Etaamb.openjustice.be
Decreet van 07 mei 2004
gepubliceerd op 18 augustus 2004

Decreet houdende oprichting van een Vlaams Instituut voor Vrede en Geweldpreventie bij het Vlaams Parlement

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2004036307
pub.
18/08/2004
prom.
07/05/2004
ELI
eli/decreet/2004/05/07/2004036307/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

7 MEI 2004. - Decreet houdende oprichting van een Vlaams Instituut voor Vrede en Geweldpreventie bij het Vlaams Parlement


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Decreet houdende oprichting van een Vlaams Instituut voor Vrede en Geweldpreventie bij het Vlaams Parlement. HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling en oprichting

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid.

Art. 2.Er bestaat bij het Vlaams Parlement een Vlaams Instituut voor Vrede en Geweldpreventie, hierna Vredesinstituut genoemd, als een onafhankelijke instelling die actief is op het vlak van vredesvraagstukken in de breedst mogelijke betekenis van het woord.

Dat impliceert onder meer activiteiten op het vlak van polemologie, sociale defensie, wapenbeheersing, internationale wapenhandel en vredeseconomie, vormen van vreedzame conflictbenadering en internationale samenleving.

Het Vredesinstituut bestaat uit een Raad van Bestuur, een Wetenschappelijke Raad en een Wetenschappelijk Secretariaat. HOOFDSTUK II. - Opdrachten Afdeling I. - Documentaire opdracht

Art. 3.Het Vredesinstituut verzamelt en inventariseert relevante informatiebronnen en stelt ze ter beschikking van het brede publiek. Afdeling II. - Onderzoeksopdracht

Art. 4.Het Vredesinstituut doet aan vredesonderzoek, zowel fundamenteel wetenschappelijk onderzoek als onderzoek dat inspeelt op de actualiteit. Dit onderzoek moet bijdragen tot het bevorderen van vreedzame en rechtvaardige oplossingen van conflicten en geschillen en tot het vestigen van de voorwaarden voor een duurzame vrede. Het Vredesinstituut bestudeert verscheidene met vrede gerelateerde onderwerpen binnen de context van internationale betrekkingen. Het gaat bij zijn onderzoek multidisciplinair te werk en gaat relaties aan met soortgelijke instellingen of organisaties en universiteiten, zowel op nationaal als op internationaal vlak.

Het Vredesinstituut verricht ook voorbereidend onderzoek dat een basis moet vormen voor een Vlaamse vredeseconomie. Afdeling III. - Voorlichtingsopdracht

Art. 5.De resultaten van het uitgevoerde onderzoek van het Vredesinstituut worden door de directeur en een communicatieverantwoordelijke aan het Vlaams Parlement en aan het brede publiek bekendgemaakt.

Het Vredesinstituut stimuleert tevens de uitwisseling van ideeën en visies tussen politici en beleidsmakers die te maken krijgen met onderwerpen die tot zijn taken behoren. Daartoe worden op regelmatige basis conferenties en seminaries georganiseerd. Afdeling IV. - Adviesopdracht

Art. 6.§ 1. Het Vredesinstituut kan, op eigen initiatief, op initiatief van het Vlaams Parlement of op vraag van de Vlaamse Regering, algemene of specifieke adviezen formuleren. § 2. Jaarlijks komt in de beleidsbrief van de minister bevoegd voor de vergunningen voor in-, uit- en doorvoer van wapens, munitie en speciaal voor militair gebruik of voor ordehandhaving dienstig materieel en daaraan verbonden technologie een lijst van situaties waarbij het advies van het Vredesinstituut wordt gevraagd. Deze beleidsbrief maakt, na advies van het Vredesinstituut, voorwerp uit van een parlementair debat en resulteert in een resolutie aan de Vlaamse Regering. § 3. Het Vredesinstituut brengt verplicht bij ieder goedkeuringsdecreet een advies uit bij internationale akkoorden tussen Vlaanderen en zijn partnerlanden. Dit advies wordt bij de ontwerpen van goedkeuringsdecreten toegevoegd. § 4. De adviezen van het Vredesinstituut worden collegiaal uitgebracht volgens de procedure van de consensus. Als geen consensus kan worden bereikt, wordt gestemd en wordt de stemmenverhouding in het advies vermeld. Er kan een minderheidsnota aan het advies worden toegevoegd. § 5. De Vlaamse Regering kan gemotiveerd afwijken van de adviezen van het Vredesinstituut. HOOFDSTUK III. - Organisatie en werking Afdeling I. - Raad van Bestuur

