opdrachtverlies ten gevolge van een halftijdse betrekking, uitgeoefend door een personeelslid dat titularis is van een voltijdse betrekking. Wanneer het woord « terbeschikkingstelling » zonder nadere bepaling wordt gebruikt, heeft het op beide voormelde toestanden betrekking ».

Art. 57.In artikel 70, § 1, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden « of in gedeeltelijk opdrachtverlies verklaard » ingevoegd tussen de woorden « bij ontstentenis van betrekking, » en « onder de leden van het technisch personeel »

Art. 58.In artikel 71, § 4, worden de woorden « of in gedeeltelijk opdrachtverlies verklaard » ingevoegd tussen de woorden « bij ontstentenis van betrekking » en « moet de inrichtende macht ».

Art. 59.In paragraaf 1 van artikel 75 van hetzelfde decreet, worden de woorden « of bij gedeeltelijk opdrachtverlies » ingevoegd tussen de woorden »bij ontstentenis van betrekking » en de woorden « krijgen, op hun verzoek ».

Art. 60.In artikel 76, § 3, derde lid, worden de woorden « artikel 110, 5° » vervangen door de woorden « 110nonies, 6° ».

Art. 61.In artikel 78, § 1, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in het derde lid worden de woorden « die minstens rang 12 hebben » vervangen door « die minstens rang 10 hebben »;b) het vierde lid wordt vervangen als volgt : « Het secretariaat wordt door de Diensten van de Regering waargenomen ».

Art. 62.In artikel 79, § 1, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in het derde lid, worden de woorden « minstens rang 12 hebben » vervangen door « minstens rang 10 hebben »;b) het vierde en vijfde lid van hetzelfde artikel worden vervangen door de volgende bepaling : « Het secretariaat wordt door de Diensten van de Regering waargenomen. De voorzitter en het secretariaat hebben een raadgevende stem ».

Art. 63.In artikel 82, § 4, van hetzelfde decreet, wordt het derde lid vervangen door wat volgt : « De inrichtende macht geeft kennis van haar beslissing aan de raad van beroep en aan het technisch personeelslid, in voorkomend geval, samen met de redenen waarom het advies niet zou zijn gevolgd.

Indien de inrichtende macht zich niet binnen de vereiste termijn uitspreekt, wordt de beslissing geacht in overeenstemming met het advies te zijn. »

Art. 64.In artikel 99, § 1, 1°, van hetzelfde decreet, worden de woorden « 109, 2°, b), of 5° » vervangen door de woorden « 110ter, 7°, b), of 9° ».

Art. 65.Hoofdstuk X, met als opschrift « Einde van de aanwerving », van hetzelfde decreet wordt gewijzigd als volgt : « HOOFDSTUK XI. - Einde van de wervingsovereenkomsten Afdeling I. - Algemeen

Artikel 109.Onder voorbehoud van een ontslag om een dringende reden van de technische personeelsleden die in tijdelijk verband worden aangeworven zoals bepaald in artikel 110septies, moet van de akte waarbij één van de partijen eenzijdig een einde maakt aan de overeenkomst, op straffe van nietigheid, aan de andere partij kennis worden gegeven ofwel bij een deurwaardersexploot, ofwel bij aangetekend schrijven, dat uitwerking heeft met ingang van de derde werkdag volgend op de datum van de verzending ervan, ofwel bij overhandiging van een geschrift.

In dit laatste geval, zet de andere partij haar handtekening op het tweede exemplaar van dat geschrift bij wijze van ontvangstbewijs.

Op straffe van nietigheid moet de kennisgeving de datum van het begin van de opzeggingstermijn en de duur ervan vermelden.

Art. 110.De partij die de overeenkomst opzegt zonder de opzeggingstermijn in acht te nemen is gehouden de andere partij een vergoeding te betalen die gelijk is aan het lopend loon dat overeenstemt hetzij met de duur van de opzeggingstermijn, hetzij met het resterende gedeelte van die termijn, onverminderd andere schade en intresten.

