Etaamb.openjustice.be
Decreet van 07 mei 2004
gepubliceerd op 04 juni 2004

Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid « Instituut voor Innovatie door Wetenschap en Technologie »

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2004035839
pub.
04/06/2004
prom.
07/05/2004
ELI
eli/decreet/2004/05/07/2004035839/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

7 MEI 2004. - Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid « Instituut voor Innovatie door Wetenschap en Technologie » (1)


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtpersoonlijkheid « Instituut voor Innovatie door Wetenschap en Technologie ». HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

Art. 2.In dit decreet wordt verstaan onder : 1° het kaderdecreet : het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003;2° technologische innovatie : de technologische innovatie zoals omschreven in artikel 2 van het decreet van 18 mei 1999 betreffende het voeren van een beleid ter aanmoediging van de technologische innovatie;3° IWT : het Instituut voor Innovatie door Wetenschap en Technologie. HOOFDSTUK II. - Oprichting

Art. 3.Er wordt een intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid opgericht als bedoeld in artikel 10 van het kaderdecreet. Dit agentschap draagt als naam Instituut voor Innovatie door Wetenschap en Technologie of afgekort IWT. De Vlaamse regering bepaalt tot welk homogeen beleidsdomein het agentschap behoort.

De bepalingen van het kaderdecreet zijn van toepassing op het IWT. HOOFDSTUK III. - Missie, taken en bevoegdheden

Art. 4.Het IWT heeft als missie technologische innovatie ten behoeve van ondernemingen in het Vlaamse Gewest aan te moedigen.

Art. 5.Het IWT heeft de volgende beleidsuitvoerende taken inzake technologische innovatie : 1° financiële steun verlenen - met inbegrip van achtergestelde leningen - aan projecten of activiteiten van bedrijven, instellingen, organisaties of personen;2° informatie verspreiden en advies, begeleiding en gespecialiseerde dienstverlening aanbieden;3° de deelname bevorderen van bedrijven, instellingen en/of organisaties aan internationale programma's;4° activiteiten coördineren van bedrijven, instellingen en organisaties die middelen ten laste van de Vlaamse begroting voor de technologische innovatie ontvangen;5° netwerkvorming en samenwerking tussen bedrijven, instellingen en organisaties in de hand werken;6° het administratief, wetenschappelijk en financieel beheer van specifieke initiatieven, opgedragen door de Vlaamse regering. De Vlaamse regering bepaalt de voorwaarden waaraan de aanvragen voor financiële steun bij het IWT moeten voldoen.

De Vlaamse regering bepaalt de wijze waarop en de instantie waarbij de aanvrager van financiële steun wiens steunaanvraag geweigerd is een verzoek tot herziening van de beslissing kan indienen. HOOFDSTUK IV. - Bestuur en werking

Art. 6.De Vlaamse regering regelt het bestuur en de werking van het agentschap. HOOFDSTUK V. - Beheersovereenkomst

Art. 7.Onverminderd de bepalingen van artikelen 9 en 10 van het kaderdecreet zal de met het IWT af te sluiten beheersovereenkomst een regeling treffen voor de wijze waarop het IWT zal samenwerken met het departement Wetenschap en Innovatie. HOOFDSTUK VI. - Raadgevend comité

Art. 8.§ 1. Bij het agentschap wordt een raadgevend comité opgericht.

Het raadgevend comité heeft enkel een adviserende bevoegdheid en geen beslissingsbevoegdheid.

Het raadgevend comité heeft tot taak aan het hoofd van het IWT advies te verstrekken over : 1° de toekenning van steun aan derden voor projecten inzake technologische innovatie;2° het operationeel beleid en de organisatie van het IWT inzake subsidieverstrekking met in het bijzonder aandacht voor de opmaak en de uitvoering van kwaliteitsvolle aanvraag-, evaluatie- en selectieprocedures;3° het operationeel beleid en de organisatie van IWT inzake gespecialiseerde dienstverlening;4° de beleidsgerichte input die IWT inzake de aanmoediging van technologische innovatie levert. § 2. De toekenning van steun aan derden, bedoeld in artikel 8, § 1, 1°, wordt beslist op advies van het raadgevend comité dat daarvoor ook een beroep kan doen op experten. § 3. Een huishoudelijk reglement regelt de werking van het raadgevend comité, onverminderd de bepaling van artikel 8, § 2. Het huishoudelijk reglement wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Vlaamse regering.

