gepubliceerd op 05 augustus 2004
Decreet houdende wijziging van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 en van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, wat betreft de bestrijding van de leegstand en verkrotting en onbewoonbaarheid van gebouwen en/of woningen
7 MEI 2004. - Decreet houdende wijziging van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 en van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, wat betreft de bestrijding van de leegstand en verkrotting en onbewoonbaarheid van gebouwen en/of woningen (1)
Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Decreet houdende wijziging van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 en van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, wat betreft de bestrijding van de leegstand en verkrotting en onbewoonbaarheid van gebouwen en/of woningen. HOOFDSTUK I. -Algemene bepaling
Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid. HOOFDSTUK II. - Bepalingen tot wijziging van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996
Art. 2.Aan artikel 24 van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, gewijzigd bij de decreten van 8 juli 1997, 7 juli 1998 en 18 mei 1999, wordt een 8° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 8° aanvaardbare marktvoorwaarden : de voorwaarden die gelden in dezelfde en de aangrenzende wijken voor een onroerend goed met een zelfde kadastraal inkomen, vastgesteld overeenkomstig artikel 255 en artikel 256 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals die van toepassing zijn op het Vlaamse Gewest, krachtens artikel 60 van het decreet van 21 december 1990 houdende begrotingstechnische bepalingen alsmede de bepalingen tot begeleiding van de begroting 1991, en geïndexeerd overeenkomstig artikel 518 van hetzelfde wetboek, en verkerend in een vergelijkbare staat. Om tot een objectieve inschatting van de marktvoorwaarden te komen, kunnen partijen daartoe een deskundige aanwijzen of kan een vordering tot schatting worden ingesteld. »
Art. 3.Aan artikel 25 van hetzelfde decreet wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « Gemeenten die voldoen aan drie van de criteria genoemd in artikel 193, § 1, eerste lid, van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, kunnen op aanvraag onder welbepaalde voorwaarden, vastgelegd door de Vlaamse regering, vrijgesteld worden van de gewestelijke heffing en een eigen heffingsstelsel hanteren. Dit heffingsstelsel neemt minimaal de regeling van dit decreet over en kan die verder aanvullen. De gemeente voert tevens een huisvestingsbeleid en een grond- en pandenbeleid, waarin het voorgestelde heffingsstelsel kadert. Om aan de voorwaarden te voldoen, mogen de gemeenten intergemeentelijke samenwerkingsverbanden aangaan. De Vlaamse regering kan, na ondertekening van een overeenkomst waarin nadere regelen worden vastgelegd, machtiging verlenen aan de gemeenten. Het Vlaamse Gewest kan een opstartsubsidie toekennen.
Voor de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring blijft hoofdstuk III van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode onverkort van toepassing. »
Art. 4.Artikel 26 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : «
Artikel 26.De heffing is verschuldigd indien het gebouw en/of de woning gedurende 12 opeenvolgende maanden is opgenomen in de inventaris bedoeld in de artikelen 28 tot 35. De aanslag kan worden gevestigd vanaf het ogenblik van het verstrijken van de periode van 12 maanden tot uiterlijk de laatste dag van het hierop volgend kwartaal.
Zolang het gebouw en/of woning niet is geschrapt uit de inventaris, blijft de heffing verschuldigd, overeenkomstig artikel 36, op het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van 12 maanden vanaf de datum van de eerste verjaardag. De aanslag kan worden gevestigd vanaf dit ogenblik tot uiterlijk de laatste dag van het kwartaal volgend op het verstrijken van de nieuwe periode van 12 maanden.
Ingeval een gebouw en/of de woning binnen 5 jaar na schrapping uit de inventaris opnieuw in de inventaris wordt opgenomen, en er geen overdracht van het zakelijk recht plaatsvond, is de heffing een eerste maal verschuldigd bij de nieuwe opname. De heffing kan worden gevestigd vanaf dit ogenblik tot uiterlijk de laatste dag van het hierop volgende kwartaal.