Wanneer de opzeggingsvergoeding ten laste van de inrichtende macht is, behelst ze niet alleen het lopende loon, maar ook de voordelen verworven krachtens de overeenkomst. Afdeling II. - Einde van de overeenkomst van de personeelseden die in

een wervingsambt tijdelijk worden aangeworven

Artikel 110bis.De overeenkomsten die worden gesloten met de technische personeelsleden die in een wervingsambt tijdelijk worden aangeworven, nemen geheel of gedeeltelijk een einde : - van ambtswege overeenkomstig artikel 110ter ; - bij onderling akkoord, overeenkomstig artikel 110quater ; - bij ontslag, overeenkomstig artikel 110quinquies ; - bij afdanking met inachtneming van een opzeggingstermijn, overeenkomstig artikel 110sexies ; - bij afdanking zonder inachtneming van een opzeggingstermijn om een dringende reden, overeenkomstig artikel 110septies.

Onderafdeling I. - Beëindiging van ambtswege van de overeenkomsten

Artikel 110ter.Een tijdelijke aanwerving in een wervingsambt neemt van ambtswege een einde voor het geheel of een deel van de opdracht : 1° wanneer de titularis van de betrekking of het technisch personeelslid dat hem vervangt, terugkeert;2° wanneer de betrekking van het tijdelijk personeelslid geheel of gedeeltelijk aan een ander personeelslid wordt toegekend : a) bij toepassing van de regeling over de terbeschikkingstelling bij ontstentenis van betrekking en over de reaffectatie bepaald in hoofdstuk 6;b) als gevolg van een mutatie of een affectatiewijziging;c) als gevolg van een werving in vast verband;d) bij toekenning van de definitief vacant geworden betrekking aan een prioritair technisch personeelslid;e) bij toepassing van artikel 40bis ;3° vanaf de datum waarop het door het technisch personeelslid uitgeoefende ambt om redenen die onafhankelijk zijn van de wil van de inrichtende macht niet meer geheel of gedeeltelijk kan worden gesubsidieerd;4° uiterlijk de laatste dag van het dienstjaar gedurende hetwelk de aanwerving is geschied;5° vanaf de datum van ontvangst van het definitieve advies van de administratieve gezondheidsdienst waarbij het tijdelijk personeelslid als definitief ongeschikt wordt verklaard of definitief in ruste wordt gesteld om gezondheidsredenen;6° op de in de overeenkomst bepaalde datum;7° wanneer het technisch personeelslid niet meer voldoet aan de volgende voorwaarden : a) Belg zijn of onderdaan van een lidstaat van de Europese Unie, behoudens door de Regering toe te kennen afwijking;b) de burgerlijke en politieke rechten genieten;c) voldoen aan de dienstplichtwetten;d) van onberispelijk gedrag zijn.8° wanneer het technisch personeelslid, na een toegelaten afwezigheid, zonder geldige reden nalaat zijn werk te hervatten en afwezig blijft gedurende een ononderbroken periode van meer dan tien dagen;9° wanneer het technisch personeelslid, zonder enige geldige reden, zijn werk verlaat en gedurende meer dan tien dagen ononderbroken afwezig blijft;10° wanneer het personeelslid zich in de gevallen bevindt waarin de toepassing van de strafwetten de stopzetting van het ambt met zich mede brengt;11° wanneer het personeelslid zich in een toestand van permanente arbeidsongeschiktheid bevindt die erkend wordt overeenkomstig de wet of de verordening, waardoor het voor hem niet mogelijk is om zijn ambt correct uit te oefenen;12° wanneer het personeelslid in ruste wordt gesteld omdat het de leeftijdsgrens heeft bereikt;13° op de datum waarop wordt vastgesteld dat het technisch personeelslid werd aangeworven zonder de statutaire regels in acht te nemen;14° op de datum waarop het technisch personeelslid in die betrekking in vast verband wordt aangeworven;15° wanneer geen beroep bedoeld in artikel 23 werd ingesteld tegen de kennisgeving van de vaststelling van een onverenigbaarheid of wanneer de onverenigbaarheid wordt vastgesteld door een vonnis of een definitief arrest van een arbeidsgerecht. Onderafdeling II. - Beëindiging van de overeenkomst bij onderling akkoord

Artikel 110quater.De overeenkomst die met de personeelsleden wordt gesloten, kan een einde nemen bij onderling alkkoord van de partijen.

