30 APRIL 2009. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van Boek II van het Leefmilieuwetboek dat het Waterwetboek inhoudt

De Waalse Regering, Gelet op Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, inzonderheid op de artikelen D.218 en D.243;

Gelet op het voorstel van de "S.P.G.E." van 4 december 2008;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 2 februari 2009;

Gelet op het advies van het Comité voor Watercontrole, gegeven op 2 maart 2009;

Gelet op de adviezen van de Wateradviescommissie, gegeven op 25 juni 2008 en 25 februari 2009;

Gelet op het advies van de "Conseil supérieur des Villes, Communes et Provinces de la Région wallonne" (Hoge Raad van de Steden, Gemeenten en Provincies van het Waalse Gewest), gegeven op 23 februari 2009;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 5 februari 2009;

Gelet op advies 46.229/4 van de Raad van State, gegeven op 25 maart 2009, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1273;

Op de voordracht van de Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel R.276, § 1, van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, wordt het derde lid vervangen als volgt : « De projecten van rioleringswerken omvatten een motivering van de keuze van het gepaste aan te leggen scheidings- of eenheidssysteem, rekening houdende met de economische, technische en milieuvoorschriften gebonden aan de afvoer van afval- en regenwater. »

Art. 2.Artikel R.320, § 2, van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, wordt vervangen als volgt : "De tegemoetkoming van het Sociaal Waterfonds in de betaling van de factuur van de verbruiker met betalingsmoeilijkheden wordt beperkt tot een jaarlijks bedrag van euro 250.

Die drempel wordt verhoogd met euro 75 per persoon vanaf de vierde persoon die deel uitmaakt van het gezin van de verbruiker met betalingsmoeilijkheden.

Het O.C.M.W. kan een jaarlijks tegemoetkomingsplafond bepalen dat hoger is dan de in de vorige leden bedoelde maximumbedragen : - in geval van lekkage die een overconsumptie als gevolg heeft en mits een gunstig advies van de verdeler; - voor een gebruiker die verschillende jaren betalingsachterstanden heeft opgelopen zonder de tegemoetkoming van het fonds jaarlijks te hebben aangevraagd; - in geval van een buitengewone gezinstoestand of van een tijdelijke financiële moeilijkheid gekend door het O.C.M.W. Die bedragen worden jaarlijks geïndexeerd en op de euro afgerond op grond van de ontwikkeling van de gezondheidsindex t.o.v. de op 1 januari 2004 vigerende index. »

Art. 3.De Minister bevoegd voor het Waterbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 30 april 2009.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN