gepubliceerd op 16 november 2018
Decreet houdende oprichting van de steunstructuur voor de reïntegratie via het onderwijs voor sociale promotie in gevangenissen
6 SEPTEMBER 2018. - Decreet houdende oprichting van de steunstructuur voor de reïntegratie via het onderwijs voor sociale promotie in gevangenissen
Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit decreet en van zijn uitvoeringsbesluiten, wordt verstaan onder: 1° "Onderwijs voor sociale promotie": het onderwijs voor sociale promotie georganiseerd door het decreet van 16 april 1991 tot organisatie van het onderwijs voor sociale promotie, zoals gewijzigd;2° "Onderwijsnetten": - het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap; - het officieel onderwijs gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap; - het vrij onderwijs gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap; 3° "Student": a) enerzijds, - de gedetineerde, zoals bepaald bij de basis wet van 12 januari 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/01/2005 pub. 01/02/2005 numac 2005009033 bron federale overheidsdienst justitie Basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden sluiten betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden, zoals gewijzigd; - de persoon voor wie een internering in de zin van de wet betreffende de internering van 5 mei 2014, zoals gewijzigd, werd bevolen; b) anderzijds, - de veroordeelde die zijn straf uitvoert via de beperkte detentie of onder elektronisch toezicht, zoals bedoeld bij de wet van 17 mei 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/05/2006 pub. 15/06/2006 numac 2006009456 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten (2) type wet prom. 17/05/2006 pub. 16/06/2009 numac 2009000376 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoerings-modaliteiten. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, zoals gewijzigd; - de gedetineerde die een voorwaardelijke vrijlating geniet in de zin van de wet van 17 mei 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/05/2006 pub. 15/06/2006 numac 2006009456 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten (2) type wet prom. 17/05/2006 pub. 16/06/2009 numac 2009000376 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoerings-modaliteiten. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, zoals gewijzigd; - de geïnterneerde die een vrijlating op proef geniet in de zin van de wet van 1 juli 1964 tot bescherming van de maatschappij tegen abnormalen en de gewoontemisdadigers, zoals gewijzigd; - de veroordeelde die een probatiemaatregel geniet in de zin van de wet van 29 juni 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1964 pub. 27/11/2009 numac 2009000776 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, zoals gewijzigd; - de veroordeelde die een alternatieve maatregel geniet die de voorlopige hechtenis vervangt, in de zin van de wet van 20 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/1990 pub. 02/12/2010 numac 2010000669 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de voorlopige hechtenis Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de voorlopige hechtenis, zoals gewijzigd; 4° "Minister": de Minister bevoegd voor het onderwijs voor sociale promotie. HOOFDSTUK II. - Doel en opdrachten
Art. 2.Er wordt een "Steunstructuur voor de reïntegratie van studenten via het onderwijs voor sociale promotie in gevangenissen", hierna "REINSERT".
Art. 3.§ 1. REINSERT heeft als opdracht: 1° de opleidingen georganiseerd door het onderwijs voor sociale promotie binnen de strafinrichtingen op het Franse taalgebied alsook in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad te vergemakkelijken, programmeren, coördineren en steunen wanneer deze opleidingen verstrekt worden door de leden van de Onderwijsnetten;2° de informatie te centraliseren betreffende het aanbod aan opleidingen dat in de gevangenissen ter beschikking wordt gesteld;3° de toegang tot de informatie te verbeteren in verband met het aanbod aan opleidingen dat in de gevangenissen ter beschikking wordt gesteld;4° de student te steunen bij zijn administratieve stappen betreffende het onderwijs voor sociale promotie;5° de studenten toe te laten hun lopend opleidingstraject begonnen in een gevangenis voort te zetten of een nieuw opleidingstraject aan te vatten buiten de strafinrichting;6° de studenten te helpen, in het kader van hun reïntegratie, bij de toegang tot de arbeidsmarkt;7° de organisatie van specifieke opleidingen te bewerkstelligen ter bestemming van docenten die binnen de gevangenissen les geven. § 2. REINSERT oefent de opdrachten uit bedoeld bij paragraaf 1 met als doel de bestrijding van maatschappelijke discriminatie en afzondering en de behartiging van de inschakeling of reïntegratie van de studenten.