Art. 7.§ 1. Het Vredesinstituut wordt bestuurd door een Raad van Bestuur die bestaat uit negentien stemgerechtigde leden, onder wie een voorzitter en een ondervoorzitter die uit de leden van de Raad worden verkozen. § 2. Het lidmaatschap van de Raad van Bestuur is onverenigbaar met dat van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, de Senaat, het Vlaams Parlement, het Europees Parlement, de Brusselse Hoofdstedelijke Raad, de Franse Gemeenschapsraad, de Waalse Gewestraad, de Raad van de Duitstalige Gemeenschap, de federale Regering, de Vlaamse Regering, de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, de Franse GemeenschapsRegering, de Waalse GewestRegering, de Duitstalige Gemeenschapsregering of de rechterlijke macht en van de ambtsdragers bij het Arbitragehof, de Raad Van State en het Rekenhof. § 3. De Raad van Bestuur wordt als volgt samengesteld : 1° Zes leden worden op voordracht van de fracties in het Vlaams Parlement aangewezen vanwege hun competentie en hun belangstelling voor vredesvraagstukken.Zij nemen in eigen naam zitting in de Raad. 2° Drie leden worden aangewezen door de Vlaamse Interuniversitaire Raad.3° Drie leden worden aangewezen door een vrijwillig samenwerkingsverband van Nederlandstalige vredesorganisaties.4° Vier leden worden aangewezen door de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen.5° Drie leden worden door de leden, bedoeld in 1°, 2°, 3° en 4°, gecoöpteerd. De directeur van het Vredesinstituut woont de vergadering van de Raad van Bestuur met raadgevende stem bij en is verslaggever. § 4. De leden van de Raad van Bestuur worden voor de duur van vijf jaar aangewezen. Ze zijn herbenoembaar. Ingeval het mandaat van een lid voortijdig eindigt, wordt voor de resterende duur van het mandaat, volgens de bepalingen van artikel 7, § 3, door de betrokken instantie onverwijld een nieuw bestuurslid aangewezen. § 5. De Raad van Bestuur wordt bijgestaan door het Wetenschappelijk Secretariaat dat multidisciplinair is samengesteld en onder leiding staat van een directeur. Afdeling II. - Wetenschappelijke Raad

Art. 8.§ 1. De Wetenschappelijke Raad is een adviesorgaan verbonden aan de Raad van Bestuur. Hij is samengesteld uit de voorzitter van de Raad van Bestuur, de directeur van het Vredesinstituut, evenals acht binnen- en buitenlandse specialisten afkomstig uit academische middens en niet gouvernementele organisaties. De Raad van Bestuur benoemt de leden van de Wetenschappelijke Raad voor vijf jaar. De leden van de Wetenschappelijke Raad kunnen eenmalig herbenoemd worden. Ingeval het mandaat van een lid voortijdig eindigt wordt door de Raad van Bestuur, voor de resterende duur van het mandaat, een nieuw bestuurslid aangewezen. § 2. De Wetenschappelijke Raad evalueert de kwaliteit van de onderzoeksopdracht van het Vredesinstituut zoals bedoeld in artikel 4.

