gepubliceerd op 02 juli 2002
Besluit van de Waalse Regering betreffende de toekenning van toelagen voor de verbetering van de energetische efficiëntie en voor de bevordering van een rationeler energiegebruik van de privé-sector
30 MEI 2002. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de toekenning van toelagen voor de verbetering van de energetische efficiëntie en voor de bevordering van een rationeler energiegebruik van de privé-sector (« AMURE »)
De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 9 december 1993 betreffende de hulp en de tegemoetkomingen van het Waalse Gewest voor de bevordering van rationeel energiegebruik, energiebesparingen en hernieuwbare energieën, inzonderheid op de artikelen 9 en 10;
Gelet op het decreet van 21 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt;
Gelet op het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 19 december 1984 betreffende de verlening van subsidies voor een betere beheersing van het energieverbruik in de industrie;
Gelet op de ondertekening van het Protocol van Kyoto met het oog op het terugdringen van emissies van broeikasgas en op de noodzaak voor de Waalse Regering om zich geleidelijk naar deze internationaal opgelegde dwingende norm te schikken;
Gelet op het Belgisch Plan voor de vermindering van de emissies van CO2, goedgekeurd door de Waalse Regering op 30 juni 1994;
Gelet op het Milieubeleidsplan voor de duurzame ontwikkeling, goedgekeurd door de Waalse Regering op 9 maart 1995;
Overwegende dat de programma's met het oog op de verbetering van de energetische efficiëntie van de bedrijven en op een toenemend aandeel van de hernieuwbare energiebronnen in de balans van de primaire energie gesteund moeten worden;
Gelet op de ondertekening van intentieverklaringen met industriesectoren met het oog op het voorbereiden van een sectorakkoord om de energetische efficiëntie van deze sectoren te verbeteren;
Overwegende dat de besluitvorming binnen de bedrijven moet worden bevorderd opdat ze hun energetische uitgaven beter zouden kunnen beheren;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 10 november 2000;
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 7 december 2000;
Gelet op de beraadslaging van de Waalse Regering van 7 december 2000 over het verzoek om adviesverlening door de Raad van State binnen uiterlijk één maand;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 17 juli 2001, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemeen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Minister : de Minister van Energie;2° bedrijf : elke rechtspersoon van de privé-sector die landbouw-, industrie-, of dienstenactiviteiten uitoefent in het Waalse Gewest; 3° intentieverklaring : overeenkomst waarbij de partijen hun intantie bekendmaken om een sectorakkoord voor te bereiden, d.w.z. een overeenkomst waarbij een sector of een bedrijfstak en de bedrijven die er deel van uitmaken en die het wensen, zich ertoe verbinden in samenwerking met de overheid een doelstelling inzake de verbetering van de energetische efficiëntie na te leven; 4° energieboekhouding : boekhoudingsysteem voor de energiestromen om ten eerste invulling te geven aan de beslissingen die moeten worden genomen inzake het energiebeheer, waarbij met name de verzameling, de behandeling en de mededeling van gegevens betreffende de energievectoren verbruikt voor elk product per dienst of eenheid worden gewaarborgd, ten tweede verbruiksratio's per product of dienst te bepalen en ten derde in voorkomend geval alarm te slaan en de overconsumptie inzake energie te controleren;5° energetische efficiëntie : evaluatie van de mate waarin het energieverbruik leidt tot producten met toegevoegde waarde. Het energieverbruik wordt in primaire energie uitgedrukt; de producten worden in fysieke eenheden uitgedrukt; 6° Bestuur : Directoraat-generaal Technologie, Onderzoek en Energie van het Ministerie van het Waalse Gewest;7° haalbaarheidsvoorstudie : onderzoek naar de algemene technisch-economische eigenschappen van één of meer investeringen in een bepaalde context zonder verwijzing naar een bijzonder type of merk betreffende deze investeringen;8° haalbaarheidsstudie : studie waardoor een bijzonder uitrustingstype of -merk precies kan worden afgemeten;9° hernieuwbare energiebron : de hernieuwbare energiebron zoals bepaald in artikel 2 van het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt;10° kwaliteitswarmtekrachtkoppeling : de kwaliteitswarmtekrachtkoppeling zoals bepaald in artikel 2 van het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt. HOOFDSTUK II. - Toelage voor een energie-audit
Art. 2.Binnen de perken van de begrotingskredieten kan de Minister toelagen toekennen aan de bedrijven om audits uit te voeren met het oog op de evaluatie van de relevantie van een energiebesparende investering of een investering die hernieuwbare energiebronnen of kwaliteitswarmtekrachtkoppeling gebruikt of resulterend in de opmaking van een globaal actieplan voor de verbetering van de energetische efficiëntie.
