gepubliceerd op 05 februari 2024
Wijzigingsclausule bij de nationale overeenkomst tussen de vroedvrouwen en de verzekeringsinstellingen
RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING
26 JANVIER 2024. - Wijzigingsclausule bij de nationale overeenkomst tussen de vroedvrouwen en de verzekeringsinstellingen
Notificatie punt 33 BETREFT: MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN Negende wijzigingsclausule bij de nationale overeenkomst tussen de vroedvrouwen en de verzekeringsinstellingen, in uitvoering van het artikel 51, § 1, 3de lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994: NOTIFICATIE 1. Met dien verstande dat rekening zal worden gehouden met de brief van 25 januari 2024 van de Staatssecretaris voor Begroting, wordt het voorstel, vervat in punt 9 van de nota van 25 januari 2024, goedgekeurd 2.Bijgevolg hecht de Raad zijn goedkeuring aan de wijzigingsclausule.
De Secretaris van de Raad, R. LECOK
12 DECEMBER 2023. - Negende wijzigingsclausule bij de nationale overeenkomst tussen de vroedvrouwen en de verzekerings-instellingen Tijdens de vergadering van de Overeenkomstencommissie tussen de vroedvrouwen en de verzekeringsinstellingen van 12 december 2023, onder het voorzitterschap van de heer Patrick VERLIEFDE, daartoe gedelegeerd door de heer Mickael DAUBIE, leidend ambtenaar, is overeengekomen als volgt tussen: enerzijds, de verzekeringsinstellingen, en anderzijds, de representatieve beroepsorganisaties van vroedvrouwen.
Artikel 1.Aan de tekst van de overeenkomst wordt een voorwoord toegevoegd dat als volgt luidt : "VOORWOORD Naar aanleiding van de goedkeuring van de begroting voor 2024 door de Algemene Raad heeft de Overeenkomstencommissie haar ongenoegen geuit over het feit dat er geen extra begrotingsmiddelen beschikbaar zijn gesteld voor hun sector in 2024. De vroedvrouwen uitten hun bijzondere verontwaardiging over de beslissing van de Algemene Raad om in het kader van de begroting voor 2024 het overeengekomen voorstel van het Verzekeringscomité voor een aanvullend budget voor de sector van de vroedvrouwen niet te volgen. De vroedvrouwen uitten ook hun bezorgdheid over hun financiële leefbaarheid en vroegen om een duidelijk perspectief.
De Overeenkomstencommissie herhaalde ook zijn oproep voor een nieuw financierings- en organisatiemodel, via een hervorming van de nomenclatuur en deelname aan samenwerkingsverbanden met andere zorgverleners, ook rekening houdend met de bevoegdheden van de deelstaten. Dit nieuwe model is noodzakelijk geworden door de recente wijzigingen in het zorglandschap (ziekenhuisnetwerken...), de evolutie naar korter ziekenhuisverblijf na de bevalling en de verschuiving van de zorg naar de eerstelijnszorg die een evolutie vraagt in de organisatie van de zorg door vroedvrouwen. De Overeenkomstencommissie zal tegen september 2024 een nieuw financieringsmodel voorstellen waarin de sector een volledige herijking van de verstrekkingen kan verwachten.
Engagementen voor 2024 Na overleg met de Minister werden een aantal engagementen aangegaan: - De conventiepremie van 975,49 euro kan uitzonderlijk verlengd worden in 2024 onder dezelfde voorwaarden (drempel, bedragen, betaaltermijn).
Een voorafgaand schriftelijk akkoord tussen de vroedvrouwen en de ziekenhuizen is vereist indien deze laatsten de premie willen innen.
Dit engagement vertegenwoordigt een budgettaire inspanning van 2,685 miljoen euro, weliswaar afhankelijk van het aantal geconventioneerde vroedvrouwen.
De Overeenkomstencommissie zal een passend voorstel uitwerken binnen het budgettair kader. - Binnen de partiële begrotingsdoelstellingen kunnen de leden van de Overeenkomstencommissie opteren om gericht in te zetten op de herwaardering van bepaalde erelonen. Ze kunnen hiertoe middelen vrijmaken : o Door selectief te indexeren binnen de beschikbare indexmassa ten belope van 2,749 miljoen euro. o Door maatregelen 'appropriate care' uit te werken, met de bedoeling om te zorgen dat de meest gepaste zorg gestimuleerd wordt. De middelen die hierdoor vrijkomen kunnen in 2024 integraal geherinvesteerd worden in de sector. o Hiernaast is binnen de sector nog een bedrag van 17.000 euro beschikbaar in het kader van de uitgewerkte appropriate care maatregel 2023.
