gepubliceerd op 17 juli 2006
Decreet houdende de erkenning van de Vlaamse Gebarentaal
5 MEI 2006. - Decreet houdende de erkenning van de Vlaamse Gebarentaal
Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Decreet houdende de erkenning van de Vlaamse Gebarentaal.
Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.
Art. 2.De Vlaamse Gebarentaal, afgekort VGT, is de visueel-gestuele natuurlijke taal die gebruikt wordt door Dove mensen en Vlaamse Gebarentaalgebruikers in de Vlaamse Gemeenschap en in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. Dove mensen behoren tot de linguïstisch-culturele minderheidsgroep waarvoor de Vlaamse Gebarentaal een identificerende rol speelt.
De Vlaamse Gebarentaal wordt hierbij erkend.
Art. 3.§ 1. Er wordt een adviescommissie voor de Vlaamse Gebarentaal, hierna de commissie te noemen, opgericht. Ze heeft tot opdracht adviezen uit te brengen en voorstellen te formuleren in verband met alle aangelegenheden die betrekking hebben op of weerslag kunnen hebben op het gebruik van de Vlaamse Gebarentaal.
De commissie formuleert deze adviezen en voorstellen op eigen initiatief, op aanvraag van het Vlaams Parlement of van de Vlaamse Regering.
Alle adviezen en voorstellen zijn openbaar. § 2. De commissie bestaat uit vijftien leden. De leden ervan worden door de Vlaamse Regering benoemd voor een termijn van vier jaar. Dat mandaat is verlengbaar. § 3. De Vlaamse Regering bepaalt de samenstelling van de commissie, die minstens één lid bevat uit elk van de volgende categorieën : 1° verenigingen van Dove gebarentaalgebruikers;2° ouders van dove kinderen die Vlaamse Gebarentaalgebruikers zijn;3° scholen voor buitengewoon onderwijs van type 7;4° lesgevers Vlaamse Gebarentaal;5° tolken Vlaamse Gebarentaal;6° taalkundigen met expertise op liet vlak van gebarentaalonderzoek. Bij de samenstelling van de commissie streeft de Vlaamse Regering naar een grote vertegenwoordiging van Dove personen en Vlaamse Gebarentaalgebruikers. Minstens de helft van de leden zijn Dove personen, tenzij onvoldoende Dove personen zich kandidaat hebben gesteld.
Ten hoogste twee derde van de leden zijn van hetzelfde geslacht. § 4. De Vlaamse Regering benoemt de leden van de commissie na een openbare oproep tot kandidaatstelling en volgens de nadere regels die zij bepaalt. De kandidaten verantwoorden hun bevoegdheid of hun beroepservaring, alsook hun motivatie om in de commissie te zetelen.
Ook, indien mogelijk, vermelden ze van welke categorie, vermeld in § 3, eerste lid, zij deel uitmaken.
Vertegenwoordigers namens de Vlaamse Regering mogen de vergadering met raadgevende stem bijwonen. § 5. De leden van de commissie oefenen hun functie uit in volledige onafhankelijkheid van de overheid. Het lidmaatschap van de commissie is onverenigbaar met : 1° een mandaat in het Europees Parlement, de Kamer van volksvertegenwoordigers, de Senaat, het Vlaams Parlement en het Brussels Hoofdstedelijk Parlement;2° het ambt van minister of staatssecretaris en de hoedanigheid van kabinetslid van een minister of staatssecretaris;3° het ambt van personeelslid van een departement of agentschap van de Vlaamse overheid, dat in een hiërarchische verhouding staat tot de minister of ministers tot wiens bevoegdheid de aangelegenheden, vermeld in § 1, eerste lid, behoren. § 6. Leden van de commissie worden door de Vlaamse Regering ontslagen, op eigen verzoek of om ernstige redenen op verzoek van de commissie.
Elk lid dat de hoedanigheid verliest waarvoor het benoemd werd, alsook het lid dat een ambt, als vermeld in § 5, tweede lid, opneemt, is van rechtswege ontslagnemend.
Bij ontslag of overlijden van een lid organiseert de Vlaamse Regering een nieuwe oproep tot kandidaten. De door de Vlaamse Regering benoemde vervanger voleindigt het mandaat van zijn voorganger. § 7. Het secretariaat van de commissie wordt waargenomen door de dienst, aangewezen door de Vlaamse Regering. Dat secretariaat zorgt voor de administratieve, logistieke en inhoudelijke ondersteuning van de commissie. § 8. De Vlaamse Regering stelt de presentiegelden en de vergoedingen van de leden van de commissie vast.
Art. 4.§ 1. De leden van de commissie duiden uit hun midden een voorzitter en een ondervoorzitter aan. Deze moeten van verschillend geslacht zijn. § 2. Binnen drie maanden nadat ze werd ingesteld, bepaalt de commissie haar huishoudelijk reglement en legt het ter goedkeuring voor aan de Vlaamse Regering. § 3. De Vlaamse Regering stelt de commissie uit eigen beweging of op haar verzoek alle informatie ter beschikking die noodzakelijk is voor de adviesopdracht.
De commissie kan de personeelsleden van de departementen en agentschappen van de Vlaamse overheid verzoeken om de nodige technische toelichting te verschaffen. § 4. De commissie kan subcommissies oprichten die een deelaspect van het gebruik van de Vlaamse Gebarentaal behandelen. § 5. De commissie beraadslaagt collegiaal over de uit te brengen adviezen, volgens de procedure van de consensus.