Deze audits stemmen overeen met het in bijlage 1 bij dit besluit gevoegde bestek.
Art. 3.De audits worden uitgevoerd door een deskundige aangewezen door het bedrijf onder de overeenkomstig artikel 8 van dit besluit erkende deskundigen. De aangewezen deskundige moet bovendien : 1° onafhankelijk zijn van het bedrijf en van de vennootschappen belast met de door de deskundige beschreven werken of investeringen;2° niet de in het audit bedoelde energie- of uitrustingleverancier zijn;3° referenties voorleggen als bewijs van zijn ervaring in de analyse van energieprestatievermogen van de processen of soortgelijke activiteiten.
Art. 4.Het bedrag van de toelage is gelijk aan 50 % van de in aanmerking komende kosten bepaald in door de Minister behoorlijk goedgekeurde auditkostenraming.
Voor de toepassing van dit artikel zijn de bedragen exclusief BTW. De in aanmerking komende kosten zijn de voor de uitvoering van de studie nodige prestaties alsmede de kosten voor het huren of voor de leasing van de meetvoorzieningen die eventueel nodig zijn om deze doelstelling te bereiken. In geval van materiële investeringen komt slechts de haalbaarheidsvoorstudie in aanmerking. Uitgesloten worden de kosten inherent aan de latere haalbaarheidsstudie.
Art. 5.Voor de bedrijven die een intentieverklaring hebben ondertekend en wat betreft de opmaking van een globaal actieplan met het oog op de verbetering van de energetische efficiëntie, wordt het bedrag van de toelage berekend als volgt : 1° de toelage die op grond van de kostenraming van de deskundige wordt toegekend, kan prestaties die binnen het bedrijf worden uitgevoerd, dekken.Deze prestaties moeten geldig verklaard worden door de deskundige en als nodig beschouwd worden voor de uitvoering van het audit; 2° de toelage bedraagt 75 % van de in aanmerking komende kosten zoals bepaald in artikel 4.
Art. 6.De aanvraag om toelage zoals bepaald in bijlage 3 bij dit besluit wordt bij het bestuur vóór de uitvoering van het audit ingediend. Het bestuur beoordeelt de relevantie van de aanvraag om toelage op grond van de methodologie en van de voorgestelde technische strengheid, de aanpassing van het te onderzoeken project aan de context van het bedrijf, de raming van de potentiële vermindering van het verbruik van primaire energie en van de Co2-emissies die de investeringen of de te onderzoeken projecten a priori als gevolg zouden kunnen hebben.
Art. 7.De toelage wordt vereffend op grond van een door het bedrijf afgegeven aangifte van schuldvorderingen samen met de bewijsstukken van de uitgaven en na goedkeuring door de Minister van het laatste auditverslag. Dit verslag bevat minstens drie afzonderlijke hoofdstukken betreffende de volgende onderwerpen : energetische en economische parameters van het gecontroleerde voorwerp, analyse van deze parameters en van de relevantie van het gecontroleerde voorwerp ten opzichte van alternatieve voorstellen, besluiten van de deskundige, met name in organisatietermen voor het bedrijf, wat betreft het onderhoud van het gecontroleerde voorwerp, de werking van het gecontroleerde voorwerp en de desbetreffende investeringen. Dit laatste verlag moet overgemaakt worden aan het bestuur binnen een termijn van hoogstens één jaar te rekenen van de datum waarop de toelagebelofte door de Minister is toegekend.