In afwijking van het derde lid wordt de heffing wel een eerste maal verschuldigd bij de nieuwe opname in de inventaris voor overdrachten : -aan vennootschappen die door de overdrager rechtstreeks of onrechtstreeks in rechten of in feiten gecontroleerd worden; - indien de overdracht het gevolg is van een fusie, splitsing of een andere overgang ten algemene titel; - aan bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad, tenzij ingeval van overdracht bij erfopvolging of testament. »
Art. 5.In artikel 27 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, worden de woorden "de opname" vervangen door de woorden "het verstrijken van de eerste periode van 12 maanden na opname";2° aan § 2 wordt de volgende zin toegevoegd : « Elke houder van een zakelijk recht wordt op de hoogte gebracht van de opname van de woning en/of het gebouw in de inventaris, bedoeld in de artikelen 28 tot 35, en wordt geïnformeerd over de procedure van leegstand en verkrotting, waartoe de hier bedoelde opname aanleiding geeft.»; 3° in § 3 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « De instrumenterende ambtenaar gelast met de overdracht van het zakelijk recht, bedoeld in § 1, moet de verkrijger van het zakelijk recht uiterlijk op het ogenblik van de overdracht van het zakelijk recht in kennis stellen van de kennisgeving van de vaststelling tot leegstand, ongeschiktheid of verwaarlozing ervan of van de opname van het gebouw en/of de woning in de inventaris, bedoeld in de artikelen 28 tot 35.Een door beide partijen ingevuld en ondertekend formulier wordt door de notaris uiterlijk 7 dagen na de overdracht van het zakelijk recht aan de administratie gezonden. »; 4° in § 3, tweede lid, wordt het woord "hij" vervangen door de woorden "de overdrager van het zakelijk recht" en worden de woorden "wordt gevestigd" vervangen door het woord "ontstaat";5° in § 3 wordt het derde lid geschrapt.
Art. 6.In artikel 28 van hetzelfde decreet wordt de volgende wijziging aangebracht : in § 2, tweede lid, dat het derde lid wordt, wordt het woord "leegstaande" vervangen door de woorden "in de inventaris geregistreerde".
Art. 7.In artikel 30 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 8 juli 1997 en 18 mei 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan § 1, tweede lid, worden de volgende woorden toegevoegd : ", en dat gedeelte niet afsplitsbaar is.»; 2° er worden een § 3 en een § 4 toegevoegd, die luiden als volgt : « § 3.Een nieuw gebouw en/of woning wordt beschouwd als leegstaand wanneer dat gebouw en/of woning 7 jaar na afgifte van de stedenbouwkundige vergunning nog steeds niet effectief wordt gebruikt in overeenstemming met de vergunde functie. § 4. De Vlaamse regering bepaalt de criteria voor het beoordelen van de tekenen van leegstand en legt die vast in een model van technisch verslag. ».
Art. 8.In artikel 32 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 8 juli 1997, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan het tweede lid, worden de volgende woorden toegevoegd : "alsook van de gevolgen van opname in de inventaris en de voorwaarden tot schrapping, schorsing en vrijstelling;"; 2° in het derde lid worden de woorden "één maand" vervangen door de woorden "4 maanden";3° een vierde lid wordt toegevoegd, dat luidt als volgt : « De Vlaamse regering bepaalt de voorwaarden waaronder de houder van het zakelijk recht in die periode moet gehoord worden.Hierbij wordt met de houder van het zakelijk recht naar een oplossing gezocht. »; 4° in het laatste lid worden de woorden "op datum van de administratieve akte, bedoeld in artikel 28" vervangen door de woorden "op datum van de eerste dag na het verlopen van de termijn van 4 maanden na de administratieve akte, bedoeld in artikel 28, § 1, tweede lid".
