Etaamb.openjustice.be
Decreet van 05 februari 2009
gepubliceerd op 10 april 2009

Decreet houdende bepalingen inzake het gespecialiseerd onderwijs en de opvang van kinderen en adolescenten met specifieke behoeften in het leerplichtonderwijs

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2009029183
pub.
10/04/2009
prom.
05/02/2009
ELI
eli/decreet/2009/02/05/2009029183/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

5 FEBRUARI 2009. - Decreet houdende bepalingen inzake het gespecialiseerd onderwijs en de opvang van kinderen en adolescenten met specifieke behoeften in het leerplichtonderwijs (1)


Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : TITEL I. - Wijziging van het decreet van 24 juli 1997 dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren

Artikel 1.Artikel 13, § 3bis, van het decreet van 24 juli 1997 dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren, ingevoegd bij het decreet van 3 maart 2004 houdende organisatie van het gespecialiseerd onderwijs, wordt vervangen als volgt : « Art. 13, § 3bis. In het gespecialiseerd onderwijs is de vorming tijdens het kleuteronderwijs, het lager onderwijs en van de eerste graad of de eerste fase van het secundair onderwijs een pedagogisch continuüm, gestructureerd in drie stappen, die beogen alle leerlingen, de basisvaardigheden te verschaffen die nodig zijn voor hun sociale integratie en de voortzetting van hun studies.

De stappen bedoeld in het vorige lid zijn de volgende : 1° het kleuteronderwijs;2° van maturiteit I tot maturiteit IV in het lager onderwijs;3° de eerste graad of de eerste fase van het secundair onderwijs.»

Art. 2.Artikel 67, derde lid, van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : « Indien het om een inrichting voor gewoon onderwijs gaat, legt het inrichtingsproject de pedagogische keuze en de prioritaire acties vast die in het werk gesteld worden om de integratie van de leerlingen met specifieke behoeften te bevorderen, na een voorafgaande raadpleging van het basisoverlegcomité voor de onderwijsinrichtingen georganiseerd door de Franse Gemeenschap, de plaatselijke paritaire Commissie voor de inrichtingen voor het officieel onderwijs gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap of de plaatselijke overleginstanties of bij gebrek hieraan, de vakbondsdelegaties voor de inrichtingen voor het vrij onderwijs gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap. »

Art. 3.In het opschrift van hoofdstuk X van het decreet van 24 juli 1997 dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren, worden de woorden « van de vormen 3 en 4 » geschrapt.

Art. 4.Artikel 95 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : «

Art. 95.De beslissingen in verband met de overgang naar een klas, naar een cyclus of naar een fase en met het uitreiken van diploma's, getuigschriften en attesten van slagen binnen een onderwijsinrichting vallen onder de bevoegdheid van de klassenraad.

Bovendien, in het gespecialiseerd onderwijs, vallen ook onder de bevoegdheid van de klassenraad de toelating om de kwalificatieproef af te leggen, alsook de beslissing tot inschrijving in een vorm en de overgang van een onderwijsvorm naar een andere.

De klassenraad wordt voorgezeten door het hoofd van de inrichting of zijn afgevaardigde en omvat alle leden van het onderwijzend personeel die verantwoordelijk zijn voor de leerlingen. Een lid van het psycho-medisch-sociaal centrum alsook de betrokken opvoeders kunnen ook aanwezig zijn met een raadgevende stem.

In het gespecialiseerd onderwijs omvat de klassenraad ook het geheel van de opvoedende hulppersoneelsleden, de paramedische, psychologische en sociale personeelsleden die belast zijn met het onderwijs, de opvoeding en de opleiding van een groep leerlingen en die hiervoor verantwoordelijk zijn, alsook de werkmeesters. De werkplaatsleiders kunnen ook aan de Klassenraad deelnemen. De opvoedende hulppersoneelsleden, de paramedische, psychologische en sociale personeelsleden zetelen met raadgevende stem voor alle aangelegenheden die betrekking hebben op de evaluatie die bekrachtigd wordt.

Elke leerkracht die geen titularis is en die ten minste gedurende twee maanden van het schooljaar zijn functie uitoefende, mag, met raadgevende stem, de klassenraad bijwonen.