Art. 9.§ 1. Het raadgevend comité bestaat uit minstens acht en hoogstens twaalf leden. § 2. Elk van de leden van het raadgevend comité moet vertrouwd zijn met de technologische innovatie. § 3. Het lidmaatschap van het raadgevend comité is onverenigbaar met dat van de Kamer van volksvertegenwoordigers of de Senaat, de federale regering, het Vlaams Parlement, de Vlaamse regering, de Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, een bestendige deputatie, de rechterlijke macht of van het Europees Parlement, met de functie van gewestelijk staatssecretaris in de Brusselse Hoofdstedelijke Regering of met het dragen van een ambt bij het Arbitragehof, de Raad van State en het Rekenhof. § 4. De leden van het raadgevend comité worden aangesteld door de Vlaamse regering. § 5. Vier leden worden aangesteld uit een dubbeltal, voorgedragen door de organisaties die vertegenwoordigd zijn in de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, waarvan twee leden de representatieve organisaties van de werkgevers, de middenstand en de landbouw vertegenwoordigen, en twee leden de representatieve organisaties van de werknemers. Vier leden worden aangesteld uit een dubbeltal, voorgedragen door de Vlaamse Interuniversitaire Raad. De Vlaamse regering stelt ten hoogste vier overige leden aan. § 6. De Vlaamse regering benoemt onder de leden de voorzitter van het raadgevend comité. § 7. Het hoofd van het IWT en een ambtenaar van het departement Wetenschap en Innovatie van de Vlaamse Gemeenschap nemen als waarnemer deel aan de bijeenkomsten van het raadgevend comité. § 8. Het mandaat van de leden van het raadgevend comité duurt hoogstens zes jaar en is hernieuwbaar. Ingeval het mandaat van een lid voortijdig beëindigd wordt, voltooit de opvolger het mandaat van zijn voorganger. § 9. De Vlaamse regering kan een vergoeding bepalen voor de leden van het raadgevend comité. HOOFDSTUK VII. - Financiële middelen

Art. 10.§ 1. Het IWT kan beschikken over de volgende ontvangsten : 1° dotaties;2° ontvangsten die voortvloeien uit daden van beheer of beschikking met betrekking tot eigen domeingoederen;3° schenkingen en legaten in speciën;4° terugvorderingen van ten onrechte gedane uitgaven;5° vergoedingen voor prestaties aan derden, volgens voorwaarden bepaald in de beheersovereenkomst;6° leningen. § 2.Tenzij anders is bepaald in een decreet worden de in § 1 genoemde ontvangsten beschouwd als ontvangsten die bestemd zijn voor de gezamenlijke uitgaven.

In afwijking van het eerste lid worden de ontvangsten, genoemd in § 1, 5°, beschouwd als toegewezen ontvangsten. De vergoedingen voor prestaties aan derden mogen uitsluitend aangewend worden voor de uitgaven die voortvloeien uit de levering van de betreffende prestaties aan derden. § 3. Het IWT kan schenkingen of legaten aanvaarden. Het hoofd van het IWT beoordeelt vooraf de opportuniteiten en de risico's van de aanvaarding. HOOFDSTUK VIII. - Coördinatie

Art. 11.§ 1. De Vlaamse regering wordt ermee belast de bestaande wets- en decreetsbepalingen te wijzigen, aan te vullen, te vervangen of op te heffen, om ze in overeenstemming te brengen met de bepalingen van dit decreet en van het kaderdecreet.

De besluiten die krachtens deze paragraaf worden vastgesteld, houden op uitwerking te hebben als ze niet bij decreet zijn bekrachtigd binnen negen maanden na de datum van de inwerkingtreding ervan. De bekrachtiging werkt terug tot deze laatste datum.

De in deze paragraaf aan de Vlaamse regering opgedragen bevoegdheid vervalt negen maanden na de inwerkingtreding van dit decreet. Na die datum kunnen de besluiten die krachtens deze paragraaf zijn vastgesteld en zijn bekrachtigd alleen bij een decreet worden gewijzigd, aangevuld, vervangen of opgeheven. § 2. De Vlaamse regering wordt ermee belast de bepalingen van de wetten en decreten betreffende het IWT alsook de bepalingen die daarin uitdrukkelijk of stilzwijgend wijzigingen hebben aangebracht tot het tijdstip van de coördinatie, te coördineren. Te dien einde kan de regering : 1° de te coördineren bepalingen anders inrichten, inzonderheid opnieuw ordenen en vernummeren;2° de verwijzingen in de te coördineren bepalingen dienovereenkomstig vernummeren;3° de te coördineren bepalingen met het oog op onderlinge overeenstemming en eenheid van terminologie herschrijven zonder te raken aan de erin neergelegde beginselen;4° de verwijzingen naar de in de coördinatie opgenomen bepalingen die in andere niet in de coördinatie opgenomen bepalingen voorkomen, naar de vorm aanpassen. De coördinatie treedt pas in werking nadat ze bij decreet is bekrachtigd. HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen

Art. 12.Het decreet van 23 januari 1991 betreffende de oprichting van een Instituut voor de aanmoediging van innovatie door wetenschap en technologie in Vlaanderen, gewijzigd bij de decreten van 25 juni 1992, 22 december 1993, 7 juli 1998 en 18 mei 1999, wordt opgeheven, met uitzondering van artikel 23, dat van kracht blijft tot het einde van de tewerkstelling van het laatste personeelslid, aangeworven onder dit artikel.

Art. 13.Behoudens andersluidende bepalingen, worden de begroting en rekeningen opgemaakt en goedgekeurd en de controle door het Rekenhof uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op de instellingen van openbaar nut van categorie A.

Art. 14.De Vlaamse regering bepaalt de datum waarop dit decreet in werking treedt.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 7 mei 2004.

De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie, D. VAN MECHELEN _______ Nota (1) Zitting 2003-2004. Stukken : Ontwerp van decreet : 2191-nr. 1. - Verslag van het Rekenhof : 2191-nr. 2. - Amendementen : 2191-nrs. 3 en 4. Verslag : 2191-nr. 5. - Amendementen : 2191-nr. 6. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 2191-nr. 7.

Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 27 en 29 april 2004.

^