Art. 8.§ 1. Elke natuurlijke of rechtspersoon mag een aanvraag om erkenning als deskundige in energie-audits indienen. Deze aanvraag moet bij aangetekend schrijven ingediend worden bij het bestuur.
De aanvraag om erkenning bevat de volgende gegevens : - de naam, het adres en het beroep van de aanvrager; - de titels, kwalificaties en referenties van de aanvrager op het gebied van energie-audits; - de technische middelen en de samenwerkingen waarover de aanvrager beschikt. § 2. De Minister beslist over de aanvraag om erkenning na advies van het Bestuur dat bevoegd is om de aanvrager te horen. De beslissing tot erkenning wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad . De erkenning wordt verleend voor drie jaar. Ze kan verlengd worden op grond van een aanvraag om hernieuwing ingediend vóór de vervaldatum van de erkenning. In dit geval wordt ze verlengd tot het ogenblik waarop de Minister over de aanvraag om hernieuwing heeft beslist. § 3. Wanneer het Bestuur tekortkomingen inzake technische kennissen, methodologie en strengheid of op het gebied van de kwaliteit van het auditverslag uit hoofde van de erkende deskundige vaststelt, wordt laatstgenoemde opgeroepen. Na de deskundige te hebben gehoord, stelt het Bestuur in voorkomend geval de toezending van een waarschuwing of de voorlopige of definitieve intrekking van de erkenning als erkende auditeur aan de Minister voor. De Minister beslist op eensluidend advies van het Bestuur. De beslissing tot intrekking van de erkenning wordt bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad . HOOFDSTUK III. - Toelage voor de beroepsverbonden
Art. 9.Binnen de perken van de begrotingskredieten kan de Minister toelagen toekennen aan beroepsverbonden van bedrijven die deel uitmaken van dezelfde bedrijfstak en die zich ertoe verbinden handelingen betreffende een significant aantal bedrijven die bij het verbond zijn aangesloten, te voeren met het oog op een verbetering van de energetische efficiëntie van de hele sector. Het percentage van de toelage is gelijk aan 100 % van de in aanmerking komende uitgaven.
Alleen de uitgaven betreffende de prestaties met het oog op de bevordering van de verbetering van de energetische efficiëntie van de hele sector worden in aanmerking genomen. Voor de toepassing van dit artikel zijn de bedragen exclusief BTW.
Art. 10.De aanvraag om toelage wordt bij het Bestuur vóór de uitvoering van de prestaties ingediend. Het Bestuur beoordeelt de relevantie van het arbeidsvoorstel met name inzake het effect op de inzet van de aangesloten bedrijven m.b.t. hun energiebeheer en inzake de verbetering van de energetische efficiëntie van deze bedrijven.
Art. 11.De toelage wordt vereffend op grond van een door het verbond afgegeven aangifte van schuldvorderingen samen met de bewijsstukken van de uitgaven en na goedkeuring door de Minister van een verslag waarin de werkelijk uitgevoerde handelingen worden vermeld. Het laatste verslag moet overgemaakt worden aan het Bestuur binnen een termijn van hoogstens drie jaar te rekenen van de datum waarop de toelagebelofte door de Minister is toegekend. HOOFDSTUK IV. - Energieboekhouding
Art. 12.Binnen de perken van de begrotingskredieten kan de Minister toelagen toekennen aan bedrijven om een systeem voor een analytische energieboekhouding overeenstemmend met het in bijlage 2 bij dit besluit bedoelde bestek te implementeren.
Art. 13.Het bedrag van de toelage is gelijk aan 50 % van de in aanmerking komende kosten op grond van een kostenraming die behoorlijk door de Minister is goedgekeurd. De in aanmerking komende kosten betreffende de levering, de aanleg, de installatie en de aansluiting van de meetinstrumenten, hun accessoires, de bedrading, de elektrische schakelkasten, met inbegrip van de apparatuur die nodig is voor de eventuele teledienst, de apparatuur voor de opneming van de gegevens en de software voor de verzameling, de analyse en de validatie van de gegevens alsmede de vormingskosten betreffende het gebruik van het systeem, de communicatie en de aanwending van de resultaten ervan.
Voor de toepassing van dit artikel zijn de bedragen exclusief BTW.
Art. 14.De aanvraag om toelage zoals bepaald in bijlage 3 bij dit besluit wordt bij het Bestuur ingediend vóór elke uitvoering van de taken.
Art. 15.De toelage wordt vereffend op grond van een door het bedrijf afgegeven aangifte van schuldvorderingen samen met de bewijsstukken van de uitgaven en na goedkeuring door de Minister van een laatst verslag waarin gewag wordt gemaakt van de in het bedrijf gevoerde kwaliteitsenergieboekhouding. Dat verslag moet overgemaakt worden aan het bestuur binnen een termijn van hoogstens twee jaar te rekenen van de datum waarop de toelagebelofte door de Minister is toegekend. HOOFDSTUK V. - Toelage voor de technische erkenning
Art. 16.Binnen de perken van de begrotingskredieten kan de Minister toelagen toekennen aan de bedrijven die om een technische erkenning verzoeken voor één van hun producten die bijdragen tot een beter beheer van het energieverbruik.
Het percentage van de toelage is gelijk aan 50 % van de kosten die de erkenningsprocedure nodig maakt, zoals de technische proefkosten en de kosten voor het aanleggen van het dossier.
Art. 17.De aanvraag om toelage wordt bij het bestuur ingediend vóór elke uitvoering van de taken. HOOFDSTUK VI. - Gemeenschappelijke minimis-regels
Art. 18.Dit besluit is onderworpen aan de minimis-regels bedoeld in artikel 2 van de Verordening nr. 69/2001 van de Europese commissie van 12 januari 2001.
De Minister bepaalt de modaliteiten betreffende de naleving van de minimis-regels en de verplichting van de begunstigde om het bestuur in kennis te stellen van elke openbare tegemoetkoming gekregen binnen een periode van drie jaar vóór de datum van toekenning van de toelage en binnen drie jaar na deze toekenning. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen
Art. 19.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2002, datum waarop het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 19 december 1984 betreffende de verlening van subsidies voor een betere beheersing van het energieverbruik in de industrie wordt opgeheven.
Art. 20.De Minister van Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 30 mei 2002.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie, J. DARAS
BIJLAGE 1 Minimum bestek voor een energie-audit met het oog op de evaluatie van de relevantie van een energiebesparende investering of van een investering die hernieuwbare energieën of kwaliteitswarmtekrachtkoppeling gebruikt of resulterend in de opmaking van een globaal plan voor de verbetering van de energetische efficiëntie Doel Energie-audit met het oog op de evaluatie van de relevantie van een energiebesparende investering of een investering die hernieuwbare energieën of kwaliteitswarmtekrachtkoppeling gebruikt (haalbaarheidsvoorstudie) Het energie-audit heeft als doel de bedrijven in staat te stellen de relevantie te beoordelen van een investering die energie rationeler gebruikt of die het gebruik van hernieuwbare energie ontwikkelt.