Art. 5.Artikel 96, tweede lid, van hetzelfde decreet wordt aangevuld als volgt : « Bovendien, in het gespecialiseerd onderwijs, geeft het inrichtingshoofd de motivering van de beslissing tot weigering om de kwalificatieproef af te leggen, de beslissing tot inschrijving in een vorm en de overgang van een onderwijsvorm naar een andere volgens dezelfde nadere regels. »

Art. 6.Artikel 96 van hetzelfde decreet wordt aangevuld als volgt : « In het gespecialiseerd secundair onderwijs, met uitzondering van het onderwijs van vorm 4, wordt de interne procedure afgesloten : - op 10 december of op 10 mei voor de weigering om het afleggen van de kwalificatieproef van januari en juni toe te laten en voor de beslissingen betreffende de inschrijving in een vorm en de verandering van vorm; - op 30 juni voor de beslissingen betreffende de uitreiking van getuigschriften en attesten, alsook de inschrijving in een vorm en de verandering van vorm. »

Art. 7.Artikel 97, § 1, van hetzelfde decreet wordt aangevuld als volgt : « in het gewoon secundair onderwijs en een Raad van beroep voor de beslissingen van de Klassenraden in het gespecialiseerd secundair onderwijs. »

Art. 8.In artikel 97, § 2, eerste lid, van hetzelfde decreet, wordt het woord "gewoon" toegevoegd na het woord "onderwijs".

Art. 9.Artikel 97, § 2, tweede lid, van hetzelfde decreet wordt aangevuld als volgt : « De Raad van beroep van het niet-confessioneel gespecialiseerd onderwijs bestaat uit de coördinerende Inspecteur-generaal of zijn afgevaardigde, vijf werkende leden en vijf plaatsvervangende leden aangesteld door de Regering op voorstel van de Algemene Overlegraad van het gespecialiseerd onderwijs en een voorzitter.

De Regering benoemt de Voorzitter uit de ambtenaren van ten minste rang 12 en de coördinerende inspecteurs in dienstactiviteit of in ruste gesteld tijdens de laatste tien jaren. »

Art. 10.In artikel 97, § 3, eerste lid, van hetzelfde decreet, wordt het woord "gewoon" toegevoegd na het woord "onderwijs".

Art. 11.Artikel 97, § 3, tweede lid, van hetzelfde decreet wordt aangevuld als volgt : « De Raad van beroep van het confessioneel gespecialiseerd onderwijs bestaat uit de coördinerende Inspecteur-generaal of zijn afgevaardigde, vijf werkende leden en vijf plaatsvervangende leden aangesteld door de Regering op voorstel van de Algemene Overlegraad van het gespecialiseerd secundair onderwijs en een voorzitter.

De Regering benoemt de Voorzitter uit de ambtenaren van ten minste rang 12 en de coördinerende inspecteurs in dienstactiviteit of in ruste gesteld tijdens de laatste tien jaren. »

Art. 12.Artikel 97, § 4, van hetzelfde decreet wordt aangevuld als volgt : « De Algemene Overlegraad van het gespecialiseerd onderwijs kan bovendien de aanstelling door de Regering van werkmeesters, werkplaatsleiders, onderdirecteurs voorstellen. »

Art. 13.Artikel 97, § 7, van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 14.In artikel 98, § 1, eerste lid, van hetzelfde decreet, worden de woorden "In het gewoon secundair onderwijs" toegevoegd vóór het woord "kunnen".

Art. 15.In hetzelfde decreet wordt een artikel 98bis ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 98bis.§ 1. In het gespecialiseerd secundair onderwijs kunnen de leerling, indien hij meerderjarig is, zijn ouders of de persoon die de ouderlijke macht uitoefent indien hij minderjarig is, in zover zij de mogelijkheden van de interne procedure uitgeput hebben, bedoeld in artikel 96, vijfde lid, binnen de tien dagen die volgen op de kennisgeving van de beslissing of van haar bevestiging : - in vorm 4, een beroep indienen tegen een beslissing van niet slagen of van slagen met voorbehoud; - in vorm 3, een beroep indienen tegen een beslissing van weigering van uitreiking van het attest van slagen van de fase, van weigering van uitreiking van getuigschriften met uitsluiting van het kwalificatiegetuigschrift, van de weigering om de leerling die twee jaren in de derde fase gevolgd heeft, toe te laten tot het afleggen van de kwalificatieproef; - in de vormen 1, 2, 3 en 4, een beroep indienen tegen een beslissing tot inschrijving in een onderwijsvorm of overgang van een onderwijsvorm naar een andere.

Het beroep omvat een nauwkeurige motivatie. Wordt er bijgevoegd elk stuk dat de verzoeker nuttig acht om de Raad van beroep ophelderende inlichtingen te verschaffen.

Het beroep mag geen stukken bevatten die betrekking hebben op de beslissingen van de Klassenraad wat betreft andere leerlingen. § 2. Het beroep wordt per aangetekende brief gestuurd aan de Administratie die het onmiddellijk doorgeeft aan de Voorzitter van de Raad van beroep. Een afschrift van het beroep wordt dezelfde dag, eveneens per aangetekende brief, door de verzoekers gestuurd aan het betrokken inrichtingshoofd. Dit laatste kan de Administratie elk document sturen dat de Raad van beroep zou kunnen informeren. Het kan ook de Raad van beroep een met redenen omkleed advies bezorgen over de gegrondheid van het beroep. De Administratie stuurt onmiddellijk dit document aan de Voorzitter van de Raad van beroep.