Bij het uitoefenen van haar opdrachten, zorgt REINSERT voor de continuïteit van het schooltraject van de student alsook voor de oriëntatie van de student naar opleidingen die hem best in staat stellen zijn inschakeling of reïntegratie te bevorderen, met inaanmerkingneming van de wensen van de student.
Art. 4.§ 1. Het geheel opleidingen die aan de studenten worden verstrekt, wordt over twee programma's verdeeld: 1° het Intramuros programma, bestemd voor de studenten bedoeld bij artikel 1, 3°, a);2° het Extramuros programma, bestemd voor de studenten bedoeld bij artikel 1, 3°, b). § 2. De Regering wordt belast met het beheer en de coördinatie van de Intramuros en Extramuros programma's, volgens de door haar bepaalde nadere regels. § 3. Het Intramuros programma werkt centraal aan de verhoging van de competentiedrempel of de arbeidsmogelijkheden van de student via opleidingen zoals de alfabetisering of de voorkwalificerende en kwalificerende opleidingen.
Het Extramuros programma werkt centraal aan de continuïteit van het schooltraject begonnen in het kader van het Intramuros programma, alsook aan de informatie, de raadgeving, de oriëntatie naar opleidingen die de reïntegratie bevorderen. § 4. REINSERT zorgt ervoor dat de opleidingen begonnen in het Intramuros programma voortgezet kunnen worden in het Extramuros programma. HOOFDSTUK III. - Samenstelling en opdrachten van het Sturingscomité
Art. 5.REINSERT bestaat uit een Sturingscomité.
Art. 6.§ 1. Het Sturingscomité wordt samengesteld uit: 1° een vertegenwoordiger van het onderwijs voor sociale promotie georganiseerd door de Franse Gemeenschap;2° een vertegenwoordiger van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerd officieel onderwijs voor sociale promotie;3° twee vertegenwoordigers van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerd vrij onderwijs voor sociale promotie, ofwel een vertegenwoordiger van het algemeen secretariaat van het katholiek onderwijs en een vertegenwoordiger van de federatie van de onafhankelijke gesubsidieerde vrije inrichtingen. Het mandaat van de leden van het Sturingscomité bedraagt vijf jaar en het is één keer vernieuwbaar.
Een plaatsvervangend lid wordt aangewezen voor elk werkend lid bedoeld bij het eerste lid. Het plaatsvervangend lid is enkel stemgerechtigd als het werkend lid verhinderd wordt. § 2. Naast de leden bedoeld bij paragraaf 1, wordt het Sturingscomité aangevuld met leden aangewezen door de Regering. § 3. De nadere regels voor de werking van het Sturingscomité worden door de Regering bepaald.
Art. 7.Het Sturingscomité wordt belast met: 1° het voorstellen van een aanbod opleidingen die aan de behoeften van de studenten worden aangepast, met, desnoods, een onderscheiding tussen de groepen personen die bedoeld worden bij de Intramuros en Extramuros programma's;2° het opstellen van een tweejaarlijks verslag waarin de vordering van de opleidingsprojecten binnen de gevangenissen uiteengezet wordt met inbegrip, onder andere, van het aantal ingeschreven studenten, het aantal georganiseerde lestijden, de door de studenten gevolgde opleidingen, de behoeften inzake opleiding geformuleerd door de studenten, een evaluatie van de organisatie van de verstrekte opleidingen, alsook elke andere informatie die het relevant acht.Het verslag wordt aan de goedkeuring van de Regering voorgelegd alvorens aan het Parlement van de Franse Gemeenschap overgezonden te worden.
Daartoe, mandateert het Sturingscomité zijn voorzitter of diens afgevaardigde; 3° het verlenen van adviezen, op eigen initiatief, of op aanvraag van de Regering, over de voorwaarden betreffende de aan de studenten verstrekte opleidingen, over de moeilijkheden verbonden met de uitvoering van zijn opdrachten, of over elke andere aangelegenheid betreffende het onderwijs voor sociale promotie ter bestemming van de studenten. Om het jaar, informeert het Sturingscomité de Regering over het aanbod aan opleidingen georganiseerd krachtens het eerste lid, 1°, volgens de door de Regering bepaalde nadere regels.