Als er geen consensus kan worden bereikt, wordt er gestemd en wordt de stemmenverhouding in het advies vermeld. Er kan een minderheidsnota aan het advies worden toegevoegd. § 6. De adviezen worden verstrekt binnen een termijn van dertig dagen na de datum van de ontvangst van de adviesaanvraag. In geval van spoed, die met redenen wordt omkleed, kan de Vlaamse Regering de termijn inkorten zonder dat die evenwel minder dan tien werkdagen mag bedragen. § 7. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels voor de terbeschikkingstelling van tolken Vlaamse Gebarentaal ten behoeve van de commissie en haar subcommissies.
Art. 5.De commissie brengt elk jaar verslag uit van haar werkzaamheden. Dat jaarverslag wordt voor 15 mei van het volgende jaar bezorgd aan de Vlaamse Regering en aan het Vlaams Parlement.
Art. 6.§ 1. De Vlaamse Regering erkent op het niveau van de Vlaamse Gemeenschap één vereniging die de volgende opdrachten vervult : 1° bijdragen tot de kennis van de Vlaamse Gebarentaal door eigen wetenschappelijk onderzoek en door het coordineren, stimuleren en ondersteunen van wetenschappelijk onderzoek terzake;2° bijdragen tot de verdere ontwikkeling van de Vlaamse Gebarentaal en die ontwikkeling ondersteunen;3° het ontwikkelen van leermiddelen met het oog op het onderwijzen van de Vlaamse Gebarentaal;4° aanspreek- en contactpunt zijn voor binnenlandse en buitenlandse betrokkenen en belangstellenden. § 2. Deze vereniging moet aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° rechtspersoonlijkheid hebben krachtens de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen;2° haar zetel hebben in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad;3° een boekhouding voeren volgens een model dat door de Vlaamse Regering wordt bepaald;4° een werking ontplooien die relevant is op het niveau van de Vlaamse Gemeenschap. § 3. De vereniging stelt een beleidsplan op voor elke beleidsperiode van vier jaar. Dat plan moet ingediend worden bij de door de Vlaamse Regering aangewezen dienst. De Vlaamse Regering bepaalt de vorm van dat plan en de wijze en de datum waarop het ingediend moet worden.
In haar beleidsplan beschrijft de vereniging het beleid dat zij de volgende vierjarige beleidsperiode wil voeren. Dat omvat onder meer de missie van de vereniging, de omgevingsanalyse, datgene wat ze op het ogenblik van de opmaak van het beleidsplan doet, datgene wat ze in de volgende beleidsperiode wil realiseren, alsook de wijze waarop en de middelen en instrumenten waarmee ze dat zal doen. Ze duidt tevens aan hoe zij de communicatie en samenwerking met de gebruikers van de Vlaamse Gebarentaal zal invullen.
De erkenning wordt toegekend na een doorlichting en waardering van alle aspecten van het ingediende beleidsplan op het vlak van doelgerichtheid, beleidsmatige relevantie, efficiëntie en haalbaarheid. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels terzake. § 4. Op basis van de doorlichting en waardering van het ingediende beleidsplan, vermeld in § 3, derde lid, kent de Vlaamse Regering, binnen de perken van de begrotingskredieten, aan de erkende vereniging een vierjarige subsidie toe voor de uitvoering van haar beleidsplan.
Die subsidie wordt gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen volgens de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoidigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld, en kan daarnaast tussentijds verhoogd worden. § 5. De Vlaamse Regering sluit met de erkende vereniging per beleidsperiode een beheersovereenkomst af waarin minimaal bepaald wordt : 1° op welke wijze het ingediende beleidsplan aangepast moet worden afhankelijk van zowel de doorlichting en waardering ervan, als de toegekende vierjarige subsidie;2° op welke wijze er over de uitvoering van dat beleidsplan gerapporteerd moet worden;3° op welke wijze de uitvoering van het beleidsplan geëvalueerd wordt;4° hoe de toegekende subsidie door middel van voorschotten uitbetaald wordt en de reservevorming geregeld wordt;5° hoe het toezicht op de werking van de vereniging en, meer specifiek, op de aanwending van de toegekende subsidie uitgeoefend wordt;6° welke maatregelen de Vlaamse Regering kan nemen, onder meer wat de erkenning betreft, als aan de voorwaarden, bepaald in § 2, niet meer wordt voldaan, de uitvoering van het beleidsplan negatief wordt geëvalueerd of de aanwending van de subsidie onvoldoende wordt verantwoord. Elke beheersovereenkomst en elke wijziging en verlenging ervan, worden binnen twee maanden na hun vaststelling door de Vlaamse Regering meegedeeld aan het Vlaams Parlement.
Art. 7.De Vlaamse Regering kan subsidies toekennen voor projecten die bijdragen tot de maatschappelijke verankering van de Vlaamse Gebarentaal, onder meer door de organisatie, medeorganisatie of ondersteuning van sensibiliserende activiteiten. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels terzake.
Art. 8.Binnen de perken van de begrotingskredieten, neemt de Vlaamse Regering, na advies van de commissie, vermeld in artikel 3, alle initiatieven die nuttig en nodig zijn om het gebruik van de Vlaamse Gebarentaal mogelijk te maken in de verschillende gebieden die onder haar bevoegdheid ressorteren.
De Vlaamse Regering rapporteert tweejaarlijks aan het Vlaams Parlement over de voortgang terzake. Het eerste tweejaarlijks rapport wordt bij het Vlaams Parlement ingediend binnen twee jaar na de benoeming van de leden van de commissie.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 5 mei 2006.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, B. ANCIAUX _______ Nota's (1) Zitting 2005-2006. Stukken. - Voorstel van decreet : 729, nr. 1. - Verslag : 729, nr. 2. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 729, nr. 3 Handelingen. - Bespreking en aanneming : Vergadering van 26 april 2006.