Dit evaluatieverslag wordt bij het jaarlijks rapport aan het Vlaams Parlement toegevoegd. § 3. De Wetenschappelijke Raad heeft tot taak de Raad van Bestuur en/of de directeur advies over belangrijke trends in de problematiek van vrede en veiligheid te verstrekken. Ook kan hij, gezien de deskundigheid, geraadpleegd worden voor het lopende onderzoek. § 4. Op basis van artikel 11 formuleert de Wetenschappelijke Raad aanbevelingen over de ingediende externe projectvoorstellen. Afdeling III. - Directeur en Wetenschappelijk Secretariaat

Art. 9.§ 1. De directeur is belast met het dagelijks beheer en regelt de samenwerking tussen de Raad van Bestuur, de Wetenschappelijke Raad en het Wetenschappelijk Secretariaat, voorzover dat niet in het huishoudelijk reglement bepaald is. § 2. De directeur wordt na een openbare oproep tot kandidaatstelling benoemd door het Vlaams Parlement voor de duur van vijf jaar. Het mandaat kan éénmaal voor eenzelfde periode verlengd worden. § 3. Om tot directeur te kunnen worden benoemd, moet de kandidaat aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° van onberispelijk gedrag zijn en de burgerlijke en politieke rechten genieten;2° houder zijn van een diploma dat toegang verleent tot een ambt van niveau A bij de diensten van het Vlaams Parlement;3° ten minste vijf jaar nuttige beroepservaring hebben;4° slagen voor de vergelijkende selectieproeven die door of in opdracht van de Raad van Bestuur worden georganiseerd.

Art. 10.De personeelsleden van het Wetenschappelijk Secretariaat vervullen hun opdracht onder leiding van de directeur. De personeelsformatie en het statuut van het personeel van het Vredesinstituut worden door het Vlaams Parlement vastgesteld op voorstel van de Raad van Bestuur.

Art. 11.Om zijn opdrachten uit te oefenen heeft het Vredesinstituut het recht om officiële documenten en rapporten op te vragen met betrekking tot zijn opdrachten. Het Vredesinstituut kan een beroep doen op ad hoc commissies van experts en projecten uitbesteden.

Art. 12.De directeur brengt ten minste éénmaal per jaar vóór 1 oktober schriftelijk verslag uit bij het Vlaams Parlement over de werkzaamheden van het Vredesinstituut. Dat verslag bevat de aanbevelingen die het Vredesinstituut nuttig acht. Het verslag van het Vredesinstituut wordt door het Vlaams Parlement openbaar gemaakt.

Art. 13.Het Vredesinstituut kan, al dan niet op eigen verzoek, te allen tijde door het Vlaams Parlement worden gehoord. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 14.Het Vlaams Parlement stelt jaarlijks, op voorstel van de Raad van Bestuur van het Vredesinstituut, de kredieten vast die nodig zijn voor de werking van de Raad van Bestuur, de Wetenschappelijke Raad en het Wetenschappelijk Secretariaat.

Art. 15.De Raad van Bestuur stelt een huishoudelijk reglement op voor zijn werking en voor de werking van het Wetenschappelijk Secretariaat en de Wetenschappelijke Raad en voor de onderlinge samenwerking. Dat reglement wordt aan het Vlaams Parlement ter goedkeuring voorgelegd.

Het goedgekeurde reglement wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 16.Vijf jaar na de eerste volledige samenstelling van de Raad van Bestuur, wordt de werking van het Vredesinstituut door het Vlaams Parlement geëvalueerd.

Art. 17.Dit decreet treedt in werking op 1 september 2004.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 7 mei 2004.

De minister-president van de Vlaamse Regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme, R. LANDUYT De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, M. VANDERPOORTEN De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie, D. VAN MECHELEN De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken, P. VAN GREMBERGEN De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie G. BOSSUYT De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, A. BYTTEBIER De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid en E-governement P. CEYSENS De Vlaamse minister van Wonen, Media en Sport, M. KEULEN De Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, J. TAVERNIER _______ Nota (1) Zitting 2002-2003 Stukken.- Voorstel van decreet, 1814, nr. 1 Zitting 2004-2004 Stukken. - Advies van de Raad van State, 1814, nr. 2. - Verslag over hoorzitting, 1814, nr. 3 - Amendementen, 1814, nr. 4 - Verslag, 1814, nr. 5 - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering, nr. 1814, nr. 6 Handelingen. - Bespreking en aanneming : vergadering van 4 en 5 mei 2004.

^