De Raad van beroep gelast de inrichting met het voorbereiden te zijner intentie van elk document dat hij nuttig acht om een beslissing te nemen. Hij kan elke persoon verhoren die hij nodig acht. Hij kan zich laten bijstaan door deskundigen die hij kiest.

Op aanvraag van de klassenraad wordt zijn voorzitter door de Raad van beroep verhoord. § 3. In het gespecialiseerd secundair onderwijs kan de Raad van beroep de beslissing van de klassenraad vervangen : - in vorm 4 door een beslissing van slagen met of zonder voorbehoud; - in vorm 3 door een beslissing van slagen van fase of door een nieuwe beslissing wat betreft de toelating tot de kwalificatieproef; - in de vormen 1, 2, 3 en 4, door een nieuwe beslissing wat betreft de inschrijving in een onderwijsvorm of de overgang van een onderwijsvorm naar een andere. § 4. De Regering bepaalt de nadere regels voor de werking van de Raad van beroep, alsook de vorm van attesten en getuigschriften uitgereikt ter uitvoering van deze beslissingen".

Art. 16.In artikel 99, eerste lid, van hetzelfde decreet, worden de woorden "In het gewoon secundair onderwijs" toegevoegd vóór de woorden "zijn de beslissingen".

Art. 17.Artikel 99 van hetzelfde decreet wordt aangevuld als volgt : « In het gespecialiseerd secundair onderwijs zijn de beslissingen van de Raad van beroep gebaseerd op de overeenstemming tussen de bekwaamheden verworven door de leerling en de bekwaamheden die hij normaal moet verwerven.

De Raad van beroep neemt zijn beslissingen in functie van de studieprogramma's en van het individueel leerplan van de leerling. » TITEL II Wijziging van het decreet van 3 maart 2004 houdende organisatie van het gespecialiseerd onderwijs

Art. 18.Artikel 7, § 1, van het decreet van 3 maart 2004 houdende organisatie van het gespecialiseerd onderwijs, wordt vervangen als volgt : « Artikel 7, § 1. De volgende typen van gespecialiseerd onderwijs kunnen door de Franse Gemeenschap worden georganiseerd, gesubsidieerd of erkend : 1° het type 1 van gespecialiseerd onderwijs wordt aangepast aan de opvoedings- en opleidingsbehoeften van de kinderen en adolescenten die door lichte mentale achterlijkheid worden getroffen, hierna type 1 genoemd;2° het type 2 van gespecialiseerd onderwijs wordt aangepast aan de opvoedings- en opleidingsbehoeften van de kinderen en adolescenten die door matige of ernstige mentale achterlijkheid worden getroffen, hierna type 2 genoemd;3° het type 3 van gespecialiseerd onderwijs wordt aangepast aan de opvoedings- en opleidingsbehoeften van de kinderen en adolescenten die door gedragsstoornissen worden getroffen, hierna type 3 genoemd;4° het type 4 van gespecialiseerd onderwijs wordt aangepast aan de opvoedings- en opleidingsbehoeften van de kinderen en adolescenten die door lichamelijke afwijkingen worden getroffen, hierna type 4 genoemd;5° het type 5 van gespecialiseerd onderwijs wordt aangepast aan de opvoedings- en opleidingsbehoeften van de zieke en/of herstellende kinderen en adolescenten, hierna type 5 genoemd;6° het type 6 van gespecialiseerd onderwijs wordt aangepast aan de opvoedings- en opleidingsbehoeften van de kinderen en adolescenten die door gezichtsstoornissen worden getroffen, hierna type 6 genoemd;7° het type 7 van gespecialiseerd onderwijs wordt aangepast aan de opvoedings- en opleidingsbehoeften van de kinderen en adolescenten die door gehoorstoornissen worden getroffen, hierna type 7 genoemd;8° het type 8 van gespecialiseerd onderwijs wordt aangepast aan de opvoedings- en opleidingsbehoeften van de kinderen en adolescenten die door leerstoornissen worden getroffen, hierna type 8 genoemd.»

Art. 19.Artikel 8 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : « Art. 8, § 1. Het type 1 is bestemd voor leerlingen die niet kunnen worden meegerekend onder de pedagogisch achterlijken en voor wie het multidisciplinair onderzoek, bedoeld in artikel 12, § 1, 1°, achterlijkheid en/of één of meer lichte stoornis(sen) in de geestelijke ontwikkeling vaststelt. Ze kunnen basiskennis op school verwerven, beroepsvaardigheid en een beroepsopleiding verwerven waarmee ze in een gewone sociaal-professionele omgeving kunnen worden ingeschakeld. § 2. Het type 2 is bestemd voor leerlingen die niet kunnen worden meegerekend onder de leerlingen bedoeld in artikel 7, 1°, en voor wie het multidisciplinair onderzoek, bedoeld in artikel 12, § 1, 1°, een matige of ernstige achterlijkheid in de geestelijke ontwikkeling vaststelt.