Energie-audit resulterend in de opmaking van een globaal plan voor de verbetering van de energetische efficiëntie Het energie-audit heeft als doel te resulteren in de opmaking van een globaal actieplan voor de verbetering van de energetische efficiëntie van het bedrijf. Dit actieplan bevat alle maatregelen die het bedrijf gedurende de volgende jaren zal treffen, met inbegrip van de investeringen, waardoor deze doelstelling kan worden bereikt. Het bevat een becijferde evaluatie van de efficiëntie van elke maatregel (vermindering van de energieverbruiken, kosten) alsmede een tijdschema waarin de spreiding van de investeringen wordt bepaald.
Eisen De energie-audits met het oog op de evaluatie van de relevantie van een energiebesparende investering of van een investering die hernieuwbare energieën gebruikt moeten leiden tot : - de globale analyse van de energiestromen van het bedrijf : energieverbruik voor de laatste drie jaar per energievector (gas, stookolie, elektriciteit, kool, enz.) in fysieke eenheden (Mwh, T,...). De conversiefactoren in Mwh van de primaire energie van de energievectoren uitgedrukt in fysieke bruto-eenheid zullen worden medegedeeld door de Minister; - de identificatie en de rechtvaardiging van de relevantie van het oorspronkelijk geanalyseerd ontwerp en van zijn varianten naar gelang van de volgende criteria : - de technisch-economische kwaliteit; - de aanvaardbaarheidsgraad in het bedrijf met name t.o.v. van zijn interne organisatie en van de vereiste onderhoudactiviteiten; - de potentiële vermindering van het verbruik van primaire energie; - de potentiële vermindering van CO2-emissies.
Alle werkhypothesen moeten duidelijk vermeld worden.
De energie-audits resulterend in de opmaking van een globaal plan voor de verbetering van de energetische efficiëntie moeten leiden tot : - de globale analyse van de energiestromen van het bedrijf : energieverbruik voor de drie laatste jaren per energievector (gas, stookolie, elektriciteit, kool, enz.) in fysieke eenheden (Mwh, T,...). De conversiefactoren in Mwh van de primaire energie van de energievectoren uitgedrukt in fysieke bruto-eenheid zullen worden medegedeeld door de Minister; - de jaarlijkse boekingswijze, op schaal van het bedrijf, van het energieverbruik en van productievolumes (in fysische eenheden) per product en eventueel per productielijn en/of -fase; - de uitwerking van indicatoren op grond met name van het specifieke verbruik; - de identificatie, de rechtvaardiging en de technisch-economische evaluatie van de beste ontwerpen voor de verbetering van de energetische efficiëntie en van zijn varianten naar gelang van de volgende criteria : - de technisch-economische kwaliteit; - de aanvaardbaarheidsgraad in het bedrijf met name t.o.v. van zijn interne organisatie en van de vereiste onderhoudactiviteiten; - de potentiële vermindering van het verbruik van primaire energie; - de potentiële vermindering van CO2-emissies. - de opmaking van een door het bedrijf goedgekeurd en voorgelegd globaal plan voor de verbetering van energetische efficiëntie van het bedrijf.
Alle werkhypothesen moeten duidelijk vermeld worden.
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van 30 mei 2002 betreffende de toekenning van toelagen voor de verbetering van de energetische efficiëntie en voor de bevordering van een rationeler energiegebruik van de privé-sector.
Namen, 30 mei 2002.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie, J. DARAS
BIJLAGE 2 Bestek inzake de energieboekhouding Doel De energieboekhouding is van toepassing op het gehele energieverbruik van een bedrijf en heeft tot doel invulling te geven aan de beslissingen die moeten worden genomen inzake het energiebeheer met waarborg met name van : - de verzameling, de behandeling en de mededeling van gegevens betreffende de energievectoren verbruikt voor elk product per dienst of eenheid; - de bepaling van verbruiksratio's per product of dienst; - een alarmfunctie en een controle op de overconsumptie inzake energie; - de beoordeling van het effect van de uitgevoerde maatregelen.