In dat geval wordt dit vastgesteld door een geschrift dat door beide partijen wordt ondertekend en gedateerd. Dat geschrift vermeldt de datum van het einde van de overeenkomst.

Onderafdeling III. - Beëindiging van de overeenkomst bij ontslag van het personeelslid

Artikel 110quinquies.Een personeelslid kan een overeenkomst eenzijdig beëindigen met inachtneming van een opzeggingstermijn van acht dagen.

Onderafdeling IV. - Beëindiging van de overeenkomsten bij afdanking met inachtneming van een opzeggingstermijn

Artikel 110sexies.§ 1. Behalve als het tijdelijk technisch personeelslid door de inrichtende macht wordt aangeworven op grond van de prioriteit bedoeld in artikel 30, § 1, binnen die inrichtende macht, kan het worden afgedankt met inachtneming van een met redenen omklede opzeggingstermijn van veertien dagen.

Het personeelslid wordt vooraf uitgenodigd om te worden gehoord. Van de oproeping tot de hoorzitting alsook van de redenen waarom de inrichtende macht het technisch personeelslid wil afdanken, moet hem ten minste vijf werkdagen vóór de hoorzitting kennis worden gegeven ofwel bij aangetekend schrijven met ontvangstbewijs ofwel bij een schrijven dat overhandigd wordt met ontvangstbewijs. Gedurende de hoorzitting kan het personeelslid zich laten bijstaan of vertegenwoordigen door een advocaat, door een vertegenwoordiger die wordt gekozen onder de personeelsleden die in actieve dienst zijn of in ruste gesteld zijn, of door een vertegenwoordiger van een representatieve vakorganisatie. De procedure wordt geldig voortgezet wanneer het behoorlijk opgeroepen personeelslid zich bij de hoorzitting niet aanmeldt of er niet wordt vertegenwoordigd.

Als het technisch personeelslid of zijn vertegenwoordiger echter overmacht kunnen laten gelden zodat hun afwezigheid bij de hoorzitting wordt gewettigd, wordt het technisch personeelslid opgeroepen tot een nieuwe hoorzitting, waarvan kennis wordt gegeven overeenkomstig het tweede lid.

In dat geval, ook al hebben het technisch personeelslid of zijn vertegenwoordiger zich bij de hoorzitting niet aangemeld, wordt de procedure geldig voortgezet.

Het tijdelijk technisch personeelslid, waarvan de overeenkomst wordt opgezegd, kan, binnen de tien dagen na de kennisgeving van de opzegging, een beroep indienen tegen de beslissing tot afdanking bij de raad van beroep.

Het technisch personeelslid dat zijn recht van beroep wil gebruiken, laat dit zijn inrichtende macht onmiddellijk schriftelijk weten.

De raad van beroep deelt zijn advies de inrichtende macht binnen een termijn van hoogstens 45 dagen vanaf de datum van ontvangst van het beroep mee.

De beslissing wordt door de inrichtende macht genomen binnen de 45 dagen na de ontvangst van het advies van de raad van beroep.

Het personeelslid wordt door de raad van beroep gehoord. Het kan zich laten bijstaan door een advocaat, een vertegenwoordiger gekozen onder de technische personeelsleden van de vrije gesubsidieerde centra, in actieve dienst of in ruste gesteld, of door een vertegenwoordiger van een representatieve vakorganisatie. § 2. Indien het tijdelijk technisch personeelslid in een betrekking door de inrichtende macht wordt aangeworven op grond van de prioriteit bedoeld in artikel 30, § 1, binnen die inrichtende macht, wordt dezelfde procedure als deze die bedoeld is in § 1 toegepast met inachtneming van een opzeggingstermijn van drie maanden. § 3. Van de beslissing tot afdanking wordt door de inrichtende macht kennis gegeven aan het technisch personeelslid.