De leerlingen wier handicap toe te schrijven is aan matige mentale achterlijkheid, kunnen, door een aangepaste sociale en professionele opvoeding, in een aangepaste sociaal-professionele omgeving worden ingeschakeld.

De leerlingen wier handicap toe te schrijven is aan ernstige mentale achterlijkheid kunnen, door aangepaste opvoedingsactiviteiten, in de samenleving worden ingeschakeld. § 3. Het type 3 is bestemd voor de leerlingen voor wie het multidisciplinair onderzoek, bedoeld in artikel 12, § 1, 1°, de aanwezigheid vaststelt van structurele en/of functionele stoornissen in het relatieaspect en het affectief-dynamisch aspect van de persoonlijkheid die zo zwaar zijn dat een beroep moet worden gedaan op specifieke opvoedings-, heropvoedings- en psychotherapeutische methoden. § 4. Het type 4 is bestemd voor andere lichamelijk gehandicapte leerlingen dan deze die bedoeld zijn in de §§ 5, 6 en 7 van dit artikel en voor wie het multidisciplinair onderzoek, bedoeld in artikel 12, § 1, 1°, vaststelt dat ze het gewoon onderwijs niet kunnen volgen en waarvan de staat een geregelde medische en paramedische verzorging en orthopedagogische methoden noodzakelijk maakt. § 5. Het type 5 is bestemd voor leerlingen die door een lichamelijke aandoening en/of een psychische of psychiatrische stoornis getroffen worden en die worden opgenomen in een kliniek, een ziekenhuis of een medisch-sociale instelling die door de overheid wordt erkend.

Dat type onderwijs wordt georganiseerd in nauwe samenwerking met de gewone of gespecialiseerde school waarin de leerling ingeschreven is.

Alleen de oorspronkelijke school wordt ertoe gemachtigd de getuigschriften, diploma's of attesten betreffende die leerlingen uit te reiken. § 6. Het type 6 is bestemd voor de leerlingen voor wie het multidisciplinair onderzoek bedoeld in artikel 12, § 1, 3°, een gezichtsstoornis en/of een functionele stoornis van het gezicht vaststelt. Het is bestemd voor leerlingen die, wegens blindheid of aangeboren of verworven low vision, geregeld een medische en paramedische verzorging moeten krijgen, alsook psychosociale begeleiding op interne en externe vlakken. § 7. Het type 7 is bestemd voor de leerlingen voor wie het multidisciplinair onderzoek bedoeld in artikel 12, § 1, 3°, een gehoorsstoornis en/of een belangrijk gebrek aan communicatie vaststelt.

Het is bestemd voor de leerlingen die, wegens doofheid en/of aangeboren of verworven stoornissen, geregeld een medische of paramedische verzorging moeten krijgen, alsook een interne of externe psychosociale begeleiding op interne en externe vlakken. § 8. Het type 8 is bestemd voor de leerlingen voor wie het multidisciplinair onderzoek bedoeld in artikel 12, § 1, 1°, leerstoornissen vaststelt. Ze kunnen moeilijkheden veroorzaken bij de ontwikkeling van de taal- of spraakvaardigheid en/of het leren lezen, schrijven of rekenen, zonder dat er een geestelijke achterlijkheid is of een belangrijk gebrek op het lichamelijk, gedrag of zintuiglijk gebied. Ze moeten beschouwd worden als ingewikkelde stoornissen met multifactoriële oorsprong.

Art. 20.Een artikel 8bis, luidend als volgt, wordt ingevoegd in hetzelfde decreet : «

Art. 8bis.Er kan, onder de volgende voorwaarden, gespecialiseerd onderwijs voor polygehandicapte kinderen georganiseerd worden in de types 2, 4, 5, 6 of 7 van het gespecialiseerd onderwijs : - Buiten het verslag vermeld in artikel 12, § 1, moet voor de oriëntatie van de leerling een document verleend worden die conform is aan het model vastgesteld door de Regering en opgesteld door een psycho-medisch-sociaal centrum, door een dienst voor school- en beroepsoriëntatie of door elke andere instelling die dezelfde waarborgen verleent inzake school- of beroepsoriëntatie en die georganiseerd, gesubsidieerd of erkend is door de Franse Gemeenschap.

Een lijst van die instellingen wordt jaarlijks opgesteld door de regering en aan de instituten, inrichtingen en scholen voor gespecialiseerd onderwijs alsook aan de adviescommissies voor gespecialiseerd onderwijs meegedeeld. - Na voorafgaande raadpleging van het basisoverlegcomité van de onderwijsinstellingen georganiseerd door de Franse Gemeenschap, van de plaatselijke paritaire commissie van de inrichtingen voor officieel onderwijs gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap of van de plaatselijke overleginstanties, of bij gebrek daarvan, van de vakverenigingen van de inrichtingen voor vrij onderwijs gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap.