Art. 9.In artikel 33 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 8 juli 1997, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan het tweede lid worden de volgende woorden toegevoegd : "alsook van de gevolgen van opname in de inventaris en de voorwaarden tot schrapping, schorsing en vrijstelling";2° in het derde lid worden de woorden "één maand" vervangen door de woorden "4 maanden";woorden na het woord "betwisten"de volgende woorden toegevoegd : "via aangetekend schrijven aan de administratie. » en wordt de volgende zin toegevoegd : "In dit aangetekend schrijven geeft hij behalve de bewijzen ook aan of hij gehoord wil worden. »; 3° in het laatste lid worden de woorden "op datum van de administratieve akte, bedoeld in artikel 28" vervangen door de woorden "op datum van de eerste dag na het verlopen van de termijn van 4 maanden na de administratieve akte, bedoeld in artikel 28, § 1, tweede lid".
Art. 10.Aan hetzelfde decreet wordt een artikel 34bis toegevoegd, dat luidt als volgt : "
Artikel 34bis.§ 1. De officiële opname in de inventaris wordt door de administratie betekend aan de houders van het zakelijk recht van het geregistreerde goed. De Vlaamse regering bepaalt hiervoor de voorwaarden. § 2. Binnen de 30 kalenderdagen na betekening van het registratieattest, zoals bedoeld in § 1, kan de houder van het zakelijk recht van het geregistreerde pand met een aangetekende brief beroep aantekenen bij de inventarisbeheerder tegen deze registratie. § 3. De inventarisbeheerder doet uitspraak over het beroep en betekent haar gemotiveerde beslissing aan de indiener van het beroep met een aangetekende brief binnen 60 kalenderdagen na betekening van het beroep. § 4. Wanneer er geen uitspraak over het beroep is binnen de in § 3 gestelde termijn, wordt het beroep geacht te zijn ingewilligd.
Art. 11.In artikel 35 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 8 juli 1997, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 en § 2 worden tussen de woorden "de inventaris" en de woorden "zodra de houder van het zakelijk recht", de woorden "op aangetekend verzoek van de houder en," ingevoegd en worden na de woorden "wordt gebruikt" de woorden "overeenkomstig haar bestemming" toegevoegd;2° § 3 wordt vervangen door wat volgt : « § 3.De administratie geeft de houder van het zakelijk recht, bedoeld in artikel 27, of desgevallend zijn rechtsopvolger binnen 3 maanden na het verzoek tot schrapping kennis van haar beslissing daaromtrent.
De administratie vermeldt als datum van schrapping in de inventaris de datum van het aangetekende verzoek. »
Art. 12.Artikel 36 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 8 juli 1997 en 6 juli 2001, wordt vervangen door wat volgt : "
Artikel 36.Het bedrag van de heffing is gelijk aan het resultaat van de volgende formule voor ongeschikte en/of onbewoonbare woningen als voor verwaarloosde gebouwen en/of woningen (KI + M) x (P + 1); het bedrag van de heffing is gelijk aan het resultaat van de volgende formule voor leegstaande gebouwen en/of woningen (KI + M) x (P-2), waarbij de heffing nooit negatief mag zijn; waarbij : - KI staat voor het kadastraal inkomen van het gebouw en/of de woning vastgesteld, overeenkomstig artikel 255 en 256 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals die van toepassing zijn op het Vlaamse Gewest ingevolge artikel 60 van het decreet van 21 december 1990 houdende begrotingstechnische bepalingen alsmede de bepalingen tot begeleiding van de begroting 1991, en geïndexeerd overeenkomstig artikel 518 van hetzelfde wetboek. Als zich meerdere gebouwen en/of woningen bevinden op een kadastraal perceel staat KI voor het kadastraal inkomen van de grond en de opstanden van het gehele perceel, berekend overeenkomstig de vorige bepaling, vermenigvuldigd met een breuk waarin de teller gelijk is aan de oppervlakte van het geïnventariseerde gebouw en/of woning en de noemer gelijk is aan de totale oppervlakte van de gebouwen en/of woningen die zich op het kadastraal perceel bevinden; - M staat voor het bedrag waarmee het KI in voorkomend geval moet worden verhoogd om het bedrag van 990 euro te bereiken; - P staat voor het aantal periodes van 12 maanden dat het gebouw en/of de woning zonder onderbreking is opgenomen in de inventaris, bedoeld in artikel 28, zonder echter meer te bedragen dan 4.