Eisen De energieboekhouding moet hetgeen volgt mogelijk maken : - het werk in fysieke eenheden voor het energieverbruik en de productievolumen (onafhankelijkheid van de prijzen en tarieven); - de uitwerking van indicatoren op grond met name van het specifieke verbruik; - een opvolging van de toestand in de tijd met minstens een maandelijkse frequentie, waarbij snel kan worden gereageerd op elke overconsumptie, onregelmatigheid,... - de overweging van elke belangrijke verandering van het productenpakket, van het productieniveau, van het procédé; - de invoering van alle fasen van het informatiebeheer : verzameling en behandeling van relevante gegevens, de uitwerking van operationele indicatoren, mededeling aan de personen die maatregelen zouden kunnen treffen, onafgebroken opvolging van de ontwikkeling. De resultaten moeten met name voorgelegd worden in de vorm van een verbetering van de energetische efficiëntie en van de energetische balans.
De werking van een energieboekhouding omvat drie afzonderlijke fasen : 1) verzameling van gegevens;2) behandeling van gegevens;3) uitlegging van de resultaten.1. Verzameling van gegevens De verzameling van gegevens moet de systemen en consumptiepunten kunnen identificeren met in voorkomend geval onderscheiding van de gebruiken, waarbij een overzicht van de verbruiken wordt gegeven. Elk consumptiepunt of elke productielijn moet geïdentificeerd worden door : - de gebruikte energievector, - het energiegebruik (verwarming al dan niet inbegrepen), - de voorzieningswijze (meter of opslag), - de fysieke maateenheid (liter, m3, kg, kwh,...) - de vermenigvuldigingscoëfficiënt tussen de index en de fysieke maateenheid; - de vermenigvuldigingscoëfficient om het verbruik in Mwh te normaliseren. 2. De behandeling van gegevens De gemeten gegevens moeten opgenomen en behandeld worden zodat : - de energieverbruiken in dezelfde energie-eenheid, te weten in Mwh, worden genormaliseerd; - de energieverbruiken in primaire energie-eenheid worden berekend; - de invloed van de strengheid van het klimaat in de verbruiksopgaven wordt verwijderd door die terug te brengen tot de klimatologische referentietoestand op grond de graaddagen; - de CO2-emissies voor een klimatologische referentietoestand worden berekend; - voor elk consumptiesysteem en -punt vergelijkingsratio's worden vastgelegd en zodat een tabel van het prestatievermogen wordt opgemaakt met inachtneming van het percentage van het gebruik van de gebouwen en/of systemen.
Uitlegging van de resultaten Om de resultaten uit te leggen en om de operationele conclusies te trekken is het nodig de gebouwen en systemen waartoe de consumptiepunten betrekking hebben, goed te kennen.
Met de resultaten kunnen de volgende elementen in voorkomend geval worden waargenomen : - lees- en coderingsfout of onverwachte consumptiedrift; - regelingsproblemen; - geleidelijke consumptiedrift (gebrek aan onderhoud van de uitrustingen,...); - kosteloze verwarmingsvoorziening tijdens het zachte seizoen; - verbruik onafhankelijk van de strengheid van het klimaat; - vaststelling van een normale begroting tegen constante energiekosten; - beoordeling van de besparingen voortvloeiend uit de uitgevoerde projecten; - ...
De resultaten moeten op duidelijke wijze voorgelegd worden en moeten begrepen en uitgelegd worden door niet-gespecialiseerde personen.
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van 30 mei 2002 betreffende de toekenning van toelagen voor de verbetering van de energetische efficiëntie en voor de bevordering van een rationeler energiegebruik van de privé-sector.
Namen, 30 mei 2002.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie, J. DARAS
BIJLAGE 3 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 30 mei 2002 betreffende de toekenning van toelagen voor de verbetering van de energetische efficiëntie en voor de bevordering van een rationeler energiegebruik van de privé-sector.
Namen, 30 mei 2002.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie, J. DARAS