Het gespecialiseerd onderwijs aangepast aan de polygehandicapte leerlingen is bestemd voor de leerlingen waarvoor het multidisciplinaire onderzoek bedoeld in artikel 12, § 1, 1°, gebaseerd op het verslag van een neuroloog of een orthopedist of van iemand gespecialiseerd in de revalidatie, een diagnose van polyhandicap heeft gesteld.

Er kan, onder de volgende voorwaarden, gespecialiseerd onderwijs aangepast aan de leerlingen met autisme georganiseerd worden in alle types gespecialiseerd onderwijs : - De oriëntatie van de leerling gebeurt na het verlenen van een document die conform is aan het model vastgesteld door de Regering en opgesteld door een psycho-medisch-sociaal centrum, door een dienst voor school- en beroepsoriëntatie of door elke andere instelling die dezelfde waarborgen verleent inzake school- of beroepsoriëntatie, die georganiseerd, gesubsidieerd of erkend worden door de Franse Gemeenschap. - Na voorafgaande raadpleging van het basisoverlegcomité van de onderwijsinstellingen georganiseerd door de Franse Gemeenschap, van de plaatselijke paritaire commissie van de inrichtingen voor officieel onderwijs gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap of van de plaatselijke overleginstanties, of bij gebrek daarvan, van de vakverenigingen van de inrichtingen voor vrij onderwijs gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap.

Het gespecialiseerd onderwijs voor autistische leerlingen is bestemd voor de leerlingen waarvoor het multidisciplinaire onderzoek bedoeld in artikel 12, § 1, 1°, 2° en 3°, gebaseerd op het verslag van een pedopsychiater of een erkend referentiecentrum, een diagnose van autisme heeft gesteld.

Er kan, onder de volgende voorwaarden, gespecialiseerd onderwijs voor afatische of dysfatische leerlingen georganiseerd worden in alle types gespecialiseerd onderwijs, behalve in het onderwijs van type 2 : - De oriëntatie van de leerling wordt afhankelijk gemaakt van het verlenen van een document dat conform is aan het model vastgesteld door de Regering en opgesteld door een psycho-medisch-sociaal centrum, door een dienst voor school- en beroepsoriëntatie of door elke andere instelling die dezelfde waarborgen verleent inzake school- of beroepsoriëntatie, die georganiseerd, gesubsidieerd of erkend worden door de Franse Gemeenschap. - Na voorafgaande raadpleging van het basisoverlegcomité van de onderwijsinstellingen georganiseerd door de Franse Gemeenschap, van de plaatselijke paritaire commissie van de inrichtingen voor officieel onderwijs gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap of van de plaatselijke overleginstanties, of bij gebrek daarvan, van de vakverenigingen van de inrichtingen voor vrij onderwijs gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap.

Het gespecialiseerd onderwijs voor afatische of dysfatische leerlingen is bestemd voor de leerlingen waarvoor het multidisciplinaire onderzoek bedoeld in artikel 12, § 1, 1°, gebaseerd op het verslag van een neuropsychiater, een diagnose van afasie of dysfasie heeft gesteld. »

Art. 21.Artikel 12, § 1, 2° van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende bepaling : « Artikel 12, § 1, 2°. Voor het type 5, op basis van een medisch onderzoek waarvan de conclusies in een inschrijvingsverslag worden vervat en dat gevoerd wordt door een pediater of een arts van de dienst pediatrie, van de kliniek, het ziekenhuis of de medisch-sociale instelling erkend door de overheid ».

Art. 22.Artikel 12, § 1, van hetzelfde decreet wordt aangevuld met de volgende bepaling : « 3° voor de types 6 en 7 : a) Ofwel op basis van een multidisciplinair onderzoek gevoerd door een psycho-medisch-sociaal centrum, door een dienst voor school- en beroepsoriëntatie of door elke andere instelling die dezelfde waarborgen verleent inzake school- of beroepsoriëntatie, die georganiseerd, gesubsidieerd of erkend worden door de Franse Gemeenschap.Een lijst van die instellingen wordt jaarlijks opgesteld door de Regering en aan de instituten, inrichtingen en scholen voor gespecialiseerd onderwijs alsook aan de adviescommissies voor gespecialiseerd onderwijs meegedeeld.

De conclusies van dat multidisciplinaire onderzoek, vervat in een inschrijvingsverslag, vloeien voort uit de interpretatie en de integratie van de gegevens verleend door : - Het medisch onderzoek; - Het psychologisch onderzoek; - Het pedagogisch onderzoek; - De maatschappelijke studie. b) Ofwel op basis van een medisch onderzoek waarvan de conclusies vervat zijn in een inschrijvingsverslag en dat voor het type 6 gevoerd wordt, door een gespecialiseerde arts in de oftalmologie en voor het type 7 door een arts gespecialiseerd in de otorhinolaryngologie.»