Art. 13.In artikel 39 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 8 juli 1996 en 30 juni 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden het eerste en het tweede lid vervangen door wat volgt : "Het bedrag van de heffing en de opcentiemen, verschuldigd overeenkomstig de bepalingen van deze afdeling, zijn te betalen uiterlijk op het einde van de tweede maand die volgt op de datum van de toezending van het aanslagbiljet, ongeacht of beroep werd ingesteld overeenkomstig § 2 bij de Vlaamse regering. Behoudens in geval van overmacht, brengen de verschuldigde sommen bij wanbetaling vanaf het einde van de tweede maand die volgt op de datum van toezending van het aanslagbiljet, voor de duur van het verwijl een intrest op die is vastgesteld op 0,5 percent per kalendermaand. »; 2° in § 2, eerste lid, worden de woorden "dertig kalenderdagen na" vervangen door de woorden "drie maanden na de datum van" en worden na de woorden "de Vlaamse regering" de woorden "tegen de fiscale heffing" toegevoegd;3° in § 2, eerste lid, worden in de tweede zin de woorden "binnen een maand" vervangen door de woorden "binnen de drie maanden".4° in § 2, tweede lid, worden na de woorden "De beslissing over het beroep wordt" de woorden binnen 3 maanden volgend op het verzoekschrift" toegevoegd;5° in § 2 wordt het derde lid vervangen door wat volgt : "Wordt het beroep ingewilligd, dan beslist de Vlaamse regering of de heffing niet, geheel of gedeeltelijk moet betaald worden.De beslissing kan gesteund zijn op bewezen overmacht.
Betreft het beroep de heffingsgrondslag en wordt het beroep ingewilligd waarbij de beslissing niet gesteund is op bewezen overmacht, dan beslist de Vlaamse regering of de heffing geheel of gedeeltelijk moet betaald worden, dan wel of het gebouw en/of de woning wordt geschrapt van de lijst. ».
Art. 14.In artikel 40, § 4, van hetzelfde decreet, worden de woorden "en de belastingplichtige nalaat de heffing te betalen," geschrapt.
Art. 15.Aan hetzelfde decreet wordt in hoofdstuk VIII, afdeling II, onderafdeling 6, het opschrift "Vrijstellingen" vervangen door het opschrift "Vrijstellingen en terugbetalingen".
Art. 16.In artikel 42 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 8 juli 1997, 7 juli 1998 en 18 mei 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : "Deze vrijstelling geldt niet voor overdrachten : - aan vennootschappen die door de overdrager rechtstreeks of onrechtstreeks in rechten of in feiten gecontroleerd worden; - indien de overdracht het gevolg is van een fusie, splitsing of een andere overgang ten algemene titel; - aan bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad, tenzij in geval van overdracht bij erfopvolging of testament. »; 2° aan § 2, 4°, wordt de volgende zin toegevoegd : « Deze periode kan verlengd worden indien de leegstand aanhoudt buiten de wil om van de houder van het zakelijk recht, zoals vermeld in 6° van deze paragraaf.»; 3° aan § 2 worden een 6° en 7° toegevoegd, die luiden als volgt : « 6° de gebouwen en/of woningen tegen aanvaardbare marktvoorwaarden aangeboden die voldoen aan een conformiteitsonderzoek overeenkomstig artikel 8 van het decreet houdende de Vlaamse Wooncode, en waar desondanks de leegstand aanhoudt;7° de gebouwen en/of woningen waarvoor vrijwillig sociaal beheersrecht overeenkomstig artikel 90, §§ 2 en 3, van het decreet houdende de Vlaamse Wooncode, aangevraagd werd.»; 4° er wordt een § 3 toegevoegd, die luidt als volgt : "§ 3.De Vlaamse regering richt een commissie op die verzoeken tot vrijstelling behandelt, die omwille van andere redenen dan deze genoemd in § 1 en § 2, en buiten de wil van de houder van het zakelijk recht, de leegstand laat aanhouden.