Op straffe van nietigheid geschiedt de kennisgeving ofwel bij deurwaardersexploot ofwel bij een ter post aangetekend schrijven, dat uitwerking heeft met ingang van de derde werkdag volgend op de verzending ervan.

Op straffe van nietigheid moet de kennisgeving de datum vanaf welke de opzeggingstermijn begint en de duur ervan vermelden.

In geval van afdanking verliest het tijdelijk aangeworven technisch personeelslid de voorrang die het bij de betrokken inrichtende macht had verworven. Het vindt die echter terug als het door die inrichtende macht opnieuw wordt aangeworven.

Onderafdeling V. - Beëindiging van de overeenkomsten bij afdanking zonder inachtneming van een opzeggingstermijn om een dringende reden

Artikel 110septies.§ 1. De inrichtende macht kan ieder technisch personeelslid dat in tijdelijk verband wordt aangeworven, zonder inachtneming van een opzeggingstermijn, om een dringende reden, afdanken.

Onder dringende reden wordt verstaan de ernstige tekortkoming die elke professionele samenwerking tussen de inrichtende macht en het personeelslid onmiddellijk en definitief onmogelijk maakt. § 2. Zodra de inrichtende macht kennis heeft van gegevens die aanleiding kunnen geven tot een dringende reden, roept de inrichtende macht het personeelslid op tot een hoorzitting die ten vroegste vijf dagen en uiterlijk tien dagen na de verzending van de oproepingsbrief moet plaatsvinden. § 3. Indien de inrichtende macht, na de hoorzitting, van mening is dat er voldoende gegevens zijn die leiden tot de dringende reden, kan zij binnen de drie dagen volgend op de hoorzitting tot de afdanking overgaan. Bij de afdanking wordt het bewijs geleverd van de beweerde feiten. Van die afdanking wordt aan de andere partij kennis gegeven ofwel bij een deurwaardersexploot, ofwel bij een ter post aangetekend schrijven, dat uitwerking heeft met ingang van de derde werkdag volgend op de datum van de verzending ervan. § 4. Gedurende de hoorzitting kan het personeelslid zich laten bijstaan of vertegenwoordigen door een vertegenwoordiger van een representatieve vakorganisatie, door een advocaat of door een verdediger gekozen onder de personeelsleden, in actieve dienst of in ruste gesteld, van de vrije gesubsidieerde psycho-medisch-sociale centra. Afdeling III. - Beëindiging van de overeenkomsten van de

personeelsleden die in een bevorderingsambt tijdelijk aangeworven zijn

Artikel 110octies.De overeenkomsten die met de in tijdelijk verband in een bevorderingsambt aangeworven personeelsleden worden gesloten, nemen een einde : - van ambtswege, overeenkomstig artikel 110ter, met uitzondering van 4°; - bij onderling akkoord, overeenkomstig artikel 110quater ; - bij ontslag, overeenkomstig artikel 110quinquies ; - bij afdanking met inachtneming van een opzeggingstermijn, overeenkomstig artikel 110sexies, § 1, eerste lid; - bij afdanking zonder inachtneming van een opzeggingstermijn om een dringende reden, overeenkomstig artikel 110septies ; Afdeling IV. - Beëindiging van de overeenkomsten van de in vast

verband aangeworven personeelsleden Onderafdeling I. - Beëindiging van ambtswege van de overeenkomsten