Een beter financierings- en organisatiemodel voor vroedvrouwen ontwikkelen om hun rol in de toekomst te verankeren Ten eerste zal prioriteit gegeven worden aan de snelle realisatie van het transversaal perinataal zorgtraject kwetsbare vrouwen, waarvoor een budget van 11,468 miljoen euro is voorzien. Dit traject, dat op 1 april 2024 van start dient te gaan, zal worden uitgerold in samenwerking met de deelstaten, maar met een gegarandeerde rol voor de vroedvrouwen in de eerste lijn, en dit zowel voor de screening, het gepersonaliseerd prenataal consult, de coördinatie of deelname aan het multidisciplinair overleg.
Ten tweede, is de administratie belast, in overleg met de leden van de Commissie, om in 2024 een reflectie te houden over een perinataal autonoom opvolgingstraject voor laagrisicozwangerschappen dat ruimer gaat dan het voormelde project voor kwetsbare vrouwen, en met klemtoon op de belangrijke rol van de vroedvrouwen in de perinatale opvolging.
Deze reflectie zal worden uitgevoerd in overleg met huisartsen en gynaecologen en moet uitmonden in een concreet voorstel uiterlijk tegen de begrotingsopmaak 2025. De vroedvrouw zal binnen de scope van haar competenties, beschreven in het beroepsprofiel, in de volledige perinatale periode de mogelijkheid krijgen haar competenties gerespecteerd te zien.
Ten derde zal een aanvraag worden ingediend in 2024 voor een proefproject "artikel 56" over de herziening van de financiering voor de vroedvrouwensector.
Ten vierde zal de Overeenkomstencommissie, in overleg met het actuariaat van het RIZIV, de uitgaven in de sector meer gericht opvolgen, met het oog op het voorstellen van gerichte maatregelen.
Ten slotte wil de Commissie in overleg gaan met de ziekenhuizensector over de situatie van vroedvrouwen in ziekenhuizen. De Commissie wenst eveneens de aandacht te vestigen op de nodige evolutie van de financiële normen van de ziekenhuizen (BFM), die niet langer de realiteit van de activiteiten van vroedvrouwen weerspiegelen. De commissie wil graag een sterke eerste lijn met een belangrijke rol voor de vroedvrouwen daarin, zowel intra- als extramuraal."
Art. 2.Artikel 3 van de nationale overeenkomst wordt vervangen als volgt: "De waarde van de vermenigvuldigingsfactor V die moet worden toegepast op de betrekkelijke waarden van de in de overeenkomst bedoelde geneeskundige verstrekkingen, is, vanaf 1 januari 2024, vastgesteld op 2,142073 EUR. Als uitzondering op de algemene regel hierboven, - is de waarde van de vermenigvuldigingsfactor V voor de verstrekkingen 422796, 423791, 422774, 423776, 422914, 422936, 422951en 422995 gelijk aan 1,909868 EUR. - is de waarde van de vermenigvuldigingsfactor V voor de verstrekkingen 421993 en 422973 gelijk aan 2,020449 EUR. - is de waarde van de vermenigvuldigingsfactor V voor de verstrekkingen 422575, 422590, 422612, 422634, 423570, 423592, 423614, 423636, 422225, 423500, 422262, 422656, 423651, 422671, 423673, 422693, 428455, 423695, 428470, 422752, 423754 en 422531 gelijk aan 2,060067 EUR. - is de waarde van de vermenigvuldigingsfactor V voor de verstrekkingen 428514, 428551, 428595, 428632, 428676, en 428713 gelijk aan 2,624038 EUR. - is de waarde van de vermenigvuldigingsfactor V voor de verstrekkingen 422435, 428735, 422811, 422833 en 422855 gelijk aan 2,887984 EUR. - is de waarde van de vermenigvuldigingsfactor V voor de verstrekkingen 422450 en 422472 gelijk aan 2,761137 EUR. Overeenkomstig het koninklijk besluit van 8 december 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/12/1997 pub. 23/12/1997 numac 1997022909 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot bepaling van de toepassingsmodaliteiten voor de indexering van de prestaties in de regeling van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging sluiten tot bepaling van de toepassingsmodaliteiten voor de indexering van de prestaties in de regeling van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging, kan de waarde van de vermenigvuldigingsfactor V vanaf 1 januari van elk jaar worden aangepast aan de evolutie van de waarde van het gezondheidsindexcijfer. Daartoe constateert de Overeenkomstencommissie dat er een toereikende begrotingsmarge is met hetzelfde quorum als het quorum dat noodzakelijk is voor het sluiten van een overeenkomst."
Art. 3.Deze wijzigingsclausule treedt in werking op 1 januari 2024.
Brussel, 12 december 2023.
De verzekeringsinstellingen, De beroepsorganisaties van de vroedvrouwen,