De Vlaamse regering bepaalt de samenstelling van deze commissie. ».
Art. 17.Aan hetzelfde decreet wordt in hoofdstuk VIII, afdeling II, onderafdeling 6, een artikel 42bis toegevoegd, dat luidt als volgt : "
Artikel 42bis.De houder van een zakelijk recht, bedoeld in artikel 27, krijgt 80 % terugbetaald van de laatst geïnde gewestelijke heffing voor : 1° de gebouwen en/of woningen die na de beëindiging van de renovatiewerkzaamheden binnen de maximale schorsingsperiode, zoals bedoeld in artikel 43, enkel nog voorkomen op de lijst van leegstaande gebouwen en/of woningen, gedurende een periode van maximaal 2 jaar volgend op het einde van de periode van schorsing;2° de gebouwen en/of woningen waarvoor hij vrijwillig sociaal beheersrecht aangevraagd heeft;3° de gebouwen en/of woningen waarvan hij het zakelijk recht overgedragen heeft. De terugbetaling geldt niet voor overdrachten : - aan vennootschappen die door de overdrager rechtstreeks of onrechtstreeks in rechten of in feiten gecontroleerd worden; - indien de overdracht het gevolg is van een fusie, splitsing of een andere overgang ten algemene titel; - aan bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad, tenzij ingeval van overdracht bij erfopvolging of testament.
De terugbetaling geschiedt uiterlijk de laatste dag van het kwartaal volgend op : 1° de schrapping van de gerenoveerde gebouwen en/of woningen vermeld in § 1, eerste lid, en § 2 uit de inventaris van leegstaande gebouwen en/of woningen;2° het instellen van het vrijwillig sociaal beheersrecht;3° het verlijden van de notariële akte van overdracht van het zakelijk recht. Bij de terugbetaling van de gelden wordt een verwijlintrest toegekend tegen een rentevoet van 0,5 percent per kalendermaand vanaf de eerste dag van de kalendermaand die volgt op de datum van de betaling en tot de laatste dag van de kalendermaand die voorafgaat aan de datum van de terugbetaling. ».
Art. 18.In artikel 43 van hetzelfde decreet, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het gehele artikel worden de woorden "een bouwvergunning" vervangen door de woorden "een stedenbouwkundige vergunning, een schriftelijke bevestiging van de volledig bevonden aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning opgemaakt door de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar of een gedetailleerd renovatieschema" en de woorden "de bouwvergunning" door de woorden "de stedenbouwkundige vergunning, de schriftelijke bevestiging van de volledig bevonden aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning opgemaakt door de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar of het gedetailleerde renovatieschema";2° na het eerste lid wordt een lid toegevoegd, dat luidt als volgt : "Het gedetailleerde renovatieschema dient minimaal de volgende stukken te bevatten : - een uittreksel van de kadastrale legger met de vermelding van de einddatum van de renovatiewerken aan het gebouw en/of de woning; - een afschrift waarin de belastingplichtige aantoont houder te zijn van het zakelijk recht zoals bedoeld in artikel 27; - in geval van een mede-eigendom met betrekking tot een zelfde gebouw en/of woning moet de aanvraag worden vergezeld van een stuk dat het akkoord van alle mede-eigenaars aangaande de uitvoering van de in de aanvraag vermelde werken bevestigt; - het afschrift van de overeenkomst gesloten met een architect, in voorkomend geval; - het gedetailleerde bestek van de werken opgesteld door de aannemer, in voorkomend geval; - het gedetailleerde bestek van de werken opgesteld door de eigenaar, ingeval