13 APRIL 1999. - Bijzonder decreet betreffende de voorwaarden en de wijze van oprichting van binnengemeentelijke territoriale organen (1)

Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Dit bijzonder decreet regelt een gewestaangelegenheid.

Art. 2.Dit bijzonder decreet is van toepassing op de gemeenten met meer dan 100.000 inwoners waarvan de gemeenteraden beslissen tot de oprichting van binnengemeentelijke territoriale organen, die hierna districtsbesturen worden genoemd.

Art. 3.§ 1. Vooraleer tot de oprichting van districtsbesturen te beslissen of ten laatste op de vergadering waarop daartoe beslist wordt, bepalen de gemeenteraden de gebiedsomschrijvingen van de districten. § 2. Indien voor die gebiedsomschrijvingen afgeweken wordt van de gemeentelijke gebiedsomschrijvingen, zoals die bestonden voor de bij de wetten van 1958, 1970 en 1975 bekrachtigde samenvoegingen van gemeenten, gebeurt deze vaststelling op basis van een toelichtende nota waarin die afwijking uitdrukkelijk wordt gemotiveerd. Deze toelichtende nota is evenwel niet vereist indien het louter de toepassing van grensaanpassingen betreft die eveneens eerder bij wet werden doorgevoerd of bekrachtigd. § 3. Indien voor de betrokken gebiedsomschrijvingen reeds territoriale adviesraden door de gemeente waren opgericht, moet vooraf hun advies worden gevraagd indien bij de vaststelling van de gebiedsomschrijvingen aanpassingen worden doorgevoerd. Deze adviesraden beschikken over een termijn van drie maanden om hun advies uit te brengen; zoniet wordt geacht dat zij een gunstig advies uitbrengen. § 4. De in § 2 nader omschreven toelichtende nota en het advies van de districtsraden, uit te brengen onder de voorwaarden bepaald in § 3, maken een vormvereiste uit indien de gemeenteraad achteraf wijzigingen wenst aan te brengen aan de overeenkomstig § 1 vastgelegde gebiedsomschrijvingen. § 5. De gemeenteraden gaan over tot de in § 1 bedoelde bepaling van de gebiedsomschrijvingen nadat zij hebben vastgesteld welke bevoegdheden met toepassing van artikel 340 van de nieuwe gemeentewet door het college van burgemeester en schepenen en door de burgemeester overgedragen worden aan de bureaus en aan de voorzitters van de districtsbesturen.

Art. 4.§ 1. Vooraleer tot de oprichting van districtsbesturen te beslissen of ten laatste op de vergadering waarop daartoe beslist wordt, bepalen de gemeenteraden welke bevoegdheden zij met toepassing van artikel 340 van de nieuwe gemeentewet aan de districtsraden overdragen. Zij bepalen tevens de criteria bedoeld in artikel 346 van de nieuwe gemeentewet betreffende de algemene en specifieke dotaties, die uit de gemeentebegroting aan de districtsbesturen zullen worden verstrekt. § 2. De gemeentelijke organen kunnen de toegestane bevoegdheidsoverdrachten en de criteria betreffende dotaties slechts wijzigen nadat hierover vooraf advies werd uitgebracht door de bevoegde districtsoverheden. Deze beschikken over een termijn van drie maanden om hun advies uit te brengen, zoniet wordt het geacht gunstig te zijn.

Art. 5.Geen enkele beslissing kan door de gemeentelijke organen met toepassing van dit bijzonder decreet worden genomen tijdens de periode van zes maanden, die voorafgaat aan de gemeenteraadsverkiezingen.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 13 april 1999.

De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Stedelijk Beleid en Huisvesting, L. PEETERS _______ Nota (1) Zitting 1998-1999. Stukken. - Voorstel van bijzonder decreet, 1294 nr. 1. - Amendement, 1294 nr. 2. - Verslag, 1294 nr. 3. - Reflectienota, 1294 nr. 4.

Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 30 en 31 maart 1999.