gepubliceerd op 26 augustus 2009
Besluit van de Regering tot uitvoering van het decreet van 19 januari 2009 houdende vaststelling van de regels van de Duitse rechtsterminologie
4 JUNI 2009. - Besluit van de Regering tot uitvoering van het decreet van 19 januari 2009 houdende vaststelling van de regels van de Duitse rechtsterminologie
De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het decreet van 19 januari 2009 houdende vaststelling van de regels van de Duitse rechtsterminologie, in het bijzonder artikel 3;
Gelet op de gecoördineerde wetten over de Raad van State van 12 januari 1973, in het bijzonder artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd door de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op het gunstige advies van de Inspecteur van Financiën van 29 mei 2009;
Gelet op de goedkeuring van de Minister-President, bevoegd voor Begroting, gegeven op 4 juni 2009;
Gelet op de hoogdringendheid;
Overwegende dat het decreet van 19 januari 2009 houdende vaststelling van de regels van de Duitse rechtsterminologieop 1 januari 2009 in werking is getreden en dat de overeenkomstige uitvoeringsbepalingen dus onverwijld goedgekeurd en gepubliceerd moeten worden zodat de commissie voor Duitse rechtsterminologie van de Duitstalige Gemeenschap onverwijld haar functie kan vervullen;
Overwegende dat de leden die in laatste instantie op basis van artikel 77 van de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap zijn benoemd in de "Commissie voor Duitse rechtsterminologie", conform artikel 9 van datzelfde decreet van 19 januari 2009 van rechtswege de eerste leden van de Commissie voor Duitse rechtsterminologie zijn en wel tot de inwerkingtreding van het decreet op 1 januari 2009 zodat de goedkeuring van de uitvoeringsbesluiten dringend noodzakelijk is in het belang van de continuïteit van de Commissie;
Op voordracht van de Minister-President en van de Minister die bevoegd is voor Cultuur;
Na beraadslaging, Besluit : Toepassingsgebied
Art. 1.Voorliggend besluit is van toepassing op de "Commissie voor Duitse rechtsterminologie" van de Duitstalige Gemeenschap, die is opgericht door het decreet van 19 januari 2009 houdende vaststelling van de regels van de Duitse rechtsterminologie, hierna "terminologiecommissie" genoemd.
Verplaatsingsvergoedingen
Art. 2.De leden van de terminologiecommissie en, in voorkomend geval, de aan haar vergaderingen en activiteiten deelnemende experts en corresponderende experts ontvangen een verplaatsingsvergoeding waarvan het bedrag en de modaliteiten voor de berekening dezelfde zijn als degene die voorzien zijn voor dienstreizen van ambtenaren van de Duitstalige Gemeenschap.
Presentiegelden
Art. 3.De leden van de commissie ontvangen per vergadering met een minimale duur van twee uur een presentiegeld van euro 170 met een maximumbedrag van euro 2.040 voor elke twaalf maand activiteit vanaf de inwerkingtreding van het voorliggende besluit. De bedragen worden jaarlijks aan de ontwikkeling van de index van de consumptieprijzen aangepast. De index van de maand van de inwerkingtreding van voorliggend besluit geldt als uitgangsindex.
Beperkingen voor personeelsleden
Art. 4.§ 1. Personeelsleden van het ministerie en van instellingen van openbaar nut van de Duitstalige Gemeenschap evenals de personeelsleden uit het onderwijs die rechtstreeks of onrechtstreeks door de Duitstalige Gemeenschap worden verloond, kunnen slechts aanspraak maken op presentiegelden indien de vergadering buiten hun gewone arbeidstijd valt.
Bij de toepassing van het voorliggende besluit geldt de gewone arbeidstijd tot 17 uur, inclusief de vakantie en de dienstvrijstellingen, met uitzondering van de feestdagen. Voor onderwijzend personeel loopt de gewone arbeidstijd op woensdag tot 13 uur. § 2. Een personeelslid dat voor een vergadering presentiegeld ontvangt, krijgt voor die vergadering geen compensatie voor prestaties buiten de gewone arbeidstijd.
De presentiegelden zijn voor personeelsleden niet cumuleerbaar met de aanwezigheidsgelden die in het personeelsrecht voorzien zijn voor dienstverblijven buiten de zetel van de dienst.
Rekrutering en benoeming
Art. 5.De rekrutering van de leden van de commissie verloopt via een openbare oproep die in de adequate media wordt gepubliceerd. De regering maakt een keuze op basis van de evaluatie van het sollicitatiedossier en, in voorkomend geval, op basis van een voorstellingsgesprek waarvoor een beperkte selectie van de sollicitanten kan worden uitgenodigd.
Experts
Art. 6.Wanneer de terminologiecommissie in individuele gevallen een beroep wil doen op experts en wanneer dit kosten met zich brengt die hoger zijn dan de in artikel 3 vermelde verplaatingsvergoedingen binnen België, vraagt hij aan de minister die voor de terminologiecommissie bevoegd is, op voorhand de goedkeuring voor de aanvaarding van de kosten.
Corresponderende experts
Art. 7.§ 1. Wanneer de terminologiecommissie experts permanent bij haar werk wil betrekken, stelt hij deze op voorhand met een uitvoerige motivering voor aan de regering met het oog op goedkeuring. Het mandaat als corresponderende expert geldt telkens minstens voor één jaar en hoogstens voor drie jaar. Het mandaat kan worden hernieuwd. Er kunnen tegelijkertijd hoogstens drie corresponderende experts benoemd zijn. § 2. Corresponderende experts zijn geen stemgerechtigde leden van de terminologiecommissie. Ze worden door de voorzitter uitgenodigd op de vergaderingen, telkens wanneer de terminologiecommissie dit noodzakelijk acht. Ze worden ook buiten de vergaderingen naar gelang van de noodzaak als adviseur bij het werkbetrokken. § 3. Corresponderende leden ontvangen een forfaitaire vergoeding van euro 500 per jaar waarin ze actief zijn. Deze vergoeding wordt berekend in verhouding tot de duur van het mandaat. Het bedrag is onderworpen aan de in artikel 3 voorziene aanpassing aan de ontwikkeling van de index van de consumptieprijzen.
Werkingskosten
Art. 8.Voor zover dit besluit geen andere bepaling bevat, moeten buitengewone werkingskosten van de terminologiecommissie op voorhand door de Minister die bevoegd is voor de terminologiecommissie, worden goedgekeurd met het oog op hun overname.
Huishoudelijk reglement
Art. 9.In het huishoudelijk reglement regelt de terminologiecommissie het opstellen van de agenda, het samenroepen van de commissie, de besluitvorming, de verslaglegging en het neerleggen van de besluiten, de deelname aan de vergaderingen, de briefwisseling en alle andere procedurele vraagstukken die haar nuttig lijken.
Inwerkingtreding
Art. 10.Dit besluit treedt op 1 juli 2009 in werking.
Eupen, 4 juni 2009.
Voor de regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Cultuur en Media, Monumentenzorg, Jeugd en Sport, Mevr. I. WEYKMANS