hij zelf de werken uitvoert; - de plans van het gebouw en/of de woning op schaal 1/50e of 1/100e met aanduiding van de overwogen werken; - een fotoreportage welke een duidelijk weergave is van de bestaande toestand van de te renoveren of aan te passen onderdelen van het gebouw en/of de woning. »; 3° het derde lid vervangen door wat volgt : "De periode van schorsing eindigt op het moment dat de renovatiewerkzaamheden beëindigd zijn.Zij kan niet langer duren dan 4 jaar, tenzij de renovatiewerkzaamheden betrekking hebben op 3 of meer gebouwen en/of woningen, of dermate omvangrijk zijn dat ze niet kunnen worden voltooid in 4 jaar, in welke gevallen de maximale periode 5 jaar bedraagt. »; 4° In het vierde lid wordt het woord "bouwvergunning" vervangen door de woorden "de stedenbouwkundige vergunning of het gedetailleerde renovatieschema"; In hetzelfde lid worden tevens de volgende zinnen toegevoegd : "De schorsing wordt eveneens ongedaan gemaakt als de aanvraag tot een stedenbouwkundige vergunning geweigerd wordt. De opgeschorte heffingen zijn alsnog verschuldigd vermeerderd met de intresten toegekend tegen een rentevoet van 0.5 percent per kalendermaand vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de datum van eerste opgeschorte heffing tot en met de laatste dag van de maand die voorafgaat aan de beëindiging van de schorsing."
Art. 19.Aan hetzelfde decreet wordt in hoofdstuk VIII, afdeling 2, een nieuwe onderafdeling 9 toegevoegd, die luidt als volgt : « Onderafdeling 9. - Overgangsbepalingen
Artikel 44bis.Aanslagen gevestigd op basis van de artikelen 24 tot en met 44 van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 die betrekking hebben op de opnames in de inventaris vanaf 1 januari 2002 tot en met 31 december 2003, worden als niet bestaande beschouwd.
De aanslagen gevestigd op basis van de artikelen 24 tot en met 44 van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 die betrekking hebben op verjaardagen van eerdere opnames in de inventaris vanaf 1 januari 2002 tot en met 31 december 2003, worden als niet bestaande beschouwd. » HOOFDSTUK III. - Bepalingen tot wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode
Art. 20.In artikel 20 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, wordt § 1 vervangen door wat volgt : « § 1. Wanneer een woning die niet beantwoordt aan de vereisten van artikel 5, als hoofdverblijfplaats wordt verhuurd zonder geldig conformiteitsattest, wordt de verhuurder of de eventuele onderverhuurder van die woning gestraft met een geldboete van 100 euro tot 10.000 euro.
Wanneer een onroerend goed dat niet hoofdzakelijk bestemd is voor wonen, wordt verhuurd met het oog op bewoning en gebreken vertoont die een veiligheids- of gezondheidsrisico inhouden, wordt de verhuurder of de eventuele onderverhuurder van het onroerend goed gestraft met een geldboete van 100 euro tot 10.000 euro. »
Art. 21.Dit decreet treedt in werking op de dag van publicatie in het Belgisch Staatsblad.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 7 mei 2004.
De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie, D. VAN MECHELEN. _______ Nota (1) Zitting 2002-2003 Stukken Voorstel van drecreet : 1678 - Nr.1 Zitting 2003-2004 Stukken Verslag over hoorzitting : 1678 - Nr. 2 Amendementen : 1678 : Nrs. 3 et 4 In eerste lezing door de commissie aangenomen artikelen : 1678 - Nr. 5 Verslag : 1678 - Nr. 6 Amendement : 1678 - Nr. 7 Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1678 - Nr. 8 Handelingen. Bespreking en aanneming : Vergaderingen van 4 en 5 mei 2004.