Onverminderd het eerste lid, kan de Regering de lijst van de opdrachten van het Sturingscomité uitbreiden. HOOFDSTUK IV. - Financiële en budgettaire aspecten
Art. 8.§ 1. De Regering kent, ieder jaar, een bedrag toe van 640.000 euro om tegemoet te komen in de kosten verbonden met de opleidingen verstrekt door de inrichtingen voor het onderwijs voor sociale promotie ten bate van de studenten. Vanaf het schooljaar 2019, binnen de perken van de beschikbare kredieten, wordt dit bedrag elk jaar geïndexeerd op basis van het definitieve bedrag van de dotatie van het voorgaande jaar, vermenigvuldigd met de verhouding tussen het gezondheidsindexcijfer van de maand januari van het betrokken jaar en dat van de maand januari van het voorgaande jaar.
Dit bedrag vóór indexering mag niet lager zijn dan 640.000 euro. § 2. Indien de kosten verbonden met de opleidingen verstrekt aan de studenten door de inrichtingen die aan de Intramuros en Extramuros programma's deelnemen hoger is dan het bedrag bedoeld bij paragraaf 1, geschiedt de verdeling van deze middelen over de inrichtingen door de Regering op basis van de volgende criteria: 1° de voorrang zal toegekend worden aan de inrichtingen die opleidingen in de gevangenissen organiseren of hebben georganiseerd, op voorwaarde dat het verslag bedoeld bij artikel 7, eerste lid, 2°, niet bewezen heeft dat er een ernstige dysfunctie bestaat in de organisatie van deze opleidingen;2° voor de inrichtingen die geen opleidingen in de gevangenissen organiseren of hebben georganiseerd, a) zal een voorrang toegekend worden aan de inrichtingen die compleet nieuwe opleidingen aanbieden, die aangepast zijn aan de gevangenissen;b) bij gebreke daaraan, zal de voorrang verleend worden aan de inrichtingen die opleidingen in de gevangenissen aanbieden die beantwoorden aan de behoeften inzake opleiding geformuleerd door de studenten, zoals geïdentificeerd in het verslag bedoeld bij artikel 7, eerste lid, 2° ;c) bij gebreke daaraan, zal de voorrang verleend worden aan de inrichtingen die opleidingen in de gevangenissen wensen aan te biedenwaar geen opleiding wordt georganiseerd;d) bij gebreke daaraan, zal de voorrang verleend worden aan de inrichtingen die opleidingen in de gevangenissen wensen aan te bieden waar de verhouding tussen het aantal personen bedoeld bij artikel 1, 3°, a) en b), en het aantal georganiseerde lestijden, de laagste is gedurende het verlopen kalenderjaar. HOOFDSTUK V. - Slotbepaling
Art. 9.Dit decreet treedt in werking op 1 september 2018.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 6 september 2018.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Vice-President en Minister van Cultuur en Kind, A. GREOLI De Vice-President en Minister van Hoger Onderwijs, Media en Wetenschappelijk Onderzoek, J.-Cl. MARCOURT De Minister van Hulpverlening aan de Jeugd, Justitiehuizen, Sport en Promotie van Brussel, belast met het toezicht op de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, R. MADRANE De Minister van Onderwijs, M.-M. SCHYNS De Minister van Begroting, Ambtenarenzaken en Administratieve Vereenvoudiging, A. FLAHAUT De Minister van Onderwijs voor sociale promotie, Jeugd, Vrouwenrechten en Gelijke Kansen, I. SIMONIS _______ Nota Zitting 2018-2019 Stukken van het Parlement.- Ontwerp van decreet, nr. 662-1.- Commissieverslag, nr. 662-2. - In voltallige vergadering aangenomen tekst, nr. 662-3.
Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. - Vergadering van 6 september 2018.