gepubliceerd op 21 januari 2015
Decreet tot bevestiging van de gemeenschappelijke eindcompetenties en de kennis vereist op het einde van de doorstromingsafdeling van de algemene en technologische humaniora in wetenschappelijke opvoeding en van de minimale competenties in wiskunde op het einde van de kwalificatie-afdeling indien het aanleren van wiskunde in het studieprogramma voorkomt
4 DECEMBER 2014. - Decreet tot bevestiging van de gemeenschappelijke eindcompetenties en de kennis vereist op het einde van de doorstromingsafdeling van de algemene en technologische humaniora in wetenschappelijke opvoeding en van de minimale competenties in wiskunde op het einde van de kwalificatie-afdeling indien het aanleren van wiskunde in het studieprogramma voorkomt
Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.De eindcompetenties en de kennis vereist op het einde van de tweede graad alsook op het einde van de doorstromingsafdeling van de algemene en technologische humaniora in wetenschappelijke opvoeding opgenomen in bijlage I worden bevestigd, overeenkomstig artikel 25, § 1, 2°, van het decreet van 24 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 24/07/1997 pub. 23/09/1997 numac 1997029337 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren sluiten dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren.
Art. 2.De minimale competenties in wiskunde op het einde van de tweede graad, alsook op het einde van de kwalificatie-afdeling indien het aanleren van wiskunde in het studieprogramma voorkomt, opgenomen in bijlage II worden bevestigd, overeenkomstig artikel 35, § 1, 2°, van het decreet van 24 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 24/07/1997 pub. 23/09/1997 numac 1997029337 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren sluiten dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren.
Art. 3.Iedere inrichtende macht of elke federatie van inrichtende machten die een onderwijs inricht gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, kan een aanvraag om afwijking indienen van de gemeenschappelijke eindcompetenties en kennis bedoeld in de artikelen 1 en 2 van dit decreet op de voorwaarden en volgens de procedure bepaald in de volgende artikelen.
Art. 4.Geen enkele afwijking kan tot gevolg hebben dat ze de coherentie van het onderwijssysteem in het gedrang brengt, zoals het voortkomt uit de toepassing van de grondwettelijke beginselen inzake onderwijs. Ze kan, onder andere, niet als gevolg hebben dat de kwaliteit van het onderwijs, ofwel de basisinhoud of de gelijkwaardigheid van diploma's en getuigschriften of verder nog het beperken van de vrijheid van ouders om hun kind van school te veranderen voor het volgende schooljaar, aangetast zou worden.
Geen enkele afwijking kan aan een inrichtende macht of aan elke federatie van inrichtende machten toegekend worden waarvan het project niet tot gevolg zou hebben de rechten en de vrijheden te garanderen opgenomen in de Grondwet, het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden alsook het Verdrag inzake de rechten van het kind.
Art. 5.§ 1. In de aanvraag om afwijking : 1° vermeldt de inrichtende macht of de federatie van inrichtende machten de leerwijzen beschreven in de eindcompetenties en de kennis vereist op het einde de doorstromingsafdeling van de algemene en technologische humaniora of in de gemeenschappelijke eindcompetenties en kennis op het einde van de kwalificatieafdeling van de technische en beroepshumaniora waarvan ze acht dat de definitie te veel perken inhoudt om ze genoeg vrijheid te laten bij de implementering van haar eigen pedagogische project, met vermelding van de redenen die volgens haar eigen aan elke leerwijze zijn waardoor deze implementering beperkt wordt;2° beschrijft de inrichtende macht of de federatie van inrichtende machten de alternatieve leerwijzen die ze meent te implementeren;3° verantwoordt de inrichtende macht of de federatie van inrichtende machten hoe de vervanging die ze toepast de voorwaarden opgenomen in artikel 4 in acht neemt. § 2. De aanvraag om afwijking vermeldt de exacte referenties in verband met de afschaffingen en de inserties die gevraagd worden. Een afschrift van het pedagogisch project wordt bij de aanvraag gevoegd.
Op straffe van onontvankelijkheid, worden de aanvraag om afwijking en haar bijlagen bij ter post aangetekende brief bij de Regering ingediend, ten laatste zes maanden vóór het begin van het schooljaar vanaf hetwelk ze uitwerking moet hebben.
Art. 6.Er wordt een commissie opgericht belast met het uitbrengen van een advies aan de Regering over de aanvragen om afwijking.