Art. 23.Een artikel 14bis, luidend als volgt, wordt ingevoegd in hetzelfde decreet : «

Art. 14bis.In het gespecialiseerd lager onderwijs worden in aanmerking genomen alsof zij regelmatig school zouden hebben gevolgd, de leerlingen die ongewettigd afwezig geweest zijn voor zover de in artikel 10, 1e lid, van de gecoördineerde wetten van 20 augustus 1957 op het lager onderwijs bedoelde verplichting nageleefd werd. »

Art. 24.Een artikel 15bis, luidend als volgt, wordt ingevoegd in hetzelfde decreet : «

Art. 15bis.In het gespecialiseerd secundair onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap worden in aanmerking genomen alsof zij regelmatig school zouden hebben gevolgd, de leerlingen die ongewettigd afwezig geweest zijn voor zover de in artikel 84, 2e lid, van het decreet van 24 juli 1997 dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren bedoelde verplichting nageleefd werd. » In het gespecialiseerd secundair onderwijs gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap worden in aanmerking genomen alsof zij regelmatig school zouden hebben gevolgd, de leerlingen die ongewettigd afwezig geweest zijn voor zover de in artikel 92, 2e lid, van het decreet van 24 juli 1997 dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren bedoelde verplichting nageleefd werd. »

Art. 25.Artikel 20 van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 20.Per klas worden er twee wekelijkse lestijden georganiseerd van lichamelijke en sportactiviteiten. Daarenboven kunnen er twee of drie lestijden psychomotoriek of sportactiviteiten georganiseerd worden. Die lestijden worden waargenomen door een leermeester lichamelijke opvoeding of door de titularis als hij houder is van het bekwaamheidsgetuigschrift voor het ambt van leermeester lichamelijke opvoeding in de lagere scholen.

De organisatie van de twee wekelijkse lestijden lichamelijke en sportactiviteiten is niet verplicht voor het onderwijs van type 5.

In het onderwijs van type 4 kan de Regering, volgens de nadere regels die zij bepaalt, de begeleiding van de leerlingen gedurende de twee wekelijkse lestijden lichamelijke en sportactiviteiten toelaten door paramedisch personeel voor het organiseren van psychomotorische activiteiten gedurende die twee lestijden.

De vergunning zal verleend worden op basis van een gemotiveerd dossier waarin de redenen en de nadere regels van die begeleiding zullen worden opgenomen.

De bepalingen van de vorige leden kunnen wat het in vast verband benoemd personeel betreft, geen terbeschikkingstelling of gedeeltelijk verlies van de opdracht van de leermeester lichamelijke opvoeding of van de titularis als gevolg hebben als hij houder is van het bekwaamheidsgetuigschrift voor het ambt van leermeester lichamelijke opvoeding in de lagere scholen.

Het betreft in geen enkel geval de overdracht van lestijden van een personeelscategorie naar een andere. »

Art. 26.Artikel 56, laatste lid, van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende bepaling : « De leerling wordt ertoe gemachtigd in januari of in juni de kwalificatieproef af te leggen zodra de Klassenraad vaststelt dat hij de bekwaamheden bepaald door het opleidingsprofiel van toepassing op de leerling bereikt heeft. Ten laatste op het einde van het tweede schooljaar van de leerling in de derde fase moet de klassenraad zich uitspreken over de toegang tot die kwalificatie. »

Art. 27.In artikel 80, § 2, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) 3° wordt vervangen door de volgende bepaling : « 3° op een gemotiveerde manier beslissen over de overgang van een leerling van een onderwijsvorm naar een andere.» b) Artikel 80, § 2, wordt aangevuld met de volgende bepaling : « 8° de leerling toelaten de kwalificatieproef af te leggen zoals bepaald in artikel 56, laatste lid, van dit decreet.»

Art. 28.Artikel 110 van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende bepaling : Artikel 110 van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 110.In de inrichtingen voor gespecialiseerd onderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, leveren de leden van het opvoedend hulppersoneel 36 prestatie-uren per week.

In de inrichtingen voor gespecialiseerd onderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap leveren de leden van het administratief personeel 38 prestatie-uren per week. »

Art. 29.Artikel 111 van hetzelfde decreet wordt aangevuld met het volgende lid : « In de categorie van het opvoedend hulppersoneel kan het ambt van studiemeester opvoeder georganiseerd worden. »

Art. 30.In het opschrift van afdeling 4 van hoofdstuk VII van hetzelfde decreet worden de woorden « , in het secundair onderwijs » geschrapt.

Art. 31.Artikel 115 van hetzelfde decreet wordt aangevuld met de woorden « van het secundair onderwijs » ingevoegd tussen het woord « lestijdenpakket » en het woord « worden ».