Artikel 110nonies.§ 1. De overeenkomsten die werden gesloten met de in vast verband aangeworven technische personeelsleden nemen van ambtswege een einde : 1° wanneer deze niet meer voldoen aan de volgende voorwaarden : a) Belg zijn of onderdaan van een lidstaat van de Europese Unie, behoudens door de Regering toe te staan afwijking;b) de burgerlijke en politieke rechten genieten;c) voldoen aan de dienstplichtwetten;d) van onberispelijk gedrag zijn.2° wanneer deze, na een toegelaten afwezigheid, zonder geldige reden nalaten hun werk te hervatten en afwezig blijven gedurende een ononderbroken periode van meer dan tien dagen;3° wanneer deze, zonder enige geldige reden, hun werk verlaten en gedurende meer dan tien dagen ononderbroken afwezig blijven;4° wanneer deze zich in de gevallen bevinden waarin de toepassing van de strafwetten de stopzetting van het ambt met zich mede brengt;5° wanneer deze zich in een toestand van permanente arbeidsongeschiktheid bevinden die erkend wordt overeenkomstig de wet of de verordening, waardoor het voor hen niet mogelijk is om hun ambt correct uit te oefenen; 6 wanneer deze zonder geldige reden weigeren, nadat ze in actieve dienst weder opgeroepen zijn, de door de inrichtende macht toegekende betrekking binnen de tien dagen te bekleden; 7° bij een aanwerving in vast verband in een ander ambt;8° wanneer het personeelslid in ruste wordt gesteld omdat het de leeftijdsgrens heeft bereikt of omdat het definitief lichamelijk ongeschikt is;9° bij afdanking om een dringende reden;10° bij vrijwillig ontslag;11° wanneer geen beroep werd ingesteld tegen de kennisgeving van de vaststelling van een onverenigbaarheid of wanneer de onverenigbaarheid wordt vastgesteld door een vonnis of een definitief arrest van een arbeidsgerecht. In dat geval neemt de overeenkomst werkelijk een einde binnen de tien dagen na de kennisgeving van de definitieve beslissing aan het personeelslid. Het technisch personeelslid behoudt de verworven rechten die betrekking hebben op zijn vorige regelmatige toestand; 12° vanaf het ogenblik waarop hun aanwerving in vast verband, die als onregelmatig is gebleken, wordt vernietigd, voor zover de onregelmatigheid niet de inrichtende macht te wijten is.In dit geval behoudt het personeelslid de verworven rechten die betrekking hebben op zijn vorige regelmatige toestand.

Onderafdeling II. - Beëindiging van de overeenkomsten bij onderling akkoord

Artikel 110decies.De overeenkomst die met de in vast verband aangeworven technische personeelsleden wordt gesloten, kan een einde nemen bij onderling akkoord van de partijen.

In dat geval wordt dit vastgesteld door een geschrift, dat de datum vermeldt waarop de inrichtende macht en het personeelslid hun toestemming hebben gegeven.

Onderafdeling III. - Beëindiging van de overeenkomsten bij ontslag van het personeelslid

Artikel 110undecies.Een technisch personeelslid kan een overeenkomst eenzijdig beëindigen met inachtneming van een opzeggingstermijn van veertien dagen.

Van de opzegging wordt de inrichtende macht kennis gegeven bij aangetekend schrijven, dat uitwerking heeft met ingang van de derde werkdag volgend op de datum van de verzending ervan. »

Art. 66.De artikelen 34 tot 38 van hetzelfde decreet worden opgeheven.

Art. 67.Dit decreet treedt op 1 september 2010 in werking.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 8 juli 2010.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Vicepresident en Minister van Kind, Onderzoek en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET De Vicepresident en Minister van Begroting, Financiën en Sport, A. ANTOINE De Vicepresident en Minister van Hoger Onderwijs, J.-C. MARCOURT De Minister van Jeugd, Mevr. E. HUYTEBROECK De Minister van Cultuur, Audiovisuele Sector, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. F. LAANAN De Minister van Leerplichtonderwijs en van Onderwijs voor Sociale Promotie, Mevr. M.-D. SIMONET _______ Nota (1) Zitting 2009-2010. Stukken van het Parlement. - Ontwerp van decreet, nr. 106-1. - Verslag, nr. 106-2. - Erratum, nr. 106-3. - Vergaderingsamendementen, nr. 106-4.

Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 7 juli 2010.

^