Deze commissie bestaat uit : 1° de Administrateur-generaal van het Onderwijs en het Wetenschappelijk Onderzoek, die de commissie voorzit;2° één lid van de Begeleidingscommissie aangesteld door de Administrateur-generaal van het Onderwijs en het Wetenschappelijk Onderzoek;3° één lid van de algemene inspectiedienst aangewezen door de Regering, op de voordracht van de coördinerend algemene inspecteur, en één lid van de algemene inspectiedienst voor elk vak bedoeld bij de aanvraag om afwijking, aangewezen door de coördinerend algemene inspecteur;4° de voorzitter en de ondervoorzitter van de Algemene Raad voor het secundair onderwijs, behoudens als één van deze reeds lid is van de commissie wegens een andere hoedanigheid, wat met zich meebrengt dat genoemde Algemene Raad een ander lid aanwijst;5° twee tot vier deskundigen uit universiteiten of hogescholen inzake pedagogie aangewezen door de Regering;6° twee vertegenwoordigers van de Regering die met raadgevende stem zetelen. Het mandaat van de leden van de commissie wordt niet bezoldigd.
De commissie wordt door de voorzitter samengeroepen. De oproeping bevat de agenda.
De commissie beslist en beraadslaagt enkel geldig indien de helft van de leden aanwezig is. Het advies wordt bij de meerderheid der aanwezige leden genomen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
Wat de andere nadere regels voor de werking betreft, bepaalt de commissie haar eigen huishoudelijk reglement dat ter goedkeuring aan de Regering wordt voorgelegd. § 2. Zodra de Regering de aanvraag om afwijking krijgt, zendt ze het, met de bijlagen, aan de commissie over.
Binnen een termijn van twee maanden, waarbij de termijn noch in juli noch in augustus loopt, zendt de commissie een met redenen omkleed advies aan de Regering over omtrent: 1° de noodzakelijke aard van de vervanging van de leerwijzen in verband met de implementering van het pedagogisch project van de inrichtende macht of van de federatie van inrichtende machten;2° de inachtneming van artikel 4. De Regering zendt het advies van de commissie aan de betrokken inrichtende macht of aan de federatie van inrichtende machten over bij ter post aangetekende brief. De inrichtende macht of de federatie van inrichtende machten beschikt over een termijn van één maand vanaf de ontvangst van het advies van de commissie om haar op- en aanmerkingen te laten gelden. Wanneer de inrichtende macht of de federatie van inrichtende machten haar op- en aanmerkingen niet bekend gemaakt heeft binnen de vereiste termijnen, wordt de procedure voortgezet zonder dat er rekening wordt gehouden met de laattijdige op- en aanmerkingen.
Art. 7.Op het einde van de procedure bedoeld in artikel 6, neemt de Regering een met redenen omklede beslissing over de aanvraag om afwijking. Als deze volledig of gedeeltelijk toegekend wordt, legt de Regering de toegekende afwijking ter bevestiging aan het Parlement van de Franse Gemeenschap voor.
Wordt de afwijking bevestigd, dan wordt ze aan de commissie voor programma's meegedeeld, bedoeld in de artikelen 17, 27 en 36 van het voornoemde decreet van 24 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 24/07/1997 pub. 23/09/1997 numac 1997029337 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren sluiten aan wie de inrichtende macht of de federatie van inrichtende machten het programma overzendt dat ze wenst toe te passen in functie van de verkregen afwijkingen.
Art. 8.§ 1. Dit decreet treedt in werking op de datum van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad. § 2. De Regering bepaalt de datum van inwerkingtreding van de programma's van cursussen die voortvloeien uit de toepassing van de gemeenschappelijke eindcompetenties en kennis vereist op het einde van de doorstromingsafdeling van de algemene en technologische humaniora in wetenschappelijke opvoeding en de minimale competenties in wiskunde op het einde van de kwalificatieafdeling indien het aanleren van wiskunde in het studieprogramma voorkomt.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 4 december 2014.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Vice-Presidente en Minister van Onderwijs, Cultuur en Jong Kind, Mevr. J. MILQUET De Vice-President, Minister van Hoger Onderwijs, Onderzoek en Media, J.-Cl. MARCOURT De Minister van Hulpverlening aan de Jeugd, Justitiehuizen en Promotie van Brussel, R. MADRANE De Minister van Sport, R.COLLIN De Minister van Begroting, Ambtenarenzaken en Administratieve Vereenvoudiging, A. FLAHAUT De Minister van Onderwijs voor Sociale Promotie, Jeugd, Vrouwenrechten en Gelijke Kansen, Mevr. I. SIMONIS _______ Nota Zitting 2014-2015 Stukken van het Parlement. Ontwerp van decreet, nr. 11-1. - Commissieamendementen, nr. 11-2 -Verslag, nr. 11-3.
Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 3 december 2014.