Art. 32.Een artikel 116bis, luidend als volgt, wordt ingevoegd in hetzelfde decreet : «

Art. 116bis.Daarenboven worden, voor het gespecialiseerd onderwijs van type 3, naast het lestijdenpakket, bijkomende uren toegekend : 1° Van 1 tot 39 leerlingen : 9 uren;2° Van 40 tot 59 leerlingen : 18 uren;3° Van 60 tot 79 leerlingen : 27 uren;4° Van 80 tot 99 leerlingen : 36 uren;5° 9 uur per bijkomende schijf van 20 leerlingen die behoren tot het onderwijs van type 3. De organisatie of de subsidiëring van de bijkomende betrekkingen van studiemeesters-opvoeders kan gewijzigd worden telkens als het lestijdenpakket herberekend wordt. »

Art. 33.In artikel 124, § 2,van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) Het 1e lid wordt vervangen door de volgende bepaling : « Elke adviescommissie is samengesteld uit de voorzitter, die stemgerechtigd is, negen werkende leden en een secretaris gekozen onder de leden van de Regeringsdiensten »;b) Het 2e lid wordt aangevuld met de woorden « alsook uit een inspecteur die ressorteert onder de Inspectiedienst van het Basisonderwijs aangesteld door de coördinerende Inspecteur-generaal.»

Art. 34.Artikel 131 van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 131.De permanente totale integratie betreft de leerlingen van het : 1° Gespecialiseerd kleuteronderwijs van de types 2, 3, 4, 6 en 7;2° Gespecialiseerd lager onderwijs van de types 1, 2, 3, 4, 6, 7 en 8;3° Gespecialiseerd secundair onderwijs van de types 1, 2,3, 4, 6 en 7. »

Art. 35.De §§ 2 en 3 van artikel 132 van hetzelfde decreet worden vervangen door de volgende paragrafen : « § 2. Voor elke geïntegreerde leerling worden 4 lestijden begeleiding toegekend die verstrekt worden door personeel van het gespecialiseerd onderwijs en, in de 3e graad van het secundair onderwijs, 4 aanvullende lestijden. § 3. In de 3e graad van het secundair onderwijs worden er ook 8 lestijden toegekend buiten het totaal aantal lestijden-leraar aan de inrichting voor gewoon onderwijs die de geïntegreerde leerling ontvangt. »

Art. 36.Een § 4 wordt toegevoegd aan artikel 133 van hetzelfde decreet : « § 4. De Regering kan na gemotiveerd advies van de Algemene overlegraad voor gespecialiseerd onderwijs die vaststelt dat geen aanbod van gespecialiseerd onderwijs beschikbaar is op redelijke afstand, zoals bepaald in artikel 4 van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, in het kader van een integratie, de inschrijving van een leerling toelaten die behoort tot het niveau van het gespecialiseerd kleuteronderwijs in een school die een ander type gespecialiseerd onderwijs organiseert dan dat vermeld op het oriëntatieattest van de leerling.

In het kader van een permanente integratie geniet de gespecialiseerde school die aanvaardt om aan het project deel te nemen, begeleidingslestijden bedoeld in artikel 132. »

Art. 37.Artikel 136, 6°, van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 38.Artikel 136 van hetzelfde decreet wordt aangevuld met het volgende lid : « Dat protocol wordt bewaard in de inrichting voor gespecialiseerd onderwijs en ter beschikking gehouden van de inspectiediensten en van de Regeringsdiensten. Een kopie wordt eveneens bewaard in de inrichting voor gewoon onderwijs. »

Art. 39.Artikel 137 van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 137.Ten laatste voor 15 september van het schooljaar waarvoor de integratie voorzien is, maakt de directie in het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap of de inrichtende macht in het gesubsidieerd onderwijs van de inrichting voor gespecialiseerd onderwijs de lijst van de betrokken leerlingen naar de Regeringsdiensten over. »

Art. 40.Artikel 138 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 41.Artikel 139 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 42.Artikel 140 van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 140.Een nieuw volledig dossier wordt opgesteld bij de schoolverandering van een geïntegreerde leerling. »

Art. 43.In artikel 143, 2e lid, van hetzelfde decreet, worden de woorden « en na advies van de inspectie van het gespecialiseerd onderwijs en het gewoon onderwijs » geschrapt.

Art. 44.Artikel 144 van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 144.Een opdracht voor permanente evaluatie van de integratie wordt vervuld door de Algemene overlegraad voor gespecialiseerd onderwijs, inzonderheid op basis van de statistische gegevens verleend door de Regeringsdiensten. »

Art. 45.Artikel 147 van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 147.Slechts de regelmatig in het gespecialiseerd onderwijs ingeschreven leerlingen kunnen de gedeeltelijke permanente integratie en de tijdelijke integratie genieten.

