gepubliceerd op 30 juni 1999
Decreet betreffende de toeristische instellingen
6 MEI 1999. - Decreet betreffende de toeristische instellingen (1)
De Waalse Gewestraad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Dit decreet regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een aangelegenheid bedoeld in artikel 127 van de Grondwet.
Art. 2.§ 1. Dit decreet is van toepassing op de erkende toeristische instellingen, zoals : 1° het Commissariaat-generaal voor toerisme : bestuur van het Waalse Gewest dat belast is met de uitvoering van de decreten en besluiten inzake toerisme;2° de Dienst voor de bevordering van het toerisme in Wallonië en Brussel : instelling van openbaar nut die overeenkomstig haar statuten belast is met de bevordering van toerisme;3° de Provinciale federatie voor toerisme : vereniging zonder winstoogmerk, instelling van openbaar nut of dienst van een provinciaal bestuur belast met de ontwikkeling en de bevordering van het toerisme in de provincie;4° de Dienst voor toerisme : dienst van een gemeentebestuur of vereniging zonder winstoogmerk, opgericht op initiatief van een gemeente en belast met de ontwikkeling en de bevordering van het toerisme in die gemeente; 5° de V.V.V. : vereniging zonder winstoogmerk belast met de ontwikkeling en de bevordering van het toerisme, hetzij voor het geheel of een gedeelte van één gemeente, hetzij in verschillende gemeenten; ze kan bestaan uit afdelingen met een plaatselijke of thematische strekking.
Om erkend te worden, moeten de Dienst voor toerisme en de V.V.V. bovendien aan de volgende voorwaarden voldoen : - beschikken over een onthaal en informatiedienst die onafhankelijk is van een handelsonderneming of een privé-woning; - uitgerust zijn met een toeristeninfosysteem dat met name buiten de openingstijden voor iedereen bereikbaar is, hetzij per telefoon, hetzij met elk ander communicatiemiddel; - documentatie over plaatselijk toerisme ter beschikking stellen van de toeristen; 6° Huis voor toerisme : onthaalcentrum bestaande uit één of verschillende gebouwen waar één of meer verenigde toeristische instellingen of, zo niet, een publiekrechtelijke rechtspersoon of een vereniging zonder winstoogmerk moet(en) zorgen enerzijds voor het onthaal en de informatie van de toeristen en anderzijds voor de bevordering van toeristische activiteiten in zijn (hun) ambtsgebied, waarbij dit laatste overeenstemt met het grondgebied van ten minste twee gemeenten. Om erkend te worden, moet het Huis voor toerisme bovendien aan de volgende voorwaarden voldoen : - beschikken over een onthaal- en informatiedienst die los staat van een handelsonderneming of een privé-woning, en over personeelsleden die ten minste tweetalig zijn (Frans-Nederlands, Frans-Engels of Frans-Duits, al naar gelang het ambtsgebied); - uitgerust zijn met een toeristeninfosysteem dat met name buiten de openingstijden voor iedereen bereikbaar is, hetzij per telefoon, hetzij met elk ander communicatiemiddel; - documentatie over gewestelijk en plaatselijk toerisme ter beschikking stellen van de toeristen; - zijn beheerders en het Waalse Gewest moeten een programma-overeenkomst van drie jaar sluiten; die overeenkomst bepaalt het ambtsgebied van het Huis voor toerisme en betreft, enerzijds, de bevordering van het toerisme en van toeristische activiteiten, en, anderzijds, de organisatie en ontwikkeling ervan, in overleg met de diensten voor toerisme en met de V.V.V.'s van het ambtsgebied, alsook met de betrokken provinciale federatie voor toerisme; - zich niet ten koste van een ander huis voor toerisme over een ambtsgebied uitstrekken. § 2. De Regering bepaalt de openingsdagen en tijden van de diensten voor toerisme, de V.V.V.'s en de huizen voor toerisme.
Art. 3.Het is verboden gebruik te maken van de benamingen en afkortingen bedoeld in artikel 2 of van het schild bedoeld in artikel 6 zonder erkenning als toeristische instelling of als huis voor toerisme. Het is bovendien verboden gebruik te maken van gelijkwaardige benamingen, afkortingen en schilden die verwarring kunnen scheppen.
Art. 4.§ 1. Om erkend te worden, moeten de toeristische instellingen en de huizen voor toerisme voldoen aan de voorwaarden bedoeld in artikel 2. § 2. De Regering erkent de provinciale federaties voor toerisme.
De Commissaris-generaal voor toerisme erkent de diensten voor toerisme, de V.V.V.'s en de huizen voor toerisme op advies van de betrokken provinciale federatie(s) voor toerisme en gemeenteraad(raden).
De gemeenteraad moet rekening houden met het advies van elke erkende toeristische instelling op zijn grondgebied. § 3. De procedure voor de erkenning van de diensten voor toerisme, de V.V.V.'s en de huizen voor toerisme wordt door de Regering bepaald.
De Regering bepaalt eveneens volgens welke procedure beroep bij de Minister moet worden ingesteld tegen een beslissing van de Commissaris-generaal voor toerisme. § 4. Als niet meer wordt voldaan aan de wettelijke voorschriften en aan de desbetreffende voorwaarden, kan de overheid die de toeristische instellingen en huizen voor toerisme heeft erkend, de erkenning intrekken.
De Regering bepaalt de desbetreffende procedure, alsook de procedure om een beroep in te stellen tegen de beslissing van de Commissaris-generaal voor toerisme waarbij de erkenning wordt ingetrokken.
Art. 5.§ 1. De provinciale federaties voor toerisme, de diensten voor toerisme, de V.V.V.'s, de beheerders van huizen voor toerisme kunnen toelagen inzake uitrusting en bevordering genieten; de beheerders van huizen voor toerisme kunnen ook toelagen inzake werking en animatie genieten. § 2. De Regering bepaalt de voorwaarden waaronder de in § 1 bedoelde toelagen worden verleend.
Art. 6.§ 1. De Commissaris-generaal voor toerisme bezorgt de provinciale federaties voor toerisme, de diensten voor toerisme, de V.V.V.'s en de beheerders van huizen voor toerisme een schild dat ze moeten aanbrengen in de zetel van hun activiteiten en dat ze mogen reproduceren op elk document of communicatiemiddel.
De Regering bepaalt het model van het schild dat bestemd is voor de toeristische instellingen en de beheerders van huizen voor toerisme. § 2. In geval van definitieve intrekking van de erkenning, moet het schild binnen dertig dagen na de kennisgeving van de beslissing teruggegeven worden aan de Commissaris-generaal voor toerisme.
Art. 7.§ 1. 1° Er wordt een boete van 100 tot 3 000 BEF opgelegd aan degene die zonder erkenning gebruik maakt van één van de benamingen of afkortingen bedoeld in artikel 2 of van het schild bedoeld in artikel 6. 2° Er wordt een boete van 100 tot 3 000 BEF opgelegd aan degene die zonder erkenning gebruik maakt van een benaming of afkorting die verwarring schept met één van de benamingen of afkortingen bedoeld in artikel 2. § 2. De burgerrechtelijk aansprakelijke personen in de zin van artikel 1384 van het Burgerlijk Wetboek zijn verplicht de boete te betalen. § 3. De te dien einde door de Regering aangewezen ambtenaren en personeelsleden moeten de overtredingen van dit decreet opsporen en vaststellen.
Ze hebben de hoedanigheid van officier van de gerechtelijke politie en hun proces-verbalen hebben bewijskracht, tenzij het tegendeel bewezen wordt.
Art. 8.De instellingen die op de datum van inwerkingtreding van het uitvoeringsbesluit van dit decreet, toeristische doeleinden nastreven en die gebruik maken van de benaming V.V.V. of dienst voor toerisme maar geen erkenningsaanvraag hebben ingediend binnen de termijn bedoeld in artikel 15 van het uitvoeringsbesluit van dit decreet of de erkenning niet hebben verkregen, mogen die benaming blijven gebruiken; het gebruik van elk ander teken is verboden, in welke vorm ook, behoudens een door de Regering verleende afwijking.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Namen, 6 mei 1999 De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, K.M.O.'s, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Ruimtelijke Ordening, Uitrusting en Vervoer, M. LEBRUN De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, B. ANSELME De Minister van Begroting en Financiën, Tewerkstelling en Vorming, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw, G. LUTGEN De Minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid, W. TAMINIAUX De Minister van Onderzoek, Technologische Ontwikkeling, Sport en Internationale Betrekkingen, W. ANCION _______ Nota (1) Zitting 1998-1999 Stukken van de Raad 506 (1998-1999) nrs 1 tot 3 Volledig verslag, openbare vergadering van 4 mei 1999.- Bespreking - Stemming.