De vestiging van een leerlingengroep van het gespecialiseerd onderwijs in een gewone onderwijsinstelling wordt niet onderworpen aan de procedures in verband met de integratie op voorwaarde dat die leerlingengroep begeleid wordt door personeel van het gespecialiseerd onderwijs gedurende de volledige wekelijkse uurrooster van de klas. »

Art. 46.In artikel 148 wordt het 1e lid vervangen door hetgeen volgt : « In het basis- en secundair onderwijs wordt een deel van het lestijdenpakket opgebracht door de leerling in de school voor gespecialiseerd onderwijs, aangewend om, in voorkomend geval, zijn begeleiding in de school voor gewoon onderwijs waar te nemen. »

Art. 47.Artikel 150 van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 150.Aan elke beslissing betreffende de gedeeltelijke integratie en de tijdelijke integratie gaat een voorstel vooraf dat tenminste door één van de volgende personen of instellingen moet worden ingediend : 1° De klassenraad van een inrichting voor gespecialiseerd onderwijs die het geheel van de leden van het onderwijzend personeel, het paramedisch, psychologisch, sociaal en opvoedend hulppersoneel die rechtstreeks aan de omkadering van de leerling deelnemen, opneemt;2° De instelling die de begeleiding van de leerlingen waarneemt;3° De ouders, de persoon die de ouderlijke macht uitoefent of de leerling zelf, als hij meerderjarig is;4° De opvoedingsploeg van een inrichting voor gewoon onderwijs op basis van een gunstig advies van de participatieraad waarvan elk lid zijn toestemming heeft verleend.Het inrichtingsproject moet de elementen inhouden die deze integratie in de hand werken.

Dat voorstel wordt ingediend bij het hoofd van de inrichting voor gespecialiseerd onderwijs.

De directie in het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap of de inrichtende macht in het gesubsidieerd onderwijs van de betrokken inrichting voor gespecialiseerd onderwijs pleegt overleg met alle personen bedoeld in dit artikel.

Indien het overleg tot een gunstig advies leidt, wordt dit advies door de personen bedoeld in dit artikel ondertekend en aan de directeur meegedeeld. »

Art. 48.Artikel 153 van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 153.Het protocol bedoeld in artikel 152 wordt bewaard in de inrichting voor gespecialiseerd onderwijs en ter beschikking gehouden van de Algemene Inspectiedienst en van de Regeringsdiensten.

In ieder geval en zodra het protocol volledig is, wordt de informatie betreffende de gegevens van de leerling overgemaakt naar de Regeringsdiensten. »

Art. 49.Artikel 154 van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 154.Een nieuw dossier wordt opgesteld bij de schoolverandering van een geïntegreerde leerling. »

Art. 50.Artikel 155 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 51.In artikel 156, 2e lid, van hetzelfde decreet, worden de woorden « aan de inspectie van het gespecialiseerd onderwijs en het gewoon onderwijs » vervangen door de woorden « aan de Regeringsdiensten ».

Art. 52.Artikel 157 van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 157.Een opdracht voor permanente evaluatie van de integratie wordt vervuld door de Algemene overlegraad voor gespecialiseerd onderwijs, inzonderheid op basis van de statistische gegevens verleend door de Regeringsdiensten. »

Art. 53.In artikel 180 van hetzelfde decreet wordt een nieuw lid ingevoegd na het 3e lid, luidend als volgt : « De Voorzitter en de Ondervoorzitter die elk een verschillende onderwijsaard vertegenwoordigen. Op elke vernieuwing van mandaat worden de aarden verwisseld onder de Voorzitter en de Ondervoorzitter. »

Art. 54.Artikel 184, § 1, van hetzelfde decreet wordt aangevuld met het volgende lid : « Voor elke fusie wordt de Regering ermee belast de naleving na te kijken door de betrokken scholen van de wettelijke en verordeningsbepalingen die van kracht zijn. »

Art. 55.Artikel 213 van hetzelfde decreet wordt met het volgende lid aangevuld : « Dat percentage moet hoger zijn dan of gelijk zijn aan 97 %. »

Art. 56.Dit decreet treedt in werking op 1 september 2009 met uitzondering van de artikelen 28 tot 32 die in werking treden op 1 januari 2009.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 5 februari 2009.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Vice-Presidente en Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET De Vice-President en Minister van Begroting, Financiën, Ambtenarenzaken en Sport, M. DAERDEN De Minister van Leerplichtonderwijs, C. DUPONT De Minister van Cultuur en Audiovisuele Sector, Mevr. F. LAANAN De Minister van Kinderwelzijn, Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, Mevr. C. FONCK De Minister van Jeugd en Onderwijs voor Sociale Promotie, M. TARABELLA _______ Nota (1) Zitting 2008-2009. Stukken van de Raad. - Ontwerp van decreet, nr. 630-1. - Commissieamendementen, nr. 630-2. - Verslag, nr. 630-3.

Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 